n Qamssn
De economische
toestand
Raadszitting
verschijnt iedere week.
Vierenvijftigste Jaargang.
Vrijdag 25 Januari 1980
VAN 17 JANUARI 1980
o Schepen Timmermans is geen
technieker, zelfs al tast men
zijn zakken af
o De beste spruiten zijn
ene keer vervroren!.
Drukker - Uilgever
PAUL LUYSTERMAN- JACOBS
Koepoortstraat 10 - 9400 NINOVE
Tel. (054) 33 27 27 - Prk. 000-0478685-37
Prijs voor Jaarabonnement440 Fr.
Prijs per nummer: 10 F.
Welke was de evolutie die onze economie ken
merkte sinds de petroleumcrisis van 1973
Heeft onze industrie zich kunnen aanpassen
Er zijn wel enkele lichtpunten, namelijk vier lan
den in de EEG zijn er in geslaagd hun productie
capaciteit tot 1977 jaarlijks op te voeren met 4%
en meer: de Duitse Bondsrepubliek, Denemarken,
Nederland en België, terwijl de aangroei voor alle
landen van de EEG samen maar 1,9% vertegenwoor
digde.
In sommige landen was er zelfs een zeer zwak
ke achteruitgang waar te nemen.
Niettemin daalde de tewerkstelling in de Bel
gische industrie met 2,6% over het geheel van deze
periode. Uit hogervermelde cijfers kan men dus con
cluderen dat de productiviteit in onze industrie sterk
toenam.
Toch ook wel enkele negatieve aspecten. Maat
regelen dienen getroffen te worden om ons indus
trieel potentieel zodanig verder uit te breiden dat
een steeds verhoogde productiecapaciteit ook voor
gevolg heeft dat de tewerkstelling gehandhaafd
blijft.
Inderdaad 2,6% minder tewerkstelling heeft voor
gevolg dat enkele tienduizenden werknemers de ran
gen van de werklozen zijn gaan vervoegen. Reken
hierbij het feit dat onze regering gedurende dezelfde
periode ook jaarlijks ongeveer 50.000 buitenlandse
arbeidskrachten toegelaten heeft, terwijl er jaarlijks
ongeveer 30.000 ons land verlaten hebben.
Deze twee factoren geven een duidelijke uitleg
omtrent het belang van de werklozen in ons land,
en indien men aan deze verschijnselen geen oplos
sing geeft is het zinloos de werkloosheid te bestrij
den door de werknemers minder uren te laten pres
teren.
Inderdaad, de gevolgen van de petroleumcrisis
van 1973 heeft men maar ten dele kunnen opvangen
door het opvoeren van de productiviteit. Anderzijds
was er ook een belangrijke daling waar te nemen
van de winsten vari onze ondernemingen.
Welke is dan uiteindelijk de huidige toestand
Op de allereerste plaats kan men op het natio
nale vlak vaststellen dat de kloof, reeds vroeger ont
staan tussen Wallonië en Vlaanderen, steeds maar
groter en dieper wordt. De aangroei van de produc
tiviteit in België is alleen toe te schrijven aan Vlaan
deren dat nu ongeveer 70% van de buitenlandse
handel voor zijn rekening neemt.
Wallonië circa 20% en dit niettegenstaande het
feit dat bijna 50% van ons nationaal budget naar
Wallonië en Brussel gaat. Wanneer twee of drie part
ners samenwerken en één blijft achterwege dan
schept dit moeilijkheden voor het geheel. Men zou
de laatste regeringscrisis ook naar die gegevens
kunnen ontleden.
Sinds 1973 is er werkelijk een energiecrisis
ontstaan onlangs werd opnieuw de beslissing ge
troffen om de kostprijs van de ruwe olie drastisch
op te voeren. Zal onze economie zich opnieuw kun
nen aanpassen
Eerder moeilijk rekening houdende met de ge
ringe rentabiliteit van onze industrieën en ook ze
ker ten gevolge van de hoge kostprijs van de kre
dieten. Een kaskrediet bij onze banken kost nu on
geveer 15%, en met de bijkomende kosten zelfs
16%. Vele van onze ondernemingen die werken met
een kleine winstmarge krijgen het hierdoor zeer
moeilijk.
Van overheidssteun moet men ook niet veel ver
wachten. Eerst moet men één miljoen werknemers
van de Staat betalen, ook ettelijke honderdduizen
den werknemers werkzaam in provinciale- en ge
meentediensten en parastatalen, meer dan driehon
derdduizend werklozen en verder nog de andere
sociale lasten. Dan pas kan men eerst spreken van
steun aan de nijverheid, aan openbare werken enz...
en hiervoor blijft er in de huidige omstandigheden
maar zeer weinig over.
Wij zien de nabije toekomst dus met een be
paald pessimisme tegemoet. Wat kan er gedaan wor
den De intresten voor kredieten verminderen Dii
punt is eerder afhankelijk van een internationale toe
stand laat ons immers niet vergeten dat in Frank
rijk bijvoorbeeld de inflatie voor 1979 dubbel zo be
langrijk was dan bij ons.
Een van de enige oplossingen bestaat hierin
energiebesparende maatregelen te treffen. Sinds '73
heeft men op dit vlak zeer weinig verwezenlijkt. Een
voorbeeld door bepaalde aanpassingen aan onze
hoogovens zou men voldoende energie kunnen spa
ren om aan een agglomeratie met 850.000 inwoners
verwarming te verschaffen. Alle belangrijke agglo
meraties van ons land zou men kunnen voorzien van
stadsverwarming volledig gevoed door recuperatie
calorieën van de industrie (hoogovens, nucleaire
centrales...). Tevens zou men bepaalde druk kunnen
uitoefenen op de olieproducerende landen, ten einde
de prijzen cp de internationale markten te milderen.
De meeste van de olieproducerende landen be
zitten praktisch niets buiten petroleum. Wanneer zij
conferenties kunnen beleggen waar zij de olieprijzen
bepalen, dan zou men toch ook overeenkomsten kun
nen aisiuiten waar men de prijs van de goederen kan
aanpassen die wij hen leveren.
Hiermede zou men natuurlijk de kern van de
zaak niet oplossen. De petroieumreserves zijn niet
onuitputtelijk. Het huidig exploitatieritme zou men
ongeveer 25 jaar kunnen volhouden.
Meer dan waarschijnlijk zal men in de toekomst
nog nieuwe bronnen vinden, maar anderzijds neemt
het verbruik van jaar tot jaar toe.
Er moeten dus dringend andere mogelijkheden
gezocht worden. Atoomenergie In zekere mate wel.
De gekende reserves aan uranium zijn voldoende
om de huidige productie 250 jaar lang vol te houden.
Maar moest men de productie met 10 vermenigvul
digen dan zouden deze reserves ook al maar voor
25 jaar volstaan, zonder dan te spreken over de an
dere nadelen. De enige oplossing die wij zien is
het uitbaten van de zonenergie. Niet de oplossing
die er in zou bestaan panelen op de daken van onze
woningen en in onze tuin te plaatsen. Bij ons vooral
is dit niet renderend. Wel bestaat de mogelijkheid
om centrales te bouwen in de ruimte. De Verenigde
Staten werken aan het ontwerp van een prototype
van dergelijke centrale die voldoende energie zou
ieveren om in de helft van de elektriciteitsbehoeften
van een land zoals België te voorzien. De zonnepa
nelen van dergelijke centrale zouden een rendement
hebben die ongeveer 40 maal belangrijker is dan
deze gebouwd op de meest gunstige plaatsen op
Onze aarde. Aangezien dergelijke centrale zich op
een hoogte zou bevinaen van ongeveer 36.000 km.
zou men 22 op 24 uur energie kunnen produceren.
Deze energie wordt dan naar de aarde gestuurd met
een systeem van microgolven.
Het is niet voor niets dat men in de U.S.A. koorts
achtig werkt om een tweetraps-raket te bouwen die
een nuttige belasting in de ruimte kan brengen van
250 Ton eri waarvan één van de twee delen meer
malen kan gebruikt worden.
Dei gelijke centrale in de ruimte bouwen zou
heel wat investeringen vergen, maar tevens kan zij
theoretisch tientallen jaren werken zonder noemens
waardige onkosten en enorme hoeveelheden ener
gie leveren.
De ruimtevaart was vroeger een prestiegekwes-
tie en in Europa had men gelijk hieraan niet mee
te werken. Nu echter neemt de ruimtevaart een
steeds belangrijker plaats in op het industriële vlak,
b.v. op het gebied van de telecommunicaties. In een
zeer nabije toekomst ook nog voer andere ontwer
pen. In het kader van de EEG moet men maatrege
len tretfen om gezamenlijk de nodige fondsen samen
te brengen die het mogelijk moeten maken de op
gelopen achterstand ongedaan te maken.
Voor onze economie zou het beslist een impuls
vertegenwoordigen die wij zeer goed kunnen ge
bruiken en bovendien zou het op langere termijn de
energienota zeer sterk milderen
Het is 19.30 uur wanneer 1ste Schepen Waltniel
de zitting voor geopend verklaard.
Worden verontschuldigd dhren Burgemeester
Cosyns en de Schepenen Beeckmans en De Ville.
Zijn afwezig dhren Ccolen. Evenepoel en Van
Varenbergh Karei.
Twee toehoorders en vier persmensen volgen de
debatten. De energiebesparende temperatuur van
20 graden doet niet gezellig aan.
(Lees verder op pagina 2).