.ag 27 December 1874. 5(,e Jaerga> WEKELYKSCH NIEUWSBLAD. De Bende van Jan de Lichte. BERIGT. Aelst, 26 December. te van Aelst II* Kalilen, caz. vraclitvry moeUii toogezoadeu worden. I Bureel h.t bled I. ®ev..llBa in .In V 11, wuer ent.pry. 8 fr -.Jut., vnornl-bnt».Il,«nr. Vo.r Jon buiton bun men lu.eh. yvun in «1 d» po.tbunto.r.n. en v.nr .In l.n.lelyb. t... by .In brlelMrnger.. Be persoonen, die een abonnement nemen op de Gazette van Aelst, voor één jaéi', zullen van heden af tot Nieuwjaer, het blad gratis ontvangen. regterlyke kronyk. ASSISENHOF VAN OOST-VLAENDEREN. Voorzitterschap M. Gobvoet. Moord te Denderleeuw. Dry beschuldigden. li, ons laelsle nummer hebben wy de bescliulüi- Kingsakie (lieilegedccld vvaervan, den 14 dezer, voor het Assisenhof word lezing gegeven tegen de dry be schuldigden Stoffyn, Van Uaele en Barbier Voortaen,zoolang de debatten duren, zullen wy ons bepalen by een beknopt verslag derzelve, want, de lei- benrypt het, dergeiykedebaüen kan een Week blad onmogeiyk in gaiiselt hunne uitbreiding geven. ISogthöi1- wat betreft de belangrykslc zittingen, deze zul! n v breedvoeriger mededeelen. 7'tmq van dynsdag, 15 dr.ccmbcr. Ondervraging der beschuldigden Stoffyn en Van Daclc. Beiden loo chenen de feiten hun ten laste gelegd. Stollvn bekent da goede betrekkingen die bestonden tusschen hein en den burgemeester Barbier, macr loochent dal hy j, or dezen laelsten naer Liedekerke werd geroepen omtrent den lyd dat het schelmstuk werd gepleegd. Hy heeft nooit eenen mantel gedragen die hem dooi den burgemeester zou moeten gegeven zyn. De sche ien Van Daele verklaert dal hy nooit 111 betrekking is in V -est met zynen medebeschuldigde Stoffyn; hy heeft de'.en niet gezien den avond van het schelmstuk. /üting van 16 december. M. Cordier, landmeter ie Audeuaerde, geeft uitlegging nopens de ligging der nlaetsen Hy is van meening dat, zonder de hulp van «enen dorden persoon, het onmogeiyk zou wezen over den muer te geraken diende moordenaer zou beklom- 'mSh THfOfetf. De I schuldigde Van Daele wordt ondervraegd no pens zyDei heirekkingen met Lucia Van Droogenbroeck, welke aenhielden sedert meer dan 13jaren. Deouders kenden üie betrekkingen. Sedert de dood der ouders, zyn d e b.etrekkingên blyven duren, en het slagloller, Jan Van Droogenbroeck,zag ze ongaerne. De beschul digde van Daele loochent al de bedreigingen welke hy, naer het zeggen van zekere getuigen, zou moeten uil- cclïragt hebben tegen het slagtoffer. De Boom, herbergier te Denderleeuw, schoon- der van het slagtoffer, is toegeloopen onmiddclyk na het schelmstuk. Hy verhaelL al wal er is gebeurd 'eduren te de opvolgende uren. Jan Van Droogen- nroek was begunstigd geweest door het testament der •-ouders;dacrdoor zekere oneenigheid tusschen hemen zyne broeders en zusters; macr die oneenigheid had jaren opgehouden le bestaen sedert vele jaren. De getuige bevestigt dat sedert de laelsle kiezingen, de goede overeenkomst tusschen Van Droogenbroeck den burgemeester Barbier was onderbroken, liy vee. met of er tusschen dezen laelsten en den be schuldigden Stoffyn vertrouwelykheid heelt bestaen. Nogthans, op eene interpellatie van M. den Voorzitter, verklaert hy dal deze vertrouwelykheid verrassing baerde. Zitting van 17 december. De getuige David Bee- laerts, koopman in vlas te Aelst, is langs hel huis van Van Droogenbroeck voorbygegaen op het oogenblik van hel schelmstuk; hy heeft eenen menseh ontmoet die de rigling hield van Denderleeuw, en hy heeft in dien persoon gemeend te erkennen August Van Droo genbroeck, zonder noglhans dat hy zulks durve ver zekeren. Ed. Schelfhaut, landbouwer te Liedekerke, heeft ook den broer door het volk hooren beschuldigen. Vrouw De Nys, herbergierster te Liedekerke, heeft, in bare herberg, eene worsteling bygewoond tusschen de twee gebroeders," geleden 3 a 4 jaer voor hetj ge pleegde schelmstuk. Zy heeft ook Lucia Van Droogen- broek doodbedreigingen hooren uitbrengen tegen ha ren broeder Jan. Het openbaer ministerie doet opmerken dal de ge tuige deze feiten niet heeft geopenhaerd in haer ver hoor by den regler van instructie. De getuige Petrus Van Droogenbroeck, bloedver want van hel slagtoffer, verklaert dat Jan bang was van zyne familie. Eens hebben de twee broeders el kander op een tweegevecht beroepen;zy zyn nooit tol verzoening gekomen. Jan had geenden minsten invloed te Liedekerke; hy heeft nooit blvken gegeven van ver bittering jegens den beschuldigde Barbier. Barbara Becckman, echtgenote van August Van Droo genbroeck, heeft nooit de vrouw gezien van Stoffyn. Hare man had zich verzoend mot zynen broeder Jan, nu twee jaer geleden. August heeft aeu zyne vrouw nooit gesproken van dc echtgenote Stoffyn, die haren eigen man overdroeg als zynde den dader der moord. liet openbaer ministerie doel de onwacrsehynelyk- heid uitkomen van dees deel der getuigenis. De getuige August Van Droogenbroeck verklaert dat hy met zyne broeder verzoend was sedert twee jaer. Vrouw Stoffyn heelt hem verkiuurd dut hare man de dader was der-moord. Ily weet niet ol hy hiervan aen zyn vrouw gesproken heelt. M. dc Voorzitter dringt aen op dal puul. pegetuige houdt zyn gezegde slaen. Zitting van 18 'december. De getuige August Van DroQgerjbropck zet zyne verklaring voort.. Ily bekent dat hét voordeel, door vader Van Droogenbroeck per testament gedaen aen zynen zoon Jan, de oneenigheid in de familie heeft gebragl. De getuige heeft eens gevochten met zynen broer Jan in de herberg van vrouw De Nys; Jan wilde hem slaen met eenen knots; sedert dien werd ljy nogmacls door zynen broeder beroepen. Ily loochent van tegen zyn broer doodbedreigingen le hebben uitgebragl of g'eld le hebben aengeboden aen De Neef om hem le Vermoorden.De getuige kende de betrekkingen zy- ncr zuster Lucia met Van Daele; deze ontvluchtte het huis, wanneer Jan Van Droogenbroeck binnen kwam. Onmiddclyk na het schelmstuk zyn de vermoedens van den getuige gevallen op Van Daele. Hel is vrouw SlöT- fyn die, in april laelstleden,hem haren man heeft aen- geklaegd als zynde den pleger van hel schelmstuk. Aenstonds heeft hy eene depeche gezonden aen den brigadier der gendarmerie van Ninove,die deze vrouw is komen ondervragen. De getuige heeft vrouw Stoffyn geleid naer Gent by den regler van instructie, en by haren terugkeer te Denderleeuw, werd die vrouw ten zyncnl geherbergd. De getuige zegt vergelen te hebben of hy aen zyne (i) rouw gesproken heeft van de veropenbaringen der eelitgcnoole Stoffyn. Vrouw August Van Droogenbroeck,wedergeroepen, .'erklaert nogmaels dat hare man haer volstrekt niets gezegd heeft nopens hetgeen vrouw Stoffyn heelt uit gebragl. De man bepaelt zich te herhalen dat hy zich de feiten niet meer herinnert die betrek hebben op vrouw Stoffyn haren echtgenoot belichtende den dader lo zyn van het schelmstuk. Jan De Neef, landbouwer te Liedekerke, bqkcnl dat August Van Droogenbroeck hem duizend franken zou aengeboden hebben indien by zyn broer Jan wilde dooden. Verschillige getuigen komen verklaren dal, op den avond van hel schelmstuk, August Van Droogenbroeck zich bevond, rond acht uren, in de gemeente Erem- bodëgem. Zitting van 19 december. De getuige J. B. lem merman, koopman le Aelst, is de schoonbroeder van het slagtoffer. Jan was met August verzoend sedert twee a dry jaren. De getuige heelt August zien we derkomen van Erembodegem naer Denderleeuw, op den avond van dc misdaed, rond 9 ure. De getuige Constant De Neef, werkman le Liede kerke, werd, by den aenvang van hel onderzoek, ver dacht van in de misdaed te hebben medegelioipen; hy werd gevangen gehouden gedurende 29 dagen. Hy was werkman by Delanney. Hy beweert dal hy werd aengehouden, omdat hy den schepen Van Daele voor den onderzoeksregtcr niet wilde beschuldigen. Ily heeft aen den beschuldigde Van Daele kardoe zen verhogl. Ily heeft hel meeste deel der omstandigheden ver geten waerop de ondervraging loopt. M. Raymond d'llondl, regler te Audenaerde, heeft de eerste onderzoeken gedaen. Ily heelt Jan Van Droogenbroeck ondervraegd, den dag naden aenslag. Jan durfde den schepen Van Daele niet uildrukkelyk beschuldigen, maer hy had geen verlrouwenin dezen laelsten, attyd vreezende door hem te worden besto len, en zoekende-bem te verrassen. Jan heeft hem gezegd dal hy, dry achtereenvolgende zondagen, zyne politieke vrienden van Liedekerke had getrakteerd en hy vtoor hen ongeveer 50 fr. had verleerd; de tegen- party (die van don Burgemeester) loonde zich verbit terd tegen hem. De getuige heeft het schietlood ingezameld dat hel slagtoffer getroffen had. Ei worden Lwee geweren opgchragt, het eene hehoorende aenden beschuldigde Van Daele, hel ander aen Jul. Delanney. Een gendarme wordt gelast le onderzoeken of zy geladen zyn, en komt verklaren dal niet een der beide wapens gela den is. Men toont ook schietlood gchaeld uil de wonden van hel slagtoffer, en schietlood gevonden by Van Daele. De getuige verklaert dal de beschuldigde Barbier de vermoedens zocht, le doem vallen op Vugusi Van Droogenbroeck. De getuige verzocht hem zyn onder zoek eene andere rigling te geven, vermits August had "bewezen dal hy, op hel uer dat de misdaed werd gepleegd, elders was. De beschuldigde Barbier zocht min of meer het onderzoek tegen te werken. De ge tuige is volkomen zeker van de onschuld van August Van Droogenbroeck. Niemand onder de getuigen die hy heeft ondervraegd by hel onderzoek, heeft den aliln van August durven tegenspreken. De beschuldigde Van Daele werd aengehouden den TWEEDE DEEL X. Hier en tinei* (106® VEIWOl.G.) i' 1p onze vlaemsche streken, waer öugenaekbare rotsen en gebergten den baenstrooper sehuilplaets noch versterking bieden, liet, honderd jaer geleden, de natuer hem ten minste hare alom verspreide en ondoordringbare wouden. Daer zat die banneling der samenleving op zynen vrydorn. Had hy te vluchten voor vervolg en overmagt, of plannen te beramen tegen de hoeren; had hy in uitspattende brassery zyn inent le geven, of met vriend of makker een fesc uil ui bloed le slechten; kortom, wat gewichtigs omogt opdoen in wederwaerdigheden van zyn W" "ielyk bestaen, instinktmatig liep hy naer de bos--.beu, gelyk de dieven van Parys naer de Barrière d'Enjerslechts daer, verrevan'de besehaefde wereld, gei by geluk in voorspoed, rust en troost in legen- 0ijwJ; slechts daer, in die nooit gestoorde eenzaem- h-eid, op dien hem eigen en nooit betwisten grond, daer alleen, scheen het hem, vond hy ihspraek en raed n.de ïöleligste omstandigheden zyns levens. -ed en inspraek had onze arme Tineke voor hel oogenblik hoogst noodig. De wyze waerop hy met den iv-.ipi! °in kwam uitlespclcn had zyndwaes hoofdgansch in de wargebragt. Buiten adem geloopen, liet hy, in 'l middqn van tku ij- ch zich neergaen op den kant eener beek, cn vic! ii .oorlsige bedenking verdwaeld.... 'I Gaet, doeninis, hygde hy, 't gaet al legen! "i ,e is betooverd't Was zoo schoon bestekeji tn ('-e*mael was hy verloren, verdorven voor altyd Wie heeft ons nu verraden?.... Wist Gillis hel! Wist Pier Putte het!.... Wat nu gedaen! Vond ik nu maer e:- e makkers by d'hand, wy zouden ons versland sa:/1 eggen.... Jajaloopt er achterllv is den dat e slim, die gevloekte Velsicker! Nu begin ik te ■- n waerom hy zbo grelig slael naer het geld, - dgeen hy noemt den besproken lolby belaelt, gendom der Gazette van Aelst. de helsche hond, hy belaelt schelmen van do bende om de makkers te bespieden, dat doet hy!.... Men mag hier tegenwoordig geenen voet meer verzetten of uw slappen worden geteld!.... 'l Heelt al ooren en oogenwaergeaen of bykomt.... totdeboomen toe!.... Wie weel, op dees oogenblik zelf, hier waer ik zit, wie weel of.... Een ligt geritsel trilde inde kruinfler populieren... Tineke keek verrast op.... Hy onlwaerde niets.... Een ekster, gromde hy, die naer nest zoekt.... Ze kruipen hoog dees jaer, de eksters: 't zal een hecle zomer zyn.... Nu, waer was ik.... Juist, ik vroeg myn eigen wat er le doen staet met Jan De Lichte.... Hel moet beslist worden, haeslig, terstond, of 't zou voor ons ook 'ne iieele zomer kunnen wordenWat gedaen dus!.... Het H. Oliepolje van den pastoor van Santbergen, dal is T myn, daer zal ik wel achterko men; ook, dal is't nu minste.... Maer wat gedaen met den brigand? dat is de groote knoop!.... Hem afwer ken langs bosch of kant ware het zekerste; maer maer.... de bende is verwittigd!.... Wat gedaen dus, doemnis! Hy moet eraen, T is gezegd, 't is gezworen Maer hoe? Wat gedaen, vraeg ik, wat gedaen!.... En Tineke radeloos razend sloeg den grond met zyne vuist en ploegde vloekend hot zand met zyne hielen. Eensklaps, boven in de boomen, ging een luidruch tige schaterlach op en eene slem, die niets mensche- lyks had, riep scherp en spottend hem toe: He! Tineke! mollevaDger! 'l Is daer niet dat hel le vinden ligt! En de slem ving 't liedje aen van Jan De Lichte, van Jan Den grooten man Dien niemand temmen kan!.... Tineke ontzet, duizelig en hall zinneloos, spronk het kreupelhout in, hernam zynen loop, liet broek cn kazak in Harden aen dc doornen en stormde vooruit alsof al de saters van 'l Raichepaillewoud hem op de hielen zaten He! He! riep dc slem, sta Tineke, ik ga moe! En Tineke hoorde hoe iets sprong van tak op tak, van boom op boom, iels dal hem hardnekkig vólgde.... Dc arme verdwaelde, de koorts op hel lyf en de be nauwdheid in de schoenen, draefde vooruit, viel, 30 december 1872 en in vryheid gesteld den 25 fobru- ary nadien, by gebrek aen genoegzame bewyzon van pligligheid. De zitting eindigt ten 2 3/4 ure cn wordt verzonden tot maciidag, 21 december. Zitting van 21 december. Getuige Joseph Van Droogenbroeck, weduwe van Francies Van Ginder- dcuren, herbergierster te Liedekerke, zy is de nicht van Van Daele. V. Weel gy nog dat Jan Van Droogenbroeck doodge schoten is? A. Zy heeft hel hooren zeggen. V. Weel gy waer Van Daele was?A. Ily was by ïpy kwaerl na 6 ure en hy is alleen in myn huis gekomen. V. Wie was er in uw huis? A. Vorcamme en Hy- mans, dacrna is Van Daele binnen gekomen. V. Waer was uw man? A. Tc huis; hy is niet uit geweest, of heeft legen niemand aen dedeurgesproken. Hebt gy Stoffyn gezien? A. Ja, den dag voor do moord. Hy heeft my gezegd, dat hy zyne zustcl' is ko men bezoeken die ziek was. Het was rond 8 ure's avonds; zy heeft hem nadien niet meer gezien; hy zegde my ook dat hy des anderendaegs naer Rysel zou vertrekken. V. Is Stoffyn des anderendaegs in uw huis niet meer geweest ol 'is uw man by Stoffyn niet meer gegaen? A. Ik heb Stoffyn niet meer gezien, en ik weet niet of myn man er hv is geweest. V. Hebt gy Stoffyn gezien by den burgemeester of heeft Stoffyn van den burgemeester gesproken? A. Neen, mynheer. V. Waren Stoffyn en de burgemeester goede vrien den?A. Zy waren geene kwade vrienden. Getuige zegt nog dat Stoffyn dikwyls by haer in hare herberg op eenen stoel heeft geslapen. V. Waerom deed hy dal? A. Stoffyn zegde my dat hy naer huis niet ging omdat hy toch bv zyne vrouw in T bod ntet mogt slapen. (Gelach.) V. Hebt gy Stoffyn met een vreemden lieer in uw lniis gezien, die by den burgemeester is gaen slapen? A. Ik weet daer niets van, mynbeor. Getuige wordt ondervraegd of zy niet gezegd beeft dal Jae Van Droogenbroeck zich wal le veel inet Lie dekerke bezig hield, en al Ie dikwyls daer kwam, dat hy wel cone scheut zou kunnen krygen, anlwoordt ,dat zy dacrvan niet weel. V. (lot Stoffyn). Die getuige zegt dat gy maer een glas hier in haer huis gedronken licht cu vertrokken zyt. Stoffyn. Ik ben er tot laet in den nacht geweest, die vrouw was alsdan waersohynlyk slapen. Ik kan niet juist zeggen hoe lael hel was. Gy held verklaerd dal gy den 27 november by den burgemeester, by Collyn en hy Van Gindcrdeuren geweest zyt en van daer by uwe züster zyt gegaen. Wal hebt gy tegen uwe zuster gezegd? A. Ik weel niet goed meer wat ik tegen myne zuster gezegd heb. De Voorzitter. Wy zullen uw zuster op dal punt hooren. 47® getuige, Viryi'.nicVan Droogcubroe* kliuisvrouw Du Boom, herbergièi'sier le Denderleeuw. Dc Voorzitter. - Hel is deze getuige, die acn do deur kwam luisteren; is er daer reklamatie tegen? A. Neen, van wege de verdediging. V. Hebt gy nooit moeilykheden gehad met uwen broeder? A. Neen, mynheer; ik ging soms naer zyn huis als by niet to buis was. V. Er is daer kweslio geweest van ccne erfenis, waerin gy benadeeljgd werd, hebt gy duerover boos geweest? A. Neen, mynheer. regie zich op, gekwetst aen handen en aenzichl, viel nog, en nog, en, vóór hy den uitgang van het woud bereikte, viel hem iels op de schouders, dal zich sehrylings vastklisto rond zynen hals, bem in 't haer greep en riep: Halt!.... Tmcke was 0111 de dood te sterven; hy zeeg door zyn knicn en riep vergiffenis!.... Het schrikkelyk iels dal hem op den nek kwam le vallen, stond voor hem.... Hel was een nfgryslyk leelyk stuk menseh, een dwerg van nauwelyks dry voet hoog, met kromme beenen en krommen rug, en met een hoofd zoo ongemeten dik en z^vaer dal het gcheele hel afzichlelykslc monster daerslelde dal men ooit had ontmoet.... Ik herken u, zuchle Tineke, eenigszins lol zyn zeiven gekomen, ik herken u!.... Gy hebt my schier de dood aengedaen, maer dat zuil gy bezuren vervvensehte aep die ge zyt De aepanlwoordde met zyuengewoncn knersenden schaterlach,zette een dansken iu ter eerevan Tineke, cn zong van Jan Den grooten man Dien niemand temmen kan. Die aep.gelyk Tineke hem noemde, was jaren lang, eendervoornaemsle rareleilen geweest dei Bohemers. Mel hen had hy geheel het land afgedweild en was bekend op alle* markten en kermissen van Vlaenderen. Onlangs geleden, om eene grilligheid te voldoen, had Jan De Lichte hem in eigendom gevraegd aeu de Bohe mers, cn de Bohemers, die den kapitein niets te wei geren hadden,verkochten hem den dwergvoorderiien kronen. De dwerg kleefde zynen nieuwen meester aen met de verblinde en onberekende verknochtheid van den slaef. Ook mogt Jan welllaest bestatigen dal hy geenszins in zynen koop was bedrogen. De dwerg was wel de schalkschste, de doorlrapste, de lynste vlug die men ergens vinden kon; overal wist hy bin nen te dringen; overal werd by 0111 zyne kwinkslagen cn koddige sprongen goed onlhaeld, maer ook overal spiedde hy hel al al en hy werd de trouwste cn vin- nigstc spioen van Jan's lalryke geheime politie. On- noodig erby te voegen dal hy, benevens Mie-den-Bult, haesl hel lèergcliefslc troetelkind werd van Mie-Gen darme. On'dcr dc bende heette men den dwerg met den spolnaem van Simon-Paeps; som I yds ook licel te men hem den Koppenjager, uil eerbied cn ontzag voor den verwitderden en digi opgescholcn haerbos die zyn vvandrochlelyk groot hoofd bezette en die hein lot heden de kosleniiadgcspaerd van hoed of klak. De zin speling was nagenoeg toepasselyk, met dees verschil noglansdal de spinneko.pborslcl onzer huishoudsters voorzien is van eenen langen steel, en Sinum-Paeps een kopj)ëjager was met korten steel. De uwerg stond nog altyd le dansen voor Tineke. Tineke ten uiterste verbitterd, haeldede» voet op om den moed willigen lerger Le schoppen; maer vlug knapte de Konpenjager Tinckc's heen en Tineke rolde nog eens hol'over hol tusschen de doornen. De dwerg kroop hem op hel Ijl'. Dal zal 11 leeren, spotte hy. zoo gedurig tegen den kapitein op le spelen! Nu, ik wil zoo toegevend zyn als hy en schenk u vergiffenis, nog voor éón moei. Maer op éón conditie, le Weten, dal gy trakteert by meken Fovcl. Er is veel volk; maór lel toe van op den kapitein niet uil te varen want er is familie by. Wie is er zoo allemael? vroeg Tmcke. Gy trakteert? Ja. Sta op dan, ik zal u al gaende vertellen wie er allemael is.. Neem my op uwen arm of opuwsehou- ders; ik klap niet geerne van zoo leeg, ik ben altyd bang van my den bals le verrekken. De dwerg kleuterde Tinckc's lyf op en hernam zyne plaels op dcszelfs schouders. Goed zoo, lachte hy, nu ben ik grooler dan gy. Jut! Vooruit! cn zet u czclsooren open.... Ten eer ste, degenen die gy zoekt. Gilles van Pamele en Pier Putte zyn er niet; maer,integendeel,gy zult ervinden, vooreerst,meester Jan Poclenicr Jan kapitein s kozyn. Doemnis! schoolTinckeop.en by deed pogingen om den dwerg van zyn schouders in hel Brembosch te schieten. Ho! riep Simon-Paeps, zoo naby lagen wy et alle twee!.... liet pcerd moet braef zyn, keel hy, ol de Koppenjager zal hel zeggen aen zyn meester, en dan krygl hel peerd van de zweep. En de oolyke dwerg kletste met heide handen op Tineke'» ooren dal het klonk. Vooruit! riep hy, vooruit (Wordt voortgezet,)

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Gazet van Aalst | 1874 | | pagina 1