h f/st5n s s '0.Q jfYi 5 6^ ez^nd vueek^ Qtf Voorstel tot belasting op de niet-gebouwde percelen in een niet-vervallen verkaveling HEMERIJCKX IN MEMORIAM Zevenenveertigste Jaargang Vrijdag 5 januari 1973 K am Drukker Uitgever PAUL LUYSTERMAN - JACOBS Koepoortstraat 10 - 9400 NINOVE Tel. 054/327 27 - Postcheckrek. 4786 85 Prijs voor Jaarabonnement 170 Fr. Prijs per nummer 5 Fr. VERSCHIJNT IEDERE WEEK. NOTA VAN DE REDACTIE Dit voorstel werd ingediend op 14.12. 1972 door de heer Jacques Timmermans, schepen van Jeugdbeleid en culturele aan gelegenheden. Na onderzoek door de Sectie van Fi nanciën werd het aan de dagorde gesteld van de Gemeenteraadszitting van vrijdaq 22.12.1972. Het werd verdaagd naar een aanstaande Gemeenteraadszitting om redenen die niet bekend gemaakt werden. Ingevolge verschillende vragen tot op heldering geven wij het voorstel hieronder letterlijk weer, en - voorlopig - zonder kommentaar. De Gemeenteraad Gelet op de wet van 29 maart 1962 houdende organisatie van de ruimtelijke ordening en de ste- debouw, gewijzigd bij de wetten van 22 april en 22 december 1970. inzonderheid op artikel 70 bis; Overwegende dat het nodig is het vrijkomen van bouwgronden op het grondgebied van de ge meente te bevorderen; Gelet op de gemeentewet, inzonderheid od de artiklen 75, 76, 5°, 137 en 138; Na beraadslaging BESLIST Artikel 1. - Er wordt voor het jaar 1973 een jaarlijkse rechtstreekse belasting geheven op de niet-gebouwde percelen, begrepen in een niet-ver vallen verkaveling. Artikel 2 - Het bedrag wordt vastgesteld op 500,- fr. per strekkende meter lengte van de kavel palende aan de straat, evenwel met een minimale aanslag van 3.000,- fr. per bouwperceel, als zodanig vermeld in de verkavelingsvergunning. Artikel 3 - De belasting bezwaart het eigendom en is verschuldigd hetzij door de eigenaar op 1 ja nuari van het belastingjaar, hetzij door de erfpach ter of de opstalhouder en subsidiair door de eige naar. Artikel 4. - Met betrekking tot de percelen ge legen in verkavelingen waarvoor de eerste maal een veiikavelingsvergunning werd of wordt afgege ven, is de houder van die vergunning, met ingang van het jaar dat volgt op de aangifte ervan, ge durende drie jaar van de belasting ontheven. Artikel 5. - Van de belasting zijn vrijgesteld 1. de natuurlijke en rechtspersonen die eige naar zijn van één enkel ongebouwd perceel bij uitsluiting van enig ander onroerend goed gelegen in België of het buitenland; 2. de nationale en plaatselijke maatschappijen voor volkswroningenbouw; 3. de eigenaars van percelen die, ingevolge de bepalingen van de wet op de landpacht, thans niet voor bouwen kunnen worden bestemd; deze vrij stelling betreft alleen deze percelen. De sub 1 verleende vrijstelling geldt slechts gedurende de vijf dienstjaren die volgen op de ver werving van het goed of gedurende de vijf dienst jaren die volgen op de eerste heffing van de belas ting waarvoor deze verordening aangenomen werd, indien het goed op dat tijdstip reeds verworven is. Artikel 6. - Als gebouwde percelen worden be schouwd de percelen, waarop ingevolge een ver leende bouwvergunning de bouwwerken onder dak zijn gebracht op 1 januari van het dienstjaar waar op de belasting slaat. Artikel 7. - Wanneer een kavel paalt aan twee of meer straten, zal de grootste gevellengte langs een van die straten als grondslag van de belasting berekening in aanmerking komen. Indien het een hoekperceel betreft, wordt de grootste van de rech te gevellengte in aanmerking genomen, vermeer- derd met de helft van de afgesneden of afgeronde hoek. Artikel 8. - De eigenaar van een niet-gebouwd bouwperceel is verplicht bij het gemeentebestuur aangifte te doen van zijn eigendom door middel van een door het College van burgemeester en schepenen vastgesteld formulier. Deze aangifte wordt ingediend binnen de maand na het van kracht worden van deze veror dening en voor de volgende aanslagjaren vóór 31 januari. Artikel 9, - De belasting wordt ingevorderd overeenkomstig de regelen die gelden voor de in vordering van de directe Rijksbelastingen. Artikel 10. - Het belastingcohier wordt opge maakt door het College van Burgemeester en Sche penen en uitvoerbaar verklaard door de bestendige deputatie van de provincieraad. Artikel 11. - De belasting is eisbaar na ont vangst door de gemeenteontvanger van het uitvoer bare kohier. Zij is betaalbaar binnen de twee maand volgend op de datum van uitgifte van het aanslagbiljet. Indien de betaling binnen de vastgestelde ter mijn niet heeft plaats gehad, brengen de verschul digde sommen ten voordele van de gemeente ver wij linteresten op berekend tegen 7% per jaar. Elke begonnen maand vertraging wordt als een volle maand aangerekend en zulks onverminderd de bij de wetten en reglementen bepaalde vervol gingen en straffen. Wanneer het bedrag van de interesten minder dan 100 fr. bedraagt, worden zij niet ingevorderd. Artikel 12. - Elk bedrog of poging tot bedrog, elke inbreuk op deze verordening, onder meer het niet indienen van een aangifte, het laattijdig, on volledig of onjuist opmaken van de aangifte, wor den onverminderd de betaling van het verschuldigd recht, gestraft met een boete die gelijk is aan dit recht en, ingeval van herhaling binnen het jaar, met een boete die gelijk is aan het dubbele ervan. Bij ontstentenis van aangifte of wanneer deze niet voldoet, wordt de belastingplichtige van ambts wege belast met inachtneming van de elementen waarover de gemeente beschikt. Artikel 13. - De gemeenteraad kan met de over treder een overeenkomst afsluiten betreffende de geldboete en zulks onverminderd de betaling van de belasting. Om ontvankelijk te zijn moet elk verzoek tot overeenkomst uiterlijk dertig dagen na de beteke ning van het proces-verbaal bij het gemeentebe stuur worden ingediend. (Leest verder op pagina 2) De Koninklijke Vlaamse Akademie voor Ge neeskunde hield op 16 december jl. in haar zetel te Brussel een plechtige zitting ter nagedachtenis van haar corresponderend lid die zich uitermate verdienstelijk heeft gemaakt in Belgisch Congo en India. Professor Dr. Janssens deed een uitvoerige uit eenzetting waaruit blijkt dat onze gewezen stads genoot reuzenwerk heeft verricht. Wij verzochten Professor Janssens om mededeling van de tekst en zullen niet nalaten onze lezers de gelegenheid te geven om brede uittreksels van dit lang vertoog onder ogen te krijgen en kennis te nemen van het grootse werk van Dr Hemerijekx die de schoonste figuur zal blijven in de geschiedenis van zijn ge boortestad.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

Denderklok | 1973 | | pagina 1