d
e
zin
0\KsQe
ams
DE IVOREN TOREN
'KAARTEN OP TAFEL.
Vierenveertigste Jaargang
Zaterdag 31 januari 1970
VERSCHIJNT ELKE ZATERDAG
1 TOT 8 FEBRUARI 1970
WEEK VAN DE SOLDAAT
Drukker - Uitgever
PAUL LUYSTERMAN - JACOBS
Koepoortstraat 10 - NINOVE
Telefoon 327.27 - Postcheckrek. 4786.85
Prijs voor Jaarabonnement 120 fr.
Prijs per nummer 3 fr.
Het conflict in de limburgse mijnen opgerezen
tussen werkgevers en werknemers, brengt het
scherpe bewijs dat het wantrouwen der mijnwer
kers tegenover hun eigen vakbonden ernstiger is
dan algemeen werd gedacht omdat deze vakbonden,
al staan ze niet ten dienste der werkgevers, door
hun handelwijze toch de indruk verwekken dit wel
te doen.
De diepere oorzaak van dit wantrouwen ligt
waarschijnlijk wel in het feit dat door de synai-
katen in de eerste plaats rekening werd gehouden
met de economische mogelijkheden het stand
punt der werkgevers dus terwijl het werkelijke
doel rul. loonsaanpassing naar net achterplan werd
geschoven. Afgaande op de verklaringen door vak
bonden en regering ter zake afgelegd, kunnen we
ons zelfs niet van de indruk ontdoen dat er inder
daad geen al te zuivere koffie werd geschonken.
Daar is vooreerst het uitbetalen der eindejaars
premie. Het gaat hier om een verworven recht,
een deel van het loon, omtrent welke uitbetaling
niet het minste voorbehoud kon of mocht gemaakt
worden. Die centen werden door de mijnwerkers
in het zweet huns aanschijns verdiend en derhalve
moest dit geld, op de kortst mogelijke tijd na nieuw
jaar, op tafel liggen. Punt en daarmee uit. Het was
een flater van de regering het uitbetalen ervan
te binden aan de eis tot werkherneming, wat er
op wijst dat noch de vakbonden noch de leidende
personen enig begrip hadden van de gemoedstoe
stand der stakers.
En terwijl we het dan toch hebben over die
premie kunnen we misschien even de vraag stellen
waarom aan gesyndikeerden de volle 6.000 fr wordt
uitbetaald terwijl niet gesyndikeerden zich met
4.750 fr moeten tevreden stellen. Het saldo 1250
fr wordt door de regering aan de vakbonden uit
betaald zodat deze, via een omweg langs de staats
kas, een lidgeld opstrijken zelfs voor niet gesyndi-
seerden. In hoe ver deze handelwijze goed te pra
ten valt laten we buiten beschouwing, maar een
feit is dat garandeert de Grondwet de vrijheid
van vereniging de verplichting ertoe nergens te
boek staat. Wie zich ibij geen vakbond wenst aan
te sluiten is daarvan volkomen vrij, loopt zijn eigen
risico en moet er de gevolgen van dragen. En van
dat soort zijn er heel wat, ongeveer 1/3 of circa
7-500 als onze inlichting juist is cijfer dat, na
de laatste verwikkelingen, nog wel hoger zal wor
den. Dat de vakbonden deze desertie met lede ogen
aanzien is begrijpelijk, centen blijven centen, maar
is niet juist hun onbegrijpelijke houding der laatste
jaren de oorzaak van deze anti-syndikale bcwe-
gng
Een andere reden tot ergernis vinden we in
de verklaring van Premier Eyskens als hij spreekt
over de prijs der kolen waarbij een vergelijking
getrokken wordt tussen de prijs der amerikaanse
steenkolen en deze van het binnenland. Van een
onbevoegde ter zake kan een onwaarheid of missing
aanvaard worden, in elk geval niet van iemand
als Premier Eyskens. professor aan de Universiteit
van Leuven en bekend economist. De handelsterm
CIF Antwerpen (afkorting van Cost - Insurance -
freight) betekent dat de prijs van een bepaalde
koopwaar tot in de haven gebracht, alle kosten in
begrepen, uitzondering gemaakt voor de los- en
herverzendingskosten ex-schip tot de plaats van
bestemming, die ten laste van de koper vallen.
In deze omstandigheden een vergelijking ma
ken tussen de prijs CIF Antwerpen - de prijs
vertrek mijn Limburg gaat niet op. Om een juiste
ce cijfering te maken moet gerekend worden met
de kostprijs tot de plaats van bestemming. In het
geval der amerikaanse steenkolen weten we niet
zo goed welke haven- en transportkosten er bij de
prijs CIF dienen gevoegd, maar dat deze heel wat
hoger zullen lopen dan de verzendingskosten over
de korte afstand Limburg/hoogovens, lijdt geen
twijfel. Dat weten de mijnwerkers even goed als
wij zelf, zodat hier ook weer een reden tot mis
noegdheid bestaat.
Nog een ander, meer doorslaand argument,
woidt door de stakers ingeroepen. De productie
per dag en per man steeg van 1660 kg in 1965 tot
2075 ikg in 1969. hetzij met 25'f. Bovengronds en
ondergronds personeel samen genomen, bedraagt
de productievermeerdering 21V Over dit feit werd.
zo ver we weten, nog geen woord gerept door over
heid en syndikaten. maar geef toe dat het ene
bij het andere gevoegd de mijnwerkers zich be
drogen voelen en naar de laatste middelen hebben
gegrepen, middelen waartoe ze in het begin door
de vakbonden werden aangespoord om r. dien door
dezelfde afgeremd te worden.
En het is niet het laattijdig achteruit krabbelen
van leiders en regering dat het vertrouwen dei-
mijnwerkers zal herstellen, wel integendeel. Het
leven in politieke of syndikale ivoren torens, bracht
tussen de gewone man en de staatsleiding een kloof
die zich niet langer tot de mijnstreek beperkt,
maar op alle vlakken merkbaar is.
Hoe we zo ver geraakt zijn behandelen we in
een volgend artikel.
Om de aandacht op de talloze soldatenproble-
men te vestigen, werd dit jaar de week van de
soldaat ingericht onder het motto kaarten op
tafel Om eens aan de politiekers en aan de syn
dikaten te vragen de ganse problematiek van de
wetgeving rond de dienstplicht te onderzoeken en
verbeteringen aan te brengen zodat er een meer
rechtvaardige verdeling van de lasten komt.
Maar legerdienst brengt ook mee dat men in
een legersysteem terecht komt en dat, niettegen
staande de goedwil van een aantal officieren, on
derofficieren en soldaten, er nog tal van verbete
ringen (tuchtreglement, sanitaire installaties, dienst
regelingen, enz.) niet doorkomen, omdat men vast
zit in verkeerde strukturen en verouderde opvat
tingen.
aar de jonge man ook tegenwoordig is, hetzij
op school of aan het werk, daar ijvert hij mede
voor inspraak, demokratisering. medeverantwoorde
lijkheid; vraagt hij naar het waarom van het sys
teem en wordt hij niet aangezien als iemand die
niet meetelt. Komt hij in het leger dan is het maar
al te dikwijls het omgekeerde op de vraag waarom
hij soldaat moet worden, krijgt hij geen gemoti
veerd antwoord; kansen van inspraak en medebe
heer zijn er niet of tot kleinigheden herleid en
steeds heeft hij het gevoelen dat hij maar een
stamnummer is en niet meetelt tenzij om blind te
gehoorzamen.
Oo.< daarom wordt bij deze Week van de Sol
daat aan de legeroverheid gevraagd eens de kaar
ten op tafel te werpen en in overleg met burger-
c ganismen (gezinsorganisaties, jeugdverenigingen,
soldatendiensten, afgevaardigden van miliciens enz)
te zoeken naar een oplossing ter verbetering van
het leger. Het leger mag er als onderdeel van een
verdediging, nl. de gewapende verdediging, niet ios
komen te staan van de maatschappij en daar waai
de buiger zijn centen en een gedeelte van de jeugd
iti beschikking stelt is het maar wenselijk dat hij
ook iets te zeggen heeft.
Zo zouden wij nog verder kunnen gaan met de
opsomming van hetgeen allemaal mogelijk is om
het leger en legerdienst nog meer te nutte te maken,
maar de ondertitel van de slogan luidt HARTEN
BLIJFT TROEF.
Hoe men het ook draait of keert en hoe men
ook de beste oplossing geeft aan voornoemde pro
blemen, de soldaat wordt verwijderd van thuis en
komt terecht in een midden waarop hij niet. of
onvoldoende, is voorbereid.
Me leien nem van alles op school, maar geven
hem zelden stof tot nadenken over de manier waar
op hij aan zijn dienstplicht zal voldoen. We houden
in al lei le: verenigingen gespreks-avonden over
uitgaan, zakgeld, generatieverschil en vergeten
daarbij dat de jeugdige een paar maanden nadien
zal staan in een gemengde kazernewereld.
In plaats van hem de nodige bagage mee te
geven om weg van huis (in Duitsland) zijn dienst
plicht te laten kloppen, lopen meerderen bij jan
en alleman om hun jongen-soldaat of verloofde
soldaat toch maar dicht bij huis te laten kazerneren,
heel dikwijls ten koste van een wederdienstneming
voor drie maanden.
(Lees verder op pagina 2)