me
IS GODSDIENST OPIUM VOOR HET VOLK?
VERSCHIJNT ELKE ZATERDAG
Veertigste Jaargang
Zaterdag 19 februari 1966
Drukker-Uitgever
PAUL LUYSTERMAN - JACOBS
Koepoortstraat 10 NINOVE
Telefoon 327.27 Postcheckrek. 4786.85
Prijs voor Jaarabonnement 95 fr.
Prijs per nummer 2,50 fr.
En, om het heerlijk te zeggen, hij ligt er goed.
Nooit is het ons in de gedachte gekomen de
regering Harmei te beschouwen ais een formatie
die het vier jaar zou uithouden.
Vooreerst was er de persoonlijkheid van de
Premier zelf. Niet dat we iets hebben tegen de
heer Harmei. Tien jaar geleden zou hij nog een
schappelijk eerste minister geweest zijn. Maar de
tijd evolueert mei en derhalve was het zinloos,
na verkiezingen die uitgesproken op een neiging
naar federalisme wezen, het landsbeleid aan een
unitair Waal toe te vertrouwen.
Daarbij stond die regering op te zwakke poten,
aan-een-gerutst als ze was met meestal illustere
.onbekenden die een portefeuille van super-, onder-,
neven- of adjunct-minister kregen toegewezen. De
omvang van dit kabinet 27 man had meer
weg van een Parkement in het Parlement dan wel
wat het werkelijk wezen moest, nl. een ploeg knap
pe koppen die leiding geeft, weet waar ze heen wil
en daarom juist op het vertrouwen der bevolking-
kan steunen.
Leiding is er al die tijd van de Harmel-ploeg
niet uitgegaan, wel integendeel liet ze zich mee-
dobberen met de stroom, liep ze de gebeurtenissen
na m plaats van ze te voorkomen, wat dan meteen
toestanden schiep zoals bv. in Zwartberg en met
de Ziekteverzekering toestanden die, met een
beetje politiek inzicht, te vermijden waren.
Accoord, met de kolenmijnen is het gedaan,
maar wie om de Waaltjes plezier te doen zo
maar zonder meer 4.000 mensen zonder werk op
straat zet, moet niet verwonderd zijn de terugslag
te verwachten. Zells een kind weet dat.
Waar Harniel en Co heen wilden was al even
min bepaald, tenzij dan op dit ene punt voorrang
aan Wallonië Wie enigszins op de hoogte is van
de openbare mening in Vlaanderen, weet dat de
Vlaamse CVPers toch de sterkste groep in Kamel
en Senaat zich geen tweede maal in het Herto-
ginnedal kan laten lokken. Aan die ene ervaring
hebben De Saeger, Verroken en cs. meer dan ge
noeg.
Het was ook roekeloos te laten doorschemeren
dat, na de 110 miljard die de laatste tien jaren in
de Waalse kolenmijnen werden gepompt, nu weer
miljarden gespendeerd zouden worden aan werken
zoals een nutteloze Route de Wallonië waarop nie
mand wacht of een Plan incliné de Roncquières,
waarvan het praktisch nut nog moet bewezen wor-
den. Tussen Charleroi en Namen de Samber uit
diepen voor de scheepvaart tot 1200 T. is goed en
wel, als die uitgave gerechtvaardigd wordt door
intens vervoer, nu of in de toekomst. Maar is dat
werkelijk zo Werd hier weeral niet toegegeven
aan de Waalse hardschreeuwers Intussen worden
dagelijks tienduizenden pendelaars uit onze streken
in onwaardige omstandigheden vervoerd, zit Ant
werpen met een konijnenpijp (ook wel eens tunnel
genoemd) en kunnen wij ons leven riskeren op
de «autosnelweg»!?) Brussel-Antwerpen, om niet
te spreken van de legendarisch geworden E3-weg,
het meest dringende probleem van het land, dat
nog altijd op afwerking wacht.
Het algemeen vertrouwen genoot de Harmei-
regering al evenmin, en het beetje dat overbleef
werd meteen vermoord toen bekend werd dat, in
plaats van de staatsuitgaven drastisch te besnoeien,
naar de versleten remedie van nieuwe belastingen
werd gegrepen. De gewone man snapt niet dat op
een budget, geraamd op circa 200 miljard, geen
10' kan uitgespaard worden, wat dan meteen meer
gaf dan de beruchte 18 miljard tekort waarvoor
we nu allemaal in de zak moeten schieten.
Liever dan de taak te vervullen waartoe ze
aangesteld werd, nl. het herzien van de Grondwet,
werd de tijd verknoeid aan bijkomstigheden, wer
den bijzaken zodanig opgeblazen dat de hoofdzaak
vergeten werd.
Niemand praat ons uit het hoofd dat er hier,
weer eens, opgezette wil in het spel is, dat de
zogenaamde moeilijkheden weer eens als afleiding
moesten dienen om ons, Vlamingen, nogmaals op
te dissen wat we steeds krijgen als er spraak is
van ons rechtce n'est pas le momentZoals de
Staat in zijn 136-jarig bestaan nooit het goede ogen
blik heeft gevonden als het om Vlaamse belangen
gaat.
Om dat te beletten is er altijd wel een of ander
reden gevonden of desnoods geschapen.
En wat nu De nieuwe formateur zal er goed
aan doen m brede Vlaamse en Waalse kringen zijn
licht op te steken en aan de hand van deze menin
gen de nodige gevolgtrekkingen te maken. Dat het
resultaat ervan zal indruisen tegen de Brusselse
unitaire mentaliteit, daarvan zijn we zeker.
Van de moed die de nieuwe Premier zal op
brengen om mei deze factor rekening te houden,
zal afhangen of we over korte tijd al dan niet terug
moeten naar de stembus. Met al de gevolgen er aan
verbonden.
BROEDERLIJK DELEN
In de bidonville van Recife leeft en werkt Pater de Beco.
De stad Recife in noord-oost Brazilië is onaf
scheidelijk erbonden met de naam van zijn dyna
mische bisschop Don Helder Camara, die zich on
vermoeibaar inzet voor de verdediging van zijn
arme bevolking. Het zijn geen abstracte wezens,
die wij moeten evangelizerenzegt hij, maar
menselijke schepselen, heel konkreet, die in tijd en
ruimte geworteld zijn... Willen evangelizeren op
een zuiver geestelijk niveau, zou vlug de mening
doen verspreiden dat de godsdienst een theorie is
die losstaat van het leven, die er geen vat op heeft,
die machteloos is om te wijzigen wat er absurd en
vals in is. Zij die beweren dat de godsdienst, groot
slachtoffer en grote faktor van vervreemding
opium voor het volk is, zouden zelfs schijnbaar
gelijk krijgen.
Niet zonder reden wordt Don Helder Camara
wel eens de bisschop der armen genoemd.
Het is in zijn bisdom dat Pater de Beco werkt,
met en tussen de armen van COQUE, de bidon
ville van Recife.
In COQUE hebben 75' dei jongeren geen ande
re voorbereiding op het leven dan een of twee jaar
onderwijs, zelden drie of vier jaar. Ze zijn gedwon
gen voortijdig de school te verlaten om in hun
levensonderhoud te kunnen voorzien. Het werk dat
ze dan vinden heeft natuurlijk niets vormends
voedselafval zoeken in de stad voor hun varkens
of voor die van hun buren uren aan een stuk
naar hun kliënten water aanbrengen van de open
bare kraantjes op de markt pakken dragen voor
de huisvrouwen die hun inkopen doen verkopen
van dagbladen of van pipoca(soort maïs). Al
deze karweien worden zeer gegeerd, maar nog lang
niet alle kinderen vinden iets dergelijks.
In 1959, toen Pater de Beco in de favella van
Rio verbleef, richtte hij daar een klein schrijnwer
kersatelier op om er jongeren een beroepsvorming
te geven. Verscheidene jongens kwamen er ijverig
werken tot ze de gelegenheid kregen op een of an
dere manier wat geld te verdienen. De Directeur
van de SENAI (Nationale dienst voor beroepsscho
ling), een parastataal organisme, gaf hem de raad
naast het beroepsonderwijs aan de jongeren een
werkelijke dressuur te geven in het vervaardigen
van kleine eenvoudige voorwerpen. Die zouden dan
in serie kunnen geproduceerd worden en de verkoop
zou winstgevend zijn. Alvorens hij Rio verliet, paste
hij die formule nog een maand toe met verbazende
resultaten. Al de jongens maakten kleine zitbankjes,
allemaal van hetzelfde model, en ze konden onmid
dellijk verkocht worden.
Pater de Beco is nu hfCOQUE met die proef
opnieuw begonnen. Als werkplaats richtte hij een
barak op van 4 op 9 m. Als leraar kon hij een
gediplomeerd schrijnwerker inzetten, een jonge
man van 26 jaar. Voor het eerste jaar werden de
leerlingen beperkt tot 10. En dadelijk begonnen zij
met stoelen en schooltafels te vervaardigen, die in
(Leet verder op pag. 2)
-m
e^n
/ciams
Hij ligt er...
jt V» i