n ^aains ei PETROLMISERIE DE WEEK IN BEELD Tweeënveertigste Jaargang Zaterdag 12 oktober 1968 IN EIGEN LAND UNIVERSITEITEN BELASTINGEN Drukker - Uitgever PAUL LUYSTERMAN - JACOBS Koepoortstraat 10 - NINOVE Telefoon 327.27 - Postcheckrek. 4786.85 Prijs voor Jaarabonnement 105 fr. Prijs per nummer 3 fr. VERSCHIJNT ELKE ZATERDAG Het geschil, opgerezen bij het bekend worden van de eventuele plaatsing van een pijpleiding Antwerpen-Rotterdam, is weer eens een bewijs dat zowel de regering als openbare besturen en syn- dikaten wel een zeer eigenaardige kijk op de zaken hebben. Als volwaardige demokraten begrijpen we zeer goed de zorg door de overheid besteed aan het vrij waren der werkgelegenheid, maar toch vragen we ons af of in deze petroleumkwestie niet al te kort zichtig wordt gehandeld. Is inmenging van staatswege begrijpelijk en aanvaardbaar in gevallen zoals het Spoor, de Sa bena, de geplande fusie in de metaalindustrie en dergelijke omdat voor deze hervormingen beroep wordt gedaan op de staatskas, dan kan voor de pijpleiding Antwerpen - Rotterdam niet hetzelfde worden gezegd. Want wat zijn de feiten Op de petroieummarkt heerst, sinds jaren, een dodelijke concurrentie hoofdzakelijk te wijten aan de invoer van buitenlandse producten - Franse, Russische, Roemeense enz... - maar allen komende van genationaliseerde maatschappijen. Met andere woorden, producten waarvoor de kostprijs geen rol speelt, alleen telt de verkoop tegen harde dol lars of andere harde munten. Tegen deze concur rentie dienen de vrije, onafhankelijke raffinadeurs zich schrap te zetten om zelf het hoofd boven wa ter te houden, en ze doen dat ook. met alle bestaan de middelen. Op te merken valt evenwel dat onze raffina deurs hogere lonen moeten betalen, zwaardere so ciale lasten dragen en onderworpen zijn aan alle soorten accijns- en douanerechten. Daar komt nog bij dat de Antwerpse haven, een der grootste petro chemische centra van de wereld, niet bereikbaar is voor super-grote tankers en dus hier ook benadeeld worden tegenover het buitenland. Om op gunstige manier te kunnen doorwerken, moeten de kost prijzen zo laag mogelijk gedrukt en derhalve werd naar het enige nog overblijvende middel gegrepen het lossen in Rotterdam uit supertanks en over pompen naar de fabrieken. Voor de betrokken maatschappijen een uitgave die in de miljarden loopt, maar toch renderend blijkt omdat per Ton ruwe olie circa 20 fr. kan uitgespaard. Schijnbaar is dat weinig, maar reke ning gehouden met de kolossale hoeveelheden die verwerkt worden toch zo groot, dat de geïnves teerde kosten op redelijk korte tijd kunnen afge schreven. Dat de betrokken raffinadeurs alleen maar aan het heil van hun zaak denken en in deze pijplei ding alléén maar een goede zaak zien, wie zal het hun kwalijk nemen. Ze staan ten slotte als ver antwoordelijken tegenover de aandeelhouders die wel hun centen in de zaak willen steken en risico's lopen ook, maar hiervoor dan toch beloond willen worden onder vorm van redelijke dividenden. Het is allemaal wel zakelijk en keihard, maar is het ook niet waar dat een renderende zaak goede lonen kan betalen en uitbreiding nemen, dus nieuwe werkkrachten aanwerven. Daarbij komt nog dat op staatsgelden geen beroep wordt gedaan en met eigen geld wordt gewerkt. Wij begrijpen derhalve niet waarom naar an dere, onmogelijke oplossingen wordt gezocht. Zo met het overpompen uit super- in kleinere tank schepen, zoals door de haven van Le Havre wordt voorgesteld. De Belgische raffinadeurs antwoorden daarop dat op deze manier nog altijd 20 fr. per Ton duurder zal betaald worden dan met de eigen pijp leiding. Nogmaals, wat kan een bedrijfsleider an ders doen dan dit voorstel - dat de Fransen circa 3 miljard in de kas zou brengen - eenvoudig wei geren. Hetzelfde voor de diepzee-haven in volle Noord zee, 25 km uit de kust van Zeebrugge. De raffina deurs zelf zijn er niet voor te vinden, altijd om dezelfde - verdedigbare - reden dat het hun zaak geen voordeel brengt en ook geen grotere werk gelegenheid verschaft. Ten andere, als we experts ter zake mogen geloven, dan behoort het plan voor die kunstmatige haven tot het rijk der utopie, alleen al om reden van het meestal slechte weer dat in de Noordzee heerst. Technisch is het wel mogelijk, maar dan mits zulke enorme kosten dat de zaak niet rende rend zou zijn. Wij zien niet in waarom de Staat zich, na de Sabena en het Spoor, ook nog dit bakbeest op de schouders zou halen. Daarbij mogen we dan weer niet vergeten dat de raffinadeurs nooit kunnen verplicht worden deze haven te gebruiken en dit alleen zouden doen als er profijt uit te halen valt. Wat nu weer niet het geval is. Voor de Antwerpse haven wordt die pijplei ding een tegenvaller. Aan werkgelegenheid wel niet zo veel, wel aan haven-, sleep- en andere rechten, maar daar tegenover staat dan weer dat de petroleumfabrieken bereid zouden zijn een spe ciale taks te betalen. In de ontwikkeling van de havengebieden Rotterdam - Antwerpen moet, naar onze mening, veel verder gezien want, voor zo ver de zaken hun normaal verloop kennen wordt de ganse streek tussen beide havens - Gent, Vlis- singen en Terneuzen inbegrepen - een fenomenaal haven- en industriegebied waarin elke haven af zonderlijk haar eigen specialiteit dient te zoeken. Zoals de zaken nu staan, wordt Antwerpen mettertijd het grootste petro-ehemisch centrum ter wereld. Het zou goed zijn als elke hierbij betrok ken gemeente of provincie met deze werkelijkheid rekening zou houden. Meer dan waarschijnlijk zal er een pijpleiding komen. Hierdoor kan men jaarlijks 1 miljard fr. inwinnen. Het toont duidelijk dat onze Regering op gebied van havenpolitiek achteruit is. Kan men het de bonzen van de petroleum were ld kwalijk nemen dat zij zich naar Rotterdam richten in plaats van de oplossing Zeebrugge te aanvaarden waar alleen nog maar onduidelijke projekten bestaan Maar wat zou er gebeuren moest er een kon- flikt rijzen tussen Nederland en België Velen zullen beweren dat dit alleen vroeger mogelijk was in lang vervlogen dagen. Maar toch, wie met me kaar handel drijft kan met mekaar wel eens ruzie maken. De dagbladen staan vol van moeilijkheden op het internationale vlak en zoals er nu moeilijk heden zijn tussen Turkije en Griekenland kunnen zich in de toekomst ook wel eens spanning voor doen met onze noorderburen. En wat dan met de pijpleiding Een ver doorgedreven aanpassing schijnt het nieuwe academiejaar in te leiden. In Leuven heeft men het middeleeuws gedoe daar gelaten en Rec tor De Somer heeft in zijn openingsrede te Leuven wel enkele vernieuwingen aangekondigd die een normale evolutie in de hand werken. Laat ons nu hopen dat de studenten niet aan het betogen slaan alleen maar om het plezier en de sport van het betogen. Tot op heden hadden vele belastmgsplichtigen nog een troost er bestaat namelijk een bepaling (Lees verder op pagina 2) JTaelind iuee*A/<

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

Denderklok | 1968 | | pagina 1