k
/QQms
d uc/e
gy
HET UUR DER U/AARttEID
DE HUISVESTING
IN ONS LAND
Zevenenveertigste Jaargang
Vrijdag 23 maart 1973
I
Drukker Uitgever
PAUL LUYSTERMAN - JACOBS
Koepoortstraat 10 - 9400 NINOVE
Tel. 054/327 27 - Postcheckrek. 4786 85
Prijs voor Jaarabonnement 170 Fr.
Prijs per nummer 5 Fr.
VERSCHIJNT IEDERE WEEK.
Dat het met 's lands financiën slecht, zeer
slecht gaat is lang geweten. Maar de cijfers die ons
bekend geraakten dank zij het moedig betoog van
Vice-Premier Tindemans voor de Kamer van Koop
handel van Antwerpen, deden ons toch even naar
adem snakken.
Ge moet Tindemans heten - wie van onze hui
dige excellenties zou zo iets durven - om open
baar met getallen uit te pakken die niet alleen
wijizen op een belabberde toestand van de staats
kas, maar tevens het bewijs leveren dat het gebrek
aan staatszin en -huishoudkunde van onze politie
kers aan het ongelooflijke grenst.
In dit kort proza een analyse maken van al de,
laat ons zeggen verdachte posten die door de Mi
nister werden opgesomd, is niet mogelijk. Enkele
ervan willen we toch onze lezers ter overweging
voorleggen.
Voor 1973 beloopt het bedrag voorzien voor
uitgaven aan staatsinstellingen niet minder dan
102 miljard. Het voorziene tekort in deze sektor
draait rond de 40 miljard en onder meer andere
fraaiheden, hierin vervat, vinden we niet minder
dan 19,7 miljard voor de spoorwegen.
Dat de Staat bijspringt in de abonnements
gelden voor pendelaars is redelijk, maar dat de cir
ca 20 miljard alleen hiervoor uitgegeven worden
maakt ons geen mens wijs. Jammer dat de Vice-
Premier hierover niet meer uitleg verschaft, al
hoewel we toch het recht hebben te weten waar
en hoe onze centen worden besteed.
De 7,7 miljard voor Post, Telegraaf en Tut-tut-
tuit hebben ons ook doen steigeren. Om het bij de
Post te houden, wie niet beter zijn taak kan ver
richten dan de Post het doet, is geen cent toelage
waard.
Voor wat de Telefoon betreft is het erger. Aan
door de abonnees gestorte waarborgen alleen be
schikt deze Regie over een bedrijfskapitaal dat naar
onze schatting toch in de miljarden moet lopen,
zonder dat hiervoor ook maar één cent interesten
wordt betaald. Elk bedrijf, waar ooik ter wereld, dat
gratis 'n dergelijk bedrijfskapitaal ter beschikking
krijgt, zou zijn uiterste best doen de abonnees de
beste en goedkoopste service in ruil te geven.
In België echter gaat dat anders. Met. een sta
len gezicht verkondigde Minister Claes van Eco
nomische Zaken dat de prijzen van de openbare
diensten, dus ook de P.T.T., voor een bepaalde tijd
geblokeerd bleven. Wast deze naïeve sindikalist
toen nog niet dat de Regie van Telefoon in stilte
zijn slag voorbereide Ja, ja. We krijgen einde
lijk iets een nieuw nummer met 9 in plaats van
8 cijfers plus een verandering van het huidige zone-
tarief in het vroegere, meer aan de werkelijkheid
beantwoordende tijds-tarief.
Wat deze verandering betekent weten we op
voorhand opslag. De vraag is maar hoe de spe
cialisten en plannenmakers van de R.T.T. indertijd
hun rekening gemaakt hebben om niet te voorzien
dat de toepassing van het zone-tarief zonder be
paalde duur tot een massa misbruiken zou leiden.
Onbekwaamheid Of de zekerheid dat, als er geld
tekort is, de Staat toch bijpast. Geef die Regie van
tut-tut-tut in handen van een privé-maatschappij
en die zal er een dikke stuiver aan verdienen. Dat
geven we U op een briefken.
Alle mooie beloften en schone woorden ten
spijt, blijft de Sabena ook uit de staatsruif vreten.
Dat komt ervan als ge, zoals het pietluttige Sabena,
de strijd aanpakt tegen de reuzen van de lucht
vaart zoals Panam, T.W.A., British Airways, Luft
hansa en andere. De dikke nekken van onze Na
tionale Sabena moeten zich met minder tevreden
stellen om, als het niet beter kan, de hele boel maar
aan de meestbiedende te verpachten. Maar ja, de
zekerheid dat de Staat het verlies ook hier bijpast
zal er voor veel tussen zitten.
Simplistisch gezien, zult ge zeggen. Akkoord,
maar kan geen enkel van onze staatsinstellingen
op eigen benen staan, zonder verlies werken, laat
staan er een cent aan te verdienen
Het waanzinnige wordt bereikt in de sector van
toelagen aan de kolenmijnen. Van 1,1 miljard toe
lage in 1965 steeg dit cijfer voor 1972 tot 6,2 mil
jard hetzij een gemiddelde van 188.000 Ir. per mijn
werker. Voor 1973 is een tekort van 7 miljard voor
zien, we zeggen voorzien... en iedereen weet wat
dat wil zeggen. Om het in duidelijke woorden te
zeggen, de in de Walen gedolven kolen kosten meer
aan dagure. cu ze aan de verbruiker worden ge
rekend. Hier is maar één oplossing radikaal slui
ten Het uitgespaarde geld kan nuttiger besteed
en aangewend worden voor het scheppen van meer
nieuwe industrie. Weer eens een schoolvoorbeeld
waartoe een door politiekers geleide economie kan
leiden.
Aan alle handelaars en fabrikanten vraagt de
regering vrijwillig hun winst te beperken als me
dewerking in de strijd tegen de inflatie. Gemak
kelijker gezegd dan gedaan. Onze politiekers zou
den er beter aan doen het goede voorbeeld te stel
len en met de deflatie in eigen rangen te beginnen.
Zesendertig ministers met alle toebehoorten aan
wagens, chauffeurs, kabinets- en andere chefs, heb
ben we waarachtig niet nodig.
Agglomeratie-, kuituur-, gewest- en andere ra
den overkoepelen de bestaande arrondissements-
en provinciale diensten. We weten dat sommige
voorzitters van deze nieuwigheden tot 1 miljoen
per jaar opstrijken aan vergoedingen plus de
bijbrokken. En dat -zijn maar een paar voorbeel
den uit een zeer lange lijst.
Dat het maar weinig betekent in een totaai
budget van 400 miljard per jaar Weten we ook.
Zoals we weten dat wie de tering naar de nering
niet kan schikken, uiteindelijk op droog zaad zit.
Een huismoeder die de laatste centen uit de kast
krabt, koopt geen roast-beef, die houdt het bij sto-
verij.
Onze regeerders zouden er goed aan doen het
bij manier van spreken bij pellepatatten en haring
te houden. Als voorbeeld voor de belastingbetaler,
die toch weer in zijn zak zal moeten schieten.
Het Nationaal Instituut voor de Huisvesting
publiceerde de uitslag van een in 1972 ingesteld
onderzoek nopens de kwaliteit van de doorsnee
huisvesting in ons land. Dit gebeurde reeds voor
de tweede maal sedert 1961 en het is wel bijzonder
belangwekkend de uitslagen even te vergelijken,
voor wat de verhoudingen gezonde en ongezonde
woningen betreffen.
De gemiddelde leeftijd van de Belgische wo
ning bedroeg in 1961 56 jaar en omvatte in afge
ronde cijfers een miljoen ongezonde woongelegen-
heden, waarvan 600.000 verbeterbaar en 400.000 nog
goed om af te breken.
In 1972 was het getal der ongezonde woningen
gestegen met 20.000 en is de vergelijking procents-
gewijze van gezonde en ongezonde woningen van
62/< tot 389c voor gans het land. Hiervan is de ver
gelijking Vlaanderen/Wallonië 609c gezonde en 40
i ongezonde voor Vlaanderen, en 54% gezonde te
gen 46% ongezonde voor Wallonië.
De verhoudingen voor de provincie Brabant
vallen hierbij op in gunstige zin. namelijk 75% ge
ronde voor 259c ongezonde.
Op gebied van komfort en sanitair voor wat
de binneninrichting betreft, is een merkelijke voor
uitgang vast te stellen in dit laatste decennium.
Inderdaad waar tien jaar geleden slechts 36,7890
der woningen over een w.c. met spoeling beschik
ten, izijn er nu 56%. Waar in 1961 22,199c een bad
kamer met warm water konden gebruiken, zijn er
nu 48' Zelfde vooruitgang is aan te merken voor
de verwarming. Nu zijn er 30% uitgerust met cen
trale verwarming tegenover 12,22% tien jaar ge
leden. Slechts 9% van de woningen zijn niet aan
gesloten op enige riolering.
(Lees verder op pagina 2)
eï-in