Hl PLECHTIGE WIJDING Intronisatie van het Heilig Hart Het Leerlingwezen I Prijs per nummer 50 centiemen. Ninove 21 Juni 1931 Katholiek Vlaamschen Volksgezind Weekblad fó. LMYSTIRIiAM-LIIIIMll Sint Aloysius College te Ninove. Zijne Excellentie Mgr. C0PP1ETERS. bisschop van Gent, De Ouderdomspensioenen in België Landbouwbelangen Vijfde Jaar Nr 26 Alle oud~leerlinger\ er\ vrienden van het College worden tot deze Feestelijkheden vriendelijk uit- genoodigd. VOOR HET KANTON NINOVE Handelsregister Aalst ir 1C93 p.heekrekening (R Luysterman n- 1862,54) Aankondigingen Gewone per regel 1 fr. dikwijls te herhalen vol gens overeenkomst Drukker-Uitgever Abonnementsprijs 1 maand et. h' 4,00 6 maanden 7,00 1 jaar 13,00 NINOVE NINOVE, Koei poortstraat, 10, nionvve lilasseit EN door op Zondag 28 «Tiini 1931. o Zaterdag 27 Juni, te S uur 's avonds, AANKONDIGING DER FEESTEN. Chofaal door» THebaanscbe Trompetten- Zondag 28 .Tiini, Te 10 uur SOLEMNEELE HOOGMIS in open lucht Sermoen door Zijne Excellentie Mgr. Coppieters. Te 8 uur 's avonds. LUISTERRIJK CONCERT op de koer van 't College, door de Katholieke Harmonie van Ninove PROGRAMMA 1. Gala-Marsch 2. Chal Romano, openingstuk Kinderspelenkarakterstuk 1. Goud en Zilver, VVeensche wals 5. Nero, openingstuk 6. Footballistenmarsch O Allier Ketelbey Vereauter Lehar Popy Bury. In geval van slecht weder, zal de Soleinneele Hoogmis met Sermoen plaats hebben in de Dekanale kerk te 10 1/4 uur. Daarna wijding der nieuwe lokalen en plechtigheid der Intronisatie. Het Leerlingen secretariaat van Ninove,gevestigd in.St-Jorishof Statiestraat, stuurt ons volgende studie voorgedragen door M. Van Kerckhove, (Zele) op eene verga dering alhier gehouden den 25 Mei 1931 Bewust van de schoone en edele taak, welke het Leerlingen wezen bij ons Vlaamsche volk te vervullen heeft, was het met een dankbare tevredenheid dat ik het aanzoek van den Heer Struyvelt aanvaardde, hier dezen morgen als inleider op te treden,om samen met de elite onzer Provincie, on der Voorzitterschap van onzen ge liefden en ievervollen Opziener, M. Fordeyn, te onderzoeken, hoe we de werking van het Leerlingen wezen dienen aan te pakken en uit te breiden, en te bespreken, hoe we vvenschen dat het in de toekomst worden zou. Doch,alvorens eenige belang iijke punten ter verwezenlijking aan te raken, wil ik even aantoonen, hoe broodnoodig het is, in de toekomst over betergevormde werk- en am bachtslieden te beschikken. Wanneer we even een oogslag werpen op de nijverheid, dan zien we, dat sinds ettelijke maanden over de gansche wereld een eco nomische krisis heerscht, die mil- lioenen menschen zonder werk zet, van dag tot dag scherper wordt, en waarvan niemand nog de uit komst vooiziet. Ongetwijfeld ligt de voornaamste j oorzaak dier toenemende ontred dering in de overdreven mechani- I seering gedurende de laatste jaren, met het noodlottig uitvloeisel van overproductie, gevolgd van een onrustwekkend stopzetten der voortbrengst. Landen als Belgie, die leven moeten van hun arbeid, omdat hun eigen levensmiddelenproduc tie ternauwernood voldoende is voor vier maanden, en dus meer dan andere Staden op uitvoer zijn aangewezen, zouden bij het be stendigen van dien krisistoestand er voorzeker het ergst aan toe zijn. Wel kan men, door een gemeen schappelijke aktie den invoer tot een strikt minimum beperken, maar nooit in evengroote mate als het onvermijdelijk afnemen van den invoer. Vandaar dus gernis aan evenwicht in onze handelsba lans. Gebiedend en angstvol rijst hier de vraag Zal België in de toe komst die somber blijkt vol doende kunnen uitvoeren om dit verstoorde evenwicht te herstellen? Uitvoeren vraagt hoofdzakelijk voordeelig kunnen mededingen. Tot voor enkele jaren kon dit best, dank zij de lage dagioonen onzer arbeiders, en de groote massa* voortbrengst door meer uren weik. Thans, dat door de ongewone me chaniseering, de dagioonen voor een haast onbeduidend procent in den productieprijs in aanmerking komen, en dat door de inkrimping van den arbeidsduur, ons den voorsprong van goedkooper werk ontgaat, moeten we niet zoozeer het quarum onzer productie tot het uiterste opdrijven, maar door be tere hoedanigheid en verfijnd af werken, een steeds eervolle plaats op de wereldmarkten trachten te veroveren. Gelukkig bezitten we in ons ar beidzame bevolking een niet te onderschatten rijkdom,maar voor alsnog is zij niet voldoende uitge rust tot een maximum verfijnde voortbrengst. Zwitserland b. v. verkoopt zijn afgewerkt ijzer en staal aan ongeveer 980 fr. het kgr. terwijl België daarentegen nage noeg 3 fr. het kgr. ontvangt. Tot op heden worden photoapparaten, radiotoestellen, brei» en naaima chines, uurwerken, linotypes enz. om zoo te zeggen niet in België vervaardigd. Onze beste getouwen en spinmachines komen uit den vreemde, en voor ernstige her stellingen moeten we beroep doen op Engelsche of Duitsche specia listen. De meeste onzer producten kunnen bepaald niet de vergelij king doorstaan met die onzer voor naamste naburen. Voor enkele wc .cn werkten aan het Albert-kanaal in Limburg 836 Belgen waaronder nauwelijks 19 ploegbazen te vinden waren, ter wijl op 191 Duitschers aan het zelfde werk arbeidend er 63 mees tergasten en werktuigkundigen de leiding in handen hadden. België levert dus enkel ruwe ar beidskrachten en ziet zich ver plicht de hulp van vreemde ge schoolde elementen in te roepen. Aan die onvoldoende vakkennis ten spoedigste te verhelpen, zal voorzeker het werk zijn van de Leerlingensecretariaten. Het is dan ook niet te verwon deren, dat de Regeering aan dit hoogst aktueel probleem meer dan vroeger zijn aandacht schenkt, en we begrijpen best waarom ze in eerste instantie beroep doet op de Leerlingensecretariaten, en met een geldelijken prikkel in de goede lijn wil slooten. Doch een geldelijken steun is iets, maar voorzeker niet alles. Het is een lokaas dat ons ter hand wordt gesteld om patroons en leer lingen in onze rangen te krijgen. Het is een lokmiddel om vele Mid denstanders naar ouze inrichting te doen opzien en te doen bijtre den. Doch hooger moet ons stre ven gaan. Wij dienen in vollen ernst, en bewust van de groote macht die in onze handen ligt, ons Secretariaten te ontwikkelen tot in de kleinste bijzonderheden Wij moeten zorgen dat onze jeugd een zulkdanige kultureele opstanding zal hebben weten te veroveren, dat het gelijken tred zal kunnen houden met de meest moderne Europeesche nijverheidsstaten. Hoe kunnen we nu, door Je werking onzer Leersecretariaten ons dienstbaar maken aan de eco nomische grootmaking der Natie, opdat ze eens in staat zij een ma ximum voortbrengst te leveren, beantwoordende aan de veelzijdige eischer. der moderne industrialisa tie Daarvoor beschikken we voor zeker over verschillende middelen Sommen weer enkel eenige van op. i 4 I) Het Leerlingenwezen mag nooit tegen, maar moet steeds ne ven en samen met de vak- en nij verheidsscholen worden geplaatst. Niet aileen de praktische kennis van het ambacht is voor den vak man onontbeerlijk, ook het theore tisch deel is hem onmisbaar. Wat hij in dag- of avondscholen heeft geleerd, moet ten volle overeenko men met wat hij in praktijk stelt in het werkhuis. Niet als twee gansch uiteenloopende, en voor elkaar totaal onverschillige oplei dingen, mogen deze twee deelen der vorming wezen, maar in over eenkomst met het werkhuis, de nooden en gebruiken die de streek en de werkplaats van den leerling vergen moeten in mee opgaande lijn in de avond- en vakscholen worden onderwezen. Daarom moet het leerlingenwezen in de beste verstandhouding met de beroeps inrichtingen samenwerken. De bei de besturen moeten elkander raad plegen, helpen en steunen, opdat eenzelfde programma, eenzelfde werkwijze en eenzelfde methode van onderrichten en opleiden be komen worde. Daarom is het met van belang ontbloot, dat een lid van den beheerraad der Vak» of Nijverheidsschool in het bestuur van het Leerlingensecretariaat ze telt en omgekeerd, opdat een nau were voeling tusschen beide inrich tingen kome, opdat een bestuurs lid uit het Secretariaat in de Nij» verheips of Beroepsschool toege laten worde, om daar ter plaatse het werk en den vlijt van den leer ling na te gaan, en opdat eveneens de leeraar der Vakschool toegang zou hebben tot het werkhuis. Zoo zullen de Leersecretariaten gemakkelijker te vinden ziju de leer lingen aan te zetten tot de Vak- en Nijverheidsscholen, en zullen de leerlingen daar beter dan vroeger een opleiding ontvangen, die strookt niet hun praktische vorming. Voor beide contraktantenpa troons en leerlingen is die overeen komst van 't allergrootste belang. De patroon zal door tussehenkomst van 't Secretariaat op de hoogte worden gesteld van het programma dat voor zijn leerling dit jaar wordt uitgewerkt. Hij zal op de hoogte blijven van de vorderingen welke zijn kweekeliug op theoretisch ge bied maakt, eu zal zijn praktische lessen kunnen aanpassen aan de 8tol welke in die school op dit tijd stip word aangeleerd. Zoo zal b.v. een plaatbewerker zijn leerling geen buizenkoppeling doen maken, wanneer de Beroep- school nog geen doorboringen heeft aangeleerd, een schrijnwerker zal zijn leerling geen schuifraam te maken geven, wanneer de Avond school nog aan de gewone ramen werkzaam is, de grondteekeningeu zal hij niet aanpakken, wanneer zulks in de theoretisch lessen nog niet is aangeleerd enz. Een metser zal geen hoek doen metsen, wanneer de hoekverbanden nog niet zijn on derwezen, een ijzerbewerker geen moeren en bouten doen trekken, wanneer in de lessen de theorie der bouten, soorten, afmetingenen tee- keningen nog aan de beurt niet zijn gekomen enz. VERVOLGT. Bericht aan de Werkgevers De wet van 14 Juli 1930 betreffende de verzekering tegen de geldelijke gevolgen van ouderdom en vroegtijdigen dood, treedt in voege met ingang van 1 Juli eerstkomende, wat de loon-arbeiders aan gaat. Deze wet is toepasselijk op alle loonar beiders, mannen en vrouwen, van welke nationaliteit ook, op een al dan niet vaste wijze bij een patroon werkzaam. Zij is dus ook toepasselijk op huisbedienden en op de dagioonwerkers. De regeling op de verscheidene katego- rieën van loonarbeiders toe te passen wordt bij de volgende Koninklijke beslui- ten bepaald 1) Loonarbeiders op een vaste wijze voor de rekening van een werkgever werkzaam koninklijk besluit dd. 15 Mei 1931 2) Loonarbeiders als maakloonwerkers en stukwerkers bezol digd tegelijkertijd voor de rekening van verschillende werkgevers, in de werk plaats of in de woning werkzaam ko ninklijk besluit dd. 21 Mei 1931 3) Loon arbeiders alleenlijk of hoofdzakelijk in drinkgeld bezoldigd, koffiehuisbedienden, kellners, kellnerinnen, taxigeleiders, enz.: koninklijk besluit dd. 10 Mei 1931; 4) Loonarbeiders alleenlijk of hoofdzakelijk in natura bezoldigd waarde van de loo- nen alzoo in natura uitbetaald koninklijk besluit dd. 19 Mei 1931 5) Personen die per dag of per halven dag voor rekeningen in de woning van verschillende werkge vers werkzaam zijn dagwerksters, hove niers in dagloon enz..: koninklijk besluit dd. 20 Mei 1931 Loonarbeiders belast met het laden en lossen van zeevaartuigen dokwerkersen binnenvaartuigen en met het onderhouden en herstellen van zee en binnenvaartuigen koninklijk be sluit dd. 18 Mei 1931. De werkgevers worden er dringend toe verzocht kennis van de wet en van boven vermelde koninklijke besluiten te willen nemen, waarvan de exemplaren in het Ministerie van Nijverheid, Arbeid en Maatschappelijke Voorzorg, Dienst voor Ouderdomspensioenen, Karmelietenstraat 33, Brussel, te koop zijn tegen den prijs van 1,50 fr. voor den Wettekst en voor het koninklijke besluit van 15 Mei 1931 en tegen 0,50 fr. voor de andere koninklij ke besluiten, te betalen door storting op de postcheckrekening Nr 90802, ondar opgave op den talon, van den naam en het adres alsmede van de dokumenten die men begeert te ontvangen. Het verzenden onder rembours is niet toegelaten. Met ingang van 20 Juni 1930 zullen de nieuwe lijfrentezegels van 5,7,10, 13, 10, 19, 22 en 25 Ir. tot toepassing van het ko ninklijke besluit van 15 Mei 1931 be stemd, in alle postkantoren, hulp-postkan toren uitgezonderd, alsmede ter zetel van de Algemeene Spaar en Lijfrentekas, Wolvengrachtstraat, 48, Brussel, worden verkocht. Omtrent denzelfden datum, zal er een beknopte samenvatting van de verplichtin gen, aan de werkgevers opgelegd ingevol ge de wet, waarvan sprake, kosteloos wor den overgemaakt of toegestuuid, aan ieder persoon, die er mondeling of schriftelijk aan het Ministerie van Nijveiheid, Arbeid en Maatschappelijke Voorzorg, boven staand adres, zal om vragen. De werkgevers worden er van verwit tigd dat zij, indien zij de wet ten opzichte van het personeel van hun dienst niet toepassen, vatbaar zijn voor de straffen voorzien bij art. 64 en 65 van bedoelde wet en dat zij, in alle geval, er toe zullen gehouden zijn de schade te herstellen, die zij aldus aan den verzekerde en, in geval laatsgenoemde komt te sterven, aan zijn weduwe, hebben veroorzaakt. De vernietiging van de hederik of wilde mostaard. Het is misschien nuttig van 'nu af aan een woordje te zeggen over de vernieti ging van de hederik of wilde mostaard, omdat dit onkruid voor sommige streken van ons land een ware plaag is en dit jaar veel schade zoude kunnen berokkenen ter oorzake van den zachten Winter. SEHOÜREiOS sjfc l uJL.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

Denderklok | 1931 | | pagina 1