e
Gemeenteraadszitting van 6 oktober 1977
talige JCoogdag
Eenenvijftigste Jaargang
Vrijdag 28 oktober 1977
SCHEPEN TIMMERMANS WORDT DE LEVIETEN GELEZEN
MAAR HOUDT ER EEN EIGEN OVERTUIGING OP NA!
AAN AL ONZE LEZERS
EN LEZERESSEN:
Drukker - Uitgever
PAUL LUYSTERMAN - JACOBS
Koepooilstrüci? 10 - 9400 NSNüVE
Tel. (054) 33 27 27 - Prk. 000-0478685-87
Prijs voor Jaarabonnement360 Fr.
Prijs per nummer: 9 Fr.
VERSCHIJNT IEDERE WEEK.
32) interpellatie van het schepencollege door de
Heer De Riemaecker, gemeenteraadslid, over
het niet naleven van de stedebouwkundige wet
ten en voorschriften binnen de omschrijving van
het B.P.A. Polderkwartier.
Dhr Burgemeester - Ten uitzonderlijke titel is
het woord nu aan dhr De Riemaecker voor zijn aan
gevraagde interpellatie.
Dhr De Riemaecker - Dit neem ik niet aan, Mr
de Burgemeester.
Dhr Burgemeestr - Maar wij zijn toch akkoord
Dhr De Riemaecker - Mijn interpellatie is geen
toegestane gunst, maar een recht
Dhr Burgemeester - Allez... bon...
Dhr De Riemaecker - Ik interpelleer op de stuk
ken die in de bundels staken en op wat ik gezien
heb en op wat mij vertoond werd.
Dhr Timmermans - Dit geldt evengoed voor U
als voor ons.
Dhr De Riemaecker - Ik zal U de tekst van mijn
interpellatie geven dan kunt U er in de volgende zit
ting op antwoorden.
Dhr Timmermans - Ik antwoord vanavond nog,
dan zult U een geruste vakantie hebben.
Dhr De Riemaecker - Ik zal U een deftig kaartje
sturen (gelach).
Dhr Waltniel - Ge zijt dat niet gewoon.
Dhr De Riemaecker - De ruimtelijke ordening
van het land, de streken, gewesten en gemeenten
wordt vastgesteld in plannen.
Die ordening wordt ontworpen zowel uit econo
misch, sociaal en esthetisch oogpunt als met het
doel 's lands natuurschoon ongeschonden te bewa
ren.
De Koning verleent bindende kracht aan de
streek-, gewest- en gemeenteplannen.
Alle voorschriften van de plannen van aanleg
hebben dezelfde bindende kracht, ongeacht of zij
grafisch zijn voorgesteld of niet.
De plannen hebben een verordenende kracht.
Zij blijven geldig totdat zij door andere plannen
kunnen worden vervangen na herziening.
Er mag alleen van worden afgeweken in de
gevallen en in de vormen door deze wet bepaald.
Dat zijn de princiepen vervat in art. 1 en 2
van het gewijzigd art. 2 van de wet van 29.3.1962
houdende organisatie van de ruimtelijke ordening
en van de stedebouw.
In uitvoering van de voorschriften van gezegde
wet heeft de stad Ninove een B.P.A. opgemaakt
voor de sector genaamd Polderkwartier, afgebakend
noordwaarts door de spoorweg, oostwaarts door de
Geraardsbergse-, Lavendel-, Beverstraat, Oudstrij-
dersplaats en Burchtstraat, zuidwaarts door de Den
der, westwaarts - behoudens het kompleks Mary
land - door het afvoerkanaal.
Dit B.P.A. bekwam koninklijke goedkeuring op
17.4.1962 en onderging reeds drie herzieningen.
De voorschriften van dit B.P.A. zijn bindend
niet alleen voor gans de bevolking, maar in de aller
eerste plaats voor alle openbare besturen, dus ook
en zelfs voor het nieuwe stadsbestuur van Groot-
Ninove.
Een reeks beslissingen wijzen er echter op dat
het nieuw stadsbestuur zich weinig stoort om het
B.P.A. en zijn stedebouwkundige voorschriften als
mede om desbetreffende wettelijke voorschriften.
De verregaande gevolgen van de begane ver
gissingen of onachtzaamheden - we zeggen het
uiterst zacht en zeer braaf - nopen ons tot deze
interpellatie.
1ste GEVAL het verlenen van bouwvergunning,
na wijziging der verkavelingsvoorwaarden, voor ka-
vei 3 van de stadsgronden gelegen tussen Elisabeth-
laan en Molendender.
Op gunstig advies van de stedelijke technische
dienst wordt een vraag tot verschuiving van de
bouwiijn van 12 naar 8 m. ingewilligd door het Col
lege op 8.3.1977.
Op de aanvraag tot bouwen - geadviseerd als
conform met het B.P.A. door de stedelijke techni
sche dienst - wordt vergunning verleend door het
College op 3.5.1977.
1ste vergissing de vraag tot wijziging van de
verkavelingsvoorwaarden was niet ontvankelijk om
dat ze niet medeondertekend werd door de mede-
kavelanten en omdat de vraag hen niet betekend
werd, zoals voorgeschreven door het gewijzigd art.
57 der wet.
2de vergissing vermits kavel 3 paalt aan een
rijksweg zo moest hei College de aanvraag onder
werpen aan het advies van het Bestuur der Wegen,
zoals voorgeschreven door voorzegd art. 57.
3de vergissing luidens het gewijzigd art. 51
kan de Minister of de gemachtigde ambtenaar, op
met redenen omkleed voorstel van het College, af
wijkingen toestaan van de'voorschriften van een ver
kavelingsvergunning, bepaaldelijk o.a. wat de plaat
sing van de bouwwerken betreft. Het College beging
derhalve een machtsoverschrijding met zelf te be
slissen i.p.v. de Minister of de gemachtigde ambte
naar over een vraag tot afwijking van de verkave
lingsvoorschriften.
5de vergissing op 3.5.1977 heeft het College
vergunning afgeleverd om te bouwen volgens ver
kavelingsvoorwaarden onwettig gewijzigd door een
bestuur dat daartoe niet de minste bevoegdheid be
zat.
2de GEVAL het verlenen, na wijziging van de
voorschriften van het B.P.A. van bouwvergunning
voor een autobergplaats In de Karelhoofdstraat.
De stedelijke technische dienst heeft de bouw-
aanvraag van 29.3.1977 geadviseerd als volgt
- het perceel ligt in een zone voor aangesloten
woningbouw;
- het heeft slechts 3,65 m. breedte waar het
B.P.A. minimum 6 m. voorziet;
- een zelfde vraag werd reeds geweigerd.
Op 5.4 beslist het College een gemotiveerd voor
stel tot afwijking van de voorschriften van het B.P.A.
te richten tot de gemachtigde ambtenaar.
Bij schrijven van zelfde datum wordt het voor
stel overgemaakt.
In antwoord op de brief van 5.4 meldt de ge
machtigde ambtenaar zijn akkoord bij schrijven van
17 mei.
Bouwvergunning wordt verleend op 3 juni.
Eerst op 15 juli stuurt de gemachtigde ambte
naar de bundel terug met, ter bevestiging van zijn
brief van 17 mei, zijn akkoord.
6de vergissing de motivering van het afwij-
kingsvoorstel door het feit dat geen overeenkomst
tot samenvoeging van eigendommen mogelijk is.
Met te verzwijgen dat het bouwperceel der Karel
hoofdstraat herkomstig was uit een achterliggende
eigendom palende aan de Lavendelstraat, groot cir
ca 4 aren 30 ca., werd de gemachtigde ambtenaar
moedwillig in dwaling gebracht.
De 4 aren 30 ca. werden door wijlen Wed. Van
den Noortgate - zonder verkavelingsvergunning -
verdeeld als volgt
1) op 16.3.1973 werden 2 aren 49 ca grond met
achterliggende bergplaats verkocht aan dhr Walra-
vens, eigenaar sinds 1967 van het perceel grond
met circa 8,50 m. gevelbreedte gelegen naast het
perceel Van Muylem-De Ville;
2) op 14.5.1975 werden circa 40 ca grond ge-
scnonken aan Mw Wed. Van Muylem-De Ville, aan
vraagster van de bouwvergunning voor een auto
bergplaats;
3) op 2.10.1975 werd de rest van de eigendom
verkocht aan dhr Vander Hoeven die er - na verkoop
aan de stad van het in de Lavendelstraat vooruit
springende gedeelte - Boetiek 2001 ingericht heeft.
Indien er thans onmogelijkheid tot samenvoe
ging bestaat dan is het vaststaand dat ze vrijwillig
geschapen werd en het voorstel moest DAT ver
meiden.
7de vergissing met voor te houden dat er een
vuilhoop aangelegd werd op gezegd perceel heeft
het College een bekentenis afgelegd van nalatigheid
en van onmacht.
(Lees verder op pagina 2).
e*6/