EEN VERGETEN HERVORMER TE NINOVE Vierenvijftigste Jaargang. Vrijdag 22 februari 1980 Drukker - Uilgever PAUL LUYSTERMAN -JACOBS Koepoortstraat 10 - 9400 NINOVE Te!. (054) 33 27 27 - Prk. 000-0478685-87 Prijs voor Jaarabonnement: 440 Fr. Prijs per nummer: 10 F. VERSCHIJNT IEDERE WEEK. Ninove heeft een rijke geschiedenis met ve!e verdienstelijke en/of schilderachtige personaliteiten. Toch is het opvallend hoe wij ons hiervan slechts de laatste generatie herinneren onze dokter van de meiaatsen (neg zonder monument, maar precies daardoor nog echt actueel), E. De Deyn, P. De Mont, Anderen zijn veel schimmiger, maar toch nog net bekend kan. De Vlaeminck bijvoorbeeld, of Jo annes Despauterius. die zijn viering meer dan nodig heeft om eens van onder het stof te geraken. En dan zijn er nog de illustere onbekenden, waaronder blijkbaar ook Jan-Franpois Van Asbroeck moet gerekend worden. Die man lijkt totaal vergeten, hoewel Van Gassen heel wat aandacht aan hem heeft besteed. Ter attentie van onze lezers die de Ge schiedenis van Ninove niet bezitten, of die niet de tijd/het geduld hebben om dit monumentale werk door te maken, drukken we hierna een samenvatting van de voornaamste gegevens af. Anderzijds geven de verhaalde feiten wat ach tergrond voor de fusie van de verzorgingsinstellin gen, die ook op onze dagen met de nodige herrie geschiedenis makenbovendien zit er stof in voor sociaal-geèngageerde filmamateurs, indien ze ten minste na Daens ook een Ninovieter willen huldi gen J--F- Van Asbroeck, geneesheer ende heel meester van beroep, had tussen 1768 en 1789 prak tisch ononderbroken deel aan het bestuur van onze stad. De heerlijkheid Ninove-Herlinckhove maakte toen deel uit van de Oostenrijkse Nederlanden, die vanuit Wenen geregeerd werden door keizerin Ma- ria-Theresia M780) en door haar zoon Jozef II, de fameuze keizer-koster. De regering van Maria-Theresia. zo heet het, werd gekenmerkt door rust en welvaart. Ook Ninove profiteerde hiervan het groeide uit tot een stad met 3.000 inwoners, waar hard werd gewerktde beken werden gedeeltelijk overwelfd, het stratennet werd hersteld, vernieuwd en uitgebreid, terwijl zowat over al gebouwen volgens de moderne smaak werden op getrokken. Zo de gebouwen van de Abdij, de Deke nij, Hospitaal en Hospitaalkerk, alsook het pensio naat van de Zusters Penitenten-Recolletten. Men kan dus nog iets uit een wandeling leren, indien men moeite heeft om zich de bouwkundige stijl van de XVIIIde eeuw te Ninove voor te stellen. Verder verdient het aanbeveling één van de veie reproducties van de abdijgebouwen op te diepen. En voor de lezers die nog méér willen zien, kan op het bestaan van instructieve postkaarten worden ge wezen. Door de lokale uitgever Rayrr. on d Haegeman zijn er immers omstreeks 1900 souvenirs de Nino ve de wereld ingestuurd, waaronder een uniek kiek je van Le Couvent du Sacré-Coeur op een ogenblik dat de grootscheepse verbouwingen aan het Zusterhuis nog moesten beginnen. Sindsdien zijn de bouwlieden er niet meer weg geweest, zo als men ook nu nog kan vaststellen in de meersen van het Eschevat Daarentegen komen plaatjes van het hospitaal in zijn oude gedaante voor in zowat alle reeksen bij velen reikt de herinnering nog zo ver dat men zich die gebouwen kan voorstellen, waarvan de vleu gel der Bureeien een schone architectonische eenheid vormde met de kapel. Ninove zai alleszins in de tweede helft van de XVillde eeuw een welvarende en frisse aanblik ge boden hebben. Toch evolueerde de toestand voor de stad niet onverdeeld gunstig. De ontwikkeling van de pachtprijs voor het innen van de graanaccijnzen en accijnzen op het wagen- vervoer verraadt onmiskenbaar een steile economi sche achteruitgang te Ninove tussen 1761 en 1739. Bovendien had de stad, ais gevolg van de be- voikingsaangroei én van de economische achteruit gang. in toenemende mate af te rekenen met het armenprobleem onvermogende zieken, weduwen en wezen, ouden van dagen... Dit pauperisme, lang voor de dagen van de Aalsterse gebroeders Daens. moet op onze genees heer Van Asbroeck een diepe indruk gemaakt heb ben. Hij kende het armenprobieem van nabij, ver mits hij tenminste gedurend enkele jaren, zoniet zijn hele carrière lang geneesheer der armen wasdit ambt vertrouwde de stad toe aan de dokter die voor de verzorging der armen het laagste hono rarium vrceg. Daar dit ambt dus financieel niet bijs ter interessant was, doet men er best aan het art- sensyndicahsme a la dr. Wyne.n te vergeten wanneer men zich een beeld tracht te vormen van de genees heer Van Asbroeck. Of Van Asbroeck zelf een Ninovieter was. maa»\t Van Gassen niet duidelijk. Wel was hij gehuwd met de dochter van een lokale notabele. Dionisius De Coster, die reeas van 1761 tot 1764 een schepenambt had bekleed. Het is mogelijk dat de invloed van zijn schoonvader Van Asbroecks carrière in de Ninoofse schepenbank bevorderd heeft. In ieder geval wordt J.-Fr. Van Asbroeck in 1768 voor de eerste maal schepen. Hoewel dit niet als zodanig m Van Gassen oe- schreven staat, meen ik toch Van Asbroecks politiek tot 1781 te kunnen samenvatten als een poging om de economische achteruitgang van Ninove om te buigen. Daar zou meteen ook het armnwezen van profiteren. In 1768 het jaar van Van Asbroecks ambts aanvaarding horen we over klachten van de Ni noofse graankooplieden, die de teleurgang van de stedelijke graanhandel toescheven aan het zgn. Le- pelrecht. Dit heerlijk recht was een belasting in na- tura. geheven op iedere zak graan die te Ninove ver handeld werd het werd bij de stichting van het Hospitaal (Xlilde eeuw) afgestaan door Maria Van Perwez, Vrouwe van Ninove. om de verzorgingskos- ten voor zieke passanten ronddolende armen) te dekken. Aan de vraag tot afkoop van dit recht gaven burgemeester en schepenen niet dadelijk gevolg. Men probeerde eerst andere lasten uit te schakelen, o.m. de hinderlijke tol die geheven werd op alle vrachten die vanuit Pollare Ninove bereikten. De weg Poiiare-Ninove lag immers over een afstand van enkele roeden (zoals de Ninovieters mini maliserend beweerden) op Brabants grondgebied wat het hertogdom tolrecht gaf. Pogingn om deze tol te kopen (1771) mislukten evenwei. Daarop volgden dan steeds ernstiger inciden ten transporteurs weigerden te stoppen aan het tolkantoor, even buiten de Brabantse poortde gar des zetten de onwilligen achterna, vatten ze. maar moesten hen laten gaan Ninovieters hadden zich tegen de gardes gekeerd. Een zekere Em. Vander Kelen zou met wapens hebben gedreigd, en zelfs de burgemeester werd aangewreven dat hij zijn stadsgenoten tot geweldpleging op de gardes had aangespoord (1777). Als resultaat van het prcces dat op deze feiten voigde. verkreeg de stad de toelating om het traject van de weg Ninove-Pollare te verleggen hierdoor werd deze weg tolvrij. Schepen Van Asbroeck had meteen een troef in handen om de Staten van Henegouwen warm te maken voor een steenweg Bergen-Lessen-Edingen- Ninove-A3lst. ais alternatief voor Edingen-Geraards- bergen-Aalsi. waarvoor het Land van Aalst reeds in 1764 een octrooi had gewenst. Hij getroostte zich grote moeite om het Nirioofs alternatief erdoor te duwen, en wist er zelfs steun van Dendermonde voor te verkrijgen. De economische voordelen die men de Staten van Henegouwen voorspiegelde een sterk verruimd afzetgebied en nieuwe markten voor steenkool mochten echter niet baten Ge- raardsbergen en Aalst (natuurlijk wrongen tegen, met als resultaat dat in 1780 de bewuste weg op de lange baan geschoven werd. Intussen had Ninove zijn stuk van de weg reeds grotendeels aangelegd voor niets (Het vervolg toekomende week).

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

Denderklok | 1980 | | pagina 1