N° 132. Zondag 6 July 1873. 3de Jaergang. WEKELYKSCH NIEUWSBLAD. Be Bende van Jan de Lichte. Aelst, 5 J»ly- De Godsdienst in het Leger. Buitenlandsch Nieuws. G"&Z6tt6 V2LH Aelst e====^==:^ «.1» vpnchlvrv moeten toegezonden worden. is lïevo.liïil In lie linpelleBtraet 11, waer alle brieven, gelilen, ear. „et Bür"' ia; "J "r.l,,elL veer .en bn.ten lie pe.tUnnteoren, en voor Ue I«e.neenten by He .,.,er„-..Her Abonneinentsprys 2» fr. gjaers, De militaire kwestie blyft voortdurend aen 't dagorde, en onbepaeld langen tyd zal zy nog besproken worden. Wat al opiniën zyn nopens die in schyn on oplosbare kwestie niet menigvuldig en dikwyls zoo grondig strydend me"elkander, dat de burger, .ten andere vol vertrouwen in de regtzmmgheid_enviiderl;ands liefde zoowel der militaristen als der anti-mi i taristen, welligt zal eindigen met in de zaek niet meer klaer te zien. De tegenwoordige minister van oorlog, ge- nerael Thiebault, heelt verklaerd dat liet toe komt aen de wetgevende Kamers, en aen ime- mand anders, die kwestie te regelen en, is het mogelyk, dezelve beslissend op te 'ossen. Die verklaring hebben wy met uiterst genoe gen vernomen, wy die vreesden, en misschien niet ten onregte, dat ergens een ander gezag, ganseli vreemd aen onze cónstitutionneele ge laghebbers zich hardnekkig met die oplossing bemoeide en dat, wel te verstaen in den zin van vermeerdering onzer krygslasten. Dan, het wetgevend korps zal beslissen en wy hebben des te meer vertrouwen in dwells beslissing daer de meerderheid van t landl zien verzet tegen alle verhooging van militaire jas ten en dat de meerderheid der Kamers, die de meerderheid van het volk verteKen.w°°1'd'|t' van geen ander gedacht kan zyn noch mag zyn dan de meerderheid van het volk. Wv houden ons by hetgeen de veidicnstelyke tleputé van Mechelen, M. De Kerokhove onlangs in dc Kamer zegdeWat Belgie noodigheeIt is niet juist een talryk leger Maer wy i'°u^n ons vooral by hetgeen hy er byvoegde. «Trach ten wij een leger te hebben bg hetwelk de godsdiens tige princiepen in eere et aen, en, wal er ook moge voorvallen, zulk leger zal men altijd tel hoogte vinden van zyne taek. Inderdaed het is met genoeg uiterlyk onze krvgsmagt uit te breiden; de wyze van plaats vervanging te verbeteren; uitgestrekte, luchtige en gezonde kazernen te bouveen; onze troepen ,iu de handeling der verbeterde wapens te oete- nen, het onderwys by de consents te versprei den, de officiers by hunne studie houden, enz., enz.; er moet iets meer zyn. Het moet zoo ge schikt en geregeld worden dat, zonder iemands geweten te dwingen iets wat derhalve nie mand eisclit, dat de zonen onzer brave land bouwers en werklieden hy den troep de goede opvoeding en de godsdienstige princiepen niet verliezen welke zy uit hunne familie hebben medegebragt; liet moet zoo geschikt en gere geld worden dat de kazerne, gelyk hel maer al te dikwyls gebeurt, het graf niet worde van hel geloof en de zeden onzer kinderen. Ten dien einde vroeg onlangs M. de senator Solvyns dat men by de regimenten den dienst deraelmoeseniers herinrigtte,dat mende regle menten betrekkelyk de militaire zondagsmissen, weder tot stand bragt, enz. enz. En wat werd hem geantwoord? Dat het geweten van den sol- daet volstrekt vry was; dat hy alle gemak had om de mis by te woonen; maer dat, voor het overige, liet bestuer er niet had tusschen te komen, enz. Dat er reglementen bestaen ten voordeele van de vryheid van geweten en godsdienstige pligt- kwyting van den soldaet, dat weet iedereen; maer hoe de krygsoverheden die reglementen verstaen en doen uitvoeren, ziedaer een ander kwestie. Wy hebben veel liever de onbewimpelde en loyale verklaring van generael Du Barrail in de fransclie Kamer. Dat heet spreken als christen Deze durft zeggen voor Frankryk en voor ge heel Europa, zonder omweg noch menschelyk opzigt: Eens de soldaet in God niet meer ge looft, heeft men het regt niet meer zyn leven te vragen voor 's lands verdediging; Het is te zeggen, eens de soldaet geen echte, grondige godsdienstige princiepen meer bezit, verliest hy den geest van zelfsopoffering die wel de eerste en voornaemste deugd daerslelt van den krygs- man. Wat België noodig heeft is niet juist een talryk leger; trachten wy een leger tc hebben by welk de godsdienstige princiepen in eere staen, en, wat er ook voorvalle, men zal het steeds ter hoogte vinden van zyne taek. Zoo sprak M.De Kerekhove,lid van de meer derheid der Kamer; die meerderheid is katho liek gelyk de overgroote meerderheid van Bel- giës bevolking; en het ministerie ook is katho liek. Wachten wy nu af wat er zal gedaen worden ten voordeele der katholieke soldaten, kaporaels, onderofficieren, officieren cn opperofficieren van liet belgisch leger.... Provinciale Raed van Oost-Vlaenderen. Opening van den zittyd. Zitting van den 1 Jultj 1873. Het voorloopig bureel is samengesteld uit liet oudste lid, de heer Do Backer (Aelst), voorzit ter, en de Uvee jongste leden, de lieer Lienurt (Aelst), en de lieer Van Wambeke (Geeraerds- bergen), secretarissen. Om half elf ure gaet de lieer Lienart over tot (1) de naemoproeping: er zyn 23 afwezigen, iets wat wy in vele jaren niet weten gebeuren hebben. Kwart voor elf ure komt de heer gouverneur binnen, en leest de gewone redevoering al. In naem des Konings opent de gouverneur de zittyd. De redevoering zal gedrukt worden. De volmachten der nieuwgekozene ledende lieeren de Ghellinck de Walle en Julius De Vigne (Gent), J. Block (Assenede), J. Van Crom- brugglie (Deinze), K. Lienart (Aelst) en Joris Goossens (Beveren), worden nagezien, en alles in orde bevonden zynde, zoo worden die heeren als provinciale raedsleden aengenomeu en tot den eed toegelaten. Nu wordt overgegaen tot dc kiezing van liet definitief bureel. Worden gekozen: als voorzitter, de heer Libbrecht; als ondervoorzitter, de heer baron Van Pottelsberghe de la Potterie; als secretaris sen, de lieeren ridder de Sclioutheete van Ter- varent en Van Wambeke. I'ltAMIllVli. De ontruiming van het lransche grondgebied door de Duitscliers Zal, volgens een officieuss kennisgeving van de duitscïie regeering, op 10 uiy beginnen. Den 15 derzelfdemaend vertrekt H. von Manteuffol uit Nancy, ten einde te Ver dun zyn hoofdkwartier te vestigen; M. deSaint- Valier zal hem derwaerts volgen. Men leest ill den Counter de Lyon, dato july: Het is waerschynlyk dat de Shall van l'erziè, op zyne reis dooi Frankryk, zich niet alleen te Parys zal ophouden. Het schynt in de verlangens van den koning der koningen te tre den, ook de groote stad der zyden weefsels te bezoeken; de prefekt zal in dil geval een krediet aen den ïnunieipalen raed vragen, ot wel zullen de kooplieden onzer stad eene inteekening ope nen, oin onzen aziatischen gast weerdig te ont vangen. Er zal op '15 july, dato van de aenkomst van Naser-ed-din, eene gala-vertooning gegeven worden. Vervolgens zal de Shall over fiuloz naer Italië vertrekken. n.vl.ii": Volgens een brief uit Rome, van 27 juny, had de Paus, dien dag, voor de eerste macl na zyne ziekte, eene tamely k langdurige wandeling in den hof van liet Vatikaen kunnen doen, zonder behulp van kruk of stok, ol zonder op iemands arm te leunen. Alvorens in den hof te gaen, had Z. H., zon- VII. Een stuk in 't wiel. (32* VERVOLG.) Wy bevinden ons voor de tweede mael te Petegem, ;aen de Lei-brug, by Siska Lauwaerts in het Drandc- nvynhuis. De avond is reeds gevallen. In de achterkeuken, rond den gloeienden aerd zit ten dry mannen hunne kleederen tc droogen, want buiten huize regent en plast het sedert uren by stroo- m\Vy herkennen Embo den schatbewaorder, en Jan Savoye, anders genoemd Jan Sauveur, of klein Janne ken. Den derden persoon hebben wy nog niet ontmoet; het is zekeren Jan Dc Vos, van Denlergem, een jongen redelyk lang van gestalte, mager, mot bruin plat haer. Die dry mannen door de vlammen van den haerd op zyn Rembrand's verlicht, stellen een tafereel voor dat een kunslenaer had bewonderd. Dc achterkeuken ook is een afschildorenswaerdig vertrek. In den eonen hoek ligt een hoop overgeble ven appelen te verrotten, in den anderen staen eenfge brooden boerenkaes te geuren; hoogcr op, aen den balk, hangen stukken gerookt spek; tegen den wand is een rek opgeslagen vvaer een tiental kiekens zitten ingesluimerd, en op don vloer schopt men tegen een hok waerin een half dozyn konynen nestelen. Dc gasten hebben het niet veel op klappenzy zien er vermoeid en zeer neerslachtig uit; het eenigste gerucht dat mcn ni de kamer verneemt is het acnhou- dend gesis van een keteltje waerin, boven het vuer, het avondmael der aenwezigen hangt te koken. Eensklaps, boven den schoorsteenmantel ontsluit dc koekoek zyn houten deirrken cn zendt zynen cento- nigen zang weergalmend door liet vertrek. Embo ziet op: Reeds tien ure, cn Gottenior blyft weg, Hy ligt misschienergens verdronken of versmacht in de modder, antwoordde Jan Dc Vos. Het schepsel is er waerlyk zot genoeg voor, schertste klein Janneken. Jan Savoye, spot met Cottenier niet, viel Embo kyvend in; Cottenier doet veel voor ons en nooit had (J) Eigendom dor Gazette van Aelst. ik van dal vies man zooveel verkleefdheid en zelfsop offering voor de bende cn voor den kapitein verwacht. Het is nu acht dagen dal hy op loop is om nieuws op te halen te Aelst en elders, en vooral hel bcsle mid del te zoeken om Jan te verlossen, of minstens hem in zynen neteligen toestand zooveel mogelyke hulp tc brengen. Het is myne driftige nieuwsgierigheid alleen die my ongeduldig maekt, want, ik ook, ik be min den kapitein. Ik ben afgesproken met Coltenier hier samen te komen dezen avond en komen zal hy, dat weet ik. Is hy een uer achteruit het is hem te ver geven; het is slecht weder; hoort hoe geweldig de regen op de luiken trommelt. 't ls waer, knikte klein Janneken, en Cottenier verdient eenen goeden sloop. Terwyl hy zich loopt af tc beulen zitten wy hier in 't droog. 't Is gelyk de kapitein; die zit ook in 'l drooj lachte Jan De Vos. De anderen keken op.... Vosken, vroeg Embo op lamelyk dreigenden toon, gy zegt dat zoo aerdig, zoo spottend? Wat is er jongen? Waer wilt gy henen? Zytgy ook al van de kliek misschien.... Van welke kliek? Van de kliek van Tineke, van Pier Van de Putte, van Gillis Van der Eist?.... Ja, zeg op, riep klein Janneken, zyt gy ook van 't gevloekt verraders broed? Hebben wy ons ten onregte op u betrouwd? Hebben wy in u eenen schurk meer ingelyfd? Ik verwittig u, vogel, dat wy er in de bende reeds genoeg hebben van die soort, en zelfs, dat wy van zin zyn er effendoor kort spel mee maken.... Jan De Vos kruiste de artoen over elkander cn aen- zag verbaesd zyne makkers. Met wie, vroeg hy op vasten toon, met wie heb ik hier te doen, met vrienden of met.,., zotten''.... Gy sehynt te spotten met iemand van ons die in 't ongeluk zit, en dat nog met den kapitein. Ik spot met niemand en veel min met onzen kapitein!.... En ziet, om liet kort en klaer te maken, gy komt daer even te spreken van Jan dc Lichte uil den toren te halen: eb wel, laet hooren, kent gy er het middel toe, al ware het slechts het middel om by hem te geraken Ongelukkiglyk tot heden kennen wy er geen Ik ken er ook geen; uoglans, onthoudt wat ik u zeg: den dag dat gy dat middel zult ontdekt hebben, spreekt my aen, gy weel waör ik woon, en ik, Jan der door iemand ondersteund te worden, den gang der galeryen, de galeryen en de zalen der Onbevlekte Ontvangenis, de groote zael der tapyten en landkaerlen doorwandeld, en was den trap van liet museum afgedaeld. Van zyne wandeling uit den hof terugkomende, is de door- luclitige ouderling liet museum der standbeelden en de groote zael voor de galery doorgegaen; vervolgens heeft by den trap beklommen, en na opnieuw de voorkamer te hebben doorgestapt, zich in zyne vertrekken begeven. Voor zyne ziekte bediende de Paus zich byna altyd van den draegstoel, om de trappen te be klimmen; maer in den inorgend van 27 juny is hy deze zonder iemands hulp opgestegen. Pius IX is dus niet alleeniyk ten volle her steld; maér zelfs sterker dan voor zyne ziekte. De getuige welke deze byzonderheden meldt, zegt dat liet gelaet van den H. Vader waerlyk schitterend van gezondheid is. Ziedaer eene ge- lieele genezing welke veler berekeningen ver- ydelt. ZlVITHEItLAND. Op verzoek van het duitsch gouvernement heeft de zwitsersclie Bondsraed toegestemd, om de gevolmagtigden van al de gouvernemen ten uit Europa en Amerika uit te noodigen, tot deelneming aen een kongres, dat te Bern zal ge opend worden op 1 september aenstaende, ten einde zich bezig te houden met een algemeen postverdrag. SPANJE. De generaels Dorregaray en 01 lo hebben op 26 juny een waren zegeprael behaeld, leLieza, in de provincie Navarra. Er werden 11 officiers en 200 soldaten der republikeinsche troepen krygsgevangen gemaekt. De Carlisten namen bovendien een stuk kanon met zyne toerusting, 2 affuiten, 8 muildieren met hunne vracht muni tiën en talryke wapens aen den vyand af. Den volgenden dag werd 'l garnizoen van Irurzun aengevaileo door generael Ellio. Dc bezetting gat zich over by het tweede kanon schot en vroeg, om onder liet carlistisclie leger ingelyfd te worden, waeraeri liet 114 geweren en 8000 cardoezen afleverde. Irurzun ligt dry mylen van Pampeluna en is een zeer belangryk krygskundig punt, daer liet de wegen dezer stad op Tolosa, in Guipuz- coa en op Vittoria, in Alava, heheerscht. In naleving hunner beloften hebben de Car listen 63 soldaten, welke te Irurzun krygsge vangen gemaekt waren, de vryheid hergeven en naer het fransch grondgebied te Sare, ge- bragt. Die soldaten zyn op liet kasteel te Bay- onnc geïnterneerd. Een vyftiental verkoos ech ter dienst te nemen onder de Carlisten. De Vos, ik zal dat middel uitvoeren!.... Zyt gy nu gerust nopens my? Zyt gy nu tevreden?.... Is dat regtzinnig gesproken Ik zal den kapitein verlossen, ik zweer het u, al kostte het my lyf en have!.... Embo en Savoye drukten de Hand van den ontstel den makker. Vergeef ons, sprak klein Janneken, zoo wy u durfden verdacht houden. Zoodanig beeft het onvoor zien ongeval van den kapitein zyne vrienden geslagen dat zy schier niemand meer vertrouwen, dat het min ste dubbelzinnig woord, dal het minste gebaer hunnen argwaen verwekt. Dat gy wantrouwig zyt geworden verwondert my geenszins; dat gy zelfs uw vrienden niet vertrouwt, duerin hebt gy gelyk; en ik voeg erby voor uw rust en wclvaert, zyt gy, mannen van Jan dc Lichte, nog niet wantrouwig genoeg!.... Hoe meent gy het Gy komt te spreken van Tineke; gy beweert, gy gelyk menig anderen, dat hy net is die, vluchtend uit de krocht, uil wrok de boerenwacht is gaen verwitti gen, en den kapitein beeft overgedragen cn hem heeft geleverd.... En dat is echt. Ehwcl! heeft iemand den kapitein verraden, het is Tineke niet.... Neen? Wie is het dan? Dat weel ik niet en het is daerom dal ik u zegde dal gy nog niet wantrouwig genoeg zyt. Hoe weet gy dat Tineke het niet was? Tineke is gevlucht langs Sl-Denys-Boeckel op, juist in dc tegenovergestelde rigting waer gy te ge lyk trommels en klokken hebt hooren opgacn. Hebt gy het gozien? Waert gy er by? Dien zelfden nacht, niet verre van St-Denys, heeft men den armen Cics Gecnst gevonden, zoo wreed gekneusd, gewond en bebloed dat dc jongen te slecht was om te worden berecht. Van wie weetgy dat al zoo juist? Van dengenc die hem gevonden beeft. Wie? Van dengenc, van denzclfde die, naer alle wacr- schynlykheid, hem zoo deerlyk heeft bejegend.... Van Wie! Wel bliksems! Van Jan Dc Schepper, van Jan Poelenior Er heerschle een oogenblik stilte. Was Tineke de verrader niet, zuchtte Embo, wie was het dan. Ja, antwoordde I)c Vos, dat hebt gy nu te onder zoeken. Hel is eene plicht die eer toekomt aen u die hoogcr in graet staet by de bende dan aen my. Nog- tans, kan ik ii helpen gy hebt slechts te spreken. Toch is en blyft bel zeker, dat Tineke alle kwaed wensclil aen den kapitein, dat hy zyn gezag miskent, in een woord, dat hy hem eenen onverbiddolyken haet tocdraegt. «Haet»is misschien wat tc veel, bemerkte klein Janneken; ik denk dal het eer jaloerseheid is, of, gelyk men zegt, zaken van stiel. Ik ken Tineke, en, bevalt bet u, ik zal u eens in twee woorden zyne geschiedenis vertellen. Laet hooren, 't zal den tyd verkorten. Luistert dan. Jan de Lichte cn Cies Vandorgecnst zyn van dezelfde jaren en kennen elkander van over lang. Jan woonde teVelsiecq hy zyne ouders,en Tineke geboren ergens op Nederbrakel, heeft zyne ouders nooit gekend; zoodal het manneken vrocgtydig aen het bedelen was cn, dorp op dorp af, aen 't zwerven. En Tineke is landloopcr gebleven, bevestigde Embo. Met decs vcischil bemerkte Dc Vos dal hy sedert dry maend eenen stiel heeft aengevangenhy doet nu 't vvanlappen. Zoo? hy heeft eenen stiel aengevangen'Hierin toch heeft hy het bevel van den kapitein volbragt. Hot is een goede noot voor Tineke. Ja, maer dit stieltje belet hem geenszins land loopcr tc blyven. Hy wit volstrekt geen vaste woonst aennoiucn, cn hv loopt nog met de verradende vest en brock die hv, twee jaer geleden, met ïnbraek heeft gestolen le Voïlozelcby een karreboerken met Gillis Van der Eist. Haddo de kapitein het geweten, hy bad hem, in de krocht, wat schoon dc klecren van t lyl Als ge my dierwyze blyft onderbreken, viel klein Janneken in,dan duerl myne historie tol morgen vroe"Ik zegde dus dat het le Vclsiccq was dat Jan en Cies, op zekeren dag elkander ontmoetten, dal zy kamaracd werden, en dat zy, als goede kamaradeit die ze waren, aen't stelen gingen. Zy waren daa veertien a vyftion jaren oud,en, gelooft iny, zy hebben sedert dien lamelyk veel werk afgelegd. Nogtans dat wil geenszins zeggen dat zy altyd wel overeenkwa men. Telkens zy getweeën of met meer makkers op buit uitgingen, moest er eerst een Halve uer getwist

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Gazet van Aalst | 1873 | | pagina 1