h
fist
V//
Alvorens Ida kon huwen...
Marie-Ephrem
Veertigste Jaargang
Zaterdag 12 maart 1966
BROEDERLIJK DELE N
DE BOODSCHAP AAM MARIA
VERSCHIJNT ELKE ZATERDAG
EERWAARDE ZUSTER
GING TEN HEMEL!
Drukker-Uitgever
PAUL LUYSTERMAN - JACOBS
Koepoortstraat 10 NINOVE
Telefoon 327.27 Postcheckrek. 4786.85
De meisjes moeten hier nog altijd huwen met
de jongen die door de ouders aangeduid wordt.
Vaak is dat aanleiding tot pijnlijke situaties.
Zo was ook Ida, een van onze kajotsters, door
haar ouders verloofd. Ze was een verstandig en fijn
meisje en moest helemaal niets hebben van de jon
gen die haar was aangewezen. Hij paste ook niet in
het minst bij haar. Vanuit de VKAJ moedigde men
haar aan met die jongen te breken, wat ze ook deed.
Haar moeder en haar oudste broer, die wegens
de dood van de vader de verloving hadden moeten
beslissen, lieten het daar niet bij. Ida werd gesla
gen en opgesloten.
Toen we haar in de VKAJ niet meer zagen,
wilden we haar thuis gaan bezoeken om te verne
men wat er met haar was. De moeder zei eenvoudig
dat Ida niet thuis was, maar bij familie verbleef
in Betlehem. Tenslotte kwam een gebuur ons van
de werkelijke toedracht op de hoogte brengen.
Onmiddellijk zijn we er op afgetrokken. Al die
maanden was het meisje opgesloten geweest en men
vond haar helemaal vervuild en verwaarloosd, ten
prooi aan een zenuwinzinking. Van toen af hebben
we Ida iedere dag bezocht, maar haar moeder en
broer waren niet te overreden om haar opnieuw
vrij te laten.
Bij onze bezoeken brachten we het meisje re
gelmatig naaiwerk mee, zodat ze tijdens de dag
een zinvolle bezigheid had. De moeilijkheid was
toen een gelegenheid te vinden om haar naaiwerk
te verkopen, Toen een soort Vlaamse kermis
ingericht werd, besloten we de verkoop daar te
proberen. We vonden er tegelijk een middel op
om Ida uit haar maandenlange gevangenis te ver
lossen. We gingen vragen of Ida zelf die stand op
de kermis zou mogen openhouden, en na veel ge
praat hebben we dat verkregen.
Tijdens deze kermis gebeurde er wat hier op
onze kermissen zo vaak gebeurt. Een jongen, lid
van de KAJ, kreeg een oogje op Ida. Zijn belang
stelling werd maar koel ontvangen. Ida had ge
noeg van die ene keer en ze wou van geen jongens
meer weten. Heel voorzichtig probeerden we haar
te overtuigen dat alle jongens toch niet dezelfde
zijn, dat deze veel fijner was en dat ze toch niet
a priori mocht weigeren...
Het tweetal geraakte met mekaar op goede voet
en ze begonnen te dromen waarvan alle verliefden
dromen...
Maar nu kon de jongen weer niet huwen om
wille van zijn oudste broer. Zolang deze niet ge
huwd was, mocht hij ook niet huwen. Einde goed,
alles goed, en na twee jaar geraakte Ida met haar
jongen dan toch getrouwd. Ze vormen nu samen
een voorbeeldig gezin en een eerste kindje kwam
hun liefde verrijken.
-4-
Na dit verhaal moesten Mejuffers Jacqueline
Bourdot en Claire Glorieux niet veel meer zeggen
om ons te overtuigen van de noodzaak van hun
werk. Beiden zijn aangesloten bij de Auxiliaires
Feminines Internationales Hun groep is werk
zaam in Zarka. een stad van 130.000 inwoners op
30 km van Amman, de hoofdstad van Jordanië.
Ze verzorgen drie diensten
de verzorging aan huis van moeders en kinderen
(met 2 vroedvrouwen)
een medisch-sociale dienst voor de scholen, in
samenwerking met de regering
een vormingscentrum voor jonge meisjes tussen
13 en 20 jaar.
Daarnaast helpen ze nog in de katolieke aktie.
Jordanië telt 1.700.000 inwoners, waaronder ruim
een half miljoen vluchtelingen uit Israel. Voor 90'
zijn het mohammedanen en voor 10',c kristenen,
voornamelijk Grieks-ortodoksen en katolieken van
de Grieks-Melchitische en Latijnse ritus.
Over de verhouding tussen mohammedanen en
kristenen vertelden ze nog
De kristenen worden door de mohammedanen
slechts geduld. Maar ook de houdink van de kato
lieken moet nog veel veranderen. Er moet meer
openheid groeien. De keest van dialoog is er nog
niet. In de krlstelijke scholen bvb. vragen de mo
hammedaanse leerlingen onderwijs in hun eigen
godsdienst, maar dat wordt hen niet toegestaan.
Natuurlijk zouden de kristenen dan ook een eigen
godsdienstonderwijs moeten krijgen in de maham-
medaanse scholen. We trachten die wederzijdse ge
slotenheid enigszins te doorbreken door in onze
diensten de samenwerking tussen mohammedanen
en kristenen te bevorderen. In onze medisch-sociale
dienst en in het vormingscentrum voor meisjes,
hebben we daarmee reeds goede resultaten bereikt.
En over de geest waarin de groep werkt
We trachten ons zoveel mogelijk te integreren
in het milieu waar we zijn. Niet alleen in ons hart,
maar ook zoveel mogelijk naar buiten, in taal en
gebruiken. We trachten daarin trouw te zijn aan
de geest van Pater Lebbe Om goed te zijn, moet
men van zijn tijd zijn in gewoonten, gedachten,
manier van spreken en doen... Men kent de mensen
slechts door zich te geven
n
n
van Paul CLAUDEL,
Regie de heer Johan Van der Bracht.
wordt opgevoerd te Ninove, op zondag 27 maart 1966
door het Brussels Kamertoneel in de Feestzaal van
het Instituut van de Zusters der HH. Harten, ten
voordele van Licht en Liefde
Steun onze blinden door uw aanwezigheid
Houd die avond vrij
Prijs voor Jaarabonnement 95 fr.
Prijs per nummer 2,50 fr.
Herstellend van een zware ziekte, maar
terug reeds flink doende in het Moederhuis
van onze Kliniek HH. Harten, verliet Zuster
Ephrem ons, eerder onverwacht, in de nacht
van 4 maart 1966.
Geboren te Ittre in 1910, vertoefde Suzan
ne Lamborelle reeds sedert 1924 te Ninove,
als intern-leerlinge van het intituut HH. Har
ten.
Na haar studies trad zij in 1932 als novice
in het Klooster en legde haar eeuwige geloften
af op 1 september 1935.
In 1937 werd de Kliniek en Moederhuis
HH. Harten te Ninove opgericht, en samen
met de Zusters Denise en Adrienne (later nog
aangevuld met Zuster Rita) stelde zij al haar
talenten, haar liefde en apostolaatszin ten
dienste van haar evenmens.
Met hoeveel liefderijke zorgen en warme
genegenheid werden ontelbare jonge moeders
door haar omringd, en de pasgeboren wichtjes
vertroeteld
Op dinsdag 8 maart, in de stemmige kapel
van het Klooster, brachten talrijke moeders,
dokters, personeel en vrienden samen met
de Kloostergemeenschap verenigd in een
H. Eucharistieviering een laatste blijk van
ingetogen hulde en dankbaarheid, aan Zuster
Ephrem.
Moge de leemte die dit voortijdig heen
gaan nalaat in de Kloostergemeenschap en dan
wel vooral in liet Moederhuis, door dit mooi
gebaar van erkentelijkheid en dank, minder
zwaar worden aangevoeld.
EERWAARDE ZUSTER EPHREM,
Wij kunnen hier de tolk zijn van de ganse
stad en streek om U onze oprechte dank te
betuigen voor uw ongebreidelde werklust,
voor uw uitstraling van liefde en genegenheid.
Thans heeft U het hemelse loon ontvangen
dat U zo ruim toekomt. Zovele moeders en
onze kinderen, die U nooit zullen of kunnen
vergeten, gedenken U in hun dagelijks gebed.
Rust zacht, Zuster Ephrem, eens zien we
elkaar terug in het Eeuwige Vaderhuis.
6/1 olaams en