Randschrift. De Nationale Betooging van 4 Mei te Qent. Uit de Pers. Het belang der Vlamingen. uit te drukken, dat de ware vlaamsche zaak schade zou kunnen lijden door over maat van ijver en door de overdrijvingen die, ja, ter eere strekken van de jeugd, maar tevens een rotsklep voor haar uit maken. Men vraagt thans twee vlaamsche Uni versiteiten eene Staats-Universiteit en eene vrije. Zouden de geleerde Vlan ingen, deze die de Universiteit binnentreden, kunnen staande houden dat zij niet genoegzaam op de hoogte zijn van de'fransche taal, om de lessen te verstaan die in het fransch gege ven worden? En beseffen zij niet dat België, dat reeds moeite heeft om zijn hoogeschool-leerstoelen met fransche voertaal betamelijk te bezet ten, in de onmogelijkheid is een hooger onderwys in het vlaamsch te verschaften? Ofwel moet men het peil van het onder wijs doen dalen, om de eigenliefde der Fla minganten een ijdele Voldoening ie geven? Wij stellen ons voor deze kwestie gron dig te onderzoeken, bezield als we zijn met de beste inzichten tegenover de Vlamingen. Maar, wij aarzelen niet het te verklaren, een vlaamsche Universiteit ware een ramp voor het hooger onderwijs in België, en wij zagen nog liever honderdmaal de latynsche Universiteit der middeleeuwen terug komen G. Heden ten dage is het niet alleen het peil van het hooger onderwijs dat op het spel staat, maar het voortbestaan van België zelf. Wij twijfelen er aan dat Ij Impartial nog zou oot deeleu dat lietde verdienstelijkste voorstanders zijn der vlaamsche Beweging d;e door te grooten ijver in de overdrijving vallen. In zijn open brief aan den Koning (Zie Standaard, 20 april j. 1.), spreekt Van Cauwelaert nog eens van de 80 vlaam sche soldaten, die aan den IJzer stonden. Wij vragen, ten minstevoor de vijfde maal, hoev.ele flaminganten er onder die Vlamin gen waren. Van Cauwelaert beweert dat het de schuld is van de Belgische Regeering dat het Vlaamsch den zeilden rang niet be kleedt als het Fransch. Is het de schuld van de Regeering dat het volk den Vlaam- schen reisgids niet koopt Ons volk kan niet spreken, niet den ken, niet schrijven be weert van Cauwe laert. Wiens schuld is het, Mijnheel de Volksvertegenwoordiger? Is die toestand niet te wijten aan dezen die eert yds het verplichtend onderwijs 1 ekamptèn uit vrees voor te veel geleerdheid en nu, daar zij geheel het onderwijs niet meer kunnen saboteeren, ten minste nog het onderwijs van het Fransch trachten dood te leggen? M. Van Cauwelaert spreekt ook van stelselmatige achteruitzetting van de Vlamingen op bestuurlijk gebied voor wat betreft de aanwerving van staatsbeamten,, en wijst op een onderzoek, daarover inge steld vóór den oorlog, door .Didaxalos, in het ministerie van Spoorwegen, Posterijen en Telegraphen. Zou M. Van Cauwe laert niet een volledig onderzoek dienaan gaande kunnen instellen en uitrekenen hoevele Vlamingen en Walen in al de ministeries te vinden zijnb. v. in het ministerie van Binnenlandsche Zaken, Kunsten en Wetenschappen, Landbouw, Arbeid en Nijverheid? Zou hij ook de atheneums en middelbare scholen, de gen darmerie en de geestelijkheid niet kunnen mêerekenen en het getal vlaamsche bis schoppen en priesters in het Walenland kunnen optellen? Wij weten wel dat in de Administraties van IJzerenwegen, posten en telegraphen, in de contributies en in het enregistrement wat meer Walen dan Vlamingen te vinden zijn. Maar M. de Volksvertegenwoordiger weet ook zeer wel dat in die administraties de plaatsen begeven worden ten gevolge vau een jaarlykschen wedstrijd, en dat in dien wedstrijd de mathematieken en nog eenige andere wetenschappen die men in onze bisschoppelijke collegies niet leert, eeu groote rol spelen. Wiens schuld is het dat zoo weinig vlaamsche jongens bun in gangsexamen voor ingenieur kunnen afleg gen, als zij uit onze collegies komen? M. Van Cauwelaert spreekt ook van de duizeude jongere intellektueelen die voor de vlaamsche zaak optreden. Wij zouden graag van M. Van Cauwelaert vernemen wat hij door intellektueelen verstaat. Al dezen die daaromtrent hunne latynsche verbuigingen kennen? Zondag laatst nam eeu grootsche betoc- ging plaats te Gent. Ongeveer vierhonderd maatschappijen met fanfaren, vaandels, cartels en allerhande opschiiften en meer dan tienduizend deelnemers, doortrokken de straten der stad en gingen naar het stadhuis een adres aan het Gemeentebe stuur overhandigen, strekkende om al onze nationale eischeu op het vredescongres tfe zien verwezenlijken. Nooit zag men té Gent een dergelyken stoet, waar al de partijen, socialisten, katholieken en libe ralen even ruim vertegenwoordigd waren. De Nationale Bond was met een honderd tal zijner leden opgekomen, niet meege rekend de talrijke leden die zich by andere groepen aangesloten hadden, zooals Action IatnotiqueLigue du Souvenir, studenten en leeraars der Umversiteit, enz... Et,» prachtige triomf voorde belgische eenheids gedachte. Een warmen proficiaat voor den lieer Jos. Fuérison, ondervoorzitter van den Nationalen Bonddie de betooging op touw gezet had. Verkeerde doening. In ons voorgaande nummer hebben wy reeds op het aitikei gewezen dat, onder dien titel, in Bet Handelsblad van Antwerpen op 26 April verschenen is. Ziehier letterlijk overgedrukt, de bij zonderste deelen van bedoeld artikel, dat natuurlijk de verontwaardiging van Ons Vaderland en van De Standaard uitgelokt heeft Meer en meer komen wy tot de bedroe-i vende vaststelling, dat de geestesgestelte-' nis onder de Belgen radicaal verschilt,, naar gelang ze gedurende den oorlog in' het buitenland hebben vertoefd of in het bezette land zijn gebleven; en dat is vooral waar, wat betreft de netelige taalkwestie. Zij, die in 't bezette land zijn gebleven, hebben in die rampvolle dagen, uit nood zakelijkheid des middels en uit noodzake lijkheid des gebods, altijd moeten samen-' werken; en wij hadden ons, na den oorlog, eep gouden tyd gedroomd om voor ue taal^ kwestie, met uitschakeling der uiterste elementen, eene voor iedereen bevredi gende oplossing te vinden. u Zij, die uit het buitenland zyn terug gekeerd, hebben in 't algemeen minder verzoenende gevoelens medegebracht en velen ouder hen sturen op oneenigheid en vete aan. Wij, die hier zijn gebleven, begrijpen hunne geestesgestelteuis niet en zij schij nen de onze al evenmin te verstaande samenhang is verbroken, er is een kink in den kabel en dat zou niet mogen zijn. Dan overgaande tot het verslag der néo-aktivistische dagbladen over de betoo ging van Thorhout en de opruiende rede voeringen die er uitgesproken werden, maakt het Handelsblad de volgende be schouwingen Als men dat verslag leest, vraagt men zich, of wij, in 't land gebleven passieven, niet meer meelevtn in dijn Vlaamschen strijd, ofwel, of de Vlaamsche beweging niet, door neo-activisten, terug in 't zelfde verkeerd spoor wordt gebracht als door de oude activisten onder de bezetting? Denkt de heer volksvertegenwoordiger Dr Van de Per re, dat wij passieveD, die het activistisch schrikbewind beleefd heb ben en die door de activisten by hunne Duitsche handlangers werden aangeklaagd als veel gevaarlijker dan de franskiljons,; denkt Dr Vande Perre dat wy kunnen medevoelen met hem, als hy uitroept 14 Wanneer zullen wij thuis zyn in een Vlaanderen zonder verdrukking, want ware er geen verdrukking geweest, er hadde geen activisme bestaan. Wie voor een ideaal eerlijk gestreden heeft, blijft mijn vriend. Waarop heel de zaal uitroept Leve Dosfel I Dosfel is ook in onze oogen een eerlijk man doch juist omdat hy een eerlijk man was, is zijn voorbeeld het verderfe lijkst geweest, en hij heeft de kracht niet bezeten om de gevaarlijke dwepers van den afschuwelijken weg van het landver raad af te houden. Wij, passieven, hebben juist Dosfel het levendigst afgekeurd, omdat zijn voorbeeld zoo verderfelijk werkte; en vandaag hoo- ren wy een volksvertegenwooidiger van Antwerpen verzachtende omstandighedtn pleiten voor het activisme, dat niet zou bestaan hebben zonder veidiukking, en betoogingen uitlokken voor Dosfel!.... En men vergeet intusschen dat wij,die in 't land gebleven zijn, nooit afschuwelij ker verdrukking gekend hebben dan de Duitsch-activistische, waartegen Dosfel nooit reageerde. Nog eens, dit staat echter vast, wy begrijpen geen wooid meer, zoomin van de geestesgesteltenis van Dr Vande Perre als van al die Leve Dosfelen Leve Depla-roepers. Als Dr De Beukelaere sprak, in wien de zaal den voorman der frontpartij be groette, lei men het nog bonter aan boord. Kreten van leve de zelfstandigheid van Vlaanderen! Brood aan de gebroodroofden en straf aan de broodroovers! Leve Dos fel! en meer werden daverend toegejuicht. Men ziet het, al die menschen hebben uit den vreemde geheel andere gedachrën medegebracht... of zijn misschien tot andere gedachten gekomen, onder den iu- vloed der aanneming van het algemeen stemrecht door de Kamer. Moeten wij 't verslag in de Standaard gelooven, en dat zal wel trouw zijn weer gegeven, dan heeft Dr Vande Perre ge zegd Ik ben een bekeerde voor 't algemeen stemrecht, omdat de redding van een volk ligt in zijne ontvoogding. En die ontvoog ding van ons Vlaamsche volk is een stryd van Vlaanderen tegen het kapitalisme. Zult gij u nog braaf en gehoorzaam naar de kiesbus laten leiden, om mannen met eene beurs aan den hals geboren, naar het parlement te zenden? Zyn er onder uwe werklieden en landbouwers dan geen be kwamen? Zulke toestand is hoonend voor ons volk en voor den middenstand 't Is maar goed dat onze volksvertegen woordiger is begonnen met te verklaren dat hij een^bekeerde voor het algemeen stem recht is\ we zouden anders wel eens hebben kunnen meenen 't verslag van een socia listische meeting van over twintig jaar geleden te lezen. Daar werden de werklieden juist aan gesproken, zooals vandaag de jonge stu denten van Thourout aangesproken wor den. Wij stellen vast dat de argumenten niet veranderen, al bekeeren zich men schen op den gepasten stond. 3 Voorwaar, voorwaar, we schijnen aan malkander in België, na bijna vijf jaren scheiding, wel eenigzins vreemd te zijn geworden. De activistische propagande aan het front. Le Petit Bleu van 1 Mei 1919 behelst een uitvoerig artikel over La propagande flammgante a i'armée pendant la gueire. Wij nemen, in vrije vertaling en ietwat verkort, den volgenden passus over Gedurende den oorlog verstonden Walen en Vlamingen zich opperbest, van 1914 tot 1916. Maar op een zeker oogen- blik, werden, ten gevolge der besluiten- wetten op de milicie, eeu heele zwerm karottentrekkers, die tot alsnog in Holland of achter het front verbleven, tot den dienst geroepen. Van dien oogenblik af werden allerhande eischen op taalgebied voorgebracht. Voorheen liep alles zeer goed van stapel. Van commandant tot kaporaal, iedereen verstond dat het noodig was onze jongens zooveel mogelyk in hunne moeder taal aan te spreken. De Vlamingen spra ken gebroken fransch en de Walen gebro ken vlaamsch. En met een weinig goeden wil verstond men elkander opperbest.. Ongelukkiglijk kwam de zwerm der karottentrekkers naar het leger over. Voortaan kon een gegradeerde geen bevel meer geven, zonder dat een bytende stem hem ergens toesnauwde spreek Vlaamsch Dan beschrijft Petit Bleu, volgens eigen ervaring van zyn correspondent, de mee tings en de dryverijen waardoor de tucht in ons leger langzaam maar zeker onder mijnd werd, namelijk door aalmoezeniers, brancardiers, hulpgeneesheerenveeartsen en... ministeis. De zelfde beschryving is ons meermaals door katholieke officieren en soldalen gemaakt geweest. Maar waar om noemt Petit Bleu die aalmoezeniers en brancardiers petits-fières et jésuites Onder geheel onze geestelijkheid zyn het de broeders der christeue scholen en de Jesuieten die in het bezette gebied en aan het front het activisme het meest bekampt hebben. Geef aan Cesar wat aan Cesar toekomt. De ware plichtigen waren, over het algemeen, noch broeders der christene scholen, noch Jesuieten. Er zyn nuancen die dienen juist opgemerkt en uitgediukt te worden. Het politiek plan der néo-aktivisten. Ziende hoe, in al de politieke partijen, hunne houding de verontwaardiging ver wekt van alles wat eerlijk is of gezond verstand bezit, treden onze uéo-activisten van langs om meer op voor hel Yor- men van een nieuwen vlaamschenVblok, naar het model van den blok VatiEoy- Plancquaert-Huybrechts zaliger. Ziehier hoe Ons Vaderland van 3 Mei 1919 de ge dachte aanbeveelt in zyn Antwerpsche Kronijk De eenige methode die zij dienen te volgen is zich vrij te houden van alle poli tieke banden en beslist als onafhankelijke Vlaamsche partij op te kómen. Geen enkel der bestaande staatkun dige partijen verdient het vertrouwen der Vlamingen. De lijdensgeschiedenis van het wets voorstel Coremans waarvoor schier al de Kamerleden uit liet Vlaamsche land hadden beloofd te stemmen, en dat zij een handsvol uitgezonderd verwierpen en hielpen misvormen, het vei raad bij het behandelen van de jongste school- en legerwetten, het geknoei in de Kameraf- deelingen tijdens het onderzoek van 't wetsvoorstel tot de vervlaamsching der Gentsche Hoogeschool, en niet bet minst de Franschgezinde reactie die in de hoo- gere standen, waai uit de leiders van de besturen onzer almachtige politieke ver- eenigingen spruiten, waar te nemen is alles bewijst ons dat er van die zijde niets anders dan verraad is te verwachten. Om de Flaminganten aan te lokken en hun stemmen te bekomen zal men weer voor een of twee min of meer betrouwbare candidaten op de lysten plaats inruimen. Maar, ondersteld zelfs dat dezen, eens ge kozen, onafhankelijk genoeg zouden zijn om hun Vlaamsche overtuiging boven het partijbelang te stellen, wat zeer te betwij felen is, dan nog zou hunne verkiezing den Vlamingen al te duur komen te staan dank zij ons Chineesch stelsel, dat de overtollige stemmen van den eenen candi- daat overdraagt op die van een anderen minder goed bedeelden, zouden wy door voorden Vlaamschgeziode te stemmen een. lauwaai d of een bastaard bevoordeeligen en lielpm in de Kamer brengen! Anderzyds kan het afzonderlyk optre den eener rechtzinnig Vlaamschgezinde en democratische partij niets dan gunstige uitslagen opleveren. De wijziging, door volksvei tegenwoordiger Van de Walle aan de kieswet voorgesteld, zal het getal oi/benut'igde stemmen van eene partij ten goede doen komen aan de caudidatenlijst dier zelfde party in een ander arrondisse ment. Als dus in al de arrondissementen van 't Vlaamsche land, ja ook waaromniet? van 't Waalsche land afzonderlijke Vlaamsche lysten worden voorgesteld is er kans, wellicht zekerheid, dat een vrije, onafhankelyke, radieale Vlaamsche groep in de Kamer kan gevormd worden. En al moest ook, bij dien eersten storm loop, geen enkele onafhankelyke Vlaamsch gezinde gekozen worden, daarom niet ge wanhoopt. Zooals Ons Vaderland onlangs deed opmerken, wat de partij van pastoor Daens, onder veel ongunstiger omstandigheden aandierf en verwezenlijkte, waarom zouden de wakker geworden flaminganten het niet wagen Ten slotte zullen zij toch, als zy een echt democratisch programma verde digen en rusteloos en eensgezind hunne propaganda voortzetten, de zegepraal be halen. Daarom op een enkel Vlaamsch front ten strijde. Wij wenschen uit ganscher harte dat de Vlaamsche Blok zijn plan verwezenlyke. Dan zullen wij ze eens kunnen tellen. Voor enkele dagen lazen wy in de gentsohe dagbladen dat twee Gentenaars, oud-studenten van de Gentsche Universi teit, tot hoogleeraars benoemd waren in de provinciale Mijnenscbool (Ecole des Mines) van Henegouwen. Een feit onder duizend soortgelijke! Wat zou er van onze ingenieurs geworden die uit een vlaamsche hoogeschool zouden komen? Directeurs van een kaasfabriek in Holland aan 1000 gulden 's jaars Drukk. I. VancUrpsorten. Qeat

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Eenheid | 1919 | | pagina 2