2 DE DENDERKLOK ONTVANGSTEN 1979 voorzien was van 4,4 milj. Daarentegen werden op de postten 766/112/01 en volgende een bedrag van 642.000 F geschrapt betrekking hebbend op de toela gen aan deze werklozen. De stad verricht dus een gans bijzondere inspanning om de gesel van deze tijd te helpen bestrijden. Zij heeft trouwens in zeer ruime mate gebruik gemaakt van de mogelijkheden geboden door de wetgeving inzijke het Bijzonder Tijdelijk Kader op bepaalde projecten en initiatieven te realiseren. De post personeel is en blijft een zwa re uitgavefactor. Vooral voor de komende begrotin gen zal hieraan voldoende aandacht moeten worden besteed, vermits wij ons thans in een vergevorderd stadium van volzetting der kaders bevinden. Tegen het einde van dit jaar zullen de nieuwe aanwervingen en bevorderingen in de administratie, de politie en de technische diensten zich dan ook meer en meer doen voelen. De post overdrachten die in vastgelegde kredie ten 20,2 milj. beloopt, heeft vooral betrekking op die posten met name een toelage aan het O.C.M.W. ten beiope van 13,7 milj. de subsidiëring van de verschillende verenigin gen in de socio-kulturele sector voor een bedrag van 3,0 milj. de toelage aan de kerkfabrieken oplopend tot 2,0 milj. Inzake het O.C.M.W. wil ik, ingaande op een vraag gesteld in deCommissie van Financiën, vol gende precisering verschaffen. Op 31.3.77 bedroeg het boni van de gezamen lijke commissies van Grooi-Ninove (saldo van de ge zamenlijke rekeningen 1976) 3,3 milj. De Stad ver richtte volgende stortingen aan het O.C.M.W. ter dek king van de begroting dezer instelling 1977: 8,7 miljoen 1978 10,4 miljoen 1979 13,3 miljoen hetweze voor deze drie jaren. 32,4 miljoen. Het saldo der rekening 1979 bedroeg op 31.3.80 11,7 milj.; hetweze een toename van ca. 8,5 milj. Dit leidt tot de gewettigde conclusie dat de stad tijdens de voorbije 3 jaar 8,5 milj. meer gestort heeft dan de werkelijke behoeften van deze instelling. Het feit vindt zijn oorsprong in de verplichting van de stad om het begrotingstekort van het O.C.M.W. te financieren en niet het tekort op de begroting. Het is hier in ieder geval een aangelegenheid welke met het O.C.M.W. dient te worden besproken. We zullen wel het boni van de rekening 1979 terugvinden in de koptabe! van de begroting 1981 doch ons komt voor dat het O.C.M.W. van de stad geen grotere financiële tussenkomsten dient te vragen dan strikt noodzake lijk is. De Schuldendienst vergde in 1979 een totale uitgave aan aflossing en intrest van 96,0 milj. Hierin is zuiver ten laste van de stad een bedrag begrepen van 74,4 miljoen, hetweze 28,9 miljoen aan aflossing van leningen en 44,5 rnilj. aan intresten. Rekening gehouden met het feit dat wij in de tweede helft van deze legislatuur meer en meer de verwezenlijking en/of de voltooiing van de grote openbare werken zullen meemaken, ligt het voor de hand dat tijdens de komende jaren deze post meer en meer zal door wegen in de stadsfinanciën. Ik denk hier vooral, bui ten de belangrijke wegenwerken aan de financiering van de sporthai, het nieuw stadhuis, de sportschuren in Denderwindeke en Appelterre enz. Wij zijn met de huidige toestand nog steeds bin nen de voorziene financiële implicaties van het vijf jarenplan zoals het destijds werd opgesteld. Op dit stuk zal echter in de toekomst een bepaalde be dachtzaamheid verder vereist zijn. Tenslotte wou ik nog vermelden dat in 1979 de werkingskosten 53,9 milj. beliepen, hetweze 5,7 milj. minder dan begroot. De belangrijkste functies in de ze uitgavensector zijn verkeer, wegen en waterlo pen (18,7 milj.), algemene administratie (8,8 milj.), onderwijs (6,6 milj.), volksontwikkeling en kunst (3,5 milj.), reiniging en huisvuil (5,8 milj.). Na dit overzicht van ontvangsten en uitgaven wil ik een korte conclusie formuleren. De financiële toe stand van de stad is zeer gezond. Wij zijn er niet op achteruit gegaan, wel integendeel en zulks in weer wil van een belastingsniveau dat zeer gunstig af steekt tegen dat van gelijkwaardige gemeenten of bij sommigen onzer buren. Bedachtzaamheid blijft echter geboden, vooral dan in verband met de ontwikkeling van de perso neelslast en van de scnulddienst. De evolutie in deze beide sectoren - en eveneens het feit dat in de toe komst van Staatswege op bitter weinig vrijgevigheid moet worden gerekend wanneer men denkt aan de benarde toestand der Staatsfinanciën - moeten et ons toe aanzetten de financiële toestand onzer Stad van zeer nabij te blijven volgen. Ik dank U voor de aandacht. Dhr Torrekens Hilaire Mijnheer de Burgemeester, Heren Schepenen, Collega's Gemeenteraadsleden, Met aandacht hebben wij geluisterd naar de toe lichting over de stadsrekening 1979. die op papier werd gezet door dhr Schepen van financiën en hier door dhr Desprets werd voorgelezen. Desbetreffende hebben wij toch enkele bemerkingen naar voren te brengen. Vooraf wensen wij te zeggen dat het samenstel len van de rekening inderdaad een werk is van grote omvang, dat niet zo doorzichtig is voor diegenen die slechts over enkele uren beschikken om de gedane ontvangsten en uitgaven in detail te bekijken. Wij wil len hier graag onze gelukwensen uiten en dank zeg gen aan de diensten van de stadsontvangerij en de administratie, die deze gegevens te verwerken kre gen. Het resultaat van deze rekening werd hier nogal in rooskleurige cijfers en percenten voorgesteld, doch wie even stilstaat bij bepaalde beweringen zal tot andere vaststellingen komen. Een eerste vaststelling is dat in deze rekening voor sommige artikelen enorme verschillen ten op zichte van de Degrotingsramingen vast te steiien zijn. Van de minder-ontvangsten van de belastingen (ong. 2.2 milj.) wordt gezegd dat deze tewijten zijn aan de toepassing van een ander inningssysteem, maar geen woord uitleg wordt gegeven over een 6-tal posten zoals belastingen op het huispersoneel, de motorrijwielen, hondentaksen, tabakkslijterijen, tel lingen e.a. waarvoor geen inkomsten genoteerd wer den en er nochtans een ontvangstkrediet voorzien was. Door het bekendmaken van het globale bedrag der belastingen wordt iedere vergelijking per post onmogelijk. In de toelichting wordt eveneens gezegd dat ver schillende uitkeringen aan dividenten en intresten vanwege de Staat, regies of intercommunalen laat tijdig gebeuren. Daartegenover wil ik onderlijnen dat vertegenwoordigers van het College zetelen in de beheerraad van deze instellingen en derhalve goed geplaatst zijn om aldaar de belangen van de gemeen te te behartigen. Destijds, bij het opmaken van de begroting '79 werd er gewezen op het kleiner aandeel dat de ge meente van het gemeentefonds zou krijgen en werd tevens de vrees geuit over de enorme tekorten van de ziekenhuizen van de vorige jaren. Nu blijkt uit deze rekening dat wij van het ge meentefonds 3.382.000 F meer hebben ontvangen dan voorzien en dat de aanzuivering van de zieken huistekorten heel wat lager liggen dan verwacht. Als we spreken over onnauwkeurigheden vol staat het de cijfers van enkele functies nader te be kijken. Een enkel voorbeeld maar. al gaat het over kleine bedragenHoe is het mogelijk voor de alge mene uitgaven in de gewone begroting een krediet te voorzien van 605.000 F, op de verschillende arti kelen hiervan 613.852 F te betaien en nog een kre diet van 78.700 F te annuleren Zo zijn er meerdere soortgelijke voorbeelden. Een andere vaststelling in deze rekening is dat het krediet van verschillende artikelen werd over schreden. De meest flagrante is deze van tewerkge steld tijdelijk personeel. Welke uitleg er ook aan ge geven wordt, budjetair is dit niet goed te praten. De inleider heeft ook de nadruk gelegd op de in gewikkeldheid van deze rekening, maar ik meen vast te steiien dat deze toestand in de hand gewerkt wordt door het dooreenlopen van posten van ver schillende jaren met als resultaat een onjuist beeld van het eigen dienstjaar. Daar waar het overschot van deze rekening in reuze-positieve cijfers staat vermeld ligt de werke lijkheid in de gewone dienst helemaal anders: Met ontvangsten ten beiope van 260,8 miljoen en uitgaven van 261,1 miljoen siuit dit boekjaar met een negatief saldo. Dat het verkeerd zou zijn de invloed van de vorige jaren te negeren bewijst ten overvloede het feit dat hier aan ontvangsten en overboekingen een bedrag van 10,1 miljoen werd geraamd en 93,7 mil joen werd geïnd. Het nazien van deze rekening brengt ook aan het licht hoe sommige boekingen twijfelachtig zijn, door het feit dat op de bestelbons geen artikel van de begroting voorkomt en dat men derhalve met de aanrekening alle kanten uit kan. Ik wil het houden bij deze algemene beschou wingen, en al heb ik de tijd niet gevonden om meer dere artikelen in 't bijzonder te bekijken, toch wil ik hier even verwijzen naar de post Sociale toelagen voor het gemeentepersoneel waarop amper één derde van het voorziene krediet werd opgebruikt (37.092 F op 100.000 F). De toegekende sociale voordelen aan het personeel beperken zich tot een geboorte-, huwelijks- of Plechtige Communiepremie van 1.000 F, daar waar vóór de fusie meerdere deel gemeenten aangesloten waren bij een Bijzondere kas die meer en grotere voordelen toekende. Tenslotte stel ik vast dat het krediet van 15.000 F bestemd voor de uitbetaling van een erkentelijk heidspremie aan de brandweer dit jaar niet werd aangewend. Dit geeft mij de gelegenheid te wijzen op de toestand van de gewezen brandweermannen die van deze premie zijn uitgesloten. Dcch, naar ik deze week mocht vernemen, evolueert deze kwestie in gunstige zin en zou binnenkort aan deze toestand kunnen verholpen worden. Tot daar. Mijnheer de Burgemeester, Waarde Collega's, mijn bemerkingen op de jaarrekening '79. Dhr De Riemaecker We hebben 15 halve dagen volledig besteed aan het nazicht van de stadsrekening 1979. Dit wil niet beduiden dat ons nazicht volledig was. Dat was on mogelijk in zulke tijdspanne gelet op de omvang van de opgave het nazicht van duizenden en nog dui zenden documenten ter staving van - ontvangsten ten beiope van 610.868.590 F - uitgaven ten beiope van 473.167.265 F - hetzij verhandelingen voor totaal 1.084.035.855 F We hebben ons moeten beperken tot bepaalde steekproeven, waarover we onze bevindingen zuilen weergeven. We hielden eraan de door ons gevolgde werk methode bekend te maken om erop te wijzen dat be paalde ontdekkingen gedaan werden zonder gids. en, om te voorkomen dat bepaalde bedienden zouden verplaatst worden onder de verdenking van verklik king. zoals dit vorig jaar gebeurde na de uitpluizing van de telefoonrekeningen. Tot daar onze introït. FONDSEN Een verheugende vaststelling, reeds onderlijnd door dhr Torrekensde overschrijding met 3.382.492 F op de begrotingsraming van 87.090.040 F voor het Gemeentefonds. BELASTINGEN EN RETRIBUTIES 1 - verhaaibelastingen Begrotingsraming 1.000.000 F Vastgelegd 1.255.999 F Geïnd 372.195 F Te innen 883.804 F We onderlijnen de slenter terzake voorlopige goedkeuring oplevering kohier der werken College IJzerenwegbaan, Ninove 21.03.77 4.3.80 Keukenstr., Nederhasselt 6.06.77 4.3.80 Scheidestr., Nederhasselt 6.06.77 4.3.80 Daalstraat. Aspelare 28.10.77 5.2.80 V. Vaerenberghstr. Okegem 23.05.78 12.3.80 Nederwijk, Ninove 12.06.79 12.3.80 Riet- en Eichemstr. Appelt. 10.07.79 12.3.80 Gezellestr., Appelterre 19.11.79 5.2.80 We weten dat het verhaalbelastingsreglement. waarop de belasting steunt, slechts koninklijke goed keuring kreeg op 20 december 1979. Dit neemt niet weg dat ge voordien andere re glementen hebt ingevoerd en dat zelfs het jongste regiement - gelet op de nakende afsluiting van het boekjaar 79 - met meer spoed kon toegepast wor den en in de volgorde van de data der voorlopige op levering van de werken. 2 - aansluiting op de rioleringen Begrotingsraming 2.200.000 F Vastgelegd 2.299.600 F Geïnd 1.309.400 F Te innen 990.200 F Weinig begrijpelijk dat er nog zulk belangrijk saldo te innen blijft voor zulke simpele belasting I

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

Denderklok | 1980 | | pagina 2