N° 174. Zondag 3 Mei 1874. 4(,c Jaergang. WEKELYKSCH NIEUWSBLAD. De Bende van Jan de Lichte.' Aelst, 2 Mei. Buitenlandsch Nieuws. G-azette van Aelst liet Bureel vnn liet blad la g;«vealig«l In de Knp«slle«trnrt IV* 11, waer alle brie van, gelden, enz. vraelitvry moeten toegezomlen worden. Abennenientaprya SS fr. *eJaere, *oo-nfbelu«lbuer. Voor den buiten kan men liueliryveu lu al de poütkantooren, en voor do laudelylto geineeuton by do brleTdruger»* 8PAIVJB* l)e troonafstand van koning Amedeus, wiens verblyt op den troon van Spanje niet meer uit te houden was, en de uitroeping door de ra- dikale party, die deze schielyke verdwyning der monarchieke magt te baet nam dit waren twee gebeurtenissen die de carlistische party en haren opstand krachtig ter hulp kwa nten. Vroeger deed deze laelste slechts weinig vooruitgang en hield zich nauwelyks staende in eenige distrikten, die haer dan nog door de regelmatige troepen dapper betwist werden. Maer toen de federale republiek werd uit geroepen, 't is te zeggen, toen de wanorde en de regeeringloosheid het land begonnen over hoop te werpen, veranderden de zaken heel en gansch van aenzien. In de tydruimte eener maend, was het getal van 6000 stryders aenge- groeid. By dezen vrywilligen toeloop der be volking, ten gunste der carlistische zaek, voegt zich, als verzet tegen de nieuwigheid, welke sommige indringers in Spanje wilden invoeren, het gebrek aen regeltucht in het leger. Dit ge brek aen regeltucht was zoodanig in den geest der soldaten dat wy gansche brigaden hebben zien weigeren aen hunne officieren te gehoor zamen; wy zagen ze gewapend in de straten zingen en dansen, en eindelyk wegloopen om dat ze niet wilden vechten. Ziehier een voorbeeld van dit gebrek aen regeltucht, waervan wy getuige waren: de brigade Cabrinetti had bevel ontvangen naer Sl-Sebasteani te vertrekken om zich langs de baen van Pampeluna tot aen Vera te begeven, en er zioh to voroonigón mot lr/il sim nerael Novillas, die van den tegenövei'gesle.- den kant in dezelfde richting kwam. Te Ii un aengekoinen, legde deze brigade de wapens neer, op de plaets Ayuntamiento, die haer tol legerplaets diende; daerna, zich van ratioenen voorzien hebbende, aten zy in de opene lucht, en verspreidden zich dan in de verschillende straten der stad, de eene spelende, de andere dansende, en hielden feest tot 1 uer's morgends. Ten vier ure, toen de kommandant bevel gat om voort te trekken, weigerden zy eenparig, en stonden tegen hunne officieren op. Men was alsdan verplicht hi\n te doen wederkeeren tot aen St-Sebaston van waer zy vertrokken waren, terwyl generael Novillas op de brigade van Cabrinetta vruchteloos wachtte te Vera, welke stad hy eindelyk verliet daer de carlisten tal- rvker dan zyne kolom, hem op de hielen zaten. Dit voorbeeld van ongehoorzaemheid werd zoo gemeen in de maend mei, dat het noorderleger (i) TWEEDE DEEL. VIII. In 't Brekelbosch. (74* VERYOLC.) Lact hooren, Steven. Gy vraegl zooveel in eenen keer? Begin met't eerste. Hoe zyt gy in de herberg den Paling geraekt? In den Paling?.... Waer ligt dat?.... Ik zou u weleer dienen te vragen hoe het is gekomen dat ik hier, op dees oogenblik, in de Sclior zit, in gezelschap van mynheer den kapitein? Afschuwelyke lap! vloog Jan op; dat loopt geheel de streek afte dweilen, zinnen en verstand verzopen, zonder alleens te weten waer hy henen dobbert, ot uit welken mestpoel men hem heelt opgehaeld!.... Gelukkiglyk dal, zegt men, cr eene voorzienigheid is voor de dronkaerds. Noglans, meesier Steven, eens toch zal bet de laetste maet wezen dal men u uit den gracht zal visschen, dat voorzeg ik u.... Uil 't water? Boe! riep Steven huiverend; ware hel nog uit den brouwketel!.... En de slemper ledigde zynen beker tot op den bodem. En nu, meester Jan, is 't nu al? Er is nog dees, te welen, dat, hebt gy het onge luk u in myne tegenwoordigheid, al ware het maer halt roes te drinken, ik u in de Schor voor acht dagen zal op den zolder steken, te water en te brood.... Boe! riep Steven voor de tweede macl; gy hebt my reeds eens voor dry maend onder 'den toren doen steken en ik heb er myn volle goeste van, van het gevang. Tracht u dan te houden als een treffelyk man, of.... Nu, ga voorts, hoe vaert gy eigenlyk? Weel ik het? Zoo en zoo.... Gy weet zoo weinig vandaeg? Wat ik best weet is, dat, sedert ik met u kennis heb gemaekt, nu een jaer geleden.... Inderdaed, viel Jan in, wy zyn in maert; het is een jaer geleden dat ik te Velsiecq werd geklampt, de duivel weel hoe! 'k Zal ik toch niet zeggen: hoede zich geheel en gansch ontbond en alleen op het papiev bleef beslaen. Zelfs op 2 january 1874, onder het opperbe vel van Moriones, was het nog niet heringe- rigt. Te rekenen van de maend april 1873, waren leveraers en bankiers zeer gedienstig en vol iever, om de inzichten en ontwerpen der Gar- listen in de hand te werken, met wien zy ern stige verbintenissen hadden aengegaen, door de tusschenkomst der junta van Bayonne. De wapenen en levensmiddelen kwamen alsdan regelmatiger en in grootere hoeveelheid over de grenzen dan vroeger, niettegenstaende de talryke moeilykheden daertegen van den kant van Frankryk opgeworpen. De lransche troe pen bezetteden alsdan de punten, gelegen langs de Bissoa, zooals Hendaye, Behohie en Biria- ton tot aen de brug van Anderlassa. Het is op deze punten dat de invoer van wapens plaets had, waeruit de spaensche dagbladen opmaek- ten dat het fransche gouvernement het met de Carlisten eens was. Ten gevolge van het traktaet der Pyreneën van 1639, tusschen Frankryk en Spanje geslo ten, werd de Bidassoa als eene onzydige rivier erkend. By gevolg mogen alle koopwaren, 't zy wapens of andere, vry langsdie rivier vervoerd worden. De douanen hebben alleenlyk het regt, by de landing op den eenen of anderen oever, de schepen te onderzoeken en de verbodene artikels aen te slaen. Men kan ligt begrypen, welk voordeel de smokkelhandel uit deze onzydigheid van Bidas soa weet te trekken. De wapens en munitiën die vroeger over de gebergten, uit Frankryk werden aengebragt en aen de waekzaemheid onzer troepen ontsnapten, kwamen met het grootste gemak op de oevers der Bidassoa aen, spaensche douanen bewaekt wérd,"konden (lë krygsbehoeften zonder moeilykheid aen den overkant gebragl worden. Later kwamen de wapenen die door de oorlogsjunta in Engeland gekocht werden, langs de zee te Fontarabië, aen de monding van de Bidassoa, aen. De stoo- mer, die dezelve aenbragt, lostte ze veilig in de haven, waer de carlistische henden, soms meer dan twee duizend mannen sterk, deze by klaren dage kwamen afhalen. Nog heden ziet men dagelyks booten, die met krygsbehoeften geladen zyn, veilig de Bidassoa opvaren en onder de oogen onzer gendarmen en douaniers, hunne smokkelwaren op den carlistischen oever lossen, zonder dat onze troepen dit kunnen beletten. Het spaensch gouvernement, dat van dezen kant zyne grenzen niet verdedigt, en zeeeniger- wys aen de Carlisten heeft ten beste gegeven, heelt dus ongelyk aen Frankryk te verwyten (1) Eigendom der Gazette van Aelst. tyd vervliegt! Want wat waren zy eindeloos lang, die droeve uren myner gevangenis!.... Had ik u niet gehad, brave Steven, ik.... Niet waer, had gy hem niet gehad, dien goeden braven man?.... Ook gy zyt er hem bliksems daukbacr voor geweest! Gy hebt hem schandig belogen en be drogen; gy hebt hem onbescliaemd voor 'i zotje ge houden; gy hebt hem onbarmhartig doen kerkeren, voor eenen onnoozelen stoop bier dien hy dien dag te veel ophad, en 't was dan nog de schuld van uw gevloekte kliek; en, of het nog niet genoeg ware ge weest, eens gy op uw deugnielenpoolen stond, hebt gy hem gebonden als een dom kalf die hy is; gy hebt zyne sleutels in den Dender geworpen en eilaes, zyn arm bedieningsken erby! Zicdaer uwe erkentenis! O! sedert ik u, tot myn ongeluk, heb ontmoet, wal al bitter brood heb ik moetenverbyten!.... Had de duivel u in de wieg versmacht, meester schurk, hy hadde toch ééns een goed werk gedaen in zyn leven!.... De geduchte kapitein had zich geenszins aen zulk eenen drifligen uitval van wegens den dronkaerd ver wacht. Hy vloog op en riep luider dan hy: Wat hoor ik? Gy durft hier gewagen van ondank- baerheid? Ik zorg voor u gelyk ik niet zorg voor myne eigene moeder, en gy klaegt? By duivel en hel, wat ontbreekt er u? Steven toonde bedrukt op de bemorste lompen die hem om het Ivf hingen.... Schier weenend, voegde hy erby: En geen halve duit in den zak!.... Weihoe! na nieuwjaerdag heb ik u goud gezon- dch; sedertdien duwt men u duiteu in de vuist, links en regis. Wat doel gy met al dat geld? Inderdaed, bevestigde Steven, men steekt er my in de hand langs alle kanten. Langs de baen en in de kroegen, kerels die ik ken noch van haer of pluim, tot bedelaers toe, zeggen my den goeden dag, noemen my by mynen naem, vernemen naer myne gezondheid, vergasten my en niet zelden dwingen zy my wal duimkruid te aenveerden. En gy aenvaerdt? Ik heb schoon te weigeren, schoon te proleslee- ren dat ik geen schooier hen, het helpt niet; zy dringen hel my op met geweld, zelfs ook met bedrei ging.... Weetgy wel wat, Jan?.... Neen, Steven. Wat ik geloof.... dat liet den smokkelhandel heeft begunstigd ten voordcele van den pretendent. Op eene gansche uitgestrektheid van dry mylen, langsheen de grenzen, bevinden zich sedert het begin van den oorlog, dry armzalige carabineros (douanen), die de brug van Beho hie bewaken, waer zy, om den tyd te dooden, met de fransche schildwacht praten. Midden op de brug, op de scheidslinie van Frankryk en Spanje hebben zy eenige kassen met aerde ge- plaetst, achter welke zy zich voor de kogels ver schuilen, die hen door de Carlisten van tyd tot tyd worden toegezonden. Voor de junta van Bayone is het sedert den troonafstand van koning Amedeus gemakkelyk geweest, gelden te bekomen, ten einde den oorlog voort te zetten. De gewoone bankiers van don Carlos deden gemakkelyker de gc- vraegde voorschotten dan vroeger. Eeninschry- ving en eene leening, te Londen geopend, bragten betrekkelyk aenzienlyke sommen op, nameiyk: de eerste 200,000 p. st. (5 millioen fr.) en de tweede 10 millioen frank. Sedert dit tydstip heeft menook opgemerkt,dat de geldopvorderingen zeldzamer werden, in de oproerige provinciën van'tnoorden van Spanje. Gedurende dit tweede tydstip van den oor log, deden de Carlisten zulken aenzienlyken vooruitgang, dat zy zich binnen het verloop eener maend, van het grootste gedeelte van Navarra en Guipuzcoa meester maekten en er generael Novillas uit verdreven, die, in de on- mogelykheid om zonder manschappen of geld den stryd voort te zetten, zyn ontslag gaf als generael van het noorderleger. Te midden der gunstige omstandigheden, werd het kamp Pe- gna-Plata aengelegd, hetwelk tot heden toe eene belangryke krygskundige weerde heeft. Op de grenzen van Frankryk en Spanje en op deh'h'ërgV'die Tii ëh aën'de zyde van Frankryk langs eene zachte helling tot aen zyne platte kruin beklimmen kan, langs den kant van Spanje is hy onbeklimhaer. Op dezen bergtop heelt men een uitgestrekt kamp ingerigten kazernen gebouwd, die ongeveer twee of dry duizend man kunnen bevatten. De ligging van dit kamp biedt ernstige voordeden aen; zy bevoordeelt de aenwerving van den kant van Frankryk en, langs den kant van Spanje, boeit men cr geen acnval te vreezen. Het grootste gedeelte van hel gesmokkelde oor logstuig komt langs het kamp Pegna-Plata, van waer ook de carlistische kolommen op expe ditie worden uitgezonden. Te Pegna-Plata heelt de staf van don Carlos een geruimen tyd verbleven, ook hield men er de soldaten der gouvernementslroepen gevangen, die men op het slagveld, nameiyk in het gevecht van Evaul had gevangen genomen. Wat gelooft gy? Dat al die vreemde kwanten, gasten zyn van uw kliek, die gy uitzendt op myn spoor, die uw orders ontvangenHoe zouden zy my anders kennen? Hoe zouden zy my zoo gcmcenzaem onthalen, op eten, op drinken, op geld? Wat kvvaed is daerhy? Alleenlyk, dees, te welen, dat ik ernstig begin te vreezen óf ik, huiten myne wclc, nu ook van de bende zy geworden.... Gy van de bende? Uw mottige plunje zou u inderdaed voor een haenslrooper doen aenpakken.... Nu, daer moogl gy gerust op slapen, Steven: gy zyt van de bende geenszins, gy kunt my niet dienen. Integendeel, zyt gy wys, ik zal ik u dienen. Niels zal u ooit te kort schieten, gy zult leven als een rente nier. Maer uw geld zoo niet te blyven verzuipen, hoort gy, of.... Dat is allemael wel, meesmuilde Steven; maer, ik ware toch nog liever cipier gebleven!.... Nu, nu, wy zullen er maer van zwygen. 'I Zal 't beste zyu, Sloven; lael u begacn, jongen, en gebaer van niets.... Steven wikte de korfrieseh en schudde: de flesch was ydcl.... En nu, Jaek, hernam Jan, hoe gaet hel te Aelst? Ha, vogel, antwoordde Steven misnoegd, ik zou u raden van u voor liet oogenblik in de muit niet te laten steken, of deesmael zullen z'u pluimen tot onder 't velZ'bebbeu daer, die Franschmans, een tribu- naclken opgemaekt dal er met de vuile voeten door- gael. Gy komt daer even te spreken van zekeren Pier Geenst. Ik heb hem zien vonnissen, geesselen, brand merken, en dal alles was geklonken op een uer lyds. Ily heeli maer éon verboor onderslacn; de getuigen kwamen hy, de duivel weet van waer, allemael vreemd volk. Dan hebben z'hem op de pynhank gelegd, aen den scherpregler overgeleverd, en's andcrendaegs, nog gansch bebloed en half dood, onder beleid van den beulsknecht en van de maréchaussée gevoerd naer de grenzen, op een slechte kar, om vandaer te vertrekken naer de galei.... Arme jongen, hy was toch zoo deerlyk gesteld! 't Was verradersbroed, Steven; hy verdiende nog meer. En wie zyn die gestrenge heeren, die dat lief tribunaelken hebben opgetoomd? Die kan ik u noemen by naem en toenaem. Achulegui en Pegna-Plata zyn dus de eenige vaste etablissementen, die van uatuer versterkt, de Carlisten gedurende deze tweede periode van den oproer, hebben bezeten. Deze twee kampen hebben inderdaed groote diensten bewezen, tot dan toe had de oproer gebrek aen een versterkte plaets, waer men zich in veiligheid, op eene regelmatige en byna officieele wyze kon inriglen. Op het einde van mei 1873 had de carlisti sche beweging in Navarra en in een gedeelte van Guipuzcoa stevig wortel geschoten; zoo danig dat zy meester was van de gansche grens van Baztan tol Urun, van de eene, en tot San- Sebastiani van de andere zyde. Gedurende de derde periode, die zich tot heden uitstrekt, zullen wy echter de carlisti sche beweging nog meer grond zien winnen. Uit Balmasedawordtgcmeld.dat er sedert acht dagen, 2,000 carlistische pionniers, langs heen de rivier Cadagna werken, om de berg passen ongenaekhaer te maken. Generael Va- lasco is, met tien bataillons Castiljanen en dry asturischc bataillons, niet dc verdediging gelast. ENGELAND. Eenige engclsche lords zullen eerlang aen don Carlos den eeredegen opdragen. Het lem mer zal in veerkrachten stevigheid de beroemde degens van Toledo overtreffen; op het boven gedeelte zullen het koninklyke wapenschild ge graveerd zyn en het gevest zal met opschriften pryken, betrekkelyk de landen over welke don Carlos eens heerschen zal. Men verzekert.dat een agent van don Car los te Londen is aengekoinen, om zyne belan gen hy het hof te vertegenwoordigen en eene Jeening te sluiten. De Times bevat eene depcche uit Parys, van 26 april, meldende dat de polieie-pref'êkt de grenzen vau Syafijif en fiaofiïïT icfnrfrp-^ow Carlisten hebben begeven. Ten einde zeiven over den tegenwoordigenzakenloesiand teoor- deelen en alsdan hy de Nationale Vergadering er op aen te dringen, opdat het fransche gou vernement de Carlisten als oorlogvoerende party zou erkennen. Volgens den Nouvellislêvan Parys, zouden ver scheidene algeveerdigden der uiterste reglerzy, met dit doel, naer het kamp der Carlisten ver trokken zyn. DUITECIILAND. Tusschen de gouvernementen van Frankryk en Duitschland zullen eerlang konferentien worden geopend, tot het regelen der grens- hisdommen. Men denkt dal de graef Wesdeh- lon en de byzondere gehcimraed Herzog, ge attacheerde aen de keizerlyke kanselary, wegens Duitschland, met het leiden der onder handelingen zullen gelast wezen. Ten gevolge Voooracn stacl den hecre Charles BagucnauU de Bauvais, ridder chevalier van het koninglyck ende militaire order van Si-Louis, provost generael van het leger van den koning binnen Vlaenderen, ter adjonctie van Mr Petrus Franciscus Pyckc, pensionaris van den lande van Aelst, Jean Baptistede la Marchc, Francis cus le Mercies, Jacobus Auguslinus de le Merillon, Josephus Cosson, ende Roberlus de la Fontaine, officie ren van de Connelablie. Allemael fransehen, uitgenomen M' Pyckc, dien ik ken. Inderdaed; het is Mr Pyckc die acngesleld is als gezworen vertaler. lk vergat den besten, den procureur-generael LeonardusMarlinus de St-Martin; die is een rappe kerel, zegt men. Zie maer toe, Jan, dat gy in zyn handen niet geraekt. Ily heeft het bewezen, spotte Jan, dal hy een doortrapte kerel is! In de zaek van Pier Geenst, heb ik hem vyf getuigen opgezonden. Die getuigen, ja, hebben de waerheid gezegdzy waren al le wel on- derrigt nopens de vrome daden van Pier, zoodanig dal Pier zelf, die herhaeldcmacl verklaerde die getuigen niet te kennen, toch eindelyk moest helyden dal zy waerheid spraken. M. deSt-Marlin heeft ze nenhoord, on, op hunne verklaring, Pier doen vcroordeclcn, omdat die getuigen goede papieren hadden.... Weet gy, Steven, wal die papieren waren? Het waren val- sclie papieren!.... En die getuigen?.... Hel waren gasten van de bende!.... O! die Martinusde St-Martin O! die MarlenIly heeft Jan De Liehle nog niet.... Steven zat gansch onthutst, Hy kon niet begrypen hoe iemand zoo schelm ol zoo slim dorst wezen om op zulk een schandige wyze liet regt le misleidendat ging zyn cipicrsversland le hoven. He wel, hernam de kapitein, wal zegt die Marlen van Jan De Lichte? Gaet hy hem liaesl doen vangen? Wat hy ervan zegt weet ik niet; maer, niet lnhg geleden zal ik in 't kroegsken op de Werf; er was veel volk tegenwoordig, en er werd druk van u gesproken. Zoo beweerde zekere Cies Hondricx, een hollauder van Leiden en marskramervan stiel, dat Jan De Lichte andermael dienst had genomen in '1 hollanösch leger en thans in garnizoen lag in d'omslreken van Vlis- singen. Had gy, man, de zeven gezien die, een kwaert Do krygsraed van Aelst, dierwyze samenga teld, is de- eclfde, die Jan De Lichte met zyne Bende, laler heeft gevonnisd.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Gazet van Aalst | 1874 | | pagina 1