DIRK MARTENS
Een en ander.
Jacht op de Raaf.
Om wel te zaaien.
Dat is waar
Toon eelni ewv/s.
Korte Levensschets
De elektrieke tram van
Remscheid.
Volders ia voor de assisen van Brabant
vrijgesproken wie had dat ar.dtrd ver
wacht
Al wat politiek proces is, heeft door
gaans dien uitslag, dowijl het voor de assi
sen komt.
De jury is er min of meer op gevormd
door het recuseeren van twee kanten de
jurvlcden vinden er nooit veel kwaad in
de bewijzen zijn altijd rekkelijk en de wet
die met plechtigheid gestenuf werd in de
Kamers, heeft in de toepassing meestal tot
uitslag zero.
De beschuldigden weten het welalleen
de minderen, die voor het correctionneel
komen, zijn zeker dat ze achter de tralies
gaan. (Handelsblad.)
Uit het verslag van het Amerikaanse!)
bureel voor de landverhuizing blijkt, dat
sedert October 1*9;» meer Europeanen te
ruggekeerd dan aangekomen zijn. Men
venvacht dat dit ingevolge de strenge be
palingen voor landverhuizers. ook gedu
rende de lente en misschien in den zomer
het geval zal zijn.
't. Begint, niet meer te deugen in de nieu
we wereld
Binnen kort zullen de Amerikanen naar
Europa uitwijken om fortuin te zoeken bij
de bewoners der oude wereld, die, och ar
me, zelve maar droogon brood meer heb
ben.
".Ji1 ?i i i1 1
Wilt gij voor uw drukwerk in volle ver
trouwen gediend zijn, wendt u dan tot de
drukkerij der Gazette van Acht.
Een ministeiicclen brief toont ons hoe
gemakkelijk de wet het toelaat het, bij
midddel van scliiotgeweeren, vernietigen
der raven. Ecu jager meldt ons het vol
gende:
Wij weten hoeveel kwaad de raaf aan
de nijverheid doet, maar wat minder ge
weten is, is dat zij het wild vernietigen;
waar ze uitgehongerd zijn. vallen zij met
groot getal op hun aas en wee deze indien
het geene schuilplaats vindt in het dichte
kreupelhout of dik bewasse struiken.
De raaf is bijna zoo goed van eten als
kiekens. Geef het aan een arme drommel
die nooit vleesch ten nntten kreeg en hij
zal zich goed verzadigen. De dikke vede
ren van de raaf worden gebezigd tot het
maken van stofvagers en de kleine vede
ren tot sieraad van hoeden, enz.
Voor het algemeen is de raaf schuchter
en benauwd; hij laat zich niet gemakke
lijk vangen. Ook is het hekend dat die
slimme dieren den jager onmiddelijk her
kennen aan zijn vuurroer; het is slechts
voldoende met een stok teeken in de lucht
te doen om ze onmiddelijk op de vlucht te
hebben.
Men moet altijd wachten om te graven
dat de aarde wel drooggelegd zij, ten ein
de de aardkluiten gemakkelijk te kunnen
breken. Wanneer üe aarde gegraven is,
wacht men zoo mogelijk dat zij wit wornt
en men stampt ze met ueplankjes voor de
drukkende gronden en met de voeten voor
de lichte gronden. Na zo gestampt te heb
ben, bew erkt men de oppervlakte in alle
richtingen met cene hark voorzien van
groote tandendan stampt men ze weder
om de aardkluiten wel te breken.
Men moet vervolgens aanharken met
eene hark voorzien van kleine tanden,
om de oppervlakte van de schadelijke
stoffen te reinigen en zoo plat als het mo
gelijk is te maken. Zoo gedaan, als men
begiet of als het regent, verspreidt zich
het water gelijkelijk van alle kanten. Als
de aarde wel bewerkt is, zaait men in lij
nen of in het wild. zorg hebbende, de za
den vervolgens hunne dikte te begraven.
Voor de zaaiingen in lijnen, vult men
deze met de aangebrachte aarde op de
boorden in de lichte gronden, en met eene
vermenging van asch en mestaarde, ot wel
asch ofwel mestaaru alleen inde drukken
de gronden.
Voor de zaaiing in het wild, begraaft
men het zaad in eene ark, dan verspreidt
men op den laatsten harkslag eene dikte
van 1 centimeter van mestaarde ofwel van
asth. Men stampt nog met de plankjes om
aan de zaden de aarde te doen hangen, al
tijd in afwachting, indien het mogelijk is,
dat de oppervlakte wel bruin geworden zij.
Indien het droog is, moei men aliijd de
aarde vochtig houden tot dat de zaden ge
groeid zijn.
De openbare godsdienstlooze scl ooi,
zegt een blad, die ons een paradijs op a r-
de brengen zou, heeftwij zullen nu
maar zeggen dit paradijs niet gebracht
Men weet hoe die uitkomst, voor ons al
thans, geen teleurstelling is. V ij hadden
haai' nooit anders verwacht, en wij hebben
van die verwachting geen geheim gemaakt
Het ongeluk was maar, dat de mannen
van het openhaar onderwijs geene noti.ie
geliefden te nemen van hetgeen zij als uit
vloeisel beschouwden van bekrompen voor
oordeelden, van verouderde begrippen.
Men mocht hun al aan het verstand pogen
te brengen, dat een gebouw vanzijn grond
slag losgerukt, noodzakelijk n 0"t ineen
storten men mocht hun er al op wijzen,
dat de godsdienst en deze alleen, in staat
is tot uitgangspunt der zedelijke vorming
van een volk te dienen, 't was alles te
vergeefs
/ij luisterden eenvoudig naar geene an
dere wijsheid dan die welke het liun zon
der eenig voorbehoud gewonnen gaf, dat
kennis machtkennis deugd is, en, om
in een beeld het beloofde succes van de
openbare school voor uogen te stellen, u
verzekerde dat.» niet Von Moltke, maar de
pruissische schoolmeester de slag van Sa
do wa gewonen had...
Het valt niet in ons bestek lange versla
gen te geven onder de rubriek Kunst-
nieuws, edoch wanneer wij Zondag avond
onzen schouwburg verlieten, waar de Bun-
ghrsvhienmen van Burgerhout het ge
schiedkundig drama DE DOCHTER VAN
ROELAND kwamen op te voeren, dan he
kenden wij rondweg dat eene gansche ko
lom van ons blad ontoereikend zou ge
weest zijn om dergelijke opvoering naar
waarde lof toe te zwaaien, indien wij gin
gen in bijzonderheden treden.
Hot drama leverde ons tal van die too-
neelen op die den romanschrijver Cons
cience ons zoo dikweiff meesterlijk voor
oogen spiegelde, tooneelen uit de middel
eeuwen, uit den strijd der koene telgen
des Kristendomsliet stelde ons voor de
vergaderzalen der vorsten; de landelijke
gebruiken, enz.
Maar wat buiten kijf alles overtrof, was
de meesterlijke wijze waarop al de tno-
neellisteii hunne rollen vertolkten; wij zul
len in geene bijzonderheden treden liet
zou ons te ver lijden: zeggen wij alleenlijk
dat DE DOCHTER VAN ROELAND
grootsch en verheven van uitvoering,
machtig en kracht ig van opvatting was!
Wij weuscheu de Borgerhoutschc too-
neelliefliebbors, in den Tooneelwedstrijd
van Breda, met hun drama, veel bijval en
nog al iets meer
Het stuk is den beginne tamelijk inge
wikkeld daarom vinden wij liet niet te ge
waagd de heeren inrichters van liet feest
aan te raden in het vervolg, bij de rolver-
deeling, een beknopt overzicht te voegen
van den loop der geschiedenis waarmede
het drama in verband staatzulks was ook
het algemeen gevoelen van het Publiek.
Het muzikaal gedeelte bevatte Wier
spelen soldat La cinquantaiuc Les Gno
mes en Valse Russe. .Jammer genoeg is het
niet uitgevoerd en in «Ie plaats werd ons
ten gehoure gebracht Tantalusqualem
van Suppé Valse tTnne wait dc ±\oel, van
Stoumou Fassbindcrsmarschevan Suppé
cn La Tzarine, mazurka, van Canue.
Tantalusqualem was onberispelijk.
VAN
Ykbvo:ak
Volgens eene overlevering trad Martens
omtrent dit jaartal in huwelijk m :t een
jonge zuster van den Aaltersclien klokgie
ter Bartholomeus Coucke nergens vindt
men opname van haren naam. noch de be
vestiging van dit gezegde dit is zeker
dat luj eenen zoon liet licht schonk die
Pieter heette twee uitgaven ten minste,
kent men, met. den naam van Petras Mar-
tinus bestempeld.
Na in 1490 een boek gedrukt te hebben,
Speculum conversionispeccatorum, verliest
meu zijn spoor tot in 1490. Omtrent dit
tijdstip was hij in Antwerpen, maar hij had
er hevig te kampen met een geduckton
stielgenoot Adreaan Van Liesvelt, die zich
reeds een benijdenswaardige naam verwor
ven had.
Diederick Martens richtte te Antwer
pen zijne drukkerij in op de Vleeschouwers-
Yoste en begon er zijne kunst met de uit
gave van eene latijnsche spraakleer en een
Intijnsch-vlaamsch woordenboek welke in
1494 het licht zag ditzolfdewerk bekwam
eene tweede uitgaaf in dezelfde stad ten
ja re 1512, opnieuw verbeterden merkelijk
vermei rderd. Gedurende de vier eerste ja
ren van Martens* verblijf inde scheldostad
maakt men slechts gewag van 6 werken
door hem uitgegeven. Dat er de man niet
gelukkig was in zijne ondernemingen,
hoeft geen betoog er ontbrak hem on
dersteuning en tot overmate van ongeluk
verloor hij in zijne onderneming liet vader
lijk erfdeel. Niettegenstaande dit alles,
worstelde de groote Printer met taaien
nioed dit zoo nioeielijk tijdstip door nooit
ontging hem die wilskracht, alle groote
rriannen eigen.
Na de werkstaking bij Jan van Wcstfa-
lcntte Leuven, zag den Aalstcnaar geruster
en vrijer de toekomst in. Hij nam al het
drukkeisgercedschap zijns ouden gezel
over on vestigde zich van 1498 tot 1502 te
Leuven. In eerstgemold jaar trok hij ver
scheidene werken van zijne zoo vruchtba
re pers, onder andere, naar Bollanders,
een bi\ varium. Ilij vervaardig de er zelf
zijne letterswant in ITO? moest hij in zeker
werk griekscho zinsneden plaatsen, welke
hij in zijne letterkasten niet bezat.oogen-
blikkelijk graveerde hij die en goot ze af.
In dergelijk geval liet Jan van Westfalcn
lusschen t zetsel een plaats open en vul
de die, na afdruk van Let werk, met de
pen in. In 1503 ree ls, kon Martens voor
goed in do taal van Homerus cn Demos-
thenusdrukkeu. Vandaar kwani heni den
eerenaam toe van ALDUS der Reder landen
dien van VADER der letterprentkunst van
Europa.
Van 1502 tot 1512 was hij terug in Ant
werpen gevestigd. Het was gedurende die
tién jaren dat D ieder ik's pers de merk
waardigste boeken leverde en wegens hare
ruchtbaarheid de verbazing gaande maak
te. De geleerde Erasmus werd hem een
trouwe vriend en schonk hem de vruchten
,.ijuer geniale pen.. De AarstJrukker der
Nederlanden verdiende inderdaad een
groot man tot vriend te bezin en, want
zegt een schrijver, bij Martens was de
Vriendschap wat na n van do liefde heeft
gezegd sterker dan de dood.
Diei ik Mai tens zegde Antwerpen voor
eeuwig vaarw el in 1512 cn in de maand
September van dit jaar gal' hij reeds te
Leuven een werkje uil voortitel voerende
Comfliucs liicianni diclogi. Den 19 De
cember verscheen er een tweede, waarin
hij bekend maakte de naam zijner woon
plaats en boekwinkel. Te koop gesteld bij
Dirk Martens van Aelst rechtover de school
van hei burgerlijk Recht).
Zeventien iaren verbleef hij te Leuven
zonder onderbreking en gaf er ontelbare
bewijzen vau verbazende werkzaamheid.
De grootste geleerden van zijnen tijd, de
leeraars der hoogeschool en anderenver
eerden hem met hun werk. Zijne drukke
rij was metterdaad als een lichtbaak in de
duisternis. De geschiedenis van Aalst roept
in volle geestdrift de hoogschool, waarvoor
hij nu onophoudelijk werkte, bezorgde hij
wezenlijke prachtuitgaven, werken aie zóó
volmaakt, waren, dat zij lieden nog onover
troffen zijn gebleven Zooals wij hooger
zegden, had de gunst verworven van talrij
ke geleerden hunne namen vindt men
vermeldt op menige zijner uitgaven.
Of de doorluchtige Aalsion,'iar ook pro
fessor der Leuvensche hoogschool geweest
is. blijft een vraagstuk. Van Iseghem houd
dit staande, wijzende op dengralzork waar
op Martens in een gewaad afgebeeld staat
dat eenen prenter of monik weinig passen
zou. Van Duy-e beweert dat het in den
grond weinig doet of hij dit gew eest is of
niet, hij was toch waardig hei te wezen.
Meer dan vijftig boekdoelen in de griek-
sclie taal, te zamen 6000 bladz.. kwamen,
op tien jaren tijds van zijne pers even
veel troic hij er af van de latijnsche. Men
kent nog tw ee hebreeuwsche spraakleercn
gedrukt in 1528-29, door Dirk Martens
zelve opgesteld ook een hebreeuwsch woor
denboek.Van 1513 tot 1520 zijn van
hem tachtig uitgaven bekend Hij drukte
zoo onverpoosd, zóó spoedig, dat er een
strijd bes. oud tusschen hem en den schrij
ver, w ie van beide het meeste werk zou
afgelegd hebben dagelijks beklaagde hij
zich naar kopij te moeten wachten Hij
zelf schreef latijnsche, grieksche, he
breeuwsche envlaamsche verzen graveer
de de letters, waarvan hij het ronde karak
ter invoerde, en goot ze af drukte de wer
ken op een pers hoogstwaarschijnlijk door
hem gedeeltelijk vervaardigd! Wat ver
heven genieWat edele werkzaamheid
(liet vervolg de naaste week;.
Sedert ecnige weken zijn zij op de la
nen die langs het hooge gedeelte der stad
Brussel, de Noord-en Zuidstaties verbin
den, ieverig werken aan het oprichten van
staken, waar zes meters boven den grond,
armen aan bevestigd zijn, die boven de
tramlinie uitsteken. Men wist dat die wer
ken moesten dienen om den tram die langs
de hooge boulevards rijdt, voortaan niet
meer door peerden, maar met de elektrici
teit te doen rollen. Maar hoe zou dit ge
beuren zou het gelukken waren ergeene
ongevallen te vreezen zou de brusselsche
trammaatschappij zich metde nieuwigheid
in geene onkosten steken die haar ten on
dergang zouden voeren V Alle deze en meer
andere vragen w erden gedaan, en er waren
zoo vele verschillige gevoelens over de
mogelijkheid dezer stoute onderneming,
dat de trammaatschappij en de maatschap
pij der buurtspoorwegen, om iedereen te
overtuigen beslaten ons eenen electriekeu
train te laten zien, die wel ingericht, is, in
alle noodwendigheden voorzien, moeilijk
heden overkomt grooter dan die welke ooit,
te Brussel kunnen gevonden worden, en
geen enkele der gevreesde bezwaren ople-
vert.
Wij vertrokken dus vrijdag avond ten
getalle van rondde veertig, met den ex-
prestrein van 5 uren 18 naar Keulen. Het
gezelschap bestond uit MM. Frits, voor
zitter. en C. de Burlct. bestuurder der
buurtspoorwegen, Janssen, bestuurder,
Pecquet, beheerder, en P. de Burlet, se
cretaris der brusselsche trammaatschappij
1 Justin, lid der bestendige deputatie van
Braband, Van Meenen, burgemeester van
St-Gilles, verscheidene ingenieurs nijve-
raars en gazetschrijvers, enz. Zaterdag
morgen ten 2 uren gingen wij eenige uren
rusten in liet prachtig Duinhotel te Keu
len, vertrokken ten 8 uren 25 van de sta
tie van Deutz en kwamen ten 10 1/2 ure
Remscheid toe, wieus elektrieke tram w ij
moesten bezichtigen.
Remscheid is eene nijverige stad van
45.000 zielen, in de dalen en op de hooge
heuvels van het Bergenland zeer schilder
achtig, maar zeer onregelmatig gebouwd.
Nu eeus is de straat wijd, dan smal. maar
nooit platop omtrent 10,000meters leng
te heeft de elektrieke tram er maar 65 die
op effen grond l ggen. Verscheidene hel
lingen zijn zoo steil dat. zij 12 1/2 centime
ters klimmen per nieter lengte, terwijl de
steilste heiliug van Brussel, die in het
midden van den Berg van het Hof, maar
9 centimeters per meter klimt. Voegt
daarbij dat. de straten zeer kronkelig en
grillig wenden en draaien, eu gij zult een
gedacht hebben van de overwonnen moei
lijkheden.
Wij bezochten de bergplaats der rijt ui-
tuigen en daarna het werkhuis waar de
elektrieke kracht gefabrikeerd wordt. Men
kan zich niet. inhielden wat de Duitschers
al uit gevonden hebben om hot menschen-
werk, da noo izakelijk onderhevig is aan
misslagen, verstiooiheid, vermoeinis, te
doen helpen en konfcroleeren door mek i-
nieken, die nooit moede noch verstrooid
zijn. Maar daar kunnen wij voor hetoogen-
blik niet over uitwijden, en moeten ons
bepalen te spreken van den elokt.riekcn
tram, zijne exploitatie en de voorzorgen
die genomen zijn tegen ongevallen.
Aan de arm ii der staken die boven de
linie strekken, is een dikke kabel vastge
legd, die zes meters hoog. de tramliuie
volgt. Boven het tramrijtuig steekt een
stok uit, aan wiens uiteindeeene groeve de
kabel vangt. Langs daar komt de elektrie
ke stroom, die het rijtuig in beweging
brengt en het zells op de lastigste hellin
gen. zonder eenige merkbare moeite, 320
meters per minuut doet afleggen, dat is 20
kilometers per uur. Beproef eens met een
rijtuig met vier peerden bespannen, den
Berg van 't Hof die steil is, op te klimmen
wet eene sneldheid niet van 20, maar van
50 kilometers per uur
Men huivert bij de gedachte welke ramp
men zou te betreuren hebben, moeste eens
boven op oenen heuvel de elektrische
stroom, die het rijtuig voordrijft, schielijk
bij ongeluk onderbroken worden en het
rijtuig vol reizigers in de strateneener stad
vol leven en beweging met vreeselijke snel
heid de steile helling afrollen. In dit ge
vaar is te Remscheid ten volle voorzien.
Elk rijtuig bezit, buiten de gewone rem
men (zware ijzeren blokken, die tegen de
stalen wielen stuiten) nog machtige klem
men, die de riggels vatten, en eindelijk tot
overmaat van veiligheid, houdt de elektri
citeit zelve het rijtuig tegen, en dat wel
zoodanig, dat wij een rijtuig dat met een
snelheid van 25 kilometers per uur reed,
schielijk, op miu dan een meter afstand,
volstrekt tot staan hebben zien brengen.