d
e
z\u
e/7 l,/~ \J
'Qciivs
IN MEMORIAM
D' Fr. Hemerijckx
Zevenenveertigste Jaargang
Vrijdag 22 juni 1973
Drukker - Uitgever
PAUL LUYSTERMAN - JACOBS
Koepoortstraat 10 - 9400 NINOVE
Tel. 054/327 27 - Postcheckrek. 4786 85
Bij de aanvang van de openbare vergadering
der Academie, gehouden op 16 december 1972, ver
leent de H. P. De Nayer, voorzitter, het woord aan
collega P.G. Jtenssens, die volgende lofrede uit
spreekt over wijlen Dr. Fr. Hemerijckx.
Frans Hemerijckx is een uitzonderlijke figuur.
Zijn baanbrekend werk op het gebied van de lepra
bestrijding is een aanwinst met blijvende waarde.
Zijn ethische waarde als arts zal een voorbeeld
blijven voor velen. Zijn diepmenselijke waarde zal
immer tussen ons voortleven.
Hoe deze hoogstaande persoonlijkheid is ge
groeid uit het alledaagse en zo weelderig mocht
opbloeien uit een indrukwekkende bescheidenheid,
is een boeiende en tevens prachtige les. Mits vol
doende afstandsneming ziet men een reuzegestalte
ontspringen uit een afwisseling van schaduw en
licht en het grandiose geboren worden uit de een
voud zelf.
Minzaam, bescheiden, edelmoedig, bekwaam,
vooruitstrevend, ijverig, doordrijvend, onversaagd,
zovele gaven die hij ten dienste heeft gesteld van
de mens, .zijn broeder, ook de meest verstotene.
Zijn engagement voor zijn levensdoel was totaal,
als arts, als missiearts, als leproloog; hij zou zieken
gezond en gelukkig maken en deed het onverdroten
met een opgeruimd gemoed.
Een voornaam mens, wie hij ook weze, bepaalt
nooit alleen zijn persoonlijkheid. Ook bij Frans
Hemerijckx is de invloed van huiskring en milieu
niet achterwege gebleven. Hij werd geboren te
Ninove op 19 augustus 1902. Zijn vader, Theofiel
Hemerijckx, een boerenzoon uit Denderwindeke,
genoot een franstalige opleiding te Edingen, had
een bijzondere aanleg voor hout- en ijzerbewerking
en vestigde zich als kaarsenmaker te Ninove. Zo
hij geen gediplomeerd ingenieur is geweest, was hij
bijzonder vindingrijk en bouwde eigenhandig een
dopmachine waarvan het evenwicht dusdanig
berekend was, dat hij met één vinger de zware bak
met kaarsvet kon omhoog of omlaag bewegen. Deze
karaktervolle man, met een kop a la Streuvels, was
uiterst actief, energiek en punctueel karaktertrek
ken die bij Frans Hemerijckx worden teruggevon
den. Zijn moeder was het type zelf van de model
Vlaamse huismoeder, met hart en ziel toegewijd
aan echtgenoot, kroost, huistaken. Deze zeer god
vruchtige vrouw was een schone vrouw, naar het
woord van Plato, d.i. zichtbaar geworden liefde
Zijn humanioravorming genoot hij aan het St.-
Aloysiuscollege te Ninove en het St.-Catharinacol-
lege te Geraardsbergen. In deze instellingen blijft
de herinnering aan een doordrijvende, wilskrachti
ge student vol rijke beloften. Deze vrome en vran
ke jongen deed zich niet bijzonder opmerken, met
uitzondering voor zijn onverzettelijke wil om te
verwezenlijken wat hij zich eenmaal had voorge
nomen, alle moeilijkheden ten spijt. In de strenge
winter van 1917 reed hij aldus langs de Dender op
de schaats van Ninove naar Geraardsbergen. Er
was veel moed voor nodig zegde hij zelf. Vader
kon bij zijn thuiskomst telkens zijn bevroren vin
gers verzorgen. Vrije tijd werd besteed aan knutse
len, boekbinden, koper en tin drijven, aanleg en
handigheid die nem later goed van pas zouden ko
men.
Vanaf de derde latijnse had hij zich voorgeno
men arts te worden en liefst dit beroep in Kongo
uit te oefenen. Zijn innerlijke drang was immers
hulp te brengen aan mensen in nood, liefst in hoog
ste nood.
Aan de Leuvense Universiteit liep hij college
als een flinke student, zonder veel problemen. Zijn
laatste jaar zou hierop uitzondering maken, wan
neer hij in een ernstig conflict gewikkeld geraakte
met de korzelige en wraakgierige titularis voor de
oogziekten. Hij heeft deze academische pietluttig
heid nooit gedramatiseerd, maar gelaten ondergaan.
Later zou hij echter zoete weerwraak nemen met
zijn vele succesvolle oogoperaties. Wanneer hij met
succes zijn eerste staar had geopereerd, schreef hij
aan één van zijn medestudenten Wat zou Ana-
tole vreemd opgekeken hebben
Frans Hemerijckx bleef afzijdig van het club-
leven, de dompersclub incluus. Daarentegen zette
hij zich zeer actief in voor het stichten, in 1925, van
de Missiebond der Vlaamse Studenten, een tegen
hanger van de AUCAM. Bewust vlaamsvoelend stu
dent, trok hij hun leuze verder door dan het alles
voor Vlaanderen dat de meesten wel tevreden
stelde. Verkozen tot praeses, bracht deze functie
hem in het bestuur van het Katholiek Vlaams Hoog
studentenverbond. Hij izette zich aldaar volledig in
voor het missiewerk. Om zijn bedoeling duidelijk
te maken, liet hij zijn baard groeien, hetgeen toen
hoogst ongewoon was. Om geld in te zamelen, nam
hij allerlei initiatieven, ondermeer het opvoeren
van een weinig bekend toneelstuk van Cervantes
De Straatridder van ons Heer Het werd voor
deze gelegenheid uit het Spaans vertaald door de
E.H. Lindemans. Vermeldenswaard is het feit dat
de hoofdfiguur missionaris wordt en melaats sterft.
Deze werkkring versterkte nog zijn roeping als
missiearts. Enigszins tot spijt van vader Heme
rijckx wees hij alle voorstellen om zich in Ninove
te vestigen van de hand. Vlug een fortuintje ver
dienen als een burgerdoktertje lag hem niet. Kongo
was zijn werkterrein en derhalve ging hij de les
sen volgen aan de School voor Tropische Genees
kunde te Brussel en behaalde aldaar het diploma in
de koloniale geneeskunde. Zijn vorming werd ver
volledigd met stages in het St.-Elisabethgasthuis te
Ukkel een tropenarts moet immers alle medische
problemen zelfstandig kunnen oplossen.
Prijs voor Jaarabonnement 170 Fr.
Prijs per nummer 5 Fr.
VERSCHIJNT IEDERE WEEK.
Op 11 juli 1929 onderneemt hij zijn eerste afreis
naar Kongo. Tshumbe Ste Marie (Sankuru-Kasaï)
bereiken, betekende alsdan 19 dagen boot tot Mata-
di, twree dagen trein tot Leopoldstad, opnieuw tien
dagen boot tot Port Francqui, een verdere bootreis
van zes dagen tot Lusambo en. eindelijk, drie dagen
langs hobbelige banen voor de laatste 315 km tot
Tshumbe. Deze missiepost was bediend door de pa
ters van Scheut. Mede door het feit dat zijn broer
een tijd nadien Scheutist zou worden, onderhield
hij met deze congregatie bijzondere vriendschaps
banden.
De gezondheidstoestand van de inlandse bevol
king was deerniswekkend. De enige gezondheids
zorg werd verzekerd door een dispensarium inder
tijd ingericht door een missionaris E.P. Bouvet, met
het oog op het 'bestrijden van slaapziekte en fram-
boesia tropica. Tshumbe betekent trouwens in
de inlandse taal framboesia
In 1920 volgde E.P. Bouvet de cursus voor ge
zondheidsbeambte aan de School voor Tropische
Geneeskunde, om een meer verantwoorde hulp te
kunnen bieden. Bij zijn terugkeer bouwde hij een
lazaret voor slaapzieken en voor de andere patiën
ten een dispensarium zijdelings aan het missiehuis.
In deze vooruitgeschoven, praktisch vergeten post,
kwamen in 1928 de eerste missiezusters van Opbra-
kel aan. Het orgelpunt bij de nieuwe uitbouw der
gezondheidszorg was de komst van een dokter.
Frans Hemerijckx was deze eerste titularis. Drager
van een koffer, een instrumententas en een enorme
werklust, vond hij in het dispensarium amper een
stoel om op te zitten. Dit was überhaupt iets min
dan verwacht, maar een uitstekende basis om de
medische activiteiten geleidelijk aan uit te breiden.
Een dispensarium werd afzonderlijk van het missie
gebouw opgetrokken en geleidelijk aan uitgebouwd
tot een hospitaaltje. De juiste toedracht van het
probleem der grote endemieën leren kennen, bete
kende verder onophoudend het binnenland door
reizen, hetgeen meteen ook een betere kennis van
de bevolking meebracht.
In 1930 vervoegt zijn verloofde Marie-Salome
Grootaert hem. Dit huwelijk, ingezegend te Mika-
iayi, begon als een voorbeeldig idyllisch echtelijk
leven. Het zette zich plots om in een jammerlijke
ramp. Onbedwingbaar zwangerschapsbraken bete
kende in deze verlaten plaats dood voor moeder en
kind, indien de vrucht niet werd verwijderd. Deze
alomvattende gewetenszaak werd door deze heroï
sche moeder zelf beslecht zij ging de dood in met
haar ongeboren kind. Wat .zoiets (betekend heeft
aan affectieve en gewetensproblemen bij deze teer
gevoelige echtgenoot kan men alleen maar gissen.
Een gebroken man, plots terechtgekomen in een
uitzichtloze tunnel, kan niet anders dan ook zijn
eigen levensdoel terug in twijfel stellen. Een terug
keer in eigen familiekring was hierbij een veilige
uitweg. Terug in België komt hij alras tot het besef
dat bevrijding te vinden is in noest werken en on
verdroten volharden in zijn medisch apostolaat.
Zonder lang verwijl is hij dan ook terug in Tshum
be, meer beschikbaar, meer toegewijd dan ooit aan
de noodlijdenden.
(Vervolgt)