J Q e 'QQiris b^ Onder de Anfenne Onze T.V.- Prijskamp Vijfendertigste Jaargang Zondag 24 december 1961 1 'ir VERSCHIJNT ELKE ZATERDAG e/? Drukker - Uitgever Paul LUYSTERMAN - JACOBS Koepoortstraat 10 NINOVE Telefoon 327.27 Postcheckrek. 4786.8b Weer zullen de lichtjes in de kerstboom flikke ren en de kaarsjes voor het kribbeke branden er zal vertedering hangen in de lucht en in de harten omdat het Kerstmis is, omdat wij, lijk de herders van Betlehem een Kindeke zullen vinden in doe ken gewikkeld en in een kribbe gelegen. Vóór twaalf uur zult ge wellicht in de kerk zijn voor de middernachtmis. Ge zult er heengaan in een stemming van tederheid en met een verlangen naar goedheid in u, zoals gij het alleen aanvoelt in de beste momenten van uw leven. En wellicht zul len zullen de wondere muziek en de innig-mooie kerstliederen, geweven om het hoogheilig gebeuren aan het altaar vernieuwing van Christus' komst op aarde u zalig ontroeren. Het kan, helaas, ook dat spijtige omstandigheden uw kerststemming ge heel of gedeeltelijk zullen bederven de kerk zal misschien onvoldoende verwarmd zijn zodat ge koude voeten hebt, of u kunt ontstemd zijn omdat niet dat kerstliedje wordt gezongen dat gij toch zo graag hoorde... Kom, laat het u aan bijkomstig heden niet gelegen zijn, dring door naar de kern van het wonderbaar gebeuren dat wij op die dag herdenken, dat voor ieder van ons opnieuw gebeurt: voor mij, voor u is het waarlijk Kerstmis, als gij in de kribbe uw God gevonden hebt. De mensen zoeken God in hun leven, of ze het willen of niet, want zij zoeken het licht, het geluk, de liefde en de volledige verzadiging. Zo zochten, eeuwen lang, de Joden naar hun God en smeekten zijn komst af door de mond van aartsvaders en profeten. De flitsen die zij van Hem opvingen, mid den het gerommel van de donder op de Sina-berg, lieten vermoeden in welk een verblindende pracht Hij Zich eenmaal aan zijn volk zou openbaren. En toen de lang-Verwachte zijn intrede op aarde deed, gebeurde het in de middernachtstilte, in de Dat is het mysterie van Kerstmis. Ook aan ons wordt dezelfde boodschap gebracht, aan ons, de hunkeraars naar liefde en geluk, de zoekersnaar God Gij zult een kindeke vinden Kerstvertel lingen en Kerstnovellen kunnen schoon zijn als de mooiste sprookjes. De eerste Kerstvertelling uit het Evangelie lijkt misschien wel een sprookje, maar is hoge realiteit. God is mens, is Kind geworden, is Vlees geworden, schrijft de grote teoloog Sint Jan. omdat wij zouden begrijpen dat God aan ons gelijk werd, zelfs in ons zwakste deel net vlees, waarvan de Schriftuur getuigt dat het zijn weg bedorven had 11 verborgenheid van een onbekend stadje en in de schamelheid van een stal. De eerste opgeroepenen waren povere herders en aan deze nederige lieden, die meer dan de magnaten naar God hunkerden, werd de boodschap gebracht Gij zult een Kinde ke vinden, in doeken gewikkeld en in een kribbe gelegen Zij zochten hun God, en vonden... een Kind Prijs per Nummer 2 F Prijs voor Jaarabonnement: 85 F Wij hebben het soms lastig in het leven, wij zwoegen en tobben en... morren. En ons gemor ontaardt soms in grieven tegen God dat Hij met ons niet meeleeft, dat Hij ons alleen laat sukkelen en dat ieder van ons zijn eigen leed maar alleen moet uitvechten. Op deze Kerstmis moeten wij de woorden gedenken Gij zult een kindeke vinden Wat jammer dat deze hoogste werkelijkheid God is aan ons gelijk geworden ons niet meer onroert. Wanneer een of ander vooraanstaand persoon, een prins, een minister, een volksvertegenwoordiger, eventjes afdaalt tot zijn minderen, wanneer bij voorbeeld een van hen eens een paar uurtjes met de mijnwerkers in de donkere schachten van de mijn vertoeft, wordt dit feit met veel tam-tam in de krant gepubliceerd. En wat is dit, och arme, in vergelijking met de toenadering van God tot de mensen Ge zult geen enkel voorbeeld kunnen aanhalen van sociale werkers die het leven gingen delen van stumperds, geen Pater Damiaan onder de melaatsen, geen verpleegster van pestlijders, die het kunnen halen bij deze afdaling van God in de menselijke natuur waarvan Hij alles doormaakte honger en dorst, tranen en verdriet, lijden en dood. Kerstmis, dat is het dat wij God, die troont in de Hemel, zoeken en dat wij een Kind vinden, ons gelijke Kerstmis, zaal'ge vreugde, brengt g'aan 't christen hert, Want uw God en Heiland, nu geboren werd. Hij, de lang-Verwachte kwam uit 's Hemels Rijk, en o, liefde-wonder, wordt de mens gelijk Monseigneur Suenens is aartsbisschop van Me- chelen Brussel. Iedereen was overtuigd dat Hij het zou zijn, maar Hij moest toch benoemd zijn om het werkelijk te zijn. Wij beleven wondere tijden. Iedereen weet over alles het zijne en het zijne is het beste. Mensen van jaren gelijk wij weten nog te spreken van Kardinaal Goossens. Hij wras gekomen uit de administratie van het bisdom en het was nog niet de tijd van de schrijfmachines. Kardinaal Goossens stond bekend als de beste, de meest volmaakte der caligrafen. Dat wil niet zeggen dat hij anders niet begaafd was. De vraag werd niet gesteld, en ieder een had eerbied voor de wijze man die aan het hoofd stond van de Clerus van België. Hij stierf van ouderdom en ging zonder histories de geschie denis in. Het kind van moeder Vlaanderen dat Hij was, werd vervangen door Kardinaal Mercier, een ras echte Waal. Hij was een groot geleerde, een man met karakter die wist wat hij wilde en deed wat hij wilde. Hij beleefde de bewogen jaren van de eerste wereldoorlog en was ten allen kante op de hoogte van zijn taak. Hij viel niet altijd in eenieders smaak, maar toch stond Hij heel zijn pontificaat midden de storm, als een kapitein op de brug van zijn schip. Zijn opvolger was weer een kind van moeder Vlaanderen en meer bepaald een zoon van het sterke Kempische ras. Onder veel oogpunten was Hij, Monseigneur van Roey, gelijkend aan zijn voor ganger Hij beleefde de tweede wereldoorlog. Ook Hij stond als een kapitein op de brug van zijn schip, midden de storm. Evenals zijn voorzaat was Hij de drager van het gezag, de plaatsvervanger van Christus hier onder ons. Zijn opvolger, Monseigneur Suenens, is wel licht een compromis tussen Hem en zijn voorzaat, een Brusselaar na de Vlaming die de Waal verving. (Lees verder op blz. 2) Als we vorige week een krachttoer uithaalden) om onze Lezers toen reeds de uitslag van Lijst A en de prijswinaars mee te delen, dan werd het onmogelijk om deze week al onze goede wil en vaste voornemens ten spijt nog klaar te komen met Lijst B. Wel zijn we reeds een heel eind op weg, doch wij verkiezen een zaak die 1 af is te presenteren. Tot volgende week... w e^n Gij zult een Kind vinden m

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

Denderklok | 1961 | | pagina 1