L)e Huishuurwei.
Ni nova an zijne Kerk.
Eerste Jaar Nr 7
Prijs per nummer 25 centiemen.
Ninove 13 Februari 1927
Katholiek Vlaarnsch en Volksgezind Weekblad
VOOR HET KANTON NINOVE
R. LÜYSTERMAN-LIflAtRi
LANDBOUWERS
TABAKTEELDERS
Postcheckrekening 1862,54
Abonnementsprijs
3 maanden fr. 3,50
6 maanden 6,50
1 jaar 1*2,50
Drukker-Uitgever
NINOVE, Koeipoortstraat, 10, NINOVE
Aankondigingen
Gewone per regel 1 fr.
dikwijls te herhalen vol
gens overeenkomst.
2. De Werkliedenstand.
Lijk er een beweging en een
strijd geweest zijn voor een
menschwaardiger bestaan van den
boer, zoo ook is er geweest en
is er nog, omdat niet al het rede-
lijke en het noodige is verwezen
lijkt een beweging en een strijd
voor de belangen van den Werk
liedenstand.
Het valt een weinig moeilijker
deze beweging eenzijdig te be
schouwen, omdat de werklieden
stand niet een homogeene stand is,
lijk den boerenstand omdat de
werkliedenstand bestaat uit twee
groote afdeelingen, die en dat is
jammer soms wel en dikwijls
tegenover mekaar opgesteld staan.
Ik wil namelijk spreken van de
Socialistische Werlieden en daar
nevens van de Christene Werklie
den.
De pijnlijke won don opsommen
die het bestaan het vooroorlog-
sche althans van den werkman
teisterden, is niet mijn bedoeling.
Wij weten allen best hoe schan
delijk de toestand was, waarin een
werkman voor zich zelf en voor
rdjn kroost de „arme korst moest
verdienen, die hem dan nog dik
wijls, we moeten het zeggen, zoo
schamel werd toegeworpen.
Wie onzer kent ze niet die rotte,
ongezonde krochten, die destijds
het huizeken van den werkman
waren. Rot, zeg ik en 't woord is
niet te scherp, want licht noch
lucht konden er binnen en de voch
tigheid, die alle schromelijke ziek
ten meesleepte, sijpelde van de
muren. Zoo'n koten waren dan
nog meestal eigendom van een of
ander rijke mensch,dieer waren
er andere, 't is waar onbarm
hartig wekelijks het huishuurgeld
kwamen ontvangen en onmeedoo-
gend voor elke gewilde als on
gewilde -onbekwaamheid tot be
talen, het heele boeltje de straat
opgooide, boeltje dat soms om
vatte aieke menschen en ouder
lingen (Ik ben hier niet kunnen
voorbijgaan zonder een blaam te
werpen op diegenen die zoo hebben
gehandeld Het brandteeken van
huisjesmelker moet voor altijd
op hun voorhoofd geprent staan).
En 't was in die armzalige kroch
ten, dat de werkman zijn vermoei
de ledematen moest komen uitrus
ten van de zware dagtaak in de
zwarte fabriek 't Was in die
krochten dat hij zijn huiselijkgeluk
moest zoeken. Ons verwondert het
geenzins dat reeds toen zooveel
familieleven is te niet gegaan. Zij
die de schuld droegen van dit
slecht-gehuisvest-zijn van het bi-
zonderste element van de samen
leving de arbeider droegen
meteen ook schuld aan dit vernie
tigen van huiselijk geluk, aan dit
verlies van familieleven en het
leeren kennen van kroegen en her
bergen waar zuurgewonnen cent
jes werden verbrast en verteerd.
Op het werk was het er niet beter
op gesteld. Dagen die twaalf, soms
veertien uur arbeid telden, waren
een gewoon verschijnsel en dan
waren de leonen bovendien nog
zoo onmenachelijk, dat het soms
wraak riep voor God; Zekerlijk er
waren patroons, bazen die men
schelijker waren, die begrepen dat
een werkman geen machine is)
maar daarentegen waren ze ontel
baar die meesters, die werkelijke
uitbaters waren van den arbeider
en die bij 't minste dat voorviel,
steeds dat weerzinwekkendegebaar
hadden.Buiten! endaarméegansche
families soms aan de grootste
ellende prijsgaven.
Noodzakelijker wijze werd er
een felle verbittering geboren in de
harten en in de zielen van de
werklieden en die verbittering,
aangevuurd door de buitensporig
heden, de verkwistingen van som
mige rijke bazen zal wel de bijzon
derste oorzaak geweest zijn van
het ontstaan van htt «socialisme.»
Hier ligt dan ook de groote
schuld van de liberale kapitalis
ten Er wordt wel eens beweerd
dat de liberalen de schuld zijn van
het socialisme zonder evenwel
juist te weten hoe of waarom Dat
ze er schuld aan hebben is wel
degelijk zoo en die schuld vindt
haar oorzaak in het onmenschelijk
behandelen van den iageren stand.
Waarheidshalve zijn we helaas
verplicht aan sommige katholieke
bazen hoe weinig talrijk ze dan
ook waren een deel van die
schuld "aan te Wrijven 1 Niet alle
maal begrepen ze of wilden ze be
grijpen dat er ook een menschen-
ziele huisde en een menschenhart
vatbaar voor gevoel en geluk
klopte onder die schamele en ruwe
kleedij van die wezens waarop ze
hun heele fortuin bouwden.
Hoe het ook zij, met de nood
kwam er ook een daad. Van alle
kanten gingen er stemmen op, be
zadigde en onbezadigde, redelijke
en onredelijke. En laat de socialis
ten dan ook zeggen dat ZIJ het
geweest zijn die eerst opgestaan
zijn voor den werkman, dat is een
schreeuwende onwaarheid. Neen
Langs katholieke zijde werden de
eerste zaden uitgestrooid en niet
het minst van een kant der katho
lieke geestelijkheid. Zóu noemen
we bijvoorbeeld de groote Fran-
sche geleerde Pater Van Tricht,
die zóó heerlijk is opgekomen voor
het lot van den werkman, die ziin
buitengewoon verstand, zijn diepe
geleerdheid ten bate stelde van
die edele zaak En daar waar het
socialisme erkel zijn drog redenen
zijn gewiide utopiën (bijv. het
Marxisme) wist voort te brengen,
kunnen wij katholieken en kriste
nen met fierheid wijzen op den
wereldbrief Rerum Novarum
van den Paus, die terecht den
Paus der Werklieden werd ge-
heeten.
Over dien heerlijken wereldbrief
uitwijden zou het onderwerp van
een bijzonder artikel dienen uit te
maken. We kunnen er hier alleen
van getuigen dat hij een vrede-
en een liefdewet daarstclde, die aan
alle klassen der samenleving
met een grondige kennis van zaken
de plichten en rechten voor
schreef.
('t Vervolgt.)
(Vervolg,
Art. 12 bis. De bepalingen waarbij de
belastingen en bijkomende verstrekken
ten laste van den huurder gelegd worden,
blijven van kracht.
Geldt het al dan niet verlengde huur
overeenkomsten afgesloten voor 5 Decem
ber 1919, dan kan de verhuurder, niette
genstaande artikel 11, paragraaf 1 der wet
van 29 October 1919, van den huurder, tot
een beloop van 50 t. h. het bedrag der bij
de bedoelde wet voorziene verhoogivg
eischen.
Dezebepaling geeft geen terugwerkende
kracht.
Art. 13. De voorwaarden van de ver
huring op 1 Augustus 1911 kunnen.indien
er geschil is, door alle rechtsmiddelen be
wezen worden, zelfs door getuigen en ver
moedens, welk het bedrag van het geschil
ook zij.
Was het perceel op 1 Augustus 1914 niet
verhuurd, was het niet gemeubileerd ver
huurd of was het verhuurd onder uitzon
derlijke voorwaarden, dan wordt het be
drag van den huurprijs, waartegen het op
d*ien datum normaal had kunnen verhuurd
of gemeubileerd had kunnen ve.huurd
worden, door den rechter bepaald.
Art. 14. De wettelijke wijzigingen,bij
artikel 12 aangebracht aan den huurprijs
van de verlengde huurovereenkomsten,
gelden van rechtswege,zoowel ten behoeve
van den verhuurder als van den huurder,
met ingang van den eersten vervaldag na
het van kracht worden van deze wet.
Zij blijven van kracht tijdens den gan-
schen duur van de wettelijke verlenging
met het eenig bedrag, of met de achtereen
volgende bedragen bij aitikel 12 voorzien.
Art. 15 De verhuurder en de huur
der kunnen de thans bestaande huurover
eenkomsten laten herzien, volgens den
grondslag van artikel 12.behalve die welke
werden gehomologeerd krachtens deze
wet of vroegere huishuurwetten.
De herziening zei hare gevolgen slechts
doen gelden in de toekomst, vanaf den
eersten vervaldag volgende cp <'e overeen
stemming van partijen of, Lij d'fA.Ljftci.is
daarvan, vanaf de dagvaarding voor de
rechtbank en voor gansch den jjtijd dat de
huurovereenkomst zou verlengd zijn ge
weest, indien zij ten einde ware geloopen.
Deze herziening houdt op van kracht te
zijn op 1 Januari van het jaar waarin de
huurovereenkomst niet meer wettelijk ware
kunnen verlengd worden, indien zij ten
einde ware geloopen.
Art. 15 bis. Zoo de sommen door
den voornamen huurder wegens onderver
huring ontvangen en verhoogd met dc
huurwaarde van 'tgedeelte van 'tvastgoed
dat werkelijk door dezen huurder wordt
betrokken, het bedrag overschrijden van
den huurprijs die aan den verhuurder van
den geheelen eigendom wordt betaald,dan
komt de helft van het verschil aan den
verhuurder ten goede ten titel van bijslag
HOOFDSTUK IV
Opvordering van vaste goederen.
Art. Iti. In elke gemeenie heeft het
college van burgemeester en schepenen het
recht tot'1 Januari 1931 op te vorderen om
ze te laten bewonen
1' De leegstaande vaste goederen, niet
aan het gemeen recht onderworpen
2* De leegstaande gedeelten van vaste
goederen bestemd omtot woongelegenheid
te dienen, gewoonlijk in huur gegeven en
niet aan het gemeen recht onderworpen.
Wat 1 betreft, mag de opvordering
slechts geschiedt n mits voorafgaande
machtiging door d-n gouverneur der pro
vincie.
Wat 2* betreft, wordt de aan den be
langhebbende beteekende beslissing van
het college binnen vijf dagen aan den
gouverneur ter goedkeuring voorgelegd,
De gouvernuer moet binnen de tien da
gen uitspraak doen over de aanvraag om
machtiging of goedkeuringen dieuitspraak
dadelijk oversturen naar college en eige
naar.
De beslissing van het college wordt bin
nen vijf dagen beteekend aan den Minister
van Binnenlandscht Zaken en aan den
eigenaar van het vast goed.
Art. 17. In de beslissing van het col-
j lege worden de aard, de ligging en de op
pervlakte dei vaste goederen of gedeelten
van vaste goederen, ajsjnede de naam van
den eigenaar en de duur dei opvordering
vermeld.
Art. li. Het besluit, waarbij goed
keuring wordt onthouden, wordt aan het
college alsmede aen den eigenaar betee
kend.
Art. 19. Het besluit tot goedkeuring
wordt in afschrift neergelegd op het ge
meentehuis, waar de belanghebbenden er
kosteloos kennis van kunnen nemen. Het
bericht van dit neerleggen wordt bovendien
aangeplakt en bekendgemaakt op de voor
de oificieele bekendmakingengebruikelijke
wijze.
Art. 20. Nadat deze formaliteiten
vervuld zijn, wordt, op verzoek van het
gemeentebestuur, door een gezworen land
meter of door een notaris een beschrijving
van het vast goed opgemaakt. De eigenaar
wordt met een tusschentijd van vijf dagen
opgeroepen om tegenwoordig te zijn hij
kan, evenals het bestuur, in het proces
verbaal van beschrijving alle opmerkingen
of bevindingen doen vermelden betreffende
den staat van het perceel en de noodza
kelijkheid der opvordering.
Vervolgt.
(Vervolg)
't Heerlijkste sieraad der kerk van
Ninove is voorzeker het kunstig gesneden
eikenhouten beschot dat rend geheel het
schip loopt, en door meester Verhaeghen
naar men vroeger meende, werd getee-
kend en gebeeldhouwd.Dit beschot bestaat
uit twee afwisselende deelen halfverhe
ven beeldwerk in gesneden eikenhout, en
schilderijen met rijke inlijsting langs
iederen kant van het schip zijn er vier
schilderijen, drie volle en twee halve snij
werken.
De Evangriiekant-zijde verbeeldt de
bijzonderste gebeurtenissen uit het leven
van den H. Cyprianus. Beurtelings vindt
men er te beginnen van onder.
le Snijwerk: halfCyprianus deelt
zijn bezittingen uit aan de armen.
2e Schilderij Kiezing en wijding van
Cyprianus tot Bisschop van Karthago.
3= Snijwerk .a. Cyprianus in balling
schap gezonden naar Thracië. b. Cypria
nus in ballingschap gespijsd.
4e Schilderij Cyprianus in zijn tuin
door twee officiers aangehouden.
5' Snijwerk: Cyprianus door vele chri
stenen bezocht.
Ge Schilderij Cyprianuswordtterdood
veroordeelde
7® Snijwerk Cyprianus gaat met de
geloovigen ter strafplaats.
8® Schilderij Cyprianus wordt ont
hoofd,
9® Snijwerk half Cyprianus wordt
begraven.
De andere zijde stelt ons de voornaam
ste gebeurtenissen voor uit het leven van
den H.Cornelius.Opvolgentlijk vindt men
er in dezelfde orde als hierboven aange
duid
le De verkiezing van Cornelius tot Bis
schop, tegen zijn wil.
2* Zijn wijding door 10 bisschoppen.
3^ a Samenkomst van Cornelius met
Priesters en Bisschoppen om de afzwering
der ketters Novatius te ontvangen, b.
Verzoening met den Bisschop Trophinus
die aan de afgoden had geofferd.
le Hoe Cornelius de lichamen van Pe
trus en Paulus uit de atacomben doet
ontvoeren.
5«Cornelius tot ballingschap veroordeeld
0® Verbanning en gevangenschap.
7f Terugroeping en geeseling.
Se Zijn onthoofding.
9* Zijn begraving door de priesters en
Lucina.
't Schijnt nu uitgemaakt dat schilderijen
n- 0 en 8 Cornelius dienen toegeschre
ven aan Phil. D'Hont van Brussel n' 4
Cypr. en n'2 Corn. aan Jan-Bapt.
Millé, ook van Brussel n-4 Corn. aan
Gilles Jozef Snevers.
Beneden in de kerk staan van weerszij
den het orgel twee rijkgebeeldhouwde
biechtstoelen, waarvan vooral deze aan
de zijdelingsche ingang een fel bewonderd
kurstwerk is.
Vervaardigd door Th. Verhaegen ver
beeldt het heele stuk het Geloof op de
twee vooruitspringende armen van den
zitstoel heeft men een vrouwenbeeld met
de Schaal der Gerechtigheid Justitia
en een ander met den Kelk en 't H. Sa
crament liefde - verzoening
Boven in 't houten bekleedsel heelt men
St. Fieter tot Boetvaardigheid opgewekt
door den kraaienden haan die ongeëven
aard kunstig is gebeeldhouwd, langs den
anderen kant de boetvaardige Magdalena
en in 't midden Christus die beider boete
aanvaardt.
De tweede Biechtstoel werd tot tegen
hanger besteld bij Jaak De Coninck. doch
kan op verre na niet met den eersten even
aren. Hij verbeeldt de hoop - vrouwen
figuur met anker- en de Liefde- vrouwen
figuur met'n hart in de hand- en schijnt
de biechtelingen tot nog grooter betrou
wen op te wekken door een Mariabeeld
dat hij midden in de bovenbekleeding
voert, en t welk als aureool draagt Toe
vlucht der Zondaren
Lor. Vervolgt,
Aan de Heeren
EN
VAN HET
Kanton Ninove en Dendervallei.
(Vervolg)
M. Tiron, geeft lezing van een vertoog
in hetwelk hij opmerkingen maakt op de
voorstellen van M. Cornil hij geeft ook
zijn oordeel over het voorstel der Heeren
Rosier en deelgenooten.
Het antwoord van M. Tiron komt voor
in 't vervolg van het tegenwoordig verslag
(le Bijvoegsel).
MHonsisux zegt indien ven den eensn
kant de tabakplanters niet tevreden zijn de
fabrikanten het ook niet schijnen. Deze
laatste schijnen hun rouw gemakkelijker
te maken over de moeilijkheden waarvan
hunne nijverheid het voorwerp ia, dan nog
wanneer hunne ontevredenheid niet min
waar is, hetgeen bewijst dat het noodzake
lijk is wijzigingen aan de wet te brengen.
De redenaar verklaart gansch t' akkoord
te zijn met de twee onontbeerlijke voor
waarden welke gesteld geweest zijn door
den heer Voorzitter bij het openen der
Kommissie, te weten
1) Geen vermindering der geldmiddelen
van de schatkist
2)Geen systeem die bedrog veroorzaakt.
De planters zoeken niet van zich te vrij
waren van de belasting ze zouden zich
zelfs gewillig toonen die last aan te nemen,
wanneer ze hunne vrijheid verwerven. En
indien ze de belasting per plant volgen is
het wel te begrijpen dat dit een vaste basis
:s die alle mogelijk bedrog doet vermijden.
De planter moet zich op zijn gemak ge
voelen, dat hij verlost weze van de banden
die hem vasthechten, herziening welke
ten andere zal bewezen worden door de
vermindering der bestuurkosten, alsook de
uilgaven van het drukken en plakken der
fiscale bandjes.
M. Housiaux zou de volgende inlichtin
gen willen bekomen.
a) Welk is het totaal der betaalde rech
ten voor de inlandsche tabakken zoowel
bij het planten als bij de fabrikeering
b) Welk is het getal planten welke men
in ons land kweekt
c) zijn de ontvangstcijfers aangeduid in
het wetsvoorstel der heeren Rosier en
deelgenooten juist stemmen zij overeen,
welke zijn dan de basissen welke in acht
te nemen zijn tot het bekomen eener
gelijkheid der budgetmiddelen
Zal men zich steunen op de opbrengsten
van 1923, van 1924, van 1925 of op de
gemiddelde opbrengst van een zeker getal
jaren
M. Housiaux bewaart eenige kleine pun
ten om er later op weer te komen en
drukt den wensch uit dat de Kommissie
hare werken zou spoedig afhandelen.
M, Poncelet vereenigt zich met de uit
gebreide gedachten van zijn collega
M. Housiaux.
Het is in het nadeel der algemeene be
langen den landbouw te hinderen. Van
den eenen kant is het van groot belang,
den uitvoer te bevoordeeligen. Hoe meer
de inlandsche tabak in voege komt, hoe
meer de landelijke rijkdom zal verhoogen.
Maar de huidige wet ontmoedigt de teelt,
die gevaar loopt verlaten te worden. De
landbouwer vraagt om van de fiscale moei
lijkheden ontlast te worden en de vrije
beschikking over zijnen oogst te bekomen.
De vergelijking tusschen de fabrikant
en de planter vraagt een opmerking
De eerste heeft een goed ingerichte on
derneming, ondersteund door zijne vol
doende kapitalen, terwijl de tweede over
zulke ondernemingen niet beschikt.
Van den anderen kant, de landerijen
van den Semois zijn niet geschikt voor
andere plantingen als voor tabak. Buiten
deze plant zou het land zich met brem
bedekken.
Wat er ook van zij, de fabrikanten zul
len reden verstaan nopens de wettige
eischen der planters en zullen met de
planters eene oplossing zoeken, aanneem
baar door allen.
M. de Voorzitter zal niet nalaten de
gevraagde inlichtingen door M. Hcusiaux
te geven
Voor wat dit onderzoek hier betreft,
weze het bij gelegenheid herinnerd dat hei
niet de heele fiscale wet op de tabakken is,
die aan de dagorde der kommissie is, deze
ingericht zijnde om het regiem toepasselijk
op de inlandsche tabak te leeren kennen.
Zeker, de fabrikanten hebben ook zekere
grieven in te brengen tegen het systeem
der bandeletten, maar de bespreking zal
zich in alle geval moeten bespoedigen.
't Vervolgt.
STANDEN