d
e
'Oatns 6^
talige óKoogdag
Achtendertigste Jaargang
Zaterdag 15 oogst 1964
GESJACHER MET OVERBLIJFSELEN
VAN ABDIJ TE GRIMMINGE?
NOG DE ABDIJ VAN BEAUPRE
TE GRIMMINGE
HOE KWAM NINOVE
IN T GEDRANG?
EENABDIJ...
AAN AL ONZE LEZERS
EN LEZERESSEN
Drukker - Uitgever
PAUL LUYSTERMAN JACOBS
Koepoortstraat 10 NINOVE
Telefoon 327 ?7 Postcheckrek. 4786 85
Prijs voor Jaarabonnement90 F
Prijs per nummer 2,25 F
VERSCHIJNT ELKE ZATERDAG
over de AhdM lan ^epaald?lijk D? Nieuwe Git,s' verschenen enkele tijd geleden een reeks artikelen
band mef die Abdij Grimminge en over zekere BEMOEIINGEN VAN NINOVE UIT in ver-
geval zith^IuAT0!.1 T® s,adsse"olen en onze streekgenoten interesseren te vernemen hoe het
geval zich juist voordeed en voordoek
Spijtig genoeg geraakten we niet meer in 't bezit van het"eerste artikel,
e geven hieronder letterlijk de jongste twee bijdragen weer van De Nieuwe Gids-
Een paar weken geleden hebben wij in een
reportage over de oude Abdij van Beaupré te Grim-
minge laten voorzien dat spoedig een beslissing
kon verwacht worden inzake de klassering van
de abdijresten, voornamelijk de monumentale in
gangspoort, waarvan vooral het dak schade heeft
geleden. Ei was ook de bedreiging van de eigenaar,
die er een landbouwbedrijf uitoefent op het domein,
dat vroeger het eigenlijke abdijgebouw en de lande
rijen met vijver omkatte, de resten te laten slopen,
zo niet vóór het eind van april een beslissing om
trent de klassering zou gevallen zijn.
Thans blijkt evenwel, dat het stadsbestuur van
Ninove, bij het Ministerie \*an Nationale Opvoeding
cn Cultuur, waar de zaak van de klassering nog
aanhangig is door toedoen van de Koninklijke Com
missie voor Monumenten en Landschappen, een
voorstel heeft gedaan om de overblijfselen van de
Abdij ven Beaupré te Grimminge aan te kopen en
oyer te brengen in de omgeving van de abdijresten
te Ninove, dit alles in het raam van de muziekschool
aie aldaar zou worden opgericht.
Dit voorstel blijkt op het departement enig
gehoor te hebben gevonden, bij zoverre dat de
aangekondigde procedure voor klassering van de
abdijresten te Grimminge nog steeds niet werd
ingezet.
Wij hebben hierover burgemeester Elie De Mol
om zijn standpunt gewaagd. Hij verzet zich cate-
goriek tegen htjt overbrengen van de abdijresten
naar Ninove, in de eerste plaats omdat dit historisch
totaal onverantwoord is. De Abdij hoort thuis in
het landelijk kader te Grimminge, waar zij haar
invloed uitstraalde op de omgeving een verplaat-
sing zou de geschiedkundige waarde ervan ten zeer
ste verminderen. Ten slotte betekent het een ver
lies voor de gemeente op toeristisch gebied, op een
ogenblik dat de Abdij van Beaupré, samen met de
uitgestrekte bloemenvelden, een attractiepunt zou
gaan uitmaken.
Buigemeester De Mol zal nu eerstdaags contact
opnemen met de stedelijke autoriteiten van Ninove,
en de eigenaar van het domein. Zijn uiteindelijk
oogmerk blijft, het redden van de overblijfselen
dei Abdij \*an Beaupré, maar dan te Grimminge
waarmede zij vergroeid is. q j).g
(De Nieuwe Gids van 5 mei 1964)
Zoals gemeld zou bij het departement van Na
tionale Opvoeding en Cultuur een voorstel gedaan
zijn v^oor het aankopen van de vervallen overblijf
selen van de oude Abdij van Beaupré te Grimminge
en het overbrengen ervan naar de omgeving van
de abdijresten te Ninove.
\an officiële zijde te Ninove wordt evenwel
opgemerkt dat dergelijk voorstel niet werd gedaan
door het stadsbestuur dat zich, naar de mededeling
zegt, in de toekomst zeker niet aan dergelijke bui
tensporigheden kan begeven.
Intussen vraagt burgemeester Elie De Mol te
Grimminge zich af, waar hij met zijn abdij aan
toe is. Hij is van oordeel dat thans niets meer de
Klassering, en het behoud ervan ter plaatse in de
weg staat.
(De Nieuwe Gids van 6 mei 1964).
Zeer eenvoudig terwille van haar Onze Lieve
Vrouwkerk.
Zekere weinig gelukkige initiatieven, zeker ge
mis aan initiatieven en zekere toevallige omstan
digheden, zoals bv. de zware beschadiging van de
daken der kerk. hebben het vraagstuk van de Onze
Lieve Vrouwkerk te Ninovfe in de jongste jaren
op het voorplan gebracht.
Op een gegeven ogenblik nam het stadsbestuur
het initiatief van een vergadering waarbij de hoog
ste ambtenaren vjan al de betrokken instanties
en. ze zijn talrijk uitgenodigd werden.
Die vergadering, die degelijk voorbereid werd
en waarvoor een stel bundels aangelegd werd, ken
de werkelijk succes. Al de betrokken instanties wa
ren vertegenwoordigd en dan nog door hun hoogste
Ambtenaren die verantwoordelijkheid konden en
mochten nemen.
Dit initiatief leverde tastbare uitslagen op, zo
op gebied van het stellen der problemen als op
gebied van het benaarstigen v/an hun oplossing.
Het probleem der Onze Lieve Vrouwkerk werd
gesplitst
enerzijds de restauratie van het kerkgebouw zelf
anderzijds de aanpassing der omgeving der kerk.
De restauratie van het kerkgebouw zelf is een
aangelegenheid die hoofdzakelijk afhankelijk is van
de Kerkfabriek.
De aanpassing" der omgeving van de kerk is
uitsluitend afhankelijk van het initiatief van het
Stadsbestuur, gerugsteund door de Koninklijke
Commissie voor Landschappen en Monumenten,
door het Centraal en het Provinciaal Bestuur van
de Stedebouw en de Ruimtelijke Ordening, door
het Departement van Openbare Werken en dooi
de bevjoegde provinciale diensten.
Na het stellen en aflijnen van het vraagstuk
werd opdracht gegeven aan architect Bougeois uit
Gent om, onder leiding en met de medewerking
van professoren van de Gentse Universiteit en van
de St-Lucasschool, een voorstudie te maken over
de aanpassing en de aanleg van de omgeving der
kerk.
Tot daar voorlopig de officiële tussenkomst van
het Stadsbestuur van Ninove.
Het is binnen het kader van die voorstudie dat
er uitgezien werd naar materialen uij het tijdperk
der keik voor de mogelijkheden van de aanpassing
van haar omgeving.
Het is zo dat toevallig de aandacht gevestigd
v. erd op bouwvallige gebouwen best gekend door
al de restaurateurs en antikairs uit het Brusselse
die een overvloed van materialen konden opleveren:
de oude geoouwen vjan de Abdij van Beaupré te
Grimminge.
Architect Bourgeois toog met een paar Nino-
ters, \eigezeld van een hoge Ambtenaar van het
Ministerie van Onderwijs en Cultuur, van een af-
\aardiging der provinciale diensten en vpn een lid
der Koninklijke Commissie voor Landschappen en
Monumenten, naar Grimminge.
Ze stonden er als ?t ware aan de grond gena
geld van hetgeen ze te zien kregen.
Grimminge mocht inderdaad bogen op een enig
mooi en overprachtig monument de Abdij van
Beaupré.
Wij onderlijnen MOCHT
W ant hetgeen er thans te zien is strekt niemand
ter ere.
De monumentale ingang met aangepaste vleu
gelgebouwen verkeert in een staat van verregaande
bouwvalligheid.
Zekere nevengebouwen dreigen in te storten
Op vele plaatsen werden herstellings- of verster-
ïngswerken uitgevoerd in gewoon metselwerk.
Oude ramen en deuren werden vervangen door
gewone ufbraakmaterialen.
De oude schuren werden reeds gesloopt.
Al de oude bomen zijn geveeld.
In het eigenlijk abdijgebouw zelf werd een
kiekenkwekerij ingericht op de eerste en de tweede
erdiepmg. Al de oude schouwen zijn verdwenen.
Van de monumentale trappen blijft slechts een
deel over.
U ij maken geen verwijt aan de eigenaar die
van dèeAMter "CC' de huid'Se toes'land
van de Abdij van Beaupre is een werkelijk schan-
daal vjoor de openbare besturen.
Wij begrijpen noch het gemeentebestuur van
Grimminge m de eerste plaats, noch de betrokken
provinciale diensten, noch de Commissie v
(Lees verder op pag
voor
a-
i
w
e^n
6/1 ui7~
De Abdij van Beaupré
In rlo Dorc bnnoiMni; :a. n li-a*