/%!Sf Qms 0\KsSezind 'wee*6/ Geschiedenis uit de Kersttijd... Vijfenvijftigste Jaargang. Vrijdag 16 januari 1981 Drukker - Uitgever PAUL LUYSTERMAN - JACOBS Koepoortstraat 10 - 9400 NINOVE Tel. (054) 33 27 27 - Prk. 000-0478685-87 Priis voor Jaarabonnement: 470 F. Prils per nummer: 10 F. VERSCHIJNT IEDERE WEEK. 18 januari 1799, 22.15 u. Zornergerr. ligt in diepe rust verzonken. Geen vredige rust nochtans, want Kerstmis was weerom in het geheim gevierd, uit angst voor een inva! der gen darmes een angst die groter was dan ooit, want overal werden priesters en geestelijken opgejaagd zij waren voor de Franse overheid de oproerstokers, de misdadige elementen die de boeren tot gewapen de opstand hadden opgeruid. De boerenkrijg een klein, hoopgevend vlammetje, dat al te spoedig doof de in het bloed van velen. Wanhoop en ellende nu. Rond Kerstmis had het zwaar gesneeuwd, en even leek het of het wilde dooien. Maar op nieuw jaarsdag stak een ijzige oostenwind opde modde rige wegen met hun diepe karresporen werden steen hard, en dik ijs bedekte het water van plassen, poe len en beken. Stilte, op het korte, nijdige huilen van die oos tenwind na. Of... baste daar op het erf, niet zover af, een opgeschrikte hond Het bassen hield aan, en meteen kraakte vlakbij de sneeuw onder zware stap pen. Weer werd het stil, heel even maar; dan werd er kort, doch heftig op de deur gebonsd. Jean-Fran- pois De Decker had dit alles gehoord, werd niet meer verrast door het gebons. Het was zover! Moeizaam, maar kalm - en dat verwonderde hem enigszins - stond hij op, ontstak een kaars en opende de deur. Daar stonden drie gendarmes, twee van hen gewapend met een geweer. De derde droeg een lantaarn. Martin Decker vroeg de voorste, de man met de lantaarn, terwijl de andere twee haastig de kleine ruimte begonnen te doorzoeken. Jawel kreeg hij te horen, Martinus was mijn klooster naam. Dan arresteer ik u zei de gendarm hij haai de een papier te voorschijn en probeerde iets te le zen bij het licht van zijn lantaarn. Ik arresteer u hernam hij op zakelijke toon, in toepassing van ar tikel 24 van de wet van de 19de fructidor, jaar vijf van de Franse Republiek Hij snoof tevreden die moeilijke zin was er weer eens uit. En vooralhij was niet voor niets uitgerukt. Ze hadden na lang zoeken eindelijk hun br gand gevon den en zonder de minste moeite aangehouden. Een gevaarlijke was het niet, hoewel... Hij belichtte even het gezicht van de arrestanthij zag de geschoren kruin waaraan men reeds zoveel kloosterlingen had herkend, een mager, smal gezicht met gezwollen ogen en een half open mond. Neen dacht hij, die zal ons geen moeilijkheden bezorgen. Maak u klaar, man, wij vertrekken zo dadelijk zei hij kort. Niets te vinden, chef rapporteerden de twee andere gendarmes. Geen wapens, alleen enkele boeken De chef bladerde even in het bovenste: THOMAS A KEMPIS. IMITATIO CHRISTI (Thomas a Kempis. De navolging van Christus), stond er gedrukt, en daar onder was in zwierig handschrift geschreven fr. Mar tinus, abb. SS. Cornelii Cypriani apud Niniven (broeder Martinus van de Abdij van de Heiligen Cor- nelius en Cyprianus bij Ninove). Zo, zo dacht hij, een monnik van Ninove Dat is dan de eerste van die bende. Gent zal het interessant vinden een kluif je voor commissaris...» - ik ben klaar», hoorde hij plots naast zich, en hij schrok op van het hese geluid. De ex-monnik hoestte. Die man is ziek dacht de chef, en hij nam haastig wat afstand. is het mij vergund hernam de gewezen Norbertijn, dat ene boekje mee te nemen De chef bleef even stom en knikte toen Het boekje verdween in een bundel met wat klederen en een weinig mondvoorraad. Daarna zijn de drie gen darmes en hun gevangene vertrokken. En toen het geluid van hun voetstappen was uitgestorven, toen de hond van het erf vlakbij zich weer had neergelegd werd het opnieuw stil, heel stil, want de oostenwind was gaan liggen. De lezers begrijpen wel dat de details uit het bovenstaande verhaal slechts min of meer waar schijnlijk zijn ter attentie evenwei van de mensen die in de zuivere geschiedenis geïnteresseerd zijn laten we nu de historische gegevens en feiten volgen' Joannes-Franciscus DE DECKER werd geboren te Zomergem in 1/v0 en trad binnen in de abdij van de HH. Corneuus en Cyprianus te Ninove, waar hij de kloosternaam Martinus kreeg. Als novice was hij ge tuige van abt Joannes Pameleirre, die op 8 april 1788 tot 48ste - en laatste - abt van de abdij gemijterd werd. Hoewel hij het verslag der capitulaire vergade ringen betreffende de vereffening van de beruchte contributie in december 1794 en 1795 niet onderte kend heeft, is hij wellicht toch in Ninove gebieven tot de uitdrijving der monniken op 20 januari 1797: zijn naam stond alleszins nog opgetekend in de lijst van de bewoners van het klooster, opgemaakt in september 1796. Enkele monniken, waaronder Alex ander Coppieters (één van de latere erfgenamen van prior Gilbert Van Haelen), waren toen reeds weq uit Ninove. Krachtens de wet van 22 september 1797 werd nu aan J.-Fr. De Decker en zijn medebroeders ge vraagd de volgende eed af te leggen in de handen van de Ninoofse municipaliteit Ik zweete haet aen het Koningdom en aen de regeeringsioosheyd, aengekleeftheyd en getrouwig- heyd aen de Republiek ende aen de Constitutie van het Jaer Dry. Tweeëntwintig vroegere bewoners van de abdij, wellicht de hele gemeenschap die in januari 1797 was uitgedreven, weigerden deze eed van haat af te leggen. Deze weigering had aanvankelijk geen al te dramatische gevolgen, maar de boerenkrijg (losge barsten te Overmere op 12 oktober 1798 en neerge slagen bij Hasselt op 4 december 1798) had een stroom van verbanningsdecreten voor gevolg tegen de geestelijkheid die de eed niet had afgelegd. Zo werden ook de 22 abdijheren van Ninove ver oordeeld tot verbanning door een decreet van de 14de Brumaire, jaar 7 4 november 1798). Meteen werd de arrestatie bevolen van Siardus van Bever; J.-B. vanden Bossche; Ambr. vanden Bossche; Ant. Bruyland; Cypr. de Clercq- j. de Cooman; Martin DECKER (sic); C. van Geelj Corn Gheerts; Seb Godier; Gilb. van Haelen; X. tie Joncker; J.-B. Luyckx; Corn. Maegerman; Livin Mac- qué; Jean Pameleire; J.-Fr. Priels; P. van Roy; Ferd de Smet; Fred. Cassignon; P. de Vleminck; Dom Vauselier. Ook Plac. Rosenbergh, pastoor van Ninove, en twee onderpastoors - M. Schoenjans en P. Schoon- jans - stonden op de zwarte lijst. Zij waren even- eens Norbertijnen. Alien konden onderduiken, en slechts J.-Fr. De Decker, die naar zijn geboorteplaats was terugge keerd, werd ontdekt en aangehouden. Hij werd op- ges oten te Gent in het Rasphuis op 19 januari 1799 wegens ziekte werd hij niet naar de verbanningsoor den (de eilanden Rhé en Oléron) gedeporteerd maar gevangen gezet in het voormalig klooster van ?oon'e*,anen te Gent- waar h'l verbleef tot 6 januari Ie 9 V3n Zijn vri'lating °P bevel van Napo- In het kader van het concordaat vinden we J.-Fr. De Decker tenslotte terug als pastoor van Berchem dekenij Ronse (1811), waar hij, amper 45 jaar oud! op 8 december 1815 overleed. XXX QQ |U,t^et -feit dat de vervolgingen van 1798- slecbts een Norbertijn van Ninove aangehouden werd - buiten Ninove - blijkt eens te meer de grote invloed die de abdij en haar bewoners in onze stad hadden zij konden rekenen op de medewerking van de bevolking en wellicht ook van de municipaliteit (gemeentebestuur) om onder te duiken en aan de razzia s te ontsnappen. Hoewel de medewerking van de bevolking in ons land vrij algemeen geweest is kan men toch stellen dat zij in Ninove bepaald effec tief geweest is, zeker voor de Norbertijnen. f El,de/S Waren deze kanunn'ken duidelijk minder fortuinlijkvan de zusterabdijen te Veurne. Averbo- TW™ 6n Tonger,° werden respectievelijk io, 18, 12 en 7 monniken aangehouden. Zelfs de abdij van Park telde nog drie Franse bannelingen, noewel zij reeds enkele jaren voor de Franse inval' door de Oostenrijkers onder sequester geplaatst en ontruimd was. Andere steden waren, om één of andere reden minder vriendelijk. Neem bijvoorbeeld Ronse: op Kermis 1798 arresteerde men daar J.-B. Magher- man, onderpastoor van St.-Hermes, en op de voor avond van het feest der Onnozele Kinderen was het de beurt aan zijn collega's Romain Van Hove en Karei Fransman Ninove, 1770). De drie werden open en ongeschuurde viskarren - op transport gezet naar Rochefort voor deportatie naar Oléron Een apocalyptische tocht in barbaarse weersomstan digheden, tijdens dewelke zij in een vijftigtal over- vo e gevangenissen moesten overnachten, temidden van misdadigers van gemeen recht Op 27 maart 1799 tenslotte kwamen zij aan op Oléron, waar zij in de citadel verbleven tot hun vrij- lating op 21 februari 1800. Na die datum is men het spoor van E.H. Karei Fransman bijsterRomain Van Hove stierf op 7 mei 1811 te Gent, terwijl Ma- (Lees verder op pagina 2).

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

Denderklok | 1981 | | pagina 1