d
e
zin
q\k$ Q
De Bescherrrungsperikelen
EDIT ORIAAL
Zesenvijftigste Jaargang.
Vrijdag 22 januari 1982
VAN DE MOLEN EN ZIJN OMGEVING TE DENDERWINDEKE.
De C.V.P.Een nieuw begin
Drukker - Uitgever
PAUL LUYSTERMAN - JACOBS
Koepoortstraat 10 - 9400 Ninove
Tel. (054) 33 27 27 - Prk. 000-0478685-87
Prijs voor Jaarabonnement: 500 F.
Prijs per nummer: 11 F.
VERSCHIJNT IEDERE WEEK.
8.
Via Ninove Info van januari 1982 heef tiedereen
in Groot-Ninove gemeenteraadsleden inclusief
mogen vernemen
dat Schepen Moens op 17 JANUARI 1978 aan
het College voorstelde een verzoek te richten tot de
Minister van Nederlandse Kuituur tot opname o.m.
van de stenen korenmolen te Denderwindeke op de
voorontwerplijst van voor bescherming vatbare mo
numenten, stads- en dorpsgezichten
- dat voorzegde molen met gans zijn omgeving
door ministerieel besluit van 28 SEPTEMBER 1981
op de voorontwerplijst werden geplaatst.
De Minister was WETTELIJK VERPLICHT ter-
zelfdertijd
1) de voorontwerplijst voor te leggen aan de
provinciale commissie en aan de provinciale directie
van de stedenbouw voor advies binnen de 60 dagen
2) ze te publiceren voor openbaar onderzoek
in minstens 3 dag- of weekbladen
3) ze aangetekend te notificeren aan eigenaars
en vruchtgebruikers met bepaling van een termijn
voor het indienen van gebeurf jke bezwaren
4) ze neer te leggen ten gemeentehuize voor
advies en aanplakking.
Het openbaar onderzoek moest 30 dagen duren.
Waarom al die pleegvormen Waarom al die
voorzorgen
Enkel en alleen, of hoofdzakelijk althans, voor
de eerbiediging en de vrijwaring van het eigendoms
recht, gewaarborgd door artikel 11 van de Grondwet.
XXX
Wat kwam daar praktisch van terecht
Het College ontving op 28 OKTOBER 1981 de
voorontwerplijst met melding
dat na het verstrijken van de termijn van
30 dagen, ingaande vanaf 27 oktober 1981, het Col
lege het proces-verbaal zal afsluiten en het samen
met zijn advies zal overmaken aan de Rijksdienst
voor Monumenten en Landschappen
dat het advies als gunstig zal beschouwd
worden indien het binnen de gestelde termijn niet
overgemaakt is.
De betrokken eigenaars kregen een notificatie
gedagtekend op 28 NOVEMBER 1981, met melding:
dat het dossier ter inzage ligt in de Dreef-
straat 21 te Ninove, alle werkdagen, gedurende 6
uur, van 27 november tot 28 december 1981
dat bezwaren kunnen ingediend worden bij
het Collegehetzij SCHRIFTELIJK VOOR 28 decem
ber 1981, hetzij MONDELING OP 28 december van
9 tot 11 uur.
Het proces-verbaal van openbaar onderzoek
werd afgesloten op 28 december 1981.
Op 29 december bracht het College advies uit
GUNSTIG voor de bescherming van de WIND
MOLEN
ONGUNSTIG voor de bescherming van het om
liggend LANDSCHAP.
Daarop werd de bundel naar Brussel gestuurd,
waar inmiddels vermoedelijk voor de vervulling van
de andere pleegvormen gezorgd werd.
Ogenschijnlijk perfect.
XXX
Maar de werkelijkheid ligt anders
Tal van eigenaars kregen immers hun notificatie
door bemiddeling van een politieagent.
Waarom niet aangetekend, zoals voorgeschre
ven door de Wet
Verschillende eigenaars kregen aldus hun noti
ficatie slechts op 12 december, en bepaalde eige
naars, naar het schijnt, zelfs nog later
Waar het bekend is dat de burelen te Ninove
gesloten waren op zaterdag 19, zondag 20, donder
dag 24, vrijdag 25, zaterdag 26 en zondag 27 decem
ber 1981, daar kan iedereen zelf becijferen hoeveel
dagen of zelfs hoeveel uren er slechts gegund wer
den aan bepaalde eigenaars om inzage te nemen
van de bundel, inlichtingen in te winnen en hun ge
beurlijke bezwaren behoorlijk te doen gelden.
XXX
En zo komen we aan de KERN van gans de
ontstane HERRIE. (We gebruiken deze term bij voor
keur aan hetze om de schepen-promotor van het
geval niet te ontstemmen
Het Decreet, dat de beschermingsprocedure re-
geit, verplicht de Minister notificaties te doen aan
eigenaars en vruchtgebruikers.
Hetzelfde Decreet bedingt uitdrukkelijk dat door
eigenaars en vruchtgebruikers bedoeld worden de
eigenaars en de vruchtgebruikers DIE VOORKOMEN
OP DE BESCHEIDEN VAN HET KADASTER.
Feitelijk is dat geen nieuwigheid. Want sinds
vele jaren geldt zulks voor administratieve onder
zoeken inzake onteigeningen.
Aldus kan het zich voordoen dat eigenaars of
vruchtgebruikers die voorkomen op kadastrale be
scheiden niet dezelfde zijn als de werkelijke eige
naars of vruchtgebruikers.
(Lees verder op pagina 3)
Het debat over de volmachten trekt reeds we
kenlang de aandacht. Er valt blijkbaar heel wat te
zeggen want de voorbereiding en de bespreking in
het parlement lopen zeker niet snel. De oppositie
heeft een eindeloze waslijst bezwaren en op de
meerderheidsbanken wil men heel wat toelichtingen.
Het regent amendementen waarbij ook leden van de
regeringscoalitie, in het bijzonder van de C.V P
zeer actief zijn.
De afstraffing van 8 november 1981 blijft in de
C.y.P.-rangen nazinderen maar wie dacht dat deze
partij zou inbinden had het verkeerd voor. De eerste
gevoelsgeladen uitspraak dat de anderen het nu
maar eens zonder de C.V.P. zouden moeten doen
ebde langzaam maar zeker weg. Behalve De Croo]
die algemeen bekend staat als een onvoorstelbaar
C.V.P.-hater, zag niemand het zitten om ook maar
te proberen een regering te vormen zonder de
Viaamse christen-democraten.
Misschien is men in andere middens, en er
wordt dan vooral gedacht aan de linkerzijde, be
vreesd om deel te nemen aan deze regering met een
weinig benijdenswaardige opdracht. Misschien wil
men de kans niet laten aan de jongens van de Twee-
kerkenstraat om de kiezer tijdens een oppositiekuur
aan te tonen dat zij zeker niet alleen verantwoorde
lijk zijn voor de minder goede gang van zaken.
Op hun congres over regeringsdeelname in de
cember vond men een bijzonder grote meerderheid
voor regeringsdeelname. De aanwezigen, ruim vijf
tienhonderd leden op 'n avond in de week, met voet
bal en veel sneeuw, vroegen wel andere en betere
ministers De C.V.P.-ministers zijn altijd goede be
heerders geweest van departementen. Zij hebben
een inzicht en een technische kennis die men niet
in andere partijen vindt. Hun zwakte die nu ook door
hun basis is onderkend ligt in het feit dat zij niet
genoeg politieker zijn, niet genoeg klaar en duide
lijk het programma-profiel van de partij kunnen door
drukken in de regeringspolitiek.
De grootste partij in Vlaanderen en in België,
met 1 milj. tweehonderdduizend kiezers en honderd-
twintigdc zend individuele leden werkt aan een diep
gaande evaluatie. De verkiezingsresultaten werden
uitvoerig geanalyseerd, 'n wetenschappelijke enquê
te over het kiesgedrag in Vlaanderen werd georgani
seerd en een werkgroep met technici van binnen en
buiten de partij verzamelde alle gegevens en werkt
op basis hiervan aan een uitvoerig rapport. Op het
Nationaal Partijcongres van 13-14 maart 1982 zullen
de conclusies worden voorgelegd aan de afgevaar
digden.
(Lees verder op pagina 2)