A
fist
£/7
\J o
Qq/
Rust en onrust in de abdij
Vierenvijftigste Jaargang.
Vrijdag 29 augustus 1980
UNIVERSITAIR GEDIPLOMEERDE I
Drukker - Uitgever
PAUL LUYSTERMAN - JACOBS
Koepoortstraat 10 9400 NINOVE
Tel. (054) 33 27 27 - Prk. 000-0478685-87
Prijs voor Jaarabonnement440 F.
Prijs per nummer: 10 F.
VERSCHIJNT IEDERE WEEK.
Vakantie is weer eens geen probleem meer: schrijn van Sint-Cornelius staat afgebeeld hoe de
deel van Flandria lllustrataAmsterdam, 1644) een
gedetailleerde gravure van de abdijgebouwen, vrien
delijk opgedragen aan abt Roelofs. Dit heeft de abt
mogelijk op de idee gebracht om ai de bezittingen
van de abdij te iaten opmeten door Philips De Deyn
mathematicus ende gheswooren landmeeter van
want met foto's en andere souvenirs herleeft nog
een en anderen ge beleeft ze opnieuw wanneer
ge erover vertelt aan familie, vrienden en kennissen.
Om nog te zwijgen over de talrijke enthoesiaste ver
halen die men in ruil te horen krijgt. Horen wat een
ander beleefd heeft is zelf een belevenis, tenminste
wanneer die andere het met smaak kan vertellen.
En de meeste mensen slagen daar behoorlijk in,
sommigen zelfs zo goed dat ge het volgende jaar
in hun voetstappen treedt.
Dit jaar heb ik in dat verband ook vreemde
dingen gehoord. Neen, ik bedoel niet het trieste
verhaal van iemand die na dagen van regen, zijn
caravan in de Lesse zag verdwijnen. Evenmin heb
ik een Hollander gehoord over de rassenhaat die
hij in Zuid-Frankrijk te verduren kreeg omdat hij zijn
blikjes ginder achterliet maar de aardappelschillen
terug meenam voor zijn varkens thuis.
Wat was het dan wel - Het verhaal van ken
nissen die naar een abdij getrokken waren. Op het
eerste gezicht dacht ik dat ze gewoon thuis geble
ven waren omdat ze niet het bruine kleurtje van
vakantiegangers vertoonden. Dom van mij, natuur
lijk.
Zij waren in de wolken over het vriendelijk ont
haal, de sfeer en bovenal over de rust die men daar
vindt. En zie, de zondag daarop - een dag die zo
warm was dat het in de Ninoofse abdijkerk niet kil
maar aangenaam fris voelde - hoor ik van de predi
kant dat er zo meer mensen zijn.
Ik keek naar het lege koorgestoelte en een ogen
blik vond ik het doodjammer dat de Ninoofse abdij
niet langer bestond. Jammer voor hen die nu zo
ver moeten rijden om die sfeer van kalme rust te
vinden die met een beetje meer geluk vlak bij de
deur was blijven bestaan.
Het verdwijnen van de Ninoofse abdij en haar
Norbertijnergemeenschap is een vreemde geschie
denis. De Franse revolutie hoefde niet persé het
einde te betekenen van deze stichting vele andere
kloosters herleefden na 1815. De monniken keerden
terug, maar niet naar Ninove.
Hier herhaalde zich niet het herstel dat op de
verwoestingen van de godsdientoorlogen in de zes
tiende eeuw was gevolgd. De ingetogen rust was
toen ver te zoeken men vreesde de invallen van
geuzenbenden en men sprak met afgrijzen van hun
leiders, waarvan Maarten van Rossum mij bij name
bijgebleven is. Toevallig uiteraard. De geuzen heb
ben in Ninove lelijk huisgehouden. Op het reliek-
toekomstige abt van ue abdij, Wasteeis, dooi een
wonder ontkwam een wolk, met daarin St.-Corne-
lius, onttrok hem aan het zicht van zijn achtervol
gers. Na zijn redding trok de man met zijn mede
broeders naar Aalst, waar ze in afwachting van
beter tijden hun refugiehuis betrokken. De naam
van het Aalsterse refugiehuis, tenminste vanaf de
zeventiende eeuw, is De Gapaert
Wie zich interesseert voor dit optrekje, kan het
als monument gaan bezichtigen. Het staat in de
Molenstraat aan de rechter straatkant, even vóór
het stedelijk cultureel centrum - een ander, modern,
monument dat beter gekend is als de Kiltsjerêle
pit (culturele put) en geprezen wordt door inboor
lingen onder het motto bezoek Aalst en zijn stom
miteiten.
Om terug te keren naar de Gapaertdit huis ver
toont aan de voorzijde enige gelijkenis met de Ni
noofse dekenij. Het is gebouwd op een sokkel (of
voet) van Balegemse zandsteen en de ramen zijn
met arduin omlijst. Wie door de open inrijpoort tot
op de koer wandelt, zal echter merken dat de ach
terzijde duidelijk ouder is. Het geheel werd nog niet
zo lang geleden - vermoed ik - opgeknapt en bij die
gelegenheid heeft men in het achterhuis een be
scheiden restaurant ondergebracht.
Het valt te betwijfelen dat abt Wasteeis en zijn
broeders het er even stemmig vonden als wij nu
zij zullen berust hebben in de beproeving, mogelijk
met een geschokt vertrouwen in de wijsheid van
hun vader-abt, de prelaat van Park.
Ook de naam van deze man is mij - ik weet niet
waarom - bijgebleven Karei Van der Linden. Hoe
wel hij naar het schijnt zeer begaan was met het
geestelijk welzijn van de orde en van zijn abdij
gemeenschap. toonde hij zich bij de verdediging
van politieke vrijheden en privilegies anti-regerings
gezind en een actief Oranje-aanhangertegen Alva
(u weet wel, de hertog die Egmont een kopje kleiner
liet maken) en voor Willem van Oranje. Zelfs de
beeldenstorm en de verwoesting van kloosters en
abdijen bracht hem niet van de overtuiging af dat
de Calvinistische adel een betere bondgenoot was
dan de Spaanse overheid.
Zoals gezegd, heeft de Ninoofse abdij de crisis
van de godsdienstoorlogen overleefd, om onder abt
Roelofs (1637-1657) haar devies felix concordia (ge
lukkige eendracht) ook materieel waar te maken.
De Vlaamse landmeter Vedastus du Plough (Vaast
van de Ploeg vervaardigde voor Sanderus' tweede
kleurde pentekeningen op perkamenten kaarten
(1643-45) zijn werkelijk zeer fraai uitgevoerd en
geven bijna een fotobeeld van de dorpskernen van
Outer, Denderhoutem, Meerbeke, Pamel... in de ze
ventiende eeuw.
Twee details zijn misschien een terloopse ver
melding waard op de kaart van de abdijbezittingen
te Meerbeke vindt men een plaatsnaam Wolfsput
gespeld. Omdat discussie rond plaatsnamen, spel
fouten, echte of vermeende verbeteringen belang
rijk wordt geacht...
En dan nog niets voor mensen die graag grie
zelen daar waar de Oude Gentbaan (u weet wel,
die zandwegel voorbij de elektriciteitscentrale, rich
ting Leebeke) gekruist wordt door de weg die in de
steenbakkerij achter Ter Duyst uitkomt, heeft de
Deyn een galg getekend, - justice zoals de
Franse kartografen uit die tijd dat noemen. En in
het bijhorend boek worden netjes de abdijbezittin
gen op het zogenaamde Galgeveld opgesomd.
Pikant detail voor wie nu die grond bewerkt of
voor hen die daar graag wandelen en - terecht -
van de mooie omgeving houden.
(Het vervolg leest U in ons volgend nummer).
Een Volksvertegenwoordiger ondervroeg een
minister over de houders van universitaire diploma's
onder de 255 hogere ambtenaren in de provinciale
gouvernementen van de negen provinciën.
Bepaaldelijk over het universitair diploma van
titularissen van de hierna opgesomde graden, die
ressorteren onder het rijkspersoneel
provinciegouverneur
provinciegriffier
bestuursdirecteur of inspecteur-generaal
adviseur
directeur
adjunct-adviseur
kabinetschef
afdelingschef
bestuurssecretaris.
Voor een land dat jaarlijks verschillende tien
duizenden hoogstudenten telt, dat duizenden uni
versitaire gediplomeerden bezit zonder behoorlijke
betrekking plus duizenden ex-universitairen zonder
betrekking, is het ministerieel antwoord... verbijs
terend
De grote pers heeft er weinig of geen gewag
over gemaakt, hetgeen een vingerwijzing is voor de
kwaliteit van onze voorlichters.
Hierna een samenvatting van de toestand op 1
juli 1980, datum waarop het ministerieel antwoord
het daglicht zag.
(Lees verder op pagina 2)
7ö iQ v/nnrhii Pn trvoh u/oor nini HaIaiv:as imArU;;
,w w.j. kw»i "v/vi 1i9i 11 aai vuui uiji
X/laanHorön Rrahant onHo Wononoii\«/ö
i«iWi Wl I| WI ik V» l%4V IVI IV^UU VVV
Hinnc» nö_
k/IVI (9 VjV