N° 85. Zondag 11 Augusty 1872. 2de Jaergang.
WEKELYKSCH NIEUWSBLAD.
Tien dagen op liet ys,
Te veel Politiek.
Aelst, 10 Augusty.
NOG DE VER VOLGING.
De St-Pieters-Penning
G-azette van Aelst
Oct Bureel von l.ct bla.l is B<-veotIs.l In <le Knpcllcot. net IV» 11, vvocr nllc Inleven, gelden, en«. vr.el.tvrj moeten «negeenden worden.
Atouaemenupry» B fr. 'a jners, vooraf bctnelbner. Voor den bulten kan men i.isebryve» In nl de poatkantooren, cn voor de lundelyke gemeenten by de brlcfdragera.
fr. 600,000 per maend voor liet Collcgie der
Kardinalen, de prelaluer.de ministers, de admi
nistrateurs, de garden, de museums, enz., iets
wat jaerlykskomt op de som van zeven millioen
twee honderd duizend franken. Hy onderhoudt
de bisschoppen die hy in Italië heeft benoemd
en aen wie het bestuer van Victor-Emnianuèl
de jaerwedde heelt onttrokken. Die bisschoppen
ontvangen maendelyks fr. 500, de aertsbisschop
fr. 750 tot 1000, én deze nieuwe uitgaet mag
gerekend worden op een millioen en half 's jaers.
yet ware onmogelyk te berekenen wat-de
H. Vader aen aelmoescn uitdeeld aen de armen,
aen de noodlvdende priesters, aen de geroofde
kerken, aen de goede drukpers, enz.
Hy benoemd slechts de deugdzaemste pries
ters tot bisschop, en zoo valt het dikwyls voor
dat de nieuw benoemde zells het noodzakelyke
niet bezit en wilt hy zich kunnen vestigen hem
de Paus 5,000 of 10,000 franken ten geschenke
moet geven.Onlangs kwam een dier prelaten
in verhoor by Pius IX.
Broeder, zegde hem de Paus, gy draegt
daer een tamelyk ver versleten Soutaen.
Ik heb, was het antwoord, ik heb er
noch beter, noch slechterhet is de eenigste
die ik bezit.
Welk goeden bisschop ik heb gemaekt! dacht
de Paus, en, zyne lade doorzoekende schonk hy^
hem al wal zy inhield.
Na gehandeld te hebben als vader, handelt
Pius IX als Koning; niet alleen wilt hy de wer
ken voltrekken die begonnen zyn maer hy on
derneemt er andere die hem als Koning doen
kennen en cene gedurige protestatie daerstellen
tegen den overweldiger.
Eenige dier werkendragen hef onmiskenbaer
merk zyner hooge verhevenheid en spreken van
zyn vertrouwen in de toekomst van hel Paus
dom en in den acnslaenden zegeprael; liet zyn
onder anderen de Kolom van het Concilie die
hy doet opregten, Kerken die hy doel herstellen
en versieren, het huis van den Transtever be
stemd om 40 arme huisgezinnen té herbergen
en dat hy doet voltrekken, het vermaerd Mozai-
kenfabriek, gevestigd in het Vatikaen dat hy
helpt en opluistert, enz. enz.
Is er ergens een zyner ministers die nopens
de uitgaven van den Paus eene eerbiedvolle op
merking durft wagen antwoord deze gewoon-
lyk Geef, en er zal u gegeven worden; heb ver
trouwen; ik heb niets en my ontbreekt er niets.
En inderdaed hoe meer hy geeft, hoe meer men
hem geeft; hy bezit niets en heeft niets te kort
Men leest in het weekblad la Paix:
Indien liet gros van het publiek zoo redelyk
als redeneerend ware, het zou eindelyk, na lange
en droeve ondervindingen, gewaer worden,dat
het al de kosten betaelt van het spel, waer eene
zeer kleine minderheid van ongerymde, driftige,
verwaende of roofgierige lieden het insleep!. Ik
ben gëneigd om te verzekeren, dat er in België
enkel een duizendtal overdreven politiekers zyn,
die door eene der beweegredenen, welke de
"vier voorgaende byvoeglyke naemwoorden ver-y
regtvaerdigden.de gemoederen trachten te ont
roeren en de dingen ontstellen. Indien dit dui
zendtal beroerders niet bestond, ik durf meer
zeggen, indien de honderd belanghebbende bab-
belaers, die hen leiden, niet geboren waren, ol
verdwenen zonder door andere vervangen te
worden, men zou den vrede op al de trappen
der maetschappelyke ladder zien heerschen
ten minste dien betrekkelyken vrede welken
een onzydig arbeidzaem en ryk land, zooals het
onze, nog zou kunnen genieten in den slaet van
algeineene gisting, in welken Europa zich be
vindt.
Als men de telken jare meer verwikkelde en
noodlottige moeielykheden onderzoekt, die in
het nationael, üooals in het gemeentebestuer
vooj'komen.mocl men zich eindelyk overtuigen,
dat deze byzonder veroorzaekt zyn door den
hevigen drilt om over staetszaken te spreken,
welke zich van de menigte heelt meester ge
maekt; door die nieuwe ziekte, welke, ten aen-
zien van andere geessels onlangs ontstaen, het
bezwarend en geducht karakter der bestendig
heid oplevert.
Ik ben verbaesd, onze boeren de dwaesheid
der stedelingen te zien volgen, en drift op te
vatten voor mannen en kwestiën, met welke zy,
als ze beter bedacht waren, zich niet bezig zou
den houden. Laet my u aenstonds verklaren,
dat de overweldiging van hetgeen men de. poli-,
tieke belangen noemt, op den grond der ge
meentebelangen reeds overgroote schade heeft
veroorzaekt, en er nog grootere dreigt voort te
brengen. Nibt alleen verdeden zich de familiën,
maer de vrienden geraken inoneenigheid cn het
leven wordt volstrekt onaengenaem in de kleine
plaetsen; niet alleen ontstellen zich de hersenen,
maer de hartep worden verbitterd cn de zede-
leer verdwynt inel het vermaek, maer de ware
belangen der gemeente worden vcrwaerloosd,
indien zy niet op eene openlyke wyze geslagt-
offerd worden.
Nauvvetykskan ik in myn dislrikt t wee of dry
gemeenten noemen, waer de betrekkingen van
gebuerschap goeftzyn gebleven, waer men elkan
der verstaet over de gemakkelykst op te lossen
vraegslukkeu, en waer mén niet in het klein, in
belachelyke verhoudingen den burgeroorlog
voert, die altyd gereed is onder de groote mid
delpunten van bevolking uit te bersten. Zoo ver
myne oogen dragen en myne zaken my doen
komen, zie ik niets dan in tweedragt levende
dorpen; ik zie niets dan sombere acngezichtcn,
cn ik hoor niets dan klachten en bedreigingen,
voor welke ik eenen scherpzinnigen regter zou
durven uitdagen, eenigen ernstigen grond te
vinden.
De politiek heeft de rede zoo wel doen ver
dwalen, dat zy zelfs onze veldbewooners de
waerborgvan hun cchlwelzyn uit het oog heelt
doen verliezen, hetwelk, zoo my dunkt, bestaet
in den plaetselyken vrede, in cene onpartyd'ige
policie, in een goed onderhoud der wegen, in
de gematigdheid der belastingen, in het bestuer
eener school aen de noódwendigheden van de
groote meerderheid der jeugd toegepast. Van
dit alles is er maer spraek meer op een tweede
plan
Men is liberael of katholiek, men heeft een
zwart of rood vaendeL met eigennamen daerop,
enjiienlievestigl of men loochent, in 't algemeen
blindelings, de artikels van het program naor'de-
mode, program dat spoedjg verslyt, maer het
welk n.en de kunst heeft,top eene andere wyze
liet is den 24 julylaetstleden dat, door gansch
Duilschland, de wet door M. Bismark tegen de
Jesuieten gegeven, is uitgevoerd geworden.
Er leefden daer 200 kloosterlingen vreedzaem
het goed doende. Nu zyn zy weg, en de geschie
denis zal zeggen of die 200 kloosterlingen het
magtig duitsche Ryk in gevaer bragten en of
hunne ballingschap hetzelve heeft gered!
In afwachting bereidt zich het bestuer van
Victor-Emmanuel, te Rome, het politiek, van
prins Bismark na te volgen. De revolutionnaire
drukpers dringt er derhalve hevig op aen, over
tuigd als zy is dat het italiaensch bestuer zal
vergaen in den put gedolven voor de Kerk.
Het is reeds zeker dat de wet die de Jesuieten
moet treffen zal voorgedragen worden aen het
Parlement by deszells heropening en dat de
deputés, onder de drukking der revolution nai-
ren, hunne slem niet zullen durven weigeren,
hoewel er inenigen zich onder hen bevinden die
Jesuieten hebben in hunne familie; want het is
iets opmerkbaer dat byna al de Jesuieten aen de
lroogerc standen behoorende, broeders, o^men,
neven bezitten in de Kamers, in de ministeriën,
onder het magistraet, onder het leger en in de
administratie.
Da wet tegen de Jesuieten gestemd zynde,
zal men overgaen tot de afschaffing der andere
kloosters; reeds heeft de minister eenige wets
ontwerpen vervaerdigd die nogtans geene vol-
komcTie goedkeuring ontmoeten by'de leden van
het kabinet die min of meer onder den invloed
slaen van den Koning, want tot heden vermo
gen de italiaensche vervolgers nog juist by het
volk niet wat zy betrachten. In veLe steden van
het Ryk wordt de overheid door het volk ge
dwongen zich in tegenwerking te stellen met de
wetten door de Kamers van Turyn en Florentië
eert yds gestemd. In vele gemeenten hebben de
inwooners de kloosterlingen terug gehaeld in
de kerken én de kloosters waer ze de wet had
uit verjaegd, en die kloosterlingen hebben
vreedzaem en ongestoord hunnen regel herno
men, doen zich beminnen en zegenen van de-
bevolking, en deelen met de noodlydeuden het
brood der liefdadigheid. In weerwil van den
gloeienden haet welke dezen of genen minister
tegen dc Kerk aenspoort, valt er met zulkdanige
feiten te rekenen, want eens misschien mogl
het volk zyne verontweërdiging niet meer mees
ter blyven en een'en te regt geduchten steun
brengen aen de demagogen, die den troon be
dreigen cn die dagelyks sterker en sterker
worden.
De Paus beloofde zich onlangs óver de ver
kleefdheid en de opoffering der katholieke
wereld, die vooral uitkomen in het werk van
den St-Pieters-Penning en die hem toelaten te
voorzien in de noodwendigheden der Kerk.
Zielhier eenige opgaven die de gepastheid be-
wyzen van die liefdevolle opofferingen en tevens
de noodzakelykheid dezelve voort te zetten en,
ware het mogeiyk, ze nog te vermeerderen.
De H. Vader moet een bekostiging doen van
(uit eene reis aen de oevers der oost-zee.)
(2® VERVOLG.}
Wat moeien wy doen? wat zal er van ons ge
worden? riep met eene gesmoorde stem, de marskra
mer die in alle zyne leden beefde, tervvyl Rachel, zich
alleen met haren zoon bezig houdende, zich digi tegen
den haerd aensloot.
Blyf bedaerd, zegde de Sudarina,-gy zult niet
verliezen.
Maer myne slede, die voor de deur staet? riep de
ontstelde koopman, myne slede en myn peerd!... cn
eene bael koffyen thee!... zul ken goeden thee!... De
strandruiter zal dat alles medenemen! 0 God van
JacobIk ben een verloren man
En de^arme Jood wrong wanhopig zyno handen.
MascJiistilzegde de dame, met eene gebieden
de stem, al was zy cene engelsche dtior geboorte, door
zeden en gewoonten was zy eene Russin geworden.
De marskramer zweeg, en Rachel verklaerde nog
in dc haest, dat zy dezelfde gesla'le reeds gezien had
op dc hoogten welke de kust bestryken, tervvyl zy de
vlakte doortrokken.
Maer ik dacht, vo'egde zy er by, dat het de heer
des huizes was.
Op dit gezegde verbleekte de dame nog meer; want
sedert een jaer was zy weduwe. Intussehen hoorde
men buiten een hevig gekyf en het geklingel van /le
bellen, welke hel voor de slede gespannen peerd om
den hals droeg; het scheen alsof de strandruiter zich
met geweld van het gespan wilde meester maken.
De angst van alle acnwezigen steeg ten top. Zoo
verliepen eenige minuten: de Sudariua, hoezeer ook
voor ziehzclve bevreesd, was zulks echter nog meer
voor de beide Joden; zy dacht na, over de geschiktste
plaets van hel huis om hen te verbergen. Reeds had
zy aen Axina de noodige acnwyzingen gedaen, toen
men den draf van een peerd hoorde, en dc gcdaenlc
van den weerbarstigen kozak voorby zweefde als
eenen roofvogel. Een oogenblik dacrna, was alles-
weder in de stilte.
Sta va Bojuricp„de Jodin, tervvyl zy haer kind
aen hare borst drukte.
God zy geloofd! zegde te gelyk dc Sudarina.
De marskramer haelde ruimer adem, cn scheen van
eenen zwaren last verlost.
Thans snelden de boeren, die tot nu toe in het
voorportaei gebleven waren, het vertrek binnen, om
te verhalen water builen gebeurd was. De slrandrui-
ter, zegden zy, had hel peerd en slede willen wegvoe
ren, maer voor den hardnekkigen tegenstaud welken
men hem geboden had, wykendc, was hy vertrokken,
om hulp te halen. Binnen cene ucr zou hy echter zeker
terug wezen.
De marskramer luisterde met verslagenheid nacr
deze byzonderheden. De Sudariua scheen ongerust cn
in onzekerheid.
Ja, ja, zegde een der boeren, zonder, onze har
poenen zouden yvy voorzeker het scherp der lans van
den kozak gevoe'ld hebben; maerdetyd verloopt; men
moet tol een besluit komen.. Vrouw, vervolgde hy op
eenen eerbiedigen loon, volg mynon ra cd; zend den
Jood, zyne vrouw, zyn kind, zyn peerd cn zyne slede
in de bosschon, en laet den strandruiter hen daer op
zoeken, zoo hy wil
ilrreypqg
De Sudarina in een diep gepeins verzonken, gaf
igecn antwoord: reeds verzamelde de marskramer
met eene bevende hand zyne koopwaren, ten einde
"des te spoediger tol de vlugt gereed te zyn. Rachel
nam haer kind in do armen en plactsle zich voor de
engelsche dame, wier aengeziglj cbne angstige be
sluiteloosheid verraCdde.
Sudarina, zegde zy, kwel u niet langer om on
ze nlwiHe. Wees gezegend voor uwe woorden en goed
heid, voor de welwillendheid welke gy ons getoond
hebt, voor hel brood dal, wy onder uw dak moglen
eten! wy zullen ons nqcr dc naburige bosschcn bege
ven: Vaerwel, dc zegen Gods zy over u.
Dit zeggende, wendde zy zich, haer kind op den
arm houdende, nacr de deur.
—Neen'.riep dc Sudarina ik kan u zoo niet verlaten!
I.aet ons vertrekken, mevrouw, zegde de Jodin;
wy zullen liever alles lydcn, dan u in gevaer te bren
gen.
God, wat moet ik doen? welk besluit is hier te
nemen? Maddis, geef ons raed, kunnen wy deze arme
lieden niet hier houden, cn hen verbergen? is er geen
ander middel dan om hen in de bosschcn te jagen
Maddis was de boer die reeds liet woord had
gevoerd, en een der vertrouwdste bedienden des
huizes.
Neen, Franc,gaf hv ten antwoord, '1 is de eenige
uitweg welke hen overblvft; de strandruiter Iwan is
binnen een halve uer terug, met een troep duivels
zooals hy. zy zullen '1 huis doorzoeken, en de jood
zou hun niet ontkomen. Ontvangen zy niet, volgens
de laelste reglementen, eene premie voor eiken smok-
kelaer dien zy acnhouden? men zegt zei tdat de smokkel
waren drc zy in beslag nemen, hun eigendom-worden.
voor te dragen, voor de voldoening der dom
koppen.
Over het vierde van eene eeuw, en min nog,
waren onze dorpen geruster en beter bestuerd;
hier en daer vertoonden zich wel eenige mis
noegdheden, die spoedig vergeten werden; maer
de plaelselyke belangen werden beter nagezien
cn van naby bewaekt, en in 't algemeen werden
zy aen'mannen van ondervinding toevertrouwd.
De burgemeester was eerder een magistraet
dan een gemeenteman en hing niet af van de
party die hem tot het bewind opheesch. Men
ging spaerzaem met het geld om en men ge
bruikte het enkel voor nuttige uilgaven; rees er
een politiek gedacht in den geest van een ge-
mcenteraedslid op, hy durfde het nauwelyks in
de zitting uitdrukken; de goede zin der meer
derheid wederstond aenkwaedaerdige verzuch
tingen. Welken weg achteruit hebben wy sedert
dien gedaenOnze kiezingen zyn stryden gewor
den, in welke er niet alleen overwonnenen, maer
slagtoffers zyn, en de hellt onzer bestuerden
wordt door 'de zegepralenden, in de mael van
het mogelyke gekwollen.
Het liberalism, in de groote steden reeds zoo
boos, en somtyds zoo belachlyk, is nog veel
dwazer envenyniger in onze kleine gemeenten.
Daer houdt het zich by domme vervolgingen,
byna verzekerd van de straffeloosheid, ter oor-
zaek der rekbaerheid van degemeentevryheden,
en ook ter oorzaek van het gebrek aen rucht-
baerheid cn aen veranlwoordelykheid voor het
nationael geweten.
Inderdaed, ziehier hoe het gewoonlyk gaet
by het begin onzer plaetselyke twisten: een
notabele valt in oneenigheid met den pastoor,
om hel weigeren van eéne absolutie, om een
minnaryljeol om eenigen anderen akt, door de
ohafhatikelyke zedeleer ingegeven. Aenstonds
schreeuwt hy tegen de onverdraegzaemheid der
geestefykheid, tegen de schending der onsterfe-
lykc princiepen van 1789, en hy gaet klagen in
de herbergen, waer zich aenstonds een kring
van tegenstrevers vormt, die min of meer belang
hebben om den standaerd van den opstand
te verheffen.
De grofste woorden worden voor de kleinste
dingen gebruikt. Twee ol dry vrouwen moeien
er zich mede, cn ziedaer de party der vryden-
kersaen het werk gesteld. Men neemt inschry-
vingen op geavanceerde gazetten, men gaet dan
sen tot middernacht toe, zoo digt mogeiyk by
de pastory, men maekl lawyt, men geeft zich
alle slach van verlustigingen, van welke 't voor-
naemste doel is, de «schynheiligen te dwaers-
boomen, met de kwezels te spotten, strenge
sermoenen te veroorzaken, en, hetwelk eene
bovcumatige aengenamc zaek is, eene civiele
begrafenis, met de zoete fanfaren van de linkerzy
te bekomen.
De onsterfelyke princiepen zyn gered, zy tel
len nieuwe aenhangers, maer tie gerneenle is
diep verdeeld, zy rnaekt schulden om feesten te
geven aen dc herbergiers, zy tracht om dc vryc
school te verpletteren,- ten voordeele dergene
welke door da zegepralende party, bestuerd
wordt, en zy is zeer Irotsch hare onlslaving in
de gazet der hoofdstad te doen zegepralen.
Ik ben altyd partyganger van de vryheid der
drukpers geweest, en ik ben het nog, omdat het
regiem van beteugeling meer zwarigheden dan
Ik zal hem dc wacrJe betalen, alsook de premie,
zei de Sudarina, terwyl de marskramer zyne pakken
tOMhoniL
-*1Te slrandruiters zouden het geld aennemen, en
f nr. juin n non gevangene wegvoeren, vervolgde Maddis.
Men zou deze arme lieden naor Petersburg, en mis
schien nner Sibcricn zenden: het zyn finlandsche
smokkelaers; cn dacreubovcn Jodende wet is zeer
streng voor hen.
God, wat moet ik doen? herhaelde de Sudarina,
de Jodin met nredelyden beschouwende: deze arme
vrouw, dit jong kind....
Ja, zegde Maddis, het is een hard, maer't is een
reddingsmiddel; wy zullen daerenboven trachten hun
de kust, en van daer Hochland, te doen bereiken.
Maer men zal u in de vlakte kunnen zien.
De sneeuw zal zulks verhinderen....
De andere boeren ondersteunden hel gevoelen van
Maddis.
En myne koopwaren! riep dc Jood op een
wanhopigen loon; God van Jacob, hoe zal ik die weg
voeren
Zyt gy daer zeer aen gehecht vroeg Maddis, een
spottenden blik op den marskramer slaende.
Of ik er aen hecht antwoordde de Jood, zyne
pakken krampachtig vasthoudende.
Welnu, vervolgde Maddis, wanneer de Sudarina
'het goed vindt, zullen twee mannen dc pakken dra
gen. Gy, Juha'nu en Iwanoff, brengt de goederen nacr
het bosch, midden in het kreupelhout, dekt ze met
sneeuw, en toekent de plaets... Gy, zult hier intus
sehen hel paerd op stal brengen en de slede onder die
van het huis plaetsen.
(Wordt voortgezet.)