Moeder, wat zijo wij rijk
Kent U Ley ven
Speciale Tranche Kerstmis 1958
"DE DENDERKLOK
3
phosphor enz.)
Hier moet natuurlijk wederom aanpassing zijn aan
elke spor tman afzonderlijk. Want de ene wint gemakke
lijk vet bij, terwijl de andere door rust slechts weinig
zwaarder wordt. Bij de samenstelling van het regiem moet
daarmede zeker rekening worden gehouden; want een
sportman d:e overtollig vet heeft, kan onmogeijk 100%
presteren, terwij! anderzijds het gewicht onder het nor
male gewicht niet gunstig is.
Algemeen kan gezegd worden dat de vetstoffen zoals
boter kaas margarine olie en vettig vlees vet
ophoping bevorderen.
Het is gebleken dat de koolhydraten de nuttigtse voed-
sels uitmaken voor de sportman. De bijkomende elemen
ten (vitaminen en minerale stoffen) zeer noodzakelijk
nochtans vindt men meest in groenten (rauwe) en fruit.
Het eten van de sportman zal dan hoofdzakelijk be
staan in het nemen van koolhydraten, groenten en fruit.
Een hoeveelheid vlees per dag van 15- gr schijnt meer
dan voldoende tijdens het seizoen. Voor iemand die tij
dens de trainingsperiode fel moet vermageren, is het
nochtans aangeraden deze hoeveelheid dan te verdubbelen
of te verdrievoudigen en het nemen van aardappelen,
brood en suiker te verminderen.
Volgende algemene raadgevingen zijn zeker nuttig:
1) Na elke maaltijd fruit nemen (bij voorkeur rijp en
zoet fruit zoals vijgen dadels appelsienen appelen
en peren)
2) Eenmaal per dag rauwe groenten nemen bijvoor
beeld als hors d'oeuvre koude plat.
3) Goed gebruik nemen zeker tijdens het seizoen
van meelspijzen zoals haver rijst macaroni.
4) Alle zwaar eten laten (spek fritten mayonnaise
varkensvlees enz.)
5) Het eten dat men neemt vóór de koers mag geen
ballast zijn, daarom voldoende tijd laten tussen de maal
tijden en de wedstrijd. Bij de wedstrijden dient het eten
doorgaans alleen om de honger te vermijden en niet om
ktrachten op te doen.
7) De krachten moet men opdoen daags vóór de kcers
(hoofdzakelijk koolhydraten)
7) Het eten tijdens de koers geringe hoeveelheid
en goed verteerbaar; het dient alleen om honger te voor
komen: de spijsvertering moet op rust zijn.
8) Betreffende het kunstmatig toedienen van vitaminen
en andere stoffen, moet de renner zich laten leiden door
bevoegde personen en niets op eigen hand ondernemen
f f op het zeggen van niet-bevoegde personen.
DRANK Voor en tijdens de wedstrijd zo weinig
mogelijk best nog thee. koffie of vruchtensap met
suiker geen limonade of spuitwater.
Na de wedstrijd is veel drinken toegelaten en aan te
raden; geen limonade doch wel Vichy-water en hoger
vermelde dranken Kan men deze niet bekomen dan
in plaats van limonade nog liever een glas bier
van hogere gisting.
Donderdag aanstaande voor 7 uur, zal er over deze les
eveneens wel nog wat nagepraat worden door de renners.
Na de aangepaste lichaamsoefeningen zal de praktische
les bestaan uit een vraaggesprek met de oud-renners
Edgard De Caluwé en Kamiel Beeckman.
Op donderdag, 11 december 1958, werd in «Ons
Huis», door toedoen van Davidsfonds-afdeling Nino-
ve de film vertoond «Moeder, wat zijn wij rijk».
Deze Vlaamse film is een greep uit het leven
van een simpatieke Vlaamse familie. De centrale
figuut, waar omheen alles draait, is moeder. Het
ganse gezin vindt steun bij haar en zij weet zich
gesteund door vader en de kinderen. In alle om
standigheden, in schone en moeilijke uren is moeder
daar. Zij geeft. Geeft het schoonste wat moeder ge-
yven kan «zich zelf»
Niet de adel van hc-t geld siert dit gezin, wel
de adel van de geest wij zouden het kunnen noe
men: een voorbeeld van Vlaamse aristokratie. Wan
neer vader door een ongeval werkonbekwaam valt,
is, louter materieel gezien, alles verloren. Moeder
echter weet dat het schoonste haar gebleven is
haar gezin, haar kinderen. En nog dichter dan vroe
ger scharen dezen zich om haar heen. Tot, na felle
opofferingen, het innige geluk van eertijs terug
keert en de zon weer oplicht in de ogen van moeder
en vader, van Hilde. Hein, Tinneke en Marino.
Deze prent is tevens de eerste grote Vlaamse
speelfilm, die volledig in A.B.N. gesproken is. Het
leidmotief', dat tot in de klienste bijzonderheden
en voorvalletjes verwerkt is, wordt saamgevat in
één gezegde van Hein's leraar A.B.N. is niet
alléén een beschaafd spreken. Het bevat heel wat
meer. A.B.N. is het verwerven van een levensstijl,
die ons hele Vlaamse wezen moet doordringen
het trekken van één rechte lijn, ons héle leven
door
Producer Hein Beniest noemde zijn werk
Moeder, wat zijn wij rijk Wanneer de vader op
het einde van de film deze zelfde woorden uit
spreekt, dan klinken ze werkelijk als de samen
vatting en het slotakkoord van het ganse spel.
Voor de kamera stonden, naast dè flinke hoofd-
vertoikers. o.m. ook de toondichter Emiel Hulle»
broeck, Willem De Mever, onze Vlaamse Bard, en
Renaat Grassin, 't Ketje.
Moeder, wat zijn wij rijk vergelijken met
een produktie van Amerikaanse. Engelse, Duitse,
Franse of Italiaanse oorprong gaat niet op. Deze
producers beschikken immers over beroepsfilmac
teurs, de modernste technische middelen en
bommen filmgeld, zaken, die wij allemaal in ons
land om ter ergst missen. Deze film is evenwel
één der beste ooit in ons land gemaakt, boeiend
en ontroerend, in een sterk kontasterend, spannend
ritme. En hij kan absoluut de vergelijking door
staan met een gewrocht als Vuur, Liefde en Vi-
tarinen Alle aanwezigen waren er dan ook vol
lof over.
Die aanwezigen zij waren echt niet zeer tal
rijk Het valt te begrijpen wie in onze stad ver
plaatst zich nog om te genieten van een brok eigen
kultuurschoon. daarbij dan nog Vlaams, zij weze
dan nog zó fijn Daarenboven hadden de inrichters
dan nog de onhandigheid deze film te program
meren op dezelfde avond, waarop de Vlaamse T.V.
de (dwaze) kuren vertoonde van een Charel Jans-
sens, in dat Vuur, enz... dingen, hoger ver
noemd...
Onze gids vertrok dan naar een les «die hij
absoluut niet mocht missen, daar die prof de af
wezigheden opnam».
Wij die ons Goddank met die kleinigheden niet
moeten bezighouden en ons alleen tegenover de
vrouw nog moeten verantwoorden, zijn dan gaan
slenteren langs de kronkelende Dijle. Een blik op
de Geertrui-kerk en vanop de Dietse Vest naar het
kanaal, waar wij Leuven «industrie stad» leerden
kennen. Wij beklommen de Caesar's berg ook
Keizerberg genoemd waarboven wij een klooster
vonden dat als 't ware over de stad schijnt te waken
Langs de Vaartstraat wandelden wij terug de
stad in. Onze neusgaten werden geprikkeld door de
scherpe geur van mout die in verscheidene brouwe
rijen wordt verwerkt opdat Leuven toch niet van
dorst zou omkomen...
Artois Breda Van Tilt... Men mag wel
zeggen dat het Dijlewater vuil is. maar het kan
niet geloochend worden dat het Leuvens water bier
genoeg voortbrengt voor al de dorst van het land
te lessen.
Van de Vaartstraat uit kwamen wij aan het
Justitiepaleis een mastodont van graniet. Een
paleis... dat de muffe reuk van dossiers van
zich niet kan afschudden en waar de in toga ge
klede advocaten gewichtig rondlopen.
Ons alziend oog had plots een cafeetje opgemerkt
dat ondanks zijn geheimzinnig uitzicht, ons on
weerstaanbaar aantrok. Wij vielen binnen in
een klein studentencafé dat, in deze voormiddag
uren, stil en verlaten lag. Achter de toonbank stond
de bazin haar glazen te poetsen. Wij kregen ons
gevraagde glas bier en probeerden de conversatie
op gang te trekken. Heel moeilijk was dat niet en
alras was de bazin aan het vertellen over haar
studentenwereld. Weer viel het ons op hoe al die
Leuvenaars met de studenten begaan zijn. In het
café zag men sporen die er op wezen dat het er niet
altijd zo rustig aan toeging. Muren zijn beschilderd
en tekeningen lopen over alles heen. De tafels ver
tonen tekens die verraden dat de sprekers die
erop klommen met veel vuur en gestamp hun troe
pen nebben toegesproken. De bazin leeft echt
met dat volkje mee dat elke avond dreigt haar
café af te breken. Zij houdt van die bende lawaai
makers die er soms van door trekken zonder te
betalen en regelmatig pinten en assebakken doen
verdwijnen. Zij ook vertelt niets dan goed van die
jongens en zij vindt het oprecht spijtig als de ene
of de andere een buis heeft gehaald. Zij vindt de
profs vee) te streng en denkt dat die Herens
vergeten zijn dat ook zij eens student waren... Het
werd een aangenaam babbeluurtje en onze gids
heeft een dik half uur naar ons moeten wachten.
Ter verontschuldiging vergastten we hem op
een «Bourgeois»diner en misten de gezellige atmos
feer van het studentenrestaurant.
Na de middag bezochten we Heverlee waar we
terug op 'n kompleks van de alorrwertegenwoordig-
de universiteit stootten het rijk der Ingenieurs
gelegen in het park van Arenberg. De zoete waters
kregen ons bezoek en in «Het Spaans Dak» dronken
we een schuimende pint.
Ook de Kesselse bergen kregen ons bezoek.
Vlierbeek, waar het graf van Prof Vliebergh te
vinden is en waar ieder jaar de studenten in
leute en jolijt hun jaar afsluiten. Het is hier
vertelde onze gids dat alle studenten van de
Vlaamse rol samen komen zelfs de blokbeesten
en de kotzitters komen die dag afgezakt naar
Vlierbeek. Telken jare hoort men hier het afscheid-
woord van de praeses van het KVHV en de maiden
speech van de nieuwe praeses. Het is ook hier
dat de verschillende clubs hun macht tonen in een
velokoers waarin men bierzuipende koereurs kan
zien naast jongens die fietsen als Van Steenbergen.
Men treedt er in de ring voor het koord trekken
men kan er de zwaargewichten zien zwoegen en
kreunen voor het tonneken bier dat de winnaar
te beurt valt. Hier ook kan men wereldkampioen
worden in Salamanderen of in de kortste tijd een
pint door het keelgat gieten. Een stuksken
Vlaamse studentenfolklore.
Nadat we weer op zijn kot waren aangeko
men. vertelde ons de gids waar die avond de stu
dentenclub plaats vond. Wij moesten beloven er
zeker te zijn en hij beloofde ons een daverende
avond. Wij hebben dan altijd maar geknikt en
beloofd... Arme sukkelaars die we waren...
Als we wat bekomen zullen zijn. vertellen we
U toekomende week de avonturen die we in het
nachtelijke Leuven meemaakten.
(vervolgt)
5en hoog lot van VIJF MILJOEN
Een hoog lot van VIER MILJOEN
Een hoog lot van DRIE MILJOEN
Een hoog lot van TWEE MILJOEN
o
Vier hoge loten van EEN MILJOEN
o
8 loten van EEN KWART MILJOEN
36 loten van HONDERDDUIZEND F.
40 loten van VIJFTIGDUIZEND F.
960 loten van 2.500 F. tot 20.000 F.
46.000 loten van 300 F. tot 1.000 F.
Het Lot 200 F.
Het tiendenlot 21 F.
TREKKING ZATERDAG 27 DECEMBER 1958
Koloniale Loterij