N° 144. Zondag 5 October 1873. 3(,e Jaergang.
WEKELYliSCIl NIEUWSBLAD.
De Bende van Jan de Lichte.(1)
Aelst, 4 October.
Buitenlandsch Nieuws.
Gazette van Aelst
Het Bureel van liet bln«l Is gevestigd In de Itupellcstraet 11, wner alle brieven, gelden, enz. vrnchtvry moeten toegezonden worden.
Abounementsprys SS ft*, 'sjaers, vooraf betaelbner. Voor den bulten kun men Inechryven In al «le poetkuntooren, en voor do landelyke gemeeuten by «Ie briefdragers.
SPANJE.
De toestand der provincie Catalonië verbe
tert oogenschynlyk. De regeltucht is erhersteld.
Het noorderleger zal door G000 man versterkt
worden.
Men meldt uit Barcelona dat de verliezen
der Carlisten in het gevecht te Caseras aenzien-
lyk moeten zyn, daer de bende Miret alleen
GO man verloor. Een groot deel der carlistische
troepen, welke na het gevecht van Caseras op
Maullen en Ripoli aftrokken, hebben Besalu,
in de provincie Gerona aengetast.Eris een deel
van het geleide dat het konvooi te Berga bragt,
naer die plaets afgezonden.
De laetste tydingen uit Carthagena zeggen
dat de oproerlingen zeer neerslachtig zyn over
hunne neerlaeg voor Alicante. Er blyven nog
slechts 2 artilleurs in de stad. Het bataillon
Mendigorria heeft eene poging tot opstand be
proefd. Het grootste deel der verdedigers van
de stad is geneigd de plaets over te geven;
hiertegen verzetten zich alleen de galeiboven
en eene kompagnie vryvvilligers.
Het ministerie heeft een telegram ontvan
gen van brigadier Azzondo, waerin verslag ge
geven wordt over den aenval van 23dezer, met
2200 republiekeinen tegen 6000 Carlisten en
300 peerden, welke Zative injle provincie Va-
lencië bezetten. Het verslag zegt, dat brigadier
Azzondo de Carlisten verjoeg en een duizend
tal hunner verpligttc in het kasteel toevlugt te
zoeken. Van daer hadden deze een uitval ge-
daen, welke werd afgeslagen; maer ten 5 ure
kregen de Carlisten onderstand van Cabecilla
Valles zoodat de kolom van Azzondo geheel
was ingesloten en zync positie onhoudbaer
werd. Ten half zeven ure gaf hy bevel tot den
aftocht, welke in de beste orde plaets vond.
Het verlfes der republiekeinen bedraegt by den
aenval van het kasteel, 4dooden, 16 gekwetsten
en 270 man die verdwenen zyn. Van het ver
lies by den eersten aenval, zoomin als van dit
by den aftocht wordt er in het verslag gespro
ken.
MEXICO.
Het mexicaensch tweemaendelyks tydschrift,
Trait-d'LJtiion dat vooral geschreven wordt om
in Europa de menschen en zaken van Mexico te
leeren kennen, zegt, dat er een hevig debat
ontslaen is in de drukpers en onder het publiek,
over liet uitdryven van ongeveer 30 vreemde
geestelyken.
M. Lerdo de Tejada, president der republiek,
handelde liierby luidens het regt dat hem toe
gekend wordt door artikel 33 der grondwet,
waerdoor de uitvoerende magt, altyd die vreem
delingen kan uitdryven welke gevaerlyk (perni-
cioso) schynen voor het land.
Waerschynlyk zal artikel 33 der grondwet,
dat reeds in de laetste Cortes werd aengerand,
nogmaels in den aonstaenden zittyd besproken
worden, want Mexico, heeft er belang by de
vreemdelingen te lokken, maer de landverhui
zing kan niet aengemoedigd worden, zoolang
de vreemdelingen onder eene bepaling zullen
gedrukt gaen, welke hen, om zoo te zeggen,
buiten de wet stelt.
De eerste voorloopige vergadering der Cor
tes had den 1 september plaets. Het oflicieel
dagblad van Mexico vervat het program de3
gouvernements in de volgende woorden: Zoo
weinig politiek mogelyk en vele bestuerlyke
zaken. De belangrykste kwestie in Mexico is
die der vervoermiddelen.
De bevrediging is op dit oogcnblik echter
algemeen over geheel het ryk. In het kanto»
Tepic, waer Lozada het veld hieldt met zyne
benden, heeft zich tot de laetste man onder
worpen.
Luciano Mcza, de laetste opperbevelhebber
overliet legervan Nayarit en Geronimo Lozada,
zoon van den ouden Kaziek van Alica, hebben
het indulto ingeroepen en de wapens neerge
legd.
Eenige oproerlingen die in den staet Sinola
het hoofd opstaken, zyn door de ruitery te
Santiago de los Cabaleros uit elkander gedre
ven.
Een gerucht dat niet weinig onrust verwekte
liep in de laetste dagen door de hoofdstad.
Naer het voorbeeld van generael Mackensie,
moeten 600 Amerikanen het mexicaensch grond
gebied hebben aengedaen, om een Indiaen,
met naem Kikapoo, te achtervolgen. De tegen
woordigheid van die indringers te Camargo
moet de veronlweerdiging van hel volk verwekt
hebben. De klokken werden geluid, honderden
Mexikanen liepen te zamen op het plein der
stad en vielen de Amerikanen te lyf. Deze
werden overhoop geslagen, hun aenvoerder
gevangen genomen en daerna als vrybuiter ter
dood gebragt.
De opgewondenheid is zoo groot langsheen
de oevers van den Rio-Grande, dat die tyding
niets onwaerschynlyks bevat; maer er komen
van de grenzen zoovele valschc en overdreven
geruchten in de hoofdstad aen, dat die eerst
dienen bevestigd te worden, alvorens dezelve
onvoorwaerdelyk te gelooven.
HOLLAND.
Volgens wy vernemen, zal de expeditie naer
Atchin uit de navolgende troepen bestaen:
Het 2e, 3C, half 6°, half 9C, 12" en 14° bat. inf.,
een balt. Barisans van Madura en Sumenap, een
korop. van Pangarang Ario Mangkoe Negoro,
een komp. van Pakoe Alem, het korps mineurs
ensapeurs, 100 kayalerislenjzeer veel artillerie
FhAXKRYK.
Het Journal o/liciel bevat de dekreten, waer
door onmiddellyk 18 legerkorpsen gevormd
worden, bestemd om later de 18 gewesten te
bezetten, waerin het fransqh grondgebied zal
verdeeld worden. De byzondere troepen van
Algerië zullen het 19" korps uitmaken.
In een schryven van den graef de Cham-
bord aen M. de Rodes Bénavent, afgeveerdigd
door het departement Hérault, betreurt de
schryver de revolutionnaire propaganda, en
zegt dat het spook der tienden, de leenregten
en een oorlog in onmogelyke voorwaerden,
argumenten zyn welke geen ernstig antwoord
verdienen.
Ik ben geene party, zegt de briefschryver
verder, «aaer ik heb de hulp van allen noodig,
zooals allen myne hulp behoeven. Daerom
doet hy een oproep op het gezond oordeel en
de opoffering van alle eerlyke lieden, ten einde
het sociale leven te herstellen en de werking
van het wantrouwen te keer te gaen.
Betrekkelyk de zoo loyale verzoening, welke
in het huis van Frankryk ontstaen is, magtigt
de schryver aen den afgeveerdigde te zeggen,
dat alles wat op 5 augusty plaets had, geschied
is met het eenigdoel om aen Frankryk den rang
terug te geven, welke het toekomt en te'n voor-
deele zynerdierbaerste belangen van voorspoed,
roem en grootheid.
Ziehier den tekst van het arrest waerdoor
maerschalk Bazaine voor den krygsraed ver
zonden wordt en waerover wy reeds gesproken
hebben.
M. Bazaine (Frangois-Achille), maerschalk van
Frankryk, wordt beschuldigd zich den 28 Octo
ber 1870, voor Metz schuldig gemaekt te heb
ben: 1° van met den vyand gekapituleerd te
hebben en de vesten Metz, waerover hy het op
perbevel had, overgegeven te hebben, zonder
al de middelen van verdediging waerover hy
beschikte uitgeput en zonder alles te hebben
gedaen wat de pligt en de eer hem voorschre
ven; 2° als opperbevelhebber van het leger voor
Metz in 't vlakke veld eene overgaef ondertee
kend te hebben, die voor uitslag had zyne troe
pen de wapens te doen neêrleggen; 3° alvorens
te onderhandelen niet mondelings en schrif'te-
lyk alles gedaen te hebben wat pligt en eer hem
voorschreven; misdaden voorzien door de arti
kels 209 en 210 van het wetboek van krygsge-
regt, aldus vervat:
Art. 209. Wordt gestraft met de dood,' met
militaire afstraffing, eiken gouverneur of bevel-
hebber die gevonnisd na advies van eenen raed
van onderzoek, wordt erkend pligtig te zyn aen
kapitulatie met den vreemdeling en overgaef
der plaets welke li'em toevertrouwd was, zon
der al de middelen van verdediging waerover
hy beschikte uitgeput en alles gedaen te hebben
wat pligt en eer hem voorschreven.
Art. 210. Elke generael, elke bevelhebber
een gewapenden troep die zich in 't vlakke veld
overgeeft zal gestraft worden1° met den dood,
met de militaire afstraffing, indien de overgaef
voor gevolg heeft gehad de wapens aen zyne
troepen te doen neêrleggen, of indien hy, alvo
rens mondelings of schriftelyk te onderhande
len, niet alles gedaen heeft wat pligt en eer hem
voorschreven; 2° met afstraffing in alle andere
gevallen.
Gevolgentlyk wordt M. Bazaine (Fran<?ois-
Achille), maerschalk van Frankryk, verzonden
voor den ln krygsraed der le militaire afdeeling.
By vonnis der burgerlyke regtbank van
Pau is het overlyden vastgesteld van Alexander
Prince, matroos. Alexander Prince werd tydens
het beleg van Parys gelast met het bestuer van
den luchtbal Jacquard, waerover nooit eenige
tyding meer vernomen is. Uit de dokumenten,
welke voor de regtbank zyn neergelegd, blykt,
dat de Jacquard in den nacht van 28 november
1870 Parys verliet, den daerop volgenden dag
boven Engeland en Ierland gezien is, terwyl hy
in eene noordwestelyke rigling werd voortge
dreven. De luchtbal had dus niets meer voor
zich uit, tot aen de Noordpool toe, dan de on-
metelyke zee, waerin hy waerschynlyk met
Prince verloren ging.
ENGELAND.
Er is eene belangryke tyding uit Engeland
aengebragt, voor welker echtheid wy nogtans
niet instaen, namelyk nopens de overeenkomst,
welke ongetwyfeld vooruit bepaeld was, en die
op het laetste oogenblik moet gesloten en ge-
teekend zyn door Victor-Emmanuël, keizer
Wilhelm en von Bismark.
Twee dezer artikels verdienen vooral de al-
gemeene aendacht. Volgens het eerste moeten
de twee onderhandelende partyen, Italië en
Pruisen, besloten hebben eene gelykvormige
gedragslyn te volgen, in geval er een europi-
sclie verwikkeling mogt ontstaen. Het tweede
bepaelt dat, in geval de H. Stoel vakant wordt,
de wettige beslissing van het konklaef zou ge
ëerbiedigd worden, zoolang de opvolger van
Pius IX niet gekozen werd onder de fransche
kardinalen, welke met ultramontanism be
smet zyn.
En onder dit voorwendsel zal men dus, met
alle kracht, de vryheid van keus trachten te
belemmeren.
wacn te vermyden, is haeslig iets wat uit te vinden
om zyne bewakers te overtuigen dal hy gaen noch
staen kan: dal wist Steven niet.
't Is spylig.... Wist gy hoe aerdig dat doet!....
Steek eens do vuisten uit.... de gewrichten goed
saemgencpen.... zoo.... best!
En Jan greep de handboeien en, als by tooverslag,
zat de cipier geklonken....
bat doet aerdig, he? lachte de schurk.
lnderdaed....
En 't schoonste van al is, dal, eens ge met dit
speelding om de vuisten zit, men u moet komen ver
lossen, of.... ge blyft zitten....
lnderdaed.... Ik zou er niet geerne vier-en-twin-
lig uren mee loopen.
Ik heb, Steven, ik heb er schier een jaer mee
geloopen!....
Ik weel het, Jan.... Men is op zyn gemak niet....
en dal kille stael, dal geeft 'non mensch als een rilling
door gansch het lyf.... Jan, doe maer los: ik heb er
genoeg van....
'I Is niets. Steven, 't is niets.... een grap!....
Het kille stael zallyd hebbcnom te warmen, vriend
Gy zult er juist geen vier-en-twintig uren mee zitten,
maer toch tot morgen vroeg....
He! gaepteSteven!.... en reeds lag de man
den gapenden mond meteen linnen verstopt....
Hoera! riep Jan.
En hy sprong op de beenen van den cipier en de
cipier lag geknoopt, gebonden en geketend van hoofd
lolden voel....
Hoera! Hoera!
En de woeslaerd rees op, kruiste de armen over
de borst en aenschouwdo zyn werk.
Sl.even, sprak hy, ik wcnsch u een gelukkig en
voorspoedig jaer....
Sleven, gy zyt in myne magt, doch vrees niets.
Steven, ik had u veel te zeggen; maer ik zal het
kort maken: ik heb haestom buiten dezen vermale-
dyden toren te zyn. Oogen en ooren heb ik u vry
gelalen, opdat gy wel zoudt zien, Sleven, wat hier
gaetgebeuren en wel zoudt vcrslaen hel weinige dat
ik le zeggen heb: wilt gy dat alles morgen herhalen
en verhalen aen wie het acngael, doe naer uw be
liefte.
Steven, het spyt my innig dal ik u moet behan
delen gelyk ik u kom te behandelen. Maer aenhoor
my, gy zult my begrypen, gy zult my vergiffenis
schenken.
Z'hebben my gevangen, my gekerkerd; z'hebben
my onuitsprekelyk doen lydcn, zoodanig dal, ware ik
een onplichlige geweest, ik sedert lang zou dood zyn
of.... zinneloos! En toch zooverre zou ik zyn geko
men, ja, zoo verre, was uw goed, uw medclydend
hart, uwe zorgvolle vriendschap my niet komen troos
ten; had de hoop van toch eens vry te komen, do
hoop opwraek my niet gesteund.,..
En na ze my onbarmhartig hadden gefolterd in
hart en ziel, tien macud lang, hierboven, op dal een
zaam, afschuwelyk lorenkol, dan hebben ze my
onbarmhartig gelortureerd, gegeeseld en gebrand*
merkt, en nu, nu wachten ze sleehls het uer dal de
arme gemartelde een voetje zal vooruit kunnen om
hem schaudig de stad uit te leiden, tusschcn de blanke
sabels der maréchaussee, verre, zeer verre van hier,
tot over de grenzen van 's Konings Ryk, en hem ton
eeuwigen dage,in ballingschap te zenden Ireurcnen
vergaen»... Maer, by duivel en hel, dat zal niet go-
beuren!....Z'hebben zich lalon afvangen,die gestrenge
doortrapte heeren,... Jan is gezond, Sleven! Jan heeft
ze bedrogen, Steven; hy heeft ze bedrogen, de regtors
en gansch den boel!,... Aenzic my!....
En dc dolle, de opgewonden kapitein spande al
zyne krachten samen om, rond den necrgcvclden
cipier den.dolslen dans in le zetten.
Maer zync krachten verraedden hem, en hygend en
kermend zeeg hy neder op zynen stroozak....
Sleven wist niet meer of hy dood of levend was:
dergelyke avonlucr was hem nooit in zyn leven over
gekomen. In Jans handelwyze, in zyne wanordelyko
brabbeltael, in zyne vreemde manieren was hy verre
van klaer te zien.... Was zyne gevangen wel inderdaed
plotselings zot geworden?....
In den kerker heerschte vyf minuten bange stille.
Ja, Jaek, hernam de kapitein, ik hob u bedro
gen, dccrlyk bedrogen tien maend lang, maer gy
eischtel toch niet van my, niet wner, dat ik myn eigen
zeiven aen de galg ging klappen? Want de galg,
Sleven, heb ik verdiend; zy verdacht my sedert meer
dan vyf jaren!,... Ik heb nog niet gemoord, Jaek;
maer ik heb gestolen, gestolen met inbraek, gestolen
alleen, gestolen met andéren, met honderd verschil-
lige makkers, met makkers die ik zend waer ik wil,
met getrouwe makkers waerover ik meester ben....
Begrvpt gy?....
Sleven was opgesprongen in zyne boeien: hy begon
le begrypen en zyn verwilderd oog blikte ondervra
gend in dit van Jan.
Gy hebt het geraden, ging deze vooit, ik ben
XI.
X ieu wj nerswensch.
(448 VERVOLG.)
Men had den gebeulden kapitein van het sehavot
gehaeld en herrt teruggedragen naer zynen toren,
dcesmael niet meer het trapken op, maer van onder,
in 't dronkaerdskot.
Daer verwachtten hem een min of meer malsche
stroozak, een heelmeester om zyne wonden te was-
schen en zyne ontwrichte leden te wryven, en.... de
diep bedroefde Steven met eene goede flesch brande-
wyn verdoken onder zjfnen mantel.
Den kapitein had meh vqeten of handen niet her-
boeid, verzekerd als men was dat, gelyk hy daer
gesteld lag, de jongen nog juist vandaeg niet zou gaen
loopen.
De heelmeester ging tamelyk zacht te werk; Steven
laefde Jan en deed zyn best om den ongelukkigen
vriend te troosten. Dat alles was Jan zeer aengenaem,
zoo aengenaem toch niet als zich eindelyk de handen
vry te voelen. Inwendig zegde hy eeuwig vaerwel aen
de menotten en reeds was hy aen 't beramen welke
poets hy regt en politie te spelen had om hen het
meest bclachelyk te maken voor het volk, en om, te
Aelst, van KLYSïERLicliThet langste tedoen spreken....
De slagen van den beul waren zyn lyf zeer pynlyk ge
vallen; doch wat in hem het grievendst was getroffen,
was wel het hart, was zyn ontembare hoogmoed.
Men had hem publiek geschandmerkt; hy had het
verdiend, ja, en tienmael meer had hy verdiend; en
toch, hy zou het nooit vergeten, nooit vergelen, dat,
en nog veel meer andere dingen.
Acht dagen zyn voorby.
Vraegt men Sleven om nieuws van zynen brigand,
de goede man antwoordt bedrukt dat het maer is om
zoo te laten; dat de patient geenszins op beter zyde
komt.dalhyslechl geneest;dat hylot nu loegeenhand
heeft kunnen roeren, geen voel heeft kunnen stuiken;
kortom, dat de geneesheer ernstig begint le twyfclen
of Jan gaet voor zyn leven lang gebrekkelyk zyn....
Doorgaens, wanneer een gevangen van zin is van
uit te breken, hel eerste wat hy doet, om allen arg-
(1) Eigendom der Gazette van Aelst.
Wel is waer, Jan had niets uit te vinden: dc jongen
was wreed gehavend; maer toch zoo wreed niet als
hy kloeg en kermde in de tegenwoordigheid van den
geneesheer en van den cipier. Ook, zy waren nauwlyks
den rug gekeerd of Jan lachte sluw: Ze liggen my
daer wel te verdrygen, nevens myn bed, die schoonë
lieve ketentjes, grynsde hy, maer 't zal nog voor
vandaeg niet zyn, en nog min voor morgen
Dat men hem te krank meende om welkdanige
poging van uilbraek te beproeven, te mank en te
kreupel om le gaen loopen, dat was reeds veel; maer,
dat men hem de handen en de voeten vry liet dat was
veel meer, vooral de handen....
En dan regtte hy zich op van zyn smartbed en hy
waegde eenige stappen rond den kerker, 't Ging
uiterst moeielyk in 't begin; maer allengskens aen
toch, van dag tol dag, ging het beter.
Nog een droeve week geduld, juichte hy, en wy
zullen toch wel tot aen de forten geraken....
Het was in den valavond, den dag voor nieuyvjaer.
Steven had twee stoopen onder zynen mantel ge
smokkeld en zat Jan te traktceren in zyn kot.
't Is nieuwjaer avond, had de cipier gezegd; al
die rabaulen van soldaten, uwe bewakers en de myne,
zy zitten aen 't kermissen, het ware schande vergat
ik mynen vriend.... en myn eigen zeiven!.... Rys op!
Jan: ik wensch u een voorspoedig en gelukkig jaer....
een veel gelukkiger dan gy er, eilaes, komt te bele
ven!.... Rys op! dal gaet op uwe gezondheid
Jan was roerloos op zynen stroozak blyven liggen.
Hy bedankte Steven, hy beweerde nog te ziek te zyn
om smaek le vinden in den drank....
Nogtans, dien avond, zag er Jan buitengewoon wel
gestemd uit. Hy vertelde van zyn soldaten leven en
Jaek Steven van het zyne, en, wist Steven eene grap
op te halen, Jan zette er oen kluchliger tegen.
De cipier was uiterst in zynen schik: het eene glas
vermeed het andere niet....
Ja, zeg eens, vroeg eensklaps de kapitein,
gy, een oud soldael, gy die in uw leven alles hebt
geproefd, zeg eens, hebt gy ooit met de menotten
aen gezeten....
Welke vraeg is dat nu!.... Neen, ik heb nooit
met de menotten aengezeten,...