d \3U e Q/77S Naar 't land waar de appelsienen groeien! Achtendertigste Jaargang Zaterdag 25 april 1964 ROMEREIS VAN HET COLLEGE Drukker - Uitgevd PAUL LUYSTERMAN - JACOBS Koepoortstraat 10 NINOVE Telefoon 327.V Postcheckrek. 4736 85 Prijs voor Jaarabonnement90 F Prijs per nummer: 2,25 F VERSCHIJNT ELKE ZATERDAG Is het U ook opgevallen, vriend Lezer, hoe de laatste tijd een zekere pers bovenarms op Premier Lefèvre is gevallen en alles, maar dan ook alles wat door hem gezegd of gedaan wordt of verkeerd uitlegt, of alles zodanig verdraait en beknot dat oe oorspion kei ijke, goede bedoeling totaal verwron gen het alles-slikkende-pubiiek wordt voorgescho teld. Denk nu niet dat wij zelf tot de onvoorwaar delijke, blinde verdedigers van het Regeringsbeleid behoren, ver van daar. We hebben hier. God zij danx, nog altijd ons rije woord en als t paste hebben we nooit geaarzeld onze eigen mannen de waarheid onder de neus te wrijven. Nochtans heb ben we deze vrijheid nooit misbruikt voor persoon lijke aanvallen, we zijn ook nooit de per Ken var. beleefdheid en takt te buiten gegaan of hebben de waarheid niet moedwillig verdraaid. Zoveel zelfrespekt hebben we nog. Maar wat we tegenwoordig in sommige dag en weekbladen te lezen krijgen, kan werkelijk niet door de beugel. Elk politiek man weet dat hij aan kritiek bloot staat en verwacht er zich aan op alle soorten ma nieren gekarikatureerdte worden. Schoon is dat w eei al niet, maar deze gewoonte is nu eenmaal in onze moderne tijd doorgedrongen, alhoewel het te bezien blijft of iemand zijn lichamelijke gebre ken verwijten, geen blijk geeft van gebrek aan takt, laat staan gebrek aan kristelijke gevoelens V ie er anders over denkt, bekijke zich zelf eens in de spiegel alvorens over zijn evenaaste een oordeel te vellen. Wat ons in het geval van Premier Lefèvre uitermate ergert is het systematisch belachelijk maken of vervormen van zijn woorden. Zo is er ten vooiuitstievend Vlaams weesblad dat te pas en te onpas de draak steekt met het woord leef- kamer door de Premier onlangs voor radio en TV uitgesproken. Is dat zo belachelijk Zegt dat woord niet precies wat het te zeggen heeft en is het niet te verkiezen boven het pretentieuze Engelse li ving dat alleen uit snobisme in de mode is geraakt. Welke massa tijd en inkt werd er niet ver knoeid omwille van de kiekeborsten woord dat weeral door zekere pets moedwillig uit zijn ver band werd gerukt, zodanig dat zelfs oudstrijders- bonden op ondoordachte wijze verontwaardigde mo ties stemden die gretig weer door zelfde pers wer den opgenomen. Nochtans zal ieder nuchter mens, die de verge lijking heeft kunnen maken tussen ons leger van 1940 en dat van heden toegeven dat onze mannen ei nu heel wat knapper voorkomen, rijziger en zichtbaar veel gezonder. Wie daaraan mocht twij felen verwijzen we naar de militaire statistieken het aantal voor de dienst ongeschikten is geluk kig met circa de helft gedaald. Dit was vanwege Premier Lelèvre wel een beetje hard gezegd, maar is de waarheid niet altijd hard om horen Anders was ze de waarheid niet. Nu onlangs nog, tei gelegenheid der dokterssta king, kwam er nog iets veel onverkwikkelijker. De slecht gemutste Premier liet zich de vraag ont vallen Gaan we terug naar de tijd der moorde naars woorden die dusdanig en opzettelijk wer den erdraaid dat het uiteindelijk voor de gewone man moet schijnen alsof de Premier gewoonweg de dokters voor moordenaars uitschold. En dat was bijlange de bedoeling niet, ieder aandachtig Lezer kan zulks getuigen. Dat belette de Libre Belgique niet een foto te publiceren, genomen in het bureau der Syndikale Kamers van Geneesheren, waar in reuzeletters op te lezen stond ASSASINS Geel toe aat dergelijke praKtijken vanwege een dagblad als de Libre hoogst verdacht ziin en dat alleen de persoon van de Premier wordt aan gevallen. Om welke reden is te gissen uit pure vlaamshaterij. Dat blijkt trouwens ook uit de aanhang van de Libre. oor Moreau de Melen en Oroan staat de Libre altijd klaar. Dat dergelijke procédees ons misselijk maken hoeven we niet te zeggen. Voor ons is Premier Lefèvre ook dat niet. daarvoor heeft hij de Walen te veel toegegeven, al weten we dat politiek de kunst van de mogelijkheden is. oor ons is dat evenwel geen reden om met de Waalse wolven mee te huilen. dig Gemakkelijk is het anders wel. maar niet moe- Als L zich het arukel van vorige week nog herinnert, dan weet U dat we ons verslag klaar waren tot de laatste dag van ons verblijf te Rome. Anders kunt U nog gauw uw geheugen opfrissen in het vorige nummer... terwijl wij een dutje doen m de tiein die zich van Rome naar Napels spoedt. Een uuitje slaap deed ons deugd, nu waren we tenminste goed wakker toen we te Napels aan- kw amen. Deze stad is evenals Milaan gekenmerkt door het scherpe contrast tussen de armoedige bui- tenw ijken, waar de achtergevels van de wooncom plexen roepen op een borstel verf, en de luxueuse stadskern. Aan het station worden we opgewacht door een autobus die ons naar Pompei zou brengen. W e reden langs de baai van Napels die een onver getelijke indruk naliet. We weten dat de Italianen graag overdrijven, en wanneer ze spreken over de mooiste baai ter wereld moeten we dat nog niet aannemen als de absolute waarheid. Het staat ech- ter vast dat deze plaats overvloedig begunstigd weid door de natuur. Aan de ene kant ziet men de glooiende hellingen met de vruchtbare akkers en wijngaarden, die stilaan opklimmen naar de Vesu- ■vius toe. De top zelf is verborgen achter een witte wolk. Aan de andere zijde ligt de golf zelf, be schermd door de twee droomeilanden Capri en Ischia. De witte schepen verdwijnen in de verte op het eindeloze blauw van het water dat glinstert in de felle zon. De autostrade (waarvoor tol moet betaald wor den bracht ons in enkele minuten naar Pompei', de dode stad. Een uitbarsting van de Vesuvius richt te er een grote verwoesting aan in de tijd der Romeinen. De as bedolf bij verrassing een levende stad, zodat nu bij de opgravingen het leven uit die tijd in zijn oorspronkelijke vorm te voorschijn komt. In Pompeï beklemde ons vooral de atmosfeer van vergane grootheid die er is blijven hangen tussen de ruines en over de hobbelige straatstenen. aai in de sporen van de wagenwielen nog zicht baar zijn. Buiten Pompeï reden we over de prachtigste weg die we gezien hebben tijdens onze reis. De v. eg slingerde zich over de heuvels, langs de baai, naar het verste punt, de landtong van Sorrento! Langs de heuvelzijde zagen we het telkens afwis selende natuurschoon met tropische plantengroei, langs de zeezijde een altijd veranderend beeld van de golf van Napels met de Vesuvius als bekroning. De natuur glimlacht hier altijd onder een stralende zon. Hier zagen we ook voor het eerst appelsienen «in levende lijve» aan de boom. De appelsienbo men versierden de straten en zorgden voor scha duw. In de planterijen worden de vruchten zelfs tegen de al te geweldige zon beschermd door een overdekking met rieten matten. In de kleine vissershaven van Sorrento scheep ten we in voor Capri. De boot was niet van de grootste en er stond een sterke deining. Volgens alle regels der wetenschap had dit een reactie voor gevolg m de magen van verschillende passagiers. Zoals het hoort gaven de leraars het voorbeeld koe men deskundig de vissen kan voederen... De trouwe leerlingen volgden ijverig hun voorbeeld na, de meer vermetelen en de echte zeebonken zongen strijdliederen (om hun nare gewaarwordin gen weg te zingen Enkele poëtische geesten von- (Lees verder op pag 2) Meeh uilen

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

Denderklok | 1964 | | pagina 1