e ^/Qciiris KARDELOET - CARELHOOFT Het verhaal van een reeks vergissingen. EDIT ORIAAL I Zesenvijftigste Jaargang. Vrijdag 26 november 1982 S.O.S. Sigtay HERNIEUWING DER ABONNEMENTEN Drukker - Uitgever PAUL LUYSTERMAN - JACOBS Koepoortstraat 10 - 9400 Ninove Tel. (054) 33 27 27 - Prk. 000-0478685-87 Prijs voor Jaarabonnement 550 F. Prijs per nummer: 11 F. VERSCHIJNT IEDERE WEEK. Van de hand van Dirk Van de Perre zal in het volgend nummer van HET LAND VAN AALST een bijdrage verschijnen onder de titel Het kardeloetCaerloot-carelhooft te Ninove en ge lijkaardige toponiemen te Gent, Geraardsbergen en Viane. De auteur is zo vriendelijk geweest zijn tekst vooraf aan DE DENDERKLOK te bezorgen. Onze le zers herinneren zich wel het dispuut KareJhooft of Kaardeiood, naar aanleiding van de wijziging der straatnamen. Deze wijziging iigi aan de basis van een jarenlang onderzoek, waarvan wij graag het re sultaat in een enigszins gewijzigde vorm aanbieden. I. DE HUIDIGE STAND VAN ZAKEN. Op 17 januari 1980 besliste de gemeenteraad van Ninove de toenmalige straatnaam Karelhoofd- straat te wijzigen in Kaardeloodstraat De of ficiële motivatie hiertoe luidde Karelhoofd is een verschrijving van het middeleeuwse Kaardeiood. Zo heette de opslagplaats, waar tijdens de Middeleeu wen en enkele eeuwen later de gekaarde (gekam de) wol werd bewaard, nadien gelood en gekleurd. Alle ambachtelijke produkten moesten strenge kwa liteitsnormen doorstaan. (Informatie uit Geschiede nis van Ninove).» Ninove-lnfo, juni 1979, p. X). Tegen de historische gegrondheid van deze straatnaamwijziging rezen bij mij twee bezwaren. Vooreerst wordt er, om deze straatnaamwijziging te verantwoorden verwezen naar het werk van H. VAN GASSEN. Inderdaad, Van Gassen herkent in karei- hooft een vervorming van het middeleeuwse karde- loet, dat hij samengesteld zag uit kaarde en lood en dus herschreef tot kaardeiood. Maar anderzijds geeft Van Gassen aan dat reeds in 1652 de straatnaam Karelhoofd voorkomt. De verwijzing van de stad naar het werk van Van Gassen is dus gedeeltelijk onjuist. Vervolgens, en dat was de eigenlijke prikkel tot de ze studie, werd in een artikel in DE DENDERKLOK gewag gemaakt van het bestaan van een kapelanie van Carelhoofteen gegeven dat in het werk van Van Gassen niet voorkomt. (Zie De Donderklok van 14 september 1979). Wat was het verband tussen de ze kapelanie van Carelhooften het kaardeiood van de lakennijverheid Het oplossen van deze vraag werd een lange en ingewikkelde zoektocht, die tot het besluit leidde dat Van Gassen zich met zijn interpretatie omtrent kardeloet-kaardelood vol ledig vergist heeft. Ik heb de bronnen nagespoord waarin het woord kaardeioet en zijn vele varianten voorkomt. Dit heeft me toegelaten veel van wat vanaf de 13de eeuw tot op heden met dat woord te Ninove verbon den is geweest te reconstrueren. Vele van deze ge gevens waren tot nog toe ongekend. De lakennijver heid, de kaarde en het lood komen in dit verband niet voor, maar wel en op de eerste plaats de ge schiedenis van de kapel van de Sint Jorisgilde. Te vens heb ik een poging ondernomen nieuwe aanwij zingen te geven omtrent de mogelijke oorsprong van het Middelnederlandse woord kardeloet. Van Gassen heeft met zijn GESCHIEDENIS VAN NINOVE en met zijn minder gekende maar even be langrijke bijdragen over NINOOFSE TOPONYMIE voor de eerste keer een op bronnen gestoeld syn- thesewerk gebracht van hoog niveau. Met dit werk als referentiekader heb ik me kunnen toeleggen op de studie van détails. Van Gassens vergissing aan gaande kardeloet is niet kenmerkend voor zijn oeu vre. Wie zelf geconfronteerd wordt met de overvloed en de moeilijke toegankelijkheid van het historisch bronnenmateriaal, kan slechts eerbied opbrengen voor het werk dat hij presteerde. XXX In zijn schets van het stadsmilieu tijdens het Burgondisch Tijdvak vermeldt Van Gassen voor het eerst het kaardeiood. Hij wijdt er drie regels aan: Richten wij ons naar de Geraardsbergse Poort, zo bereiken wij langs een zijstraatje een ge bouwtje dat het Kaardeiood heet. In de nabijheid langs de vesten staat de Sint-Joriskapel. (GE SCHIEDENIS VAN NINOVE, II, p.92). Op zijn KAART VAN NINOVE OMSTREEKS 1400 lokaliseert Van Gassen beide gebouwen precies. Het Kaardeiood ongeveer halverwege de huidige Kaardeloodstraat en de kapel van Sint Joris langs de overkant van de Molendender op de plaats waar zich thans de stal lingen van de herberg De Keizer in de Burchtstraat bevinden (Id., II, p. 87). Over die Sint-Joriskapel weet hij verder haast niets te melden. Noch het ont staan, noch de functie, noch het verdwijnen van de (Lees verder op pagina 2) 46. ledereen weet wel waar de Sigtay in Ninove «rust». Een voorgevel van zowat dertig meter aan de Koepoortstraat, een nauwe maar belangrijke doorsteek (naast de politiebureien) naar de Markt toe en grenzend aan de achterzijde van het stad huis en een groot aantal winkels in de Beverstraat. Honderden dure vierkante meter grond, letterlijk in het hart van de stad. De Sigtay rust. Na tientallen jaren een belang rijke producent van gloeilampen en een bron van tewerkstelling te zijn geweest stopte de firma zowat tien jaar geleden de produktie, de overname door Philips ten spijt. Een (goedkope belofte om zich in het nieuwe industriepark te vestigen werd niet ingelost. Met de verdwijning van het laatste grote indus triële komplex in het centrum van de stad verdwe nen een paar ongemakken voor de omwonenden. In de Beverstraat was men eindelijk verlost van het vierentwintig uur op vierentwintig uur geronk van machines of generatoren. Tevens verdween een be langrijke gevaarsfaktor in de Sigtay lag een voor raad van liefst 30.000 kg propaangas, genoeg om bij een eventueel ongeval de helft van ae oude stad in de lucht te laten vliegen. De laatste maal dat de Sigtay nog eens echt in de aktualiteit kwam was in het najaar van 1976. Misschien moest het kind misschien maar een naam hebben maar «de zaak Sigtay» zorgde voor een openlijke scheuring van de koalitie van SP en CVP in het toenmalige «klein» Ninove. De finale beslis sing van de inplanting van het nieuwe administra tief centrum moest toen worden genomen. De SP met als voorman Jacques Timmermans (toenmalig schepen van Kuituur) en de CVP met als voorman Armand De Riemaecker (toenmalig schepen van Openbare Werken) gingen toen echt in de clinch. De SP zweerde bij het administratief centrum in de Polders (de huidige vestigingsplaats) terwijl de CVP dacht aan stadskernhernieuwing door het nieu we stadhuis op de plaats van de Sigtay in te plan ten. (Lees verder op pagina 2) Wij nodigen onze abonnenten vriendelijk uit hun abonnement voor 1983 te hernieuwen door storting of overschrijving van 550 F op postrekening nummer 000-0478685-87 van Paul Luysterman, Ninove. Natuurlijk kan dit bedrag ook betaald worden op ons redactieadres. Oprechte dank! I X o rt wjm f.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

Denderklok | 1982 | | pagina 1