uhams
AANDACHT
Betaald Verloi
Achtendertigste Jaargang
Zaterdag 18 juli 1964
VERSCHIJNT ELKE ZATERDAG
Ingevolge de Wet op het jaar
lijks betaald verlof, zal ons blad
NIET VERSCHIJNEN op
ZATERDAG 1 OOGST
en ZATERDAG 8 OOGST 1964
Drukker - Uitgever
PAUL LUYSTERMAN - JACOBS
Koepoortstraat 10 NINOVE
Telefoon 327.97 Postcheckrek. 4786 85
Prijs voor Jaarabonnement: 90 F
Prijs per nummer: 2,25 F
Het nog steeds doorgeven van de franstalige
traditie aan de jongere generaties in Vlaanderen
kan ons soms wel ergeren. Telkens we dit feit. moe
ten ervaren, geven we lucht aan onze opstandige
gevoelens en zouden we willen dat door de overheid
de meest drastische maatregelen genomen worden
om het kwaad definitief uit te roeien... Maar ten
slotte staan we onmachtig en moeten we wel de
zaken op hun beloop laten.
Vandaar dat velen, vooral in Vlaams-bewuste
kringen, vijandig staan tegenover hun franstalige
volksgenoten, hetgeen natuurlijk het wederzijds
onbegrip nog rnoet vermeerderen.
Ons lijkt het nochtans dat een diametraal te
genovergestelde houding meer vruchten kan op
leveren. Dienvolgens nemen we ons voor in deze
bijdrage nader kennis te maken met de franskil
jon zoals hij zichzelf ziet».
De traditionele franskiljon de anderen laten
we nu terzijde beschouwen hun franstaligheid
als een kostbaar erfgoed, dat zij van ouders en
voorouders hebben meegekregen en dat zij zelf
wensen in stand te houden en verder door te geven
aan hun kinderen. Zij zijn heilig overtuigd alles
opvoeding, ontwikkeling, sociale positie, rijkdom
te danken te hebben aan de voor hen hier ten
lande alleen-zaligmakende-franstaligheid.
Trouwens, is de Franse taal, buiten Frankrijk,
niet de taai der machtigen, der ontwikkelden en
vooral de taal der gekultiveerden Zeker, er
zijn nog andere waardevolle kultuurtalen het
Spaans, het Engels en het Duits kunnen zich zeker
meten met de Franse maar wat dan te zeggen
van de Vlaamse
Wanneer men in alle objektiviteit het geheel
der Vlaamse en Franse kuituren tegenover elkaar
plaatst en ze met elkaar vergelijkt, dan moet men
zo eerlijk zijn te erkennen dat de balans in het
voordeel der laatstgenoemde doorweegt. Hoe zou
het ook anders kunnen Een blik in de geschiedenis
'bewijst de gegrondheid van deze bewering en een
overzicht van de beste produkten van die franse
kuituur kan gelden als een proef op de som.
Op grond van dit onomstootbaar evangelie geeft
de franskiljon aan zijn kinderen een franse opvoe
ding, stuurt hij ze. daar waar de wet het hem niet
verhindert naar een franstalige onderwijsinstelling.
In geweten acht hij zich daartoe verplicht, want
welk argument zou sterk genoeg kunnen zijn om
hem er toe te bewegen zijn kinderen minder te
geven dan hij zelf heeft gekregen, om zijn kinderen
een minderwaardige opvoeding te verschaffen. Hij
redeneert inderdaad als volgt Wanneer mijn
kind, zoon of dochter, naar een Vlaamse school gaat,
dan zal het in de eerste plaats een onbeschaafde
gewesttaai leren spreken (ten koste van een be
schaafde taal) in zijn dagelijkse omgang met de
schoolkameradenmen leert er niet voldoende
frans; ondanks haar grotere uitstraling heeft de
franse letterkunde er evenveel of minder belang
dan de Vlaamse het vlaamse onderwijs mist het
intellektualistisch karakter en de spiritualiteit die
zo eigen zijn aan de franse kuituur!»
Aldus argumenteert de franskiljon, maar er is
nog meer dat hem richt in zijn beslissing: Het
familiaal en sociaal milieu van de franskiljon eist
dat hij de taal ervan volledig beheerst, op gevaar
af als een soort minus habens ter zijde te worden
gelaten en zelfs uitgesloten te worden uit de kring
der gens bien Er valt, met andere woerden, niet
te kiezen) want buiten het franskiljonse milieu
bestaat er geen ekwivalent, waar hij zich even
thuis zou voelen, waar hij van dezelfde voordelen
zou kunnen genieten.
In dit voortzettmgs-proces speelt de vrouw een
niet te onderschatten rol. Terwijl de jongens in
gevolge wettelijke voorschriften in vele gevallen
ten slotte gedwongen zijn vlaams onderwijs te vol
gen (vlaams diploma vereist om in Vlaanderen
hun beroep uit te oefenen) en de mannen in hun
beroepsbezigheden het dagelijks kontakt met de
vlaams-sprekende niet kunnen vermijden, is het
heel anders gesteld met de meisjes. Deze vallen
praktisch buiten de greep van de wet of kunnen
er zich gemakkelijk aan onttrekken. Als kinderen
uit welstellende families zijn zij gewoonlijk niet
verplicht een beroep uit te oefenen. Is dit echter
wel het geval, dan kunnen zij dat veelal in de
privé-sektor. waar de eisen niet zo streng zijn als
in de publieke sektor.
Zij genieten dan ook in overgrote mate een
volledige franstalige opvoeding en zijn in veel
grotere mate vlaams-onkundig
Het grote argument voor de franse opvoeding
van een meisje uit de burgerij is natuurlijk, dat de
franse kuituur synoniem is voor verfijning, goede
smaak, elegantie, alle essentieel vrouwelijke kwa
liteiten. Waar elders zou hen die volmaking beter
kunnen gegeven worden dan in een frans, waals
of brussels pensionnaat In ieder geval niet in een
vlaamse onderwijsinstelling, zo redeneert men in
franskiljonse kringen, want onze meisjes zouden
er niet in aanraking komen met de kinderen van
hun stand, maar met deze uit landbouwers- en
middenstandsfamilies, hetgeen in geen geval be
vorderlijk is voor een volmaakte opvoeding.
Daar de jonge mannen uit de burgerij toch
wensen te huwen met een meisje uit hun stand en
die bovendien de taal hunner ouders machtig is,
komen zij er toe, ondanks een eventuele neder-
landstalige scholing en het dagelijks gebruik der
nederlandse taal bij de uitoefening van hun beroep,
het Frans als gebruikelijke omgangstaal in hun
familiaal en sociaal milieu te bestendigen.
We mogen wel besluiten dat de franse opvoe
ding van de meisjes uit de burgerij het meest ze
kere element is in de bestendiging van het frans
kiljonisme in Vlaanderen.
Maar hoe verrechtvaardigt de franskiljon dan
zijn uitzonderingspositie binnen het kader van het
geheel der vlaamse volksgemeenschap, waarin hij
ten slotte leeft en min of meer opgenomen is
De franskiljons die we heden ten dage kennen zijn
in grote mate de afstammelingen van de negen-
tiende-eeuwse burgerij Deze was totaal doordron
gen van de liberale doktrine, zowel haar katholieke
vleugel als de anti-klerikale, welke doktrine in
mindere of meerdere mate is overgegaan, samen
met de taal en de financiële macht, op de latere
geslachten.
De eigenschappen van die liberale leer vinden
we onder andere terug in onze grondwet, waarvan
het artikel 23 uitdrukkelijk de taalvrijheid waar
borgt en nog wel zonder enige beperking voor wat
betreft alle verhoudingen die buiten het domein
van «ie handelingen van het openbaar gezag en de
gerechtszaken vallen.
Het hoeft trouwens niet herhaald dat het hoog
ste credo van het liberalisme er in bestaat de
individuele vrijheid op de meest absolute wijze te
eerbiedigen en te vrijwarenBijgevolg kan een
vader, wanneer hij zulks goed oordeelt, zijn kin
deren een opvoeding verschaffen in een taal die
deze niet is van het volk en het land. waartussen
en waarin zij leven. Deze vrijheid wordt hem toe
gekend op dezelfde wijze als de gewetensvrijheid
en de vrijheid van meningsuiting. Er kan hier dus
geen sprake zijn van enige vorm van incivisme
integendeel, men kan enkel vaststellen dat die va
der gebruik maakt van zijn grondwettelijk recht.
(wordt voortgezet)
Wij vestigen de aandacht van onze lezers op
het feit dat de WEKELIJKSE MARKTDAG vol
gende week gewoon doorgaat op dinsdag 21 juli.
De burelen van de STADSDIENSTEN zijn
gesleten op maandag 20 en dinsdag 21 juli.
Alleen de dienst BURGERLIJKE STAND zal.
voor de aangifte van geboorten en overlijden, ver
zekerd worden op maandag 20 juli van 9 tot 11 u.
De wet op de WEKELIJKSE RUSTDAG wordt
opgeheven op de maandagen 20 en 27 juli en op
zondag 26 juli.
Franskiljons
4