d 'Qams b(^ DE ONTSLUITING VAN NINOVE EN HET PROV. TECHNISCH INSTITUUT EDIT ORIAAL Achtenvijftigste Jaargang Vrijdag 18 mei 1984 Wat zou men staken om één uurtje meer er> n Drukker - Uitgever PAUL LUYSTERMAN Koepoortstraat 10 9400 Ninove Tel. (054) 33 27 27 - Prk. 000-0478685-87 Prijs voor Jaarabonnement600 F. Prijs per nummer 13 F. VERSCHIJNT IEDERE WEEK. Tijdens de plechtige inhuldiging van het nieuw gebouwencomplex van het P.T.I. Ninove, op zaterdag 5 mei jl.f werd de feestrede uitgesproken door de Heer Prof. ir. A.P. Van Pethegem van de Gentse Universiteit. In een eerder hoekige, rauwe taal ontwikkelde hij zijn visie op het harmonisch samehgaan van de ontsluiting van de Stad Ninove en de oprichting van het P.T.I. dat de nodige geschoolde ar beidskrachten aan de aangetrokken nijverheden moet leveren. Waar hij hierbij ook de geschiedenis van het onderwijs in het algemeen eft voor onze streek in het bijzonder, zeer kritisch bekeek, zo menen wij dat onze lezers en vooral zij die met het onderwijs in onze konfyeien zijft begaan met belangsteliing de zienswijze van Prof. Van Pete- ghem zullen willen kennen. Waar ik het over wil hebben is een schets die ietwat geschiedkundig klinkt, al ben ik in de verste verte geen geschiedkundige. Aan geschiedenis doen zonder in oude boeken te snuffelen kan ik echter gemakkelijk door even terug te keren in mijn eigen studie-tijd. Mocht nu hier of daar een klacht, zelfs een verwijt doorklinken, denk dan niet dat ik daar over spijt zal hebben. Neen, het is met opzet dat ik alles zeg. ledereen weet, want we hebben het zo geleerd op school, dat het onderwijs in ons land begon met kloosterscholen, -in abdijen. Later, veel later kwam het Rijksonderwijs, maar het moest aangevuld wor den rnet Gemeentelijk Onderwijs. De abdijen verlie ten grotendeels het onderwijs, misschien behalve kaas- en bier-fabrikatie-onderwijs, en een heel net van het Katholiek Onderwijs kwam tot stand. En men zou min of meer gedacht hebben dat die drie groe pen Staatsonderwijs Vrij Onderwijs Gemeen telijk Onderwijs zouden volstaan hebben om overal voor de jeugd de nodige scholen beschikbaar te stellen, voor de verschillende varianten van oplei ding. Dat was allesbehalve waar. Er bleven zelfs in 1960 in Oost-Vlaanderen, gebieden, arrondissemen ten over, die alleen voorzien waren van Athenea en Colleges en Pensionaten, van wat men noemde Mid delbare Scholen en Humaniora's, maar waar elke jongen mens die voor die onderwijs-vormen niet geschikt was of er geen aantrekkingskracht toe voelde in de kou bleef staan voor wat opleiding en scholing betreft. De streek van Ninove was er zo een, en Oost- Vlaanderen kende er nog andere. Dat kan ik zelf getuigen, omdat ik heb meege werkt aan de oprichting van een A1-afdeling bij een bestaande school die destijds reeds jaren uitge bouwd was tot en met A2, maar nog meer omdat ik enkele jaren later bij de stichters was van eeri nieuwe school A3 en A2, die nu even oud is als dit instituut hier. Stichten van een school betekende voor ons, we waren met 81, zowel plannen maken als geld inzamelen als funderingen graven en steenslag ma ken om funderingen te gieten, maar evenzeer door toespraken en geschriften de omgeving rijp maken voor die school. Maar ik zou beter zeggen om die omgeving te ontsluiten. Nu is het woord «ontsluiten» gevallen, en dat is het echte woord. Een gebied dat dreigt achterop te blijven moet losgewrongen worden uit zijn ver starring. Loswringen, want zelden of nooit komt de vraag uit het gebied zelf, uit de inwoners naar bo ven. Meestal moeten mensen die aan de toekomst denken, in de toekomst geioven, tegen heug en meug de start geven. Bij dat alles staan we voor enkele vaststellin gen die minstens verbazingwikkend zijn. De eerste feiten zijn de volgende het Rijksonderwijs pakte het probleem niet aan het Vrij Onderwijs deed het ook niet de Stad deed het evemin. Wie het wel deed was het Provinciebestuur, dat tussen het Rijk en de Gemeente, tussen zeer groot en zeer klein zit. De deugd zit dus weer eens in het midden. En dan te bedenken dat men amper een paar jaar geleden overwoog de Provinciebesturen af te schaffen Ietwat ruw gezegd men wil nogal vaak de best funktionerende organen likwideren. Laat mij nog iets verder gaan met die vaststel lingen. Zoals hier als in andere steden bestonden athenea, colleges, lycea, pensionaten. Hoe goed ook bedoeld, hoe goed ook werkend en aktief, zij zijn niet van aard een streek totaal te ontsluiten. Het ontsluiten van een streek steunt op het principe werk in eigen streek. Werk dat zal en mag veranderen met de tijd. Als de ene nijverheid uitbloeit moet de andere kunnen ontluiken. Dan moet er nieuwe nijverheid komen, tijds.eigene, moderne nijverheid. Daarom moet elke st^ek een aantrekkings kracht uitoefenen op de nijverheden om zich in die streek te vestigen. Welnu, een nijverheid doet dat niet in een streek die niet toegankelijk is, die niet vlot kan bereikt worden voor aan. en afvoer. Maar ze doet het ook niet als ze niet zeker is voldoende geschoolde en goede werkkrachten ter plaatse te hebben of te krijgen. Ontsluiten begint met scho ling en opleiding, met wegen en industrieparken, en dan komt de nijverheid. (Lees verder ou pagina 10) 115. U heeft er maandag wellicht van gehoord en er misschien zelf ook hinder van ondervonden er werd gestaakt in de secundaire afdelingen van het vrij onderwijs. Een staking is geen sympatiek initiatiefmen kan het al moeilijk hebben om zich met het principe een fundamenteel recht van een werknemer in een democratische samenleving te verzoenen, en men ergert zich al gauw aan het ongemak dat een staking in de praktijk meebrengt. Men kan er, als buitenstaander, wel begrip voor opbrengen, wanneer men de onredelijkheid inziet van de beslissingen die de staking, een uiterste mid del, hebben uitgelokt. Hoe zit het dan in dit geval Het heeft veel weg van een overdreven reactie op wat redelijke besparingsmaatregelen lijken de verplichte pensionering op 62 jaar en het presteren van één uur per week meer. Over de eerste maatregel kan er blijkbaar nog onderhandeld worden; over verhoging van de pres taties nog nauwelijks of helemaal niet meer. De Minister van Onderwijs ziet er namelijk maar één alternatief voor: de verhoging van de klasnormen, meer leerlingen per klas. Maar dit vindt hijzelf vanuit pedagogisch standpunt niet aangewezen. Is dit gebrek aan verbeelding Een maatregel als het niet langer bezoldigen (en dus verplichten) van de wekelijkse klasseraad levert eenzelfde bezui niging op, maar verlost de leerkrachten tenminste van een op zijn zachtst gezegd weinig renderende activiteit met veel papierverspilling en controle. Maar allicht is ook dit vloeken tegen de pedagogie en het valt te vrezen dat dit een heilige koe is op het kabinet. Dus maar even het uur extra-prestatie nader be kijken leerkrachten hoger secundair onderwijs ge ven vanaf 1 september 1984 minimum 20 uren les i.p.v. 19 voor hun volledige opdracht en hun colle ga s van het lager secundair volgen op 1 september 1985 met 22 uren i.p.v. 21. Van vakbondszijde werd voorgerekend dat deze aanpassing 4.000 banen kost; in de praktijk zullen dit banen zijn van pas afgestu deerde leerkrachten die het lopende (of het komen de J schooljaar een betrekking hebben gevonden. Hun oudere collega s moeten immers hun opdracht aanvullen, en dat kost uren. Niet één uur per collega, zoals men zou kunnen denken, want er zijn niet zo veel vakjes van één uur, maar twee, drie, of vier uren, naar gelang het vak. Een leraar Frans moet bijvoorbeeld drie uur bijnemen wanneer hij nu 19 uur presteert. 22 i.p.v. 20, of twee onbezoldigde overuren, want overuren en bijbetrekkingen zijn vo rig jaar afgeschaft. (Lees verder op pagina 2) &k6/

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

Denderklok | 1984 | | pagina 1