.ag 27 December 1874.
5(,e Jaerga>
WEKELYKSCH NIEUWSBLAD.
De Bende van Jan de Lichte.
BERIGT.
Aelst, 26 December.
te van Aelst
II* Kalilen, caz. vraclitvry moeUii toogezoadeu worden.
I Bureel h.t bled I. ®ev..llBa in .In V 11, wuer
ent.pry. 8 fr -.Jut., vnornl-bnt».Il,«nr. Vo.r Jon buiton bun men lu.eh. yvun in «1 d» po.tbunto.r.n. en v.nr .In l.n.lelyb. t... by .In brlelMrnger..
Be persoonen, die een abonnement nemen op de
Gazette van Aelst, voor één jaéi', zullen van heden
af tot Nieuwjaer, het blad gratis ontvangen.
regterlyke kronyk.
ASSISENHOF VAN OOST-VLAENDEREN.
Voorzitterschap M. Gobvoet.
Moord te Denderleeuw. Dry beschuldigden.
li, ons laelsle nummer hebben wy de bescliulüi-
Kingsakie (lieilegedccld vvaervan, den 14 dezer, voor
het Assisenhof word lezing gegeven tegen de dry be
schuldigden Stoffyn, Van Uaele en Barbier
Voortaen,zoolang de debatten duren, zullen wy ons
bepalen by een beknopt verslag derzelve, want, de
lei- benrypt het, dergeiykedebaüen kan een Week
blad onmogeiyk in gaiiselt hunne uitbreiding geven.
ISogthöi1- wat betreft de belangrykslc zittingen, deze
zul! n v breedvoeriger mededeelen.
7'tmq van dynsdag, 15 dr.ccmbcr. Ondervraging
der beschuldigden Stoffyn en Van Daclc. Beiden loo
chenen de feiten hun ten laste gelegd. Stollvn bekent
da goede betrekkingen die bestonden tusschen hein
en den burgemeester Barbier, macr loochent dal hy
j, or dezen laelsten naer Liedekerke werd geroepen
omtrent den lyd dat het schelmstuk werd gepleegd.
Hy heeft nooit eenen mantel gedragen die hem dooi
den burgemeester zou moeten gegeven zyn. De sche
ien Van Daele verklaert dal hy nooit 111 betrekking is
in V -est met zynen medebeschuldigde Stoffyn; hy
heeft de'.en niet gezien den avond van het schelmstuk.
/üting van 16 december. M. Cordier, landmeter
ie Audeuaerde, geeft uitlegging nopens de ligging der
nlaetsen Hy is van meening dat, zonder de hulp van
«enen dorden persoon, het onmogeiyk zou wezen over
den muer te geraken diende moordenaer zou beklom-
'mSh THfOfetf.
De I schuldigde Van Daele wordt ondervraegd no
pens zyDei heirekkingen met Lucia Van Droogenbroeck,
welke aenhielden sedert meer dan 13jaren. Deouders
kenden üie betrekkingen. Sedert de dood der ouders,
zyn d e b.etrekkingên blyven duren, en het slagloller,
Jan Van Droogenbroeck,zag ze ongaerne. De beschul
digde van Daele loochent al de bedreigingen welke hy,
naer het zeggen van zekere getuigen, zou moeten uil-
cclïragt hebben tegen het slagtoffer.
De Boom, herbergier te Denderleeuw, schoon-
der van het slagtoffer, is toegeloopen onmiddclyk
na het schelmstuk. Hy verhaelL al wal er is gebeurd
'eduren te de opvolgende uren. Jan Van Droogen-
nroek was begunstigd geweest door het testament der
•-ouders;dacrdoor zekere oneenigheid tusschen hemen
zyne broeders en zusters; macr die oneenigheid had
jaren opgehouden le bestaen sedert vele jaren.
De getuige bevestigt dat sedert de laelsle kiezingen,
de goede overeenkomst tusschen Van Droogenbroeck
den burgemeester Barbier was onderbroken, liy
vee. met of er tusschen dezen laelsten en den be
schuldigden Stoffyn vertrouwelykheid heelt bestaen.
Nogthans, op eene interpellatie van M. den Voorzitter,
verklaert hy dal deze vertrouwelykheid verrassing
baerde.
Zitting van 17 december. De getuige David Bee-
laerts, koopman in vlas te Aelst, is langs hel huis van
Van Droogenbroeck voorbygegaen op het oogenblik
van hel schelmstuk; hy heeft eenen menseh ontmoet
die de rigling hield van Denderleeuw, en hy heeft in
dien persoon gemeend te erkennen August Van Droo
genbroeck, zonder noglhans dat hy zulks durve ver
zekeren.
Ed. Schelfhaut, landbouwer te Liedekerke, heeft
ook den broer door het volk hooren beschuldigen.
Vrouw De Nys, herbergierster te Liedekerke, heeft,
in bare herberg, eene worsteling bygewoond tusschen
de twee gebroeders," geleden 3 a 4 jaer voor hetj ge
pleegde schelmstuk. Zy heeft ook Lucia Van Droogen-
broek doodbedreigingen hooren uitbrengen tegen ha
ren broeder Jan.
Het openbaer ministerie doet opmerken dal de ge
tuige deze feiten niet heeft geopenhaerd in haer ver
hoor by den regler van instructie.
De getuige Petrus Van Droogenbroeck, bloedver
want van hel slagtoffer, verklaert dat Jan bang was
van zyne familie. Eens hebben de twee broeders el
kander op een tweegevecht beroepen;zy zyn nooit tol
verzoening gekomen. Jan had geenden minsten invloed
te Liedekerke; hy heeft nooit blvken gegeven van ver
bittering jegens den beschuldigde Barbier.
Barbara Becckman, echtgenote van August Van Droo
genbroeck, heeft nooit de vrouw gezien van Stoffyn.
Hare man had zich verzoend mot zynen broeder Jan,
nu twee jaer geleden. August heeft aeu zyne vrouw
nooit gesproken van dc echtgenote Stoffyn, die haren
eigen man overdroeg als zynde den dader der moord.
liet openbaer ministerie doel de onwacrsehynelyk-
heid uitkomen van dees deel der getuigenis.
De getuige August Van Droogenbroeck verklaert dat
hy met zyne broeder verzoend was sedert twee jaer.
Vrouw Stoffyn heelt hem verkiuurd dut hare man de
dader was der-moord. Ily weet niet ol hy hiervan aen
zyn vrouw gesproken heelt. M. dc Voorzitter dringt
aen op dal puul. pegetuige houdt zyn gezegde slaen.
Zitting van 18 'december. De getuige August Van
DroQgerjbropck zet zyne verklaring voort.. Ily bekent
dat hét voordeel, door vader Van Droogenbroeck per
testament gedaen aen zynen zoon Jan, de oneenigheid
in de familie heeft gebragl.
De getuige heeft eens gevochten met zynen broer
Jan in de herberg van vrouw De Nys; Jan wilde hem
slaen met eenen knots; sedert dien werd ljy nogmacls
door zynen broeder beroepen. Ily loochent van tegen
zyn broer doodbedreigingen le hebben uitgebragl of
g'eld le hebben aengeboden aen De Neef om hem le
Vermoorden.De getuige kende de betrekkingen zy-
ncr zuster Lucia met Van Daele; deze ontvluchtte het
huis, wanneer Jan Van Droogenbroeck binnen kwam.
Onmiddclyk na het schelmstuk zyn de vermoedens van
den getuige gevallen op Van Daele. Hel is vrouw SlöT-
fyn die, in april laelstleden,hem haren man heeft aen-
geklaegd als zynde den pleger van hel schelmstuk.
Aenstonds heeft hy eene depeche gezonden aen den
brigadier der gendarmerie van Ninove,die deze vrouw
is komen ondervragen.
De getuige heeft vrouw Stoffyn geleid naer Gent by
den regler van instructie, en by haren terugkeer te
Denderleeuw, werd die vrouw ten zyncnl geherbergd.
De getuige zegt vergelen te hebben of hy aen zyne
(i)
rouw gesproken heeft van de veropenbaringen der
eelitgcnoole Stoffyn.
Vrouw August Van Droogenbroeck,wedergeroepen,
.'erklaert nogmaels dat hare man haer volstrekt niets
gezegd heeft nopens hetgeen vrouw Stoffyn heelt uit
gebragl.
De man bepaelt zich te herhalen dat hy zich de
feiten niet meer herinnert die betrek hebben op vrouw
Stoffyn haren echtgenoot belichtende den dader lo
zyn van het schelmstuk.
Jan De Neef, landbouwer te Liedekerke, bqkcnl dat
August Van Droogenbroeck hem duizend franken zou
aengeboden hebben indien by zyn broer Jan wilde
dooden.
Verschillige getuigen komen verklaren dal, op den
avond van hel schelmstuk, August Van Droogenbroeck
zich bevond, rond acht uren, in de gemeente Erem-
bodëgem.
Zitting van 19 december. De getuige J. B. lem
merman, koopman le Aelst, is de schoonbroeder van
het slagtoffer. Jan was met August verzoend sedert
twee a dry jaren. De getuige heelt August zien we
derkomen van Erembodegem naer Denderleeuw, op
den avond van dc misdaed, rond 9 ure.
De getuige Constant De Neef, werkman le Liede
kerke, werd, by den aenvang van hel onderzoek, ver
dacht van in de misdaed te hebben medegelioipen; hy
werd gevangen gehouden gedurende 29 dagen. Hy
was werkman by Delanney. Hy beweert dal hy werd
aengehouden, omdat hy den schepen Van Daele voor
den onderzoeksregtcr niet wilde beschuldigen.
Ily heeft aen den beschuldigde Van Daele kardoe
zen verhogl.
Ily heeft hel meeste deel der omstandigheden ver
geten waerop de ondervraging loopt.
M. Raymond d'llondl, regler te Audenaerde, heeft
de eerste onderzoeken gedaen. Ily heelt Jan Van
Droogenbroeck ondervraegd, den dag naden aenslag.
Jan durfde den schepen Van Daele niet uildrukkelyk
beschuldigen, maer hy had geen verlrouwenin dezen
laelsten, attyd vreezende door hem te worden besto
len, en zoekende-bem te verrassen. Jan heeft hem
gezegd dal hy, dry achtereenvolgende zondagen, zyne
politieke vrienden van Liedekerke had getrakteerd en
hy vtoor hen ongeveer 50 fr. had verleerd; de tegen-
party (die van don Burgemeester) loonde zich verbit
terd tegen hem.
De getuige heeft het schietlood ingezameld dat hel
slagtoffer getroffen had. Ei worden Lwee geweren
opgchragt, het eene hehoorende aenden beschuldigde
Van Daele, hel ander aen Jul. Delanney. Een gendarme
wordt gelast le onderzoeken of zy geladen zyn, en
komt verklaren dal niet een der beide wapens gela
den is.
Men toont ook schietlood gchaeld uil de wonden van
hel slagtoffer, en schietlood gevonden by Van Daele.
De getuige verklaert dal de beschuldigde Barbier
de vermoedens zocht, le doem vallen op Vugusi Van
Droogenbroeck. De getuige verzocht hem zyn onder
zoek eene andere rigling te geven, vermits August
had "bewezen dal hy, op hel uer dat de misdaed werd
gepleegd, elders was. De beschuldigde Barbier zocht
min of meer het onderzoek tegen te werken. De ge
tuige is volkomen zeker van de onschuld van August
Van Droogenbroeck. Niemand onder de getuigen die
hy heeft ondervraegd by hel onderzoek, heeft den aliln
van August durven tegenspreken.
De beschuldigde Van Daele werd aengehouden den
TWEEDE DEEL
X.
Hier en tinei*
(106® VEIWOl.G.) i'
1p onze vlaemsche streken, waer öugenaekbare
rotsen en gebergten den baenstrooper sehuilplaets
noch versterking bieden, liet, honderd jaer geleden,
de natuer hem ten minste hare alom verspreide en
ondoordringbare wouden. Daer zat die banneling der
samenleving op zynen vrydorn. Had hy te vluchten
voor vervolg en overmagt, of plannen te beramen
tegen de hoeren; had hy in uitspattende brassery zyn
inent le geven, of met vriend of makker een
fesc uil ui bloed le slechten; kortom, wat gewichtigs
omogt opdoen in wederwaerdigheden van zyn
W" "ielyk bestaen, instinktmatig liep hy naer de
bos--.beu, gelyk de dieven van Parys naer de Barrière
d'Enjerslechts daer, verrevan'de besehaefde wereld,
gei by geluk in voorspoed, rust en troost in legen-
0ijwJ; slechts daer, in die nooit gestoorde eenzaem-
h-eid, op dien hem eigen en nooit betwisten grond,
daer alleen, scheen het hem, vond hy ihspraek en raed
n.de ïöleligste omstandigheden zyns levens.
-ed en inspraek had onze arme Tineke voor hel
oogenblik hoogst noodig. De wyze waerop hy met den
iv-.ipi! °in kwam uitlespclcn had zyndwaes hoofdgansch
in de wargebragt.
Buiten adem geloopen, liet hy, in 'l middqn van
tku ij- ch zich neergaen op den kant eener beek, cn
vic! ii .oorlsige bedenking verdwaeld....
'I Gaet, doeninis, hygde hy, 't gaet al legen!
"i ,e is betooverd't Was zoo schoon bestekeji
tn ('-e*mael was hy verloren, verdorven voor altyd
Wie heeft ons nu verraden?.... Wist Gillis hel! Wist
Pier Putte het!.... Wat nu gedaen! Vond ik nu maer
e:- e makkers by d'hand, wy zouden ons versland
sa:/1 eggen.... Jajaloopt er achterllv is den
dat e slim, die gevloekte Velsicker! Nu begin ik
te ■- n waerom hy zbo grelig slael naer het geld,
- dgeen hy noemt den besproken lolby belaelt,
gendom der Gazette van Aelst.
de helsche hond, hy belaelt schelmen van do bende
om de makkers te bespieden, dat doet hy!.... Men
mag hier tegenwoordig geenen voet meer verzetten
of uw slappen worden geteld!.... 'l Heelt al ooren en
oogenwaergeaen of bykomt.... totdeboomen toe!....
Wie weel, op dees oogenblik zelf, hier waer ik zit,
wie weel of....
Een ligt geritsel trilde inde kruinfler populieren...
Tineke keek verrast op.... Hy onlwaerde niets....
Een ekster, gromde hy, die naer nest zoekt.... Ze
kruipen hoog dees jaer, de eksters: 't zal een hecle
zomer zyn.... Nu, waer was ik.... Juist, ik vroeg
myn eigen wat er le doen staet met Jan De Lichte....
Hel moet beslist worden, haeslig, terstond, of 't zou
voor ons ook 'ne iieele zomer kunnen wordenWat
gedaen dus!.... Het H. Oliepolje van den pastoor van
Santbergen, dal is T myn, daer zal ik wel achterko
men; ook, dal is't nu minste.... Maer wat gedaen met
den brigand? dat is de groote knoop!.... Hem afwer
ken langs bosch of kant ware het zekerste; maer
maer.... de bende is verwittigd!.... Wat gedaen dus,
doemnis! Hy moet eraen, T is gezegd, 't is gezworen
Maer hoe? Wat gedaen, vraeg ik, wat gedaen!....
En Tineke radeloos razend sloeg den grond met
zyne vuist en ploegde vloekend hot zand met zyne
hielen.
Eensklaps, boven in de boomen, ging een luidruch
tige schaterlach op en eene slem, die niets mensche-
lyks had, riep scherp en spottend hem toe:
He! Tineke! mollevaDger! 'l Is daer niet dat hel
le vinden ligt!
En de slem ving 't liedje aen van Jan De Lichte, van
Jan
Den grooten man
Dien niemand temmen kan!....
Tineke ontzet, duizelig en hall zinneloos, spronk
het kreupelhout in, hernam zynen loop, liet broek cn
kazak in Harden aen dc doornen en stormde vooruit
alsof al de saters van 'l Raichepaillewoud hem op de
hielen zaten
He! He! riep dc slem, sta Tineke, ik ga moe!
En Tineke hoorde hoe iets sprong van tak op tak,
van boom op boom, iels dal hem hardnekkig vólgde....
Dc arme verdwaelde, de koorts op hel lyf en de be
nauwdheid in de schoenen, draefde vooruit, viel,
30 december 1872 en in vryheid gesteld den 25 fobru-
ary nadien, by gebrek aen genoegzame bewyzon van
pligligheid.
De zitting eindigt ten 2 3/4 ure cn wordt verzonden
tot maciidag, 21 december.
Zitting van 21 december. Getuige Joseph Van
Droogenbroeck, weduwe van Francies Van Ginder-
dcuren, herbergierster te Liedekerke, zy is de nicht
van Van Daele.
V. Weel gy nog dat Jan Van Droogenbroeck doodge
schoten is? A. Zy heeft hel hooren zeggen.
V. Weel gy waer Van Daele was?A. Ily was by ïpy
kwaerl na 6 ure en hy is alleen in myn huis gekomen.
V. Wie was er in uw huis? A. Vorcamme en Hy-
mans, dacrna is Van Daele binnen gekomen.
V. Waer was uw man? A. Tc huis; hy is niet uit
geweest, of heeft legen niemand aen dedeurgesproken.
Hebt gy Stoffyn gezien? A. Ja, den dag voor do
moord. Hy heeft my gezegd, dat hy zyne zustcl' is ko
men bezoeken die ziek was. Het was rond 8 ure's avonds;
zy heeft hem nadien niet meer gezien; hy zegde my ook
dat hy des anderendaegs naer Rysel zou vertrekken.
V. Is Stoffyn des anderendaegs in uw huis niet meer
geweest ol 'is uw man by Stoffyn niet meer gegaen?
A. Ik heb Stoffyn niet meer gezien, en ik weet niet
of myn man er hv is geweest.
V. Hebt gy Stoffyn gezien by den burgemeester of
heeft Stoffyn van den burgemeester gesproken?
A. Neen, mynheer.
V. Waren Stoffyn en de burgemeester goede vrien
den?A. Zy waren geene kwade vrienden.
Getuige zegt nog dat Stoffyn dikwyls by haer in
hare herberg op eenen stoel heeft geslapen.
V. Waerom deed hy dal? A. Stoffyn zegde my dat
hy naer huis niet ging omdat hy toch bv zyne vrouw
in T bod ntet mogt slapen. (Gelach.)
V. Hebt gy Stoffyn met een vreemden lieer in uw
lniis gezien, die by den burgemeester is gaen slapen?
A. Ik weet daer niets van, mynbeor.
Getuige wordt ondervraegd of zy niet gezegd beeft
dal Jae Van Droogenbroeck zich wal le veel inet Lie
dekerke bezig hield, en al Ie dikwyls daer kwam, dat
hy wel cone scheut zou kunnen krygen, anlwoordt
,dat zy dacrvan niet weel.
V. (lot Stoffyn). Die getuige zegt dat gy maer een glas
hier in haer huis gedronken licht cu vertrokken zyt.
Stoffyn. Ik ben er tot laet in den nacht geweest,
die vrouw was alsdan waersohynlyk slapen. Ik kan
niet juist zeggen hoe lael hel was.
Gy held verklaerd dal gy den 27 november by den
burgemeester, by Collyn en hy Van Gindcrdeuren
geweest zyt en van daer by uwe züster zyt gegaen.
Wal hebt gy tegen uwe zuster gezegd? A. Ik weel
niet goed meer wat ik tegen myne zuster gezegd heb.
De Voorzitter. Wy zullen uw zuster op dal punt
hooren.
47® getuige, Viryi'.nicVan Droogcubroe* kliuisvrouw
Du Boom, herbergièi'sier le Denderleeuw.
Dc Voorzitter. - Hel is deze getuige, die acn do
deur kwam luisteren; is er daer reklamatie tegen?
A. Neen, van wege de verdediging.
V. Hebt gy nooit moeilykheden gehad met uwen
broeder? A. Neen, mynheer; ik ging soms naer zyn
huis als by niet to buis was.
V. Er is daer kweslio geweest van ccne erfenis,
waerin gy benadeeljgd werd, hebt gy duerover boos
geweest? A. Neen, mynheer.
regie zich op, gekwetst aen handen en aenzichl, viel
nog, en nog, en, vóór hy den uitgang van het woud
bereikte, viel hem iels op de schouders, dal zich
sehrylings vastklisto rond zynen hals, bem in 't haer
greep en riep: Halt!....
Tmcke was 0111 de dood te sterven; hy zeeg door
zyn knicn en riep vergiffenis!....
Het schrikkelyk iels dal hem op den nek kwam le
vallen, stond voor hem.... Hel was een nfgryslyk
leelyk stuk menseh, een dwerg van nauwelyks dry
voet hoog, met kromme beenen en krommen rug, en
met een hoofd zoo ongemeten dik en z^vaer dal het
gcheele hel afzichlelykslc monster daerslelde dal men
ooit had ontmoet....
Ik herken u, zuchle Tineke, eenigszins lol
zyn zeiven gekomen, ik herken u!.... Gy hebt my
schier de dood aengedaen, maer dat zuil gy bezuren
vervvensehte aep die ge zyt
De aepanlwoordde met zyuengewoncn knersenden
schaterlach,zette een dansken iu ter eerevan Tineke,
cn zong van
Jan
Den grooten man
Dien niemand temmen kan.
Die aep.gelyk Tineke hem noemde, was jaren lang,
eendervoornaemsle rareleilen geweest dei Bohemers.
Mel hen had hy geheel het land afgedweild en was
bekend op alle* markten en kermissen van Vlaenderen.
Onlangs geleden, om eene grilligheid te voldoen, had
Jan De Lichte hem in eigendom gevraegd aeu de Bohe
mers, cn de Bohemers, die den kapitein niets te wei
geren hadden,verkochten hem den dwergvoorderiien
kronen. De dwerg kleefde zynen nieuwen meester
aen met de verblinde en onberekende verknochtheid
van den slaef. Ook mogt Jan welllaest bestatigen dal
hy geenszins in zynen koop was bedrogen. De dwerg
was wel de schalkschste, de doorlrapste, de lynste
vlug die men ergens vinden kon; overal wist hy bin
nen te dringen; overal werd by 0111 zyne kwinkslagen
cn koddige sprongen goed onlhaeld, maer ook overal
spiedde hy hel al al en hy werd de trouwste cn vin-
nigstc spioen van Jan's lalryke geheime politie. On-
noodig erby te voegen dal hy, benevens Mie-den-Bult,
haesl hel lèergcliefslc troetelkind werd van Mie-Gen
darme. On'dcr dc bende heette men den dwerg met
den spolnaem van Simon-Paeps; som I yds ook licel te
men hem den Koppenjager, uil eerbied cn ontzag voor
den verwitderden en digi opgescholcn haerbos die
zyn vvandrochlelyk groot hoofd bezette en die hein lot
heden de kosleniiadgcspaerd van hoed of klak. De zin
speling was nagenoeg toepasselyk, met dees verschil
noglansdal de spinneko.pborslcl onzer huishoudsters
voorzien is van eenen langen steel, en Sinum-Paeps
een kopj)ëjager was met korten steel.
De uwerg stond nog altyd le dansen voor Tineke.
Tineke ten uiterste verbitterd, haeldede» voet op om
den moed willigen lerger Le schoppen; maer vlug
knapte de Konpenjager Tinckc's heen en Tineke rolde
nog eens hol'over hol tusschen de doornen.
De dwerg kroop hem op hel Ijl'.
Dal zal 11 leeren, spotte hy. zoo gedurig tegen
den kapitein op le spelen! Nu, ik wil zoo toegevend
zyn als hy en schenk u vergiffenis, nog voor éón moei.
Maer op éón conditie, le Weten, dal gy trakteert by
meken Fovcl. Er is veel volk; maór lel toe van op den
kapitein niet uil te varen want er is familie by.
Wie is er zoo allemael? vroeg Tmcke.
Gy trakteert?
Ja.
Sta op dan, ik zal u al gaende vertellen wie er
allemael is.. Neem my op uwen arm of opuwsehou-
ders; ik klap niet geerne van zoo leeg, ik ben altyd
bang van my den bals le verrekken.
De dwerg kleuterde Tinckc's lyf op en hernam zyne
plaels op dcszelfs schouders.
Goed zoo, lachte hy, nu ben ik grooler dan gy.
Jut! Vooruit! cn zet u czclsooren open.... Ten eer
ste, degenen die gy zoekt. Gilles van Pamele en Pier
Putte zyn er niet; maer,integendeel,gy zult ervinden,
vooreerst,meester Jan Poclenicr Jan kapitein s kozyn.
Doemnis! schoolTinckeop.en by deed pogingen
om den dwerg van zyn schouders in hel Brembosch
te schieten.
Ho! riep Simon-Paeps, zoo naby lagen wy et
alle twee!.... liet pcerd moet braef zyn, keel hy, ol de
Koppenjager zal hel zeggen aen zyn meester, en dan
krygl hel peerd van de zweep. En de oolyke dwerg
kletste met heide handen op Tineke'» ooren dal het
klonk. Vooruit! riep hy, vooruit
(Wordt voortgezet,)