k '•'st n bo oW^ z'ind JOY-RIDERS in de Garage Ford Achtendertigste Jaargang Zaterdag 11 juli 1964 Drukker - Uitgevd PAUL LUYSTERMAN - JACOBS Koepoortstraat lö NINOVE Telefoon 327.97 Postcheckrek. 4786 85 Prijs voor Jaarabonnement00 F Prijs per nummer: 2,25 F VERSCHIJNT ELKE ZATERDAG Men kan bij het lezen van deze hoofding doen opmerken dat II juli nu beslist geen geschikte da tum is om dit netelig onderwerp aan te snijden. Toch kan niet geloochend worden dat er een ver band bestaat tussen het vieren van Vlaanderens' nationaal feest en de gedachte aan het nog steeds op zijn bodem welig tierend franskiljonisme. Ten bewijze hiervan volstaat het de inhoud van zoveel op die dag gehouden redevoeringen en verschenen krantenbij dragen te overlopen. Het ligt echter niet in onze bedoeling een zelfde geluid, en in dezelfde toonaard, te laten horen. Wij beduiden hiermee dat de taal van dit artikel niet dezelfde zal zijn als deze van een politieke redenaar of schrijver wiens opzet het is zijn respektieve toehoorders of lezers een hart onder de riem te steken, met het oog waar op uiteraard een eerder gepassionneerde toon nood zakelijk is. V ij willen hier voor de gelegenheid afzien van wit-zwart schilderingen, van ongenuanceerde be oordelingen en... veroordelingen (zonder evenwel te ontkennen dat het in sommige omstandigheden en voor bepaalde doeleinden verdienstelijk kan zijn de zaken te vereenvoudigen). In plaats daarvan zullen we hier een poging doen om het aangesneden probleem zo onvooringenomen mogelijk te om schrijven en in zijn verschillende aspekten te ont leden, zonder dat we echter in de waan verkeren alles gezegd te hebben, maar enkel met de hoop e. a nuttige bijdrage te hebben geleverd met het oog op het benaderen van de waarheid. Waarom deze koele taal op Vlaanderen' feest dag V aarom met al die nuchtere beschouwingen en saaie ontledingen uit de toon vallen, wanneer gejuicht en geschreeuwd wordt, wanneer gezongen en gedanst wordt Wellicht koesteren we de stille hoop hierdoor opgemerkt te worden, de aandacht te trekken en gehoord te worden. En ten slotte ieder vogel zingt zoals hij gebekt is... Het is bovedien ons opzet de kwaal (het frans kiljonisme) te helpen uitroeien op de meest doel matige wijze en met zekere middelen. Daarom eerst een nauwgezette diagnose, op grond waarvan een werkzame terapeutiek kan voorgeschreven worden. Zoniet loopt de dokter gevaar zijn behandeling te zien mislukken, met alle gevolgen van dien. We moeten echter in alle eerlijkheid vaststellen dat de ziekte ondanks alle krachtige taal, alle ver oordelingen en zelfs bedreigingen, ondanks alle soorten temmende maatregelen, steeds welig tiert, zoals onkruid waarvan men de wortel niet heeft kunnen uitrukken. Om zulks te kunnen waarnemen volstaat reeds een korte wandeling door de drukke straten van onze voornaamste Vlaamse steden. Wie hiermee echter geen genoegen kan nemen en zich verder wenst te overtuigen kunnen we even een rondleiding aanprijzen in bepaalde handelsmiddens, bij advokaten. industriëlen, en noem maar op. En voor hen die toegang hebben verkregen tot het eerder gesloten milieu der hogere en andere bur gerij, voor hem zal het geen twijfel meer bieden dat het kankergezwel hier nog maar in zeer geringe mate werd bestreden, en wanneer het dan wel mocht gekeurd zijn, dan was het dikwijls nog met middelen die niet de minste uitwerking konden hebben, maar integendeel, soms de kwTaal in de hand werkten. Een eerste vraag die zich opdringt Wat is een franskiljon, of wat is franskiljonisme Hieromtrent bestaat bij de Vlaamse bevolking al evenveel onklaarheid als er bij de Franstaligen onwetendheid bestaat omtrent het flamingantisme. ooreerst kan men het franskiljonisme bestem pelen als een houding, een gedragswijze het is geen filosofie, hoewel filosofische beschouwingen haar moeten helpen rechtvaardigen en wel een gedragswijze met een sociaal karakter die hierin bestaat, dat bepaalde inuividuen, families en groe pen het verkiezen een andere taal (het Frans) te spreken dan deze die door de overgrote meerderheid an de bevolxing waartussen zij leven wordt ge- sproken. Bij deze bepaling zullen we het voorlopig houden. erder dient beklemtoond ie worden, daar het ons inziens van groot belang is met het oog op een beter begrip van het franskiljonisme, dat degenen die men franskiljons pleegt te noemen hoegenaamd geen homogene groep vormen, zoals men dat zou kunnen aannemen van een kleine minderheid. Es sentieel twee groepen vallen te onderscheiden de ene kan men de traditionele franskiljons noemen, de andere de nieuw-aangekomen, de opportunis tische of snobistische franskiljons Dat deze twee kategoriën omzeggens met el kaar geen uitstaans hebben, alhoewel een zeker erband van oorzaak tot gevolg te onder-kennen valt, hoeft hier geen verder betoog. Nochtans haas ten e ons hier aan toe te voegen dat uit een recent verleden is gebleken hoe deze twee groepen zich natuurlijkerwijze hebben aaneengesloten om zich te weren tegen la menace flamingante De oorzaak van het ontstaan van deze Frans talige bovenlaag zal dan ook verschillen naargelang het gaat om de traditioneel Franstaligen of om de anderen. W at de eerstgenoemden betreft, dient de oor zaak an dit ontstaan niet gezocht te worden in de oprichting van een Belgische Staat, in dewelke de Walen een dominerende rol zouden hebben ge speeld en aldus hun invloed in het Vlaamse lands deel zouden hebben weten te vestigen en uit te breiden. 'De geschiedkundige kennissen van de lezer hieromtrent dienen zeker niet meer te worden op gefrist en iedereen weet dat het bestaan van een Franstalige elite in ons land verband houdt met de hoge vlucht die de Franse kuituur, vooral sedert de zestiende eeuw, binnen net Europese kader heeft genomen. Indien deze invloed bij ons sterker is blijven nawerken dan in andere Europese landen, dan ligt dit niet alleen aan onze geografische lig ging, maar mede aan het feit dat deze zelfde zes tiende eeuw voor Vlaanderen het begin is geweest van een buitengewoon rampzalige periode, die in geluid werd door de Reformatie en de Contra-Re formatie tijdens wier perikelen de beste van onze ekonomische en kulturele troeven definitief verlo ren gingen. De na 1830 bestaande of ontstane toestanden' vonden hun oorsprong of waren het gevolg van de geschiedkundige gebeurtenissen uit de twee ver lopen eeuwen die aan onze onafhankelijkheid voor afgingen. Op deze historische achtergrond hoeven we echter niet aan te dringen. Vv at ons echter wel moet weerhouden, is de vraag waarom, na een halve eeuw georganiseerde strijd, na het ingrijpen van zoveel gunstige wette- lijke maatregelen, die het onder meer mogelijk öemaaKt hebben het onderwijs volledig te verne derlandsen (reeds meer dan een kwart eeuw V iaams universitair onderwijs), die bovenlaag nog immer in grote mate Franstalig is gebleven We zouden durven bewreren dat de voortzetting van deze Franstalige traditie bij een groot deel van de Vlaamse elite nauwelijks werd aangetast en nog :>teeds wordt bestendigd onder de jonge generatie, hoewel het voor haar nu veel moeilijker geworden is de lijn te trekken. (wordt voortgezet) Onze Lezers herinneren zich de aankondiging van de publicitaire stunt van de FORD-garage te Ninove in ons nummer van voor veertien dagen Aan elke belangstellende werd namelijk een wagen naar keuze ter beschikking gesteld en dit gedurende -4 uur, totaal gratis, tot de benzine toe. i W ij hebben \oor De Denderklok de proef op de som willen maken en zijn vorige week op de Leopoldlaan aan de splinternieuwe, grote garage van de Heer Mare Schotte gaan aanbellen. Aanbel len bij manier van spreken, want wij vielen meteen binnen in de luxueuze expositiezaal, waar de hele Ford-gamma stond te pronken, van de pittige An- glia tot de Thunderbird- en Mustang-droomsleeën en \\aar wij zoals elke bezoeker door de sympathie ke Mare op een frisse drink werden onthaald. Al smaakte ons die drink vanzelfsprekend aan genaam, hij was begrijpelijk niet de hoofdreden van ons bezoek. Aan amateurs ontbrak het na tuurlijk! niet, maar toch konden wij na enige tijd de garage verlaten aan het stuur van een fonkelnieuwe, donkergroene ZODIAC. In het handschoenkastje waarom zouden wij het niet eens hebben nagegaan? vonden wij piompt de groene verzekeringskaart en het in- .schnjvmgsbewijs van de wagen, beide prima in orde. Een plots opkomende lichte vrees bij controle als een soort joy-rider te worden aangezien ont viel ons meteen. Onze Zodiac werd een enorme meevaller over heel de lijn. Eens dat ge in de brede kuipzetels zit zoudt ge er wel niet meer uit weg willenhet uit- (Lees verder op pag. 2) b/ Franskiljons

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

Denderklok | 1964 | | pagina 1