H
1502
I9Ü-I9I8
1927.
D
Eersu/Jaur Nr 28
Prijs per nummer 2S centiemen.
Ninovc 10 Juli 1927
Katholiek Vlaamsch en Volksgezind Weekblad
VOOR HET KANTON NINOVE
R.'UB¥3TlRMAN-(LiNUURl
Bij de 8"Jaarlij ksche Bedevaart
naar de Graven van den Yzer.
Postcheckrekening i 862,54
Abonnementsprijs
.'{^maanden fr. 3,50
0 maanden
1 jaar
Drukker-Uitgever
1
J8INOVE, Koeipoortstraat, 10, NINOVE
Aankondigingen
Gewone per regel 1 fr.
dikwijls te herhalen vol
gens overeenkomst.
De Fransche Koning had in zijn
verbolgenheid, het puik van zijn
ridderschap op Vlaanderen afge
zonden.
Op vurige rossen gezeten en uit-
gedoscht met de prachtigste vva-
penkleedijën trokken ze langs de
wegen van 't land naar Groeninge,
waar ze wisten dat het handsvol
Vlamingen in de drabbige weiden
gelegerd was.
Ze lachten en ze zongen, de
Fransche Ruiters Ze w isten immers
dat ze 't land letterlijk schoon gin
gen vagen van 't Vlaamsche ge
spuis en in hun hoogmoed hadden
ze aan hunspeeren, lange bezems
gebonden. Och., feitelijk was het
toch maar een pleziertochtje dat
ze ondernamen m Vlaanderens
veie gouwen, want hoe zouden die-
enkele honderdtallen onafgerichte
boeren en burgers en gilde-gezellen
hun opmarsch kunnen stuiten.
anneer die flinke ruiters, die aan
de spits van de kolon draafden,
even omkeken en de lange rij van
machtig krijgsvolk achter hun. de
steenwegen zag opkronkelen, van
kop tor teen gewapend, dan haal
den zc overmoedig de schouders
op, dan spotten ze met de kleine
vlaamsche benden uit de Groenin-
gerweiden, en dan riepen ze, en
schreeuwden ze Victorie voor
aleer zelf den strijd was aangebon
den.
Overal op hun doortocht, stroop
ten ze de kleine dorpjes uit en be-
gekten ouderlingen die niet ten
strijde waren getogen omdat ze te
oud waren en vrouwen en kinderen
die, bij de afwezigheid van hunne
echtgenooten en zonen, de wacht
bij den haard hielden
En brandend en moordend na
derde het puike Iransche leger, de
Kortrijksche grachten.
De Vlamingen wachtten er
In den morgen van den 1Juli,
droeg een priester het Heilig Mis
offer op en die stoere menschen
bogen het hoofd, wanneer den God
van Hemel en Aarde, boven hun
liere koppen ter aanbidding werd
opgeheven.
Ze brachten een weinig van den
duurbaren vadergror.d aan de lip
pen en zwoeren te overwinnen, of
te sterven....
De schok was geweldig. In woes
te vaart holde de Fransche ruiterij
op 't vlaamsche voetvolk aan. De
speren blonken ;n de schroeiende
zon en zouden straks de lichamen
van die honderden koelies, die
honderden Vlaamsche honden
dwars doorboren.
Maar pal en onverschrokken
stonden de goedendags in de ster
ke vuisten ten afweer geklemd en
wanneer de eerste paarden van de
-ransche edellieden, in de moeras
sige grachten tuimelden en hun
ten-speelreis-getogen ruiters, in
den val meesleurden, trappelden
de aankomenden hun eigen mak
kers dood en vulden stilaan met
lijken, de weiden van het Groenin-
geveld.
Als leeuwen vochten ze 't Was
voor Altaar en Haardstee en ze
hadden gezworen den Vijand te
overwinnen en den grond hunner
De Geschiedenis is een eeuwige
herhaling.
Toen in 191 J, Willem de mein-
eedige, zijn moordenaarsbenden
over ons klein landeken zond,werd
in het gemoed en in de ziel van
onze vaders, van onze echtgenoo
ten, van onze zonen, onze kinde
ren, die oude fierheid, die oude
dapperheid onzer helden wakker.
Ze begrepen hun plicht cn gre
pen naar 't geweer. En onder het
bezielende woord van onzen dap
peren Koning, Albert de Groote,
stelden zc zich vastberaden te
weer tegen de oprukkende schur-
kenbenden.
Een handsvol waren ze maar
tegen de millioenensterke Duitsche
legers en toch was 't al 't strijdend
en voet voor voet, dat ze achteruit
weken tot op het IJzerfront
Hier was hun getal n^g geslon
ken Tot in de kleinste vlekjes van
het land lagen ze reeds begraven,
die simpele heldtn, die gesneuveld
waren voor den vadergrond, onder
t moorddadig lood van den snoo-
den overweldiger.
Maarzij die overbleven,verloren
den moed niet.
Dot aan de bloedgraehten van
den Ijzer waren ze gekomen. Tot
daar mochten ze komen,maar geen
stap verder...
Jaren aan een stuk stonden onze
jongens in t slijk en 't drabbige
water van de oorlogsvelden. Jaren
aan een stuk vochten ze als hel
den, als leeuwen, bezield met het
hoogere ideaal der hechte en vaste
vaderlandsliefde.
Ze wisten dat ze leden en stre-
wadefen vrij te houden, o{ dien
met hun mannenbloed'te drenken.
En eer de .zon in 't Westen i
r.ederzonk was de zegepraal be- 1
vochten eji vluchtte het overschot
van 't 'rnnsche ridderschap naar
hun vaderland terug.
De Vlamingen juichten tn j ubel
den en dankten den Heer der Heir-
scharen voor den behaalden roem
en den glorierijken zege
Dit is de geschiedenis van dien
slag der Guldensporen, waarvan
er een groot aantal,op de fransche
edellieden veroverd, aan 't gewelf
der Kortrijksche Kerk werden op
gehangen.
De Belgische Geschiedschrijvers
van alle tijden om er maar een
paar te noemen, Godfried Kurth
en Direnne zijn het steeds ten
volle eens geweest om te erkennen
dat de Guldensporenslag, de echte
bazis is geweest van het ontstaan
later 't is waar van ons vrij en
onafhankelijk vaderland België.
Pirenne en Kurth. en anderen
nog. die aüen of walen of waalsch-
gezinden zijn geweest, hebben
daarmede ook bekend dat het vie
ren van den 1 I Juli, een vader-
iandsch feest is.
Het is dan goed, het is dan
plicht voor ons allen, Vlamingen,
op dezen dag. onze fiere en roem
rijke voorouderen te herdenken.
Het is dan plicht die dag in alle
waardigheid te vieren en er zou
dien dag, in gansch het land, geen
huisje mogen zijn, waar niet de
vlagge wapper t.
den voor de vrijheid en de recht
vaardigheid en dat staalde hun
weerstand. Ze wisten, ais er één
van hun makkers nevens hun
nederzeeg om niet meer op te staan
dat hij viel als martelaar en dat
hardde hun heldenmoed Ze wis
ten dat hunne voorouderen, zes
eeuwen geleden niet verre van hun
IJzerfront, ook voer den vader
grond hadden weten te sneuvelen
en ze wisten ook dat eenmaal toch
juist zooals in 1502,de zege komen
moest, omdat hun zaak. at zaak
was van het Heilig Recht en van
de Edelste Rechtvaardigheid.
Jaren aan een stuk hebben ze
daar hun goed en bloed veil gehad
voor het lieve landeken, lijdend
en strijdend, verre van hun huis,
van hun vrouwen, van hun dier
baar kroost en graag nochtans
brachten ze dat zware offer, omdat
ze voelden dat God in zijn Hoogen
Hemel, waken bleef over nun en
de hunnen.
Toen in 1918 de .beslissende
slag moest geleverd worden het
groote oftensief der YTnancJeren
dat door alle eeuwen heen vooriaan
beroemd zal blijven stonden ze
bereid en luisterden naar de fiere
woorden van hun Grooten Aan
voerder Walions, souvenez-
vous des six cents Franchi.r.on-
tois en tot de Vlamingen Vla
mingen, gedenkt den Guldenspo-
renslag
En ze herinnerden zich hun
koene voorgangers. Ze streden als
die dappere franchimonteezen, als
die manhaftige gildebroedcrs van
1592 en. ook zij behaalden den
zege.
Hun triomfantelijken zegetocht
was niet te stuiten. Ze ijlden, ze
holden vooruit en eer nog de laat
ste Duitschers uit 't land waren
verdreven, stonden onze troepen,
onze helden, in Belgie's hoofstad,
in Brussel.
Laat ons toch nooit vergeten al
wat die simpele IJzerjongens in
die vier bange oorlogsjaren voor
ons, voor ons landeken hebben ge
leden en ontbeerd. Laat ons toch
nooit vergeten wat wij hun dappe
ren heldenmoed verschuldigd zijn.
Laat ons nooit vergelen dat hun
bloed, hun dood hun gestatig offer
de losprijs is geweest van ons be
staan, van onze vrijheid.
En als we dar. de helden van
1502 heiJer.ken, sluiten we dan
niet de helden van 1914-1918 uit
onze herdenking. Zehooren bijme
kaar. Ze passen bij mekaar, omdat
ze allen streden voor de Vrijheid,
voor God en Vaderland, voor Al
taar en Haardstee.
Een kleine tiental jaren is de
wereldbrand nu achter den lug.
Belgie, ons Vaderland is dank zij
onze Belgische soldaten, waarvan
er 85 procent Vlamingen waren
weerom vrij en is als overwinnaar
uit den strijd gekomen.
Bijna tien jaar reeds 't Is haast
ongelooflijk ais we even nakijken
wat er zooal roert, in ons land dat
den zege heeft behaald. Belgie het
vrij en onafhankelijkeBelgie (dank
zij die 85 procent Vlaamsche Hel-
denj dat zegevierende Belgie is het
laatste land van het Oud Europa
waar nog geen amnestie is verlec-nd
Waar er woelingen en rampen
zijn, als deze van 1914-1918. is
het vanzelfsprekend dat er ook
misdrijven, politieke misdrijven
waar te nemen zijn.
Ons land, door zijn samenstel
ling, door zijn vlaamschminach-
tend beatuur, door zijn gekuip
tegen de meerderheid van zijn in
woners, door het miskennen der
primairste rechten van die meer
derheid wastrouwens voorbeschikt
voor die gezegde misdrijven.
En we willen hier geenzins
verschoonen, noch het heulen met
den overweldiger, noch het jam
merlijke activisme, maar we kun-
tien toch ook niet aannemen dat
tien jaar na net behalen van den
Zege, de gevangenissen van ons
land nog opgepropt zitten met
mannen die, door hun idealisme
j verblind, misschien een weinig te
verre zijn gegaan.
We kunnen niet aannemen dat
Belgie, het land der vrijheid, het
voorbeeld niet volgt van de andere
Europetsclic staten, waar lang
reeds de volledigste amnestie werd
verleend We kunnen niet aan
nemen dat idealisten in een som
beren kerker zuchten, als oorlogs
woekeraars en traficeurs op vrije
voeten rondiooper».
Amnestie is daarenboven één der j
zeven lichamelijke werken van
Barmhartigheid De gevange
nen verlossen Amnestie is een
daad van edelmoedigheid, van
grootmoedigheid en is het te be
treuren dat een ovxrwinaar Bel
gie geen grootmoedigheid be
toont aan wat men strikt genomen
zou kunnen noemen, zijn vijanden
de politieke veroordeelden.
En zooals het veren van het I le
Julifeest geen manifestatie is van
anti iranschgezindheid, (de Fran-
schen vieren wel hun Jeanne-d'Arc
en worden daarom toch niet als
anti-engelschgezinden uitgeschol
den),zooals het herdenken van onze
IJzersoldaten aan hoogst-vader-
landsche daad is, zoo ook is amne
stie een nationale noodwendigheid
Had ons Belgisch Bestuur am-
nestse veileend van voor vier, vijf
jaar reeds, dan hadden we nu niet
moeten zien dat er rond zekere
pe*sonen, zulkdanige campagne
wordt uitgevochten dat die perso
nen ten slotte, bij het volk als
echte martelaars worden voorge
steld en dat hun prestige- in plaats
van er bij te verliezen, of dezelfde
te blijven, niets anders kan dan er
veel bij winnen.
Vlamingen, we moeten geen
Duitschers zijn, we moeten niet
zoeken te verontschuldigen dat wat
niet goed te keuren is, maar we
moeten ons toch ook wachten van
blinden haat, van overdreven en
misplaatste vaderlandsliefde.
Amnestie moet er komen. Volle
dige amnestie, zooals ze door den
pracht-vlaming Van Cauwelaert
werd voorgesteld. Amnestie voor
alle politieke veroordeelden,omdat
wet toch in een land zijn van Vrij
heid. Amnestie omdat dit de groot
moedigheid is van den overwin
naar. Amnestie omdat ave geen
martelaars wenschen te zien, daar
waar alléén misschien eenvoudige
verdwaalden in de gevangenissen
zuchten. Amnestie omdat het een
daad is van christelijke liefde, van
christelijke rechtvaardigheid. Am
nestie, omdat ze geëischt wordt
door VIJF EN TACHTIG TEN
HONDERD van die helden, die
ons in den Wereldoorlogl9l4-19!8
de zege en de vrijheid hebben be
vochten. De Rtdaktie.
Voorzeker weten een groot getal lezers
van dit blad waarin deze jaarlijksche bede
vaarten bestaan, welke hun ontstaan en
hun doel is.
Nochtans, nu de jaarlijkscne bedevaart
kortelings plaats grijpt is het waarschijn
lijk nuttig en leerrijk een en ander nopens
deze plechtigheid te zeggen.
Onmiddelijk na den oorlog, welke vcor
de Vlamingen op het front heel wat har
der geweest was dan .oor gelijk welk sol
daat der wereld, werd door eenige voor
aanstaande oud-strijders besloten die jon
gens, die uitspringende daden, die ver
zuchtingen of betrachtingen te herdenken,
welke een deel der lijdensgeschiedenis
(doch ook tevens der gloriekroon van
tflaander^n uitmaken.
En zoo zien we de eerste bedevaarten
inrichten, de heel eerste enkele honderden
man sterk, daarna duizenden om verleden
jaar tot een getal van ruim 50000 bede
vaarders te klimmen. Die eerste bedevaar
ten, ze waren een blijk van liefde en hulde
tot deze jongens die om hun viaamsch-zijn
om hun fierheid zoo veel geleden hadden.,
en niet terug keerden
Joe English, de fijne vlaamsche kunst
schilder, die op verzoek van verschillende
legeraalmoezeniers zijne kunst ter beschik
king stelde van het goede hoevele pen-
teekenirgen versierden onze gebedenboe
ken niet, hoevele zinnebeeldige teekenin-
gen werden, hetzij onder vorm van post
kaart,hetzij ter verfraaing vanvlugrchriften
aan onze soldaten niet uitgedeeld Al die
teekeningen spoorden aan tot reinheid,
tot fierheid. Helaas dit apostolaat mocht
niet blijven duren door eene onverbidde
lijke ziekte werd hij ten grave gesleurd.
Vlaanderer werd beproefd in zijne kunst
en glorie. Zijn lijden, ons lijden, Vlaan-
deren's lijden werden herdacht in eene
eerste bedevaart gericht naar Joe English's
graf.
't Volgend jaar ging het naar Steenstrae-
te, naar de graven der gebroeders Van
Raemdonck.Wie kent het épos dezer twee
helden n:et. Ze waren toonbeelden van
moed, bereidwilligheid en broederliefde.
De deugden welke hen vereenigden in het
leven zoudtn hen ook in de dood samen
brengen. Afkomstig van Temsche,verlieten
de twee jongens, pas 17 en IS jaar oud,
bij de eerste dagen van Oogst 1914,hunne
geliefde ouders, om als vrijwilliger dienst
te nemen. Alras wisten ze zich te onder
scheiden op het front Studenten,waren ze
bewust van de maatschappelijke rol welke
zij tegerover hunne min ontwikkelde mak
kers te vervullen hadden. Tot sergeant
brachten zij het allebei verder zouden zij
het misschien nooit gebracht hebben de
terging, de vervolging der Vlamingen op
het front nam een aanvang... Hun volk
liefhebben dat was uit den booze, dat
mcchten ze niet.sterven voor hun land,wel
Hoe die helden stierven Ik laat het woord
aan den geschiedschrijver
't Was een vreeseiijke nacht Er werd
een aanval uitgevoerd op de Duitsche
stellingen, ongeveer vier hondeid meter
aan de overzi.de van het Vperlee-kanaal.
Gaat ze bezichtigen, die duitsche abri's,nu
nog.tusschen het Veerhuis en de brug Van
Steenstraete, en tracht u dan in te beelden
wat een nachtelijke stormloop, te midden
van een ia/.end kanonvuur tegen een nest
mitrailleuzen te beduiden heeft. Ze gingen
vast besloten den eenen zonder den andere
niet weer te keeren.... 't Moordenaarswerk
was afgeloopen. Edward, druiper,s van
bloed kwam met zijn gevangenen aan de
noodbrug over het kanaal. Gejaagd vioeg
en taalde hij naar zijn broeder. Niet terug-
BEND
REXOE
TELLEN
O