Een gevaarlijke neiging. Over een schandaal ipr "T~ V' s i| o g S c. Zondag 26 November^ 94& 1 o a\ m Prijs per nummer 1 fr. Drukker-Uitgever R. LUYSTERMAN-HAELTERMAN Koepoortstraat, 1 0, Postchekrekening nr 1862,54 NINOVE Handelsregister Aalst nr 1093 Het zal welhaast drie maanden geleden zijn dat ons land in een bliksem-tempo werd bevrijd van een duitsche bezetting. De jongste overweldiging door Duitsch- land was voor ons veel gevaarlijker dan de eerste omdat wij samen met een mi litaire nederlaag een volledige politieke nederlaag moesten ondergaan. Duitsch- land legde er zich namelijk geheel op toe de structuur van de overwonnen staten totaal te onvormen en te schoeien op zijn leest 's lands vertegenwoordiging volgens de vrije keus van de kiesberech- tigde burgers rnoest verdwijnen, onze gemeentelijke instellingen moesten ver anderd worden, het gansche systeem van onze ekonomie moest gewijzigd worden om te beantwoorden aan de opvattingen die ons van over den Rijn werden opge drongen. Wat al moeite heeft het ons niet gekost om gedurende vier jaren daartegen in te gaan, door lijdelijk ver zet. door beroep op de grondwet, op het internationaal recht en zelfs op de nood zakelijkheid voor den bezetter zich aan te passen aan onze mentaliteit. Want niettegenstaande alle propagandamidde len, niettegenstaande dwang en straffen bleven wij getrouw aan onzen geest en moest den bezetter zeer dikwijls zijn plannen laten varen. De ware oorzaak van dit mislukken lag hierin dat wij een echt democratisch volk zijn. Onze instellingen van hoog tot laag zijn door den wil van het volk ge schraagd en blijven werken onder de controol van het volk. in den dienst van het volk. Dat was dan ook de groote verzuch ting gedurende de jarenlange bezetting dat wij opnieuw van onze vrije instel lingen mochten genieten. Die dag is nu gekomen, wij mogen vrij ons woord spreken, wij mogen het gezag wijzen op onze nooden en onze betrachtingen, wij mogen de middelen daartoe aanprijzen, wij mogen, indien noodig. op de tekort komingen van het gezag wijzen, in één woord wij zijn, in den vollen zin van het woord opnieuw een democratische staat. Daaraan moeten wij nu ook toevoegen dat het even onontbeerlijk is voor een goede staatsordening dat wij het vrij verkozen gezag zouden erkennen en eer biedigen. Het is wellicht cnze grootste fout dat wij dit gezag niet voldoende ter zijde staan en het niet helpen, evenzoo vrij als oprecht, om zijn taak te vervul len. Hoe zou het gezag, door ons aange steld, goed werk kunnen leveren indien het niet voortdurend op de daadwerke lijke medewerking van iedereen mag re kenen. Zelfs dan wanneer de enkeling niet het onmiddellijk nut van de geno men maatregelen inziet - hoe zou ieder een daarover een juist oordeel kunnen hebben, daar waar de vraagstukken aan de besturen gesteld, evenzoo verschei den als ingewikkeld zijn - toch blijft de plicht bestaan het gezag te erkennen en te steunen. Tegen alles wat misloopt heeft de enkeling, in een democratischen staat, middelen van verweer, maar deze middelen moeten loyaal zijn en op een loyale manier worden aangev/end. Het moet daarom als een zeer gevaar lijke neiging bestempeld worden dat door onwettige middelen verzet zou wor den gepleegd tegen het wettig gezag en tegen de maatregelen door dit gezag voorgeschreven. Het is niet te aanvaar den dat het gezag zou aangezien worden als reactionnair wanneer het niet toe geeft aan de wenschen van een kleine minderheid. Hoe zou het trouwens nog het gezag kunnen wezen. Duidelijk ziet men daarmee in dat een volledige stuur loosheid daaruit zou volgen die alleen slechte vruchten kan afwerpen. In de jongste weken hebben wij dik wijls gezien en gehoord hoe alle ban bliksems geworpen werden naar de re geering omdat én dit, én dat niet in den haak was. Weinigen hebben zich ernstig afgevraagd in welke omstandigheden de regeering haar taak heeft moeten aan pakken en veel min talrijk nog zijn deze die ernstig nagedacht hebben over de middelen om beter of sneller te hande len. Vele volksvertegenwoordigers heb ben in de Kamer de misnoegdheid te kennen gegeven die ook in de pers tot uiting kwam maar geen enkele kon op klare en doeltreffende wijze den beteren weg aanduiden. Het valt te betwijfelen of deze redenaars niet te veel gehoor hebben gegeven aan hun kiesbelangen liever dan in ware plichtsbetrachting de regeering bij te staan. De kritiek is altijd gemakkelijk maar het goed handelen is moeilijk, zegt een fransch spreekwoord. Vóór dezen oorlog hebben we jaren achtereen geleden on der den geest van afbrekende kritiek die door partijen als het V.N.V. en Rex werd gehuldigd. Wij moeten erover waken dat wij nu niet in dezelfde fouten hervallen want nu nog en dat is altijd zóó. wan neer de omstandigheden niet gemakke lijk zijn zijn er groepen die daarop azen om er politieke munt uit te slaan, wij noemen de communisten. Daarin ligt hun werkterrein dat zij. net zooals V.N. V. en Rex. sommige mistoestanden we ten te benutten om de gunst van een deel van "t volk to; zich te trekken en des te meer herrie of verwarring er heerscht. des te meer koren komt er op hun molen. Het ergste is dat zij. gebruik makend van deze omstandigheden, en onder voor wendsels het volk te dienen een waren aanslag beramen op de democratische instellingen van het land hetgeen «jan uiteindelijk zich moet keeren tegen de belangen van datzelfde volk. Hebben zij niet reeds op alle tonen gezongen dat de regeering voor reactionnair moet wor den gehouden En nochtans, niets isr- - meer onwaar. De regeering is de verte genwoordiging van de overgroote meer derheid van het volk. zij kan geen ander doel hebben dan de belangen van het geheele volk te behartigen. Aleen moet het publiek willen in acht nemen dat de oorlog nog voortduurt, dat wij zelf nog in oorlog zijn en in alle tak ken van onze aktiviteit het onze daartoe nog moeten bijdragen, dat onze soldaten moeten deel nemen aan den strijd, dat onze nijverheden nog voor dit doel moe ten aangewend worden, dat wij allen ons de daartoe noodige opofferingen nog moeten opleggen. Het zou zouveel ge makkelijker zijn te mogen zeggen dat wij ieder aan onze partikuliere belangen mogen gaan denken zonder ons te be kommeren om de algemeenheid. Maar indien dit reeds in normale tijden een valsche voorstelling is van onze rechten in den staat, in oorlogstijd is het misda dig aldus te redneeren. Wij moeten ons overwinnen en er om bedacht zijn dat wij in deze weinige maanden die ons scheiden van den vrede nog meer te doen en nog meer te verdienen hebben om den vrede, dan in de voorbijë jaren van de bezetting. Laat ons dus afbreken met deze val sche meening als zou er een breuk be staan tusschen regeering en volk. De re geering moet haar zeer moeilijke taak kunnen verwezenlijken dank zij de eens gezindheid. de bereidwilligheid en de vrij aanvaarde tucht van het volk. In de samenwerking alleen ligt ons heil. daar uit alleen kan een voorspoedig België worden herboren. Karei Fransman, volksvertegenwoordiger. We hadden dees week ook bijkans een manifestatie, een oploop van volk om te protesteeren, we weten al niet waar voor of waartegen, maar in elk geval in verband met ravitailleering. Die manifestatie heeft geen plaats ge had, gelukkiglijk. Of voelen onze men- schen dan niet hoe beschamend én voor ons, én voor onze geallieerden, soortge lijke betoogingen zijn Beschamend voor ons omdat wij den schijn geven dat wij met onze bevrijding niet gediend zijn en dat wij handelen alsof de oorlog niet nog voortwoedt, doch verwachten dat eerst voor ons en onze belangen en pas daarna voor de strijdende legers gezorgd wordt omdat wij blijken te vergeten dat de Duitschers het land systematisch vier jaar lang uitgeplunderd en uitgezogen hebben, dat de gevechtsgolf met haar vernielingen en verwoestingen amper 3 maand geleden over onze streken heen- spoelde en omdat wij niet blijken te be seffen hoe betrekkelijk goedkoop we die gevaarlijke periode doorgeworsteld zijn. Beschamend voor onze geallieerden omdat wij de offers die ze brachten voor onze bevrijding schijnen te onderschat ten en ons ondankbaar toonen door te verwachten, w. z. protesteeren en mani festeeren, omdat ze niet nog meer ge daan hebben en omdat wij den schijn geven alsof de Duitschers ons verzorg den en "vertroetelden dan als iedereen weet dat deze Winter, met de Duitschers nog in 't land. de slechtste en de armste zou geweest zijn van ai dezen die we al doormaakten.' We mogen het getuigen omdat we het zoo menigmaal met overtuiging hoorden bevestigen en bewijzen en omdat ieder een die wil het kan vaststellen dat er in alle sectoren van de ravitailleering ge stadig en aanzienlijk vooruitgang wordt geboekt. Verbetering is er en komt er als we allen doen wat we moeten doen, name lijk niet vergeten dat het oorlog is en dat we mee strijden en dus, ordelijk, tuchtvol en met alle mogelijke toewij ding moeten aan 't werk gaan en blijven Een ding is er echter dat wij speciaal wenschen te onderlijnen dat is dat er nog te veel aan zwarte markt wordt ge daan. We bedoelen vooral de zwarte kolenmarkt. Iedereen weet dat de kolen, ook als ze met smokkel anthracite of hout of gas gehaald worden, nog een treffelijke winst laten als ze aan den helft ver kocht worden van de prijzen die men thans durft vragen. En dus moet die historie een einde nemen. Ofwel moet de stad zelf de kolen ver- deelen die met door haar afgeleverde zegels van anthracite, hout, benzine of olie en met speciaal daarvoor op het stadhuis afgeleverde vervoerpapieren afgehaald worden. Ofwel moet het noodige gedaan wor den. als 't moet zonder tusschenkomst der kolenhandelaars. om hier de noodi ge hoeveelheid kolen per schip aan te brengen. De kolen druppelsgewijze hier naartoe brengen is den woeker in de hand wer ken. Dat men er dus eens en vooral mee gedaan make en 't voorziene rantsoen op den kortst mogelijken tijd samen brengen. Er zijn binnenschepen genoeg die achter bevrachting wachten. Belangrijk bericht aan de Radio lief hebbers. Binnen enkele dagen komt de nieuwe reeks radio toestellen S.B.R. N.S.F. uit, de eerste sedert de bevrijding. Prijzen vanaf 1650 fr. ot 4500 fr. en Europeesche lampen tot hoogstens 200 fr Verkrijgbaar bij DE SCHRYVER CHARLES Dreef, 22 NINOVE Tel. 8 FINANTIEEl PRAATJE Naar we vernomen hebben, heerscht er nog veel misverstand aangaande be- teekenis en draagwijdte der monetaire besluiten en voornamelijk aangaande het beschikbaar gedeelte van de bank- depositos. spaargelden en inlagen op postcheckrekening. Daarom, willen we trachten hier en kele punten, aan de hand van voorbeel den. op te helderen. Wat zeggen de besluitwetten aangaan de het beschikbaar gedeelte van het te goed bij de banken, postcheckdienst en spaarkas Vooreerst, willen we er de aandacht op vestigen dat de beperkingen voor zien door de besluitwet van 11 October 1944 uit hoofde der bankbiljetten- schaarschte 1000 fr. per week opge heven werden bij ministerieel besluit van 28 October 1944. Het beschikbaar gedeelte van een re kening of spaarboekje mag, derhalve, zonder eenige beperking uitgekeerd wor den. Hoe wordt dit beschikbaar gedeelte berekend Dit gedeelte bestaat uit 1" ofwel 10 van het op 9-10-44 be staand tegoed, ofwel het bedrag dat op de rekening op 9-5-40 ingeschre ven stond 2" een vast bedrag van 3000 fr. 3" een bedrag dat gevormd wordt door de fracties beneden 1000 fr. van het overige, zoodat de onbeschikbare som door een tot duizendtallen frank af gerond getal uitgedrukt wordt. Ziehier een paar voorbeelden A. Iemand heeft een spaarboekje waar van het saldo op 9 Mei 1940 12000 fr. beliep. Thans is het saldo, met de in tresten er bijbegrepen 13.700 fr. Geen enkele verrichting werd op het boekje sedert 1940 gedaan. Het vol ledig bedrag van dit boekje, zegge kapitaal plus intresten is beschik baar. B. Een persoon heeft een postcheckre kening waarop op 9 Mei 1940 17.510 fr. ingeschreven stond. Thans staat er 110.000 fr. op. Hier wordt natuurlijk de waarde op 9 Mei 1940 in aanmerking genomen, vermits ze voordeeliger voor den belanghebbende uitvalt dan de 10 '/c van het saldo op 9-10-44. Dus 17.510 vermeerderd met 3000 fr. en vermeer derd met de fracties beneden 1000 fr van het overige of 490. Zegge samen 21.000 fr. beschikbaar. Onbeschik baar is een bedrag van 89.000 fr. C. Een persoon heeft een bankrekening waarop op 9 October 1944. 15.210 fr. ingeschreven stond en het saldo op 9 Mei 1940 is onbeduidend of de re kening werd na 9-5-40 geopend. Beschikbaar is dus 10 of 1521 fr. plus 3000 fr. plus 689 fr. samen 5210 fr. onbeschikbaar is 10.000 fr. Hier mag er wel de aandacht op ge vestigd worden dat voor éénzelfde rekening het saldo op 9-5-40 en de 10 van het saldo op 9-10-44 in geen geval mogen gecumuleerd worden. Dus 't een OF 't ander. Men mag. derhalve niet eerst het saldo op 9-4- 40 in rekening brengen en daarna nog 10 van het na dien datum ge storte geld. Het spreekt van zelf dat de som men. gestort na 9-10-44 volledig be schikbaar zijn. Dit vergt geen nader commentaar. Wat gebeurt er met het onbeschikbaar bedrag Daarvan is 40 tijdelijk onbeschik baar en 60 7' geblokkeerd. De tijdelijk onbeschikbare sommen zullen op verschillende tijdstippen, naar gelang 's lands economie zulks vereischt in afzonderlijke schijven beschikbaar ge steld worden. In bepaalde gevallen, kunnen de tijde lijk onbeschikbare sommen aan gewend worden tot het betalen van boe ten en belastingen. Aan de geblokkeerde sommen zal door een wet een bestemming gegeven wor den omzetting in staatsrenten of eeu wigdurende leening' met kleinen rente voet. of anderszins De geblokkeerde sommen blijven to allen tijde het eigendom van den belang hebbende, tenware de staat er beslag op legt krachtens de wet op de oorlogs winst. We nemen inlichtingen om in een dei' volgende nummers van ons blad sommi ge bizondere gevallen overlijden van rekeninghouders, na 9 Mei 1940 veref fende rekeningen, enz.nader te onder zoeken. OP DEN UITKIJK Ik ben hier weer. Die van den uitkijk mag elders gaan kijken. Het spijt hem nu dat hij met mij accoord geslagen heeft en plaats moet maken als ik hier ben omdat hij ziet dat het aanhouden op eigen goedvinden uit de mode is. Maar accoord is accoord. Ik ben met verlof om St. Cecilia te vieren met de mennekens zoo luidt de officieele opgave. Hier onder ons mag ik wel openhartig zijn. Feitelijk is 't om ne keer weg te zijn. verre weg van de streek waar de vliegende bommen nog al toekomen. Ik kan ik soms ook wel de felle Jan uithangen gelijk veel anderen en doen alsof ik noch van helle noch van duivel benauwd ben. maar te rechten gebiecht, ik ben tegenwoordig meer Jan zonder vleesch dan Jan zonder vrees. Daarbij ik moest toch nog eens komen vertellen over mijn mission speciale Iedereen wist natuurlijk dat die «mission speciale maar eenJa, hoe noemen ze dat nu weer in deftig Vlaamsch, een besch...ten commissie was Ik werkte die dagen voor rekening van het natio naal werk voor Dierenbescherming ge weet wel voor de menschen van be handel de dieren met zachtheid. En ik moest zoo ter loops een kijkje gaan ne men in de interneeringskampen. Het is feitelijk jammer dat de weer stand nu reeds ontwapend is. Er was nog brood op de plank en 't zal later uitko men waar het gebrand heeft. Hier in Ninove alleen was er nog we ken werk om jacht te maken op de wa terratten. De mitrailletten hadden goed werk kunnen verrichten. Er zal wellicht hier en daar nog een revolver zijn maar wat doe-je daarmee Nen bangerik benauwd maken Maar die ratten dat is een echte elfde- plaag van Egypte. Van waar ze allemaal gekomen zijn. dat weet de nikker. De schuld van de zwarten, natuurlijk. Als ze eerst aangehouden waren wilden ze in hongerstaking gaan en meerdere dagen hebben ze noch eten noch drinken over hun lippen laten gaan. Met held haftig gebaar wierpen ze hun eten over den muur van de kazerne in :t dender- water. Het een er in. en 't ander er ne vens. Iedereen was vies van hen en van al wat ze hadden aangeraakt en 't bleef daar allemaal liggen. En ze zijn er op afgekomen van heinde en verre alsof ze per radio opgeroepe waren. En wat ze daar hebben uitgericht is met geen pennen te beschrijven. Met daar spraak te zijn van suiker, wordt het suiker nagezien, dat daar staat achter slot en grendel om ieder die ge lost wordt zijn rantsoen mee te geven naar huis. De ratten hadden er in ge werkt gelijk muizen in de kaas. Ze. de weerstand-mannen, wil ik zeggen, heb ben dan uitgedeeld wat over bleef elk een arm half kiloke van de twee kgr. En zoo was 't gegaan en ging het met de vetstoffen 't was bijna alle dagen blindeman-soep. Voor wie het niet weet, dat is soep zonder oogen. Ze vochten on dereen. de ratten wil ik zeggen, om 't eerst bij de pakjes der zwarten te zijn en als ze nen boterham veroverd hadden liepen ze op hun achterpooten en deden portez-boterhameven flink als een brigade-man portez-armes Het kamp is nu opgevouwen maar de ratten loopen er nog en ze leven van de overschotten. Als 't zal op zijn zult ge nog van stukken hooren. tenzij er versch volk waardig bevonden wordi om in 't stroo te slapen Reporter. ctl tfl O 'O 4

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

Denderklok | 1944 | | pagina 1