1}an Ixnffcl van den wijzen Man. Zondag- 8 Juli 1894 5 centiemen het nummer lsle Jaar IV0 38. Politiek Overzicht. Begrafenis van Carnot. Mee Spe. Mee Mei». ABONNEMENTSPRIJS Dit Blad verschijnt den Zondag van iedere week. Efn abonnement kort 2,50 inschrijving op alle tijdstippen van het jaar. Men abonneert zich bij DEN UITGEVER, WAAR BRIEFWISSELINGEN MOETEN GE- TEEKEND EN VRACHTVRIJ TOEGEZONDEN WORDEN. DRUKKER UITGEVER GENTSCHESTRAAT, N° 149. AELST. ANNONCENPRIJS Per DRUKREGEL 10 CENTIEM RN 2" BlADZ., 0.25 CENT. JhKWIJLS HERHAALDE, BIJ aÖcO^RD. ALLES TEN BÜ- REELE GEDRUKT, WORDT KOSTELOOS GEPLAATST. VOOR DE ANNONCEN BUITEN 1>E PROVINCIE, ZICH tE MEENDEN Agence de Publicité, R. d. l. Madeleine, BruxeMes. Aelst, Zondag 8 Juli 1894. FRANKRIJK. Het fransch minis terie. De heer Burdeau heeft vrijdag morgeud den heer Casimir Périer gespro ken en hem verklaard dat hij denkt dat zijn gezondheidstoestand hem niet toelaat den last van het bewind op zich te nemen. De heer Périer heeft alsdan den heer Dupuy verzocht het kabinet te willen samenstel len, de heer Dupuy heeft eenen dag uitstel gevraagd. Talrijke afgeveerdigden dringen bij hem aan opdat hij het zou aanvaarden. In de Fransche Kamer. - - De heer de Maiiy zit voor. Hij leest den brief van den heer Casimier Périer, waarbij hij zijn ontslag geeft als voorzitter der Kamer. De brief eindigt als volgt Ik bedank harte lijk al degenen die mij een zoo kostbare bjijk van hunne genegenheid gegeven heb ben. De Nationale Vergadering heeft mij zware plichten opgelegdom ze te vervul len, hoop ik te mogen rekenen op het ver trouwen van alle republikeinen. De heer Dupuy vraagt een crediet van 110,000fr. voorde lijkplechtigheden van den heer Caraot. Het crediet wordt eenpa- rigiijk gestemd. De Kamer zal de plech tigheid bijwonen. Men weet dat over eenigen tijd de fransche regeering, den aar tsbisschop van Lyon, Mgr Couilléi, denzelfden die M. Car- not in zijne laatste oogenblikken heeft bij gestaan, beroofd had*vau zijne jaarwedde, omdat de eerbiedweerdige kerkvoogd ge protesteerd had tegen zekere maatregelen van kerkvervolging. Dat besluit is nu in getrokken, en er is bevel gegeven al de Achterstallige termijnen te betalen. DüITSCHLAND. Ter gelegenheid van den lijkdienst van President Carnot heelt keizer Willhem kwijtschelding ver leend aan de twee officiers, onlangs door het gerechtshof van -Leipzig tot verscheide ne jaren vestingstraf veroordeeld voor be- spiederij. ENGELAND. Gladstone uit het ENGELSCH PARLEMENT. Edl Spijtig nieuws wordt uit Engeland gemeld Gladstone, de gevierde Staatsman, de geachte volksvriend, keert niet meer we der in het Parlement. Die beslissing heeft in Engeland eene algemeene droefheid verwekt. Aldus verdwijnt uit het engelsch Parle ment eene der grootste figuren van Enge land, een der uitstekendste geesten van Europa. BURGER eene Aalstersche Geschiedenis uit KEIZER KAREL'S TIJD Naar het groot werk van Petrus Van Nuffel. 18 Inmiddels maakten Pepin en Broos zich gereed tot eene nachtvergadering bij Ber- naard Roels. Samen verlieten zij het Neêr- hof. Onderweg begon de Zwarte Weet gij niet, Lange, wat de kapi tein ons deze nacht zoo al te zeggen heeft? Hoe zou ik het weten, antwoordde deze'k en heb sedert het kluchtig voor val in de Nieuwstraat den yoet niet uit den huize gezet. Het kan misschien weder een ver heugend nieuws zijn Gij gist een nieuw ontwerp Welzeker. DE LEGENDE In Vlaanderen vertelde men heel dik wijls eene historie over het, standbeeld van den wijzen man van Gent. Jakob van Arte- velde, op de Vrijdagmarkt te Gent. De oude inenschen verhaalden, dat des nachts, als alles stil was in de stad, wan neer in de huizen de lichten beneden wa ren uitgedoofd en boven weer ontstoken, wanneer de laatste voorbijgangers hunne slaapkamers hadden opgezocht en alleen de politiemanuen, in, hunne dikke mantels i gewikkeld, nogbvorde straatplaveien gin gen, er levfen en beweging kwam in den grooten, bronzen mau, tip de groote histo rische plaats. De sterke vuist omklemde vaster deh goeden dag, dat zinnebeeld van de gewa pende vrijheid onzer gemeentemanneude hand welRe lui beschermend uitstrekt over stad en land, bracht hij voor de oogen om meer scherpte te geven aan zijnen zieners blik. en dan draaide hij, langzaam om, op zijn voetstukzijn oog zag verre en het zag juist naar de vier hoeken van Vlaande ren, en, na een eene wijle aandachtig te hebben rond gekeken, hernam hij zijne vo rige houdiug. De schim des grooten mans kon gerust voortslapengeen gevaar dreigde liet duur baar hoekje grond waarvoor hij gevallen is niets ontmoetten zijne blikken dat zijner onwaardig was. En telken nacht herhaalde hij zijne rondwending. Telkenmale dat iedereen sliep, trok hij de wacht op, rond de ark die met zijne glorie, de glorie van gansch de nationale historie bewaart. Zoo verhaalt men onder het volk, maar thans voegt men er nog wat anders bij. Een dezer laatste nachten, draaide Ar- tevelde zich opnieuw naar de vier hoeken van zijn geliefd Vlaanderen. De blikken van den wijzen man peilden de duisternis, maar ras werd zijn voorhoofd somber, een straal van woede lichte in den donker, als de lichtstraal van de boetslamp die zoo lang brandde ter uitwassching van den moord, die een einde aan zijn leven stelde; een traan rolde over zijne wangen, de eer ste van zijn leven, want, de Chronycke ver haalt dat de Ruwaert zoo kloek was dat hij zelfs geen traan stortte, toen hij viel onder de bijl zijner beulenen met een gebaar van verontwaardiging keerde hij zich om. Dat was de laatste maal dat er leven kwam in het bronzen beeld, want sinds dien keert Jacob zich niet meer als vroe ger naar de vier hoeken van Vlaanderen, als alles slaapt in het, oude Gent. En waarom niet Omdat hij in den hoek Rechtuit gezegd, ik heb liever de ontwerpen nog een tijd uittestellen; wij hebben poen genoeg om heel de winter rijkelijk te leven... 1 Dit, kan waar zijn, wedersprak Broos, althans, de vogel laten ontsnappen, wan neer men hem in de hand heelt, zulks wa re geene kleine dwaasheid. Pepin zegde niets meer; waarschijnlijk vond hij des Zwartens opmerking gegrond; hoe het zij, beiden bereikten, zonder nog een woord verder te spreken, de Lange Ridderstraat, waar zij in de kroeg van Roels geheimzinnig binnenslopen. In de gelagkamer zaten Nest, Jaak en Dorus in druk gesprek gewikkeldde onmisbare fiesch brandewijn stond op de tafel en het was met groote moeite dat men de fielen herkennen kon, zoo fel blies men de kron kelende rookwolken uit, de korte pijpen tegen de lage zoldering op. Welkom, in het achtbaar gezelschap! riep Dorus Coucke vrolijk uit. De metsers zakten op eene bank neêr de Burger schonk hun dan een groote druppel in en vervolgde Als kapitein, vermeen ik het recht te van de Vrijdagmarkt,, op do plaats zélf waar hij de oude vlaamsche werklieden te zamen riep, iu de ui en van gevaar of van zegepraal, de blinkende uithangborden zag van de socialisten, en in zijne eigene vaderstad, de bloedroode muts der revolu tie, in het openbaar verheerlijkt zag eu te pronk gesteld. Dat was een steek in het hart des groo ten burgers en sedert, dien oogenblik blijft hij minachtend staanmetden rug naar de lolcalen van Vooruit gekeerd. Zoo verhaalt men ouder het volk. De le gende is niet van dichterlijkheid, zelfs niét van grootheid ontbloot, en in den mond der werklieden verraadt zij, al den eenen kaut, eene vereering voor den man, die ketsimbool is,onzer gemeentevrijheden; al den anderen kant eene verachting voor het socialism, dje ons moed geven voor de toekomst. Ja, moed voor de toekomst 1 Want de legende van den wijzen Man, zooals zij vloeit van de lippen des volks, is niet vol ledig. Zij mist. wat onmisbaar is in eene legende, een goed einde. Daarvoor zullen wij zorgen. De wijze man van Gent keer de minachtend het hoofd naar eenen ande ren kant wanneer hij de verheerlijkers van de revolutie aan 't werk zag, maar de machtige hand, strekt nog immer nit over Vlaanderen en over hare hoofdstad, 't Is dat ook hij, wiens zieneroog thans in den Hemel, in het geopend boek van het wor den, de lotsbestemmingvan zijn land leert, betrouwen heeft iu 'de toekomst't is dat hij weet dat de duizeude afstammelingen van de christene werklieden uit de mid deleeuwen, niét gevoelloos voorbij de da den hunner vaderen gaan, en diep de schande gevoelen van de roode vlek, die de socialisten over Vlaanderen hebben uit gespreid. Dat gevoelen, broeders, moet de moe der worden van een eensgezind en kracht dadig werken om den vijand over de vesten te jagen! Dat gevoelen moet ons sterken en stalen in den grooten strijd die wij heb ben aangegaan! Eerst dan wanneer ue so cialisten zullen gedreven zijn in den schuil hoek der vergetelheid, zullen wij ernsti ge)' dau ooit kunnen werken aan onze lots verbetering, en langzamerhand worden als onze brood en levenswinnende poorters uit de middeneeuwen. Dan zal de wijze man, weer even fier zich mogen omwenden op zijn voetstuk. In Vlaanderen zal hij niets meer zien dat zij ner onwaardig zij. Gave God dat dit het einde der legende wareHet Volk. Belgisch maatschappelijk Comiteit. Men meldt ons de opening van een eer sten wedstrijd voor het opstellen van een hebben, de steun en de voorspoed onzer bende te handhavenik heb er u vroeger nogmaals op gewezen, daarom eisch ik,dat elk uwer mij het briefje toone, welke u werd ter hand gesteld Ziehier het mijne kreet Broos, het perkament achteloos op de tafel werpende. En hier 't mijn, zei Nest Lat, kal mer dan naar gewoonte. Uw ootmoedige dienaar, lachte Nard met eene koddige buiging. De Commandant gaf ook het zijne... En Pepin Eh wel, Lange, sprak Dorus onge duldig, waar blijft gij dan De metser scheen in het geheel niet in zijn schik, al de zakken van broek en wam buis hingen uitgetrokken, het weenen stond hem nader als 't lachen, en zooals hij daar zal, zou men hem werkelijk voor een plaasteren beeld, de Angst voorstel lende, genomen hebben. Dan hij moestaf- wachten wat er verder gebeuren zou. Toon het dan toch eischten de schelmen. Helaas! zuchtte Pepin, ik heb het niet meer volksschrift, dat bestemd is om dé grond leer van bet. Landboinv-SociaUstnus té be vechten hét bésto'Wcrk zal inet'éeiié pre mievan 300 fr. bekroond worden. Hetoel- gisch Maatschappelijk Comiteit hooft, eene verdionstvoUei en lolweei'dige taak op zich genomen, want men weet maar al te wel hoe de Socialisten er op uitzijn om, bij middel van schriften en dagbladen, hunne oneerlijke propaganda re verspreiden. Het is dus voor het oogenblik een werk van de grootste noodzakelijkheid^ de ongerijmd heden van het Socialism us door eene ware volksliévende propaganda te bestrijden-. De begravenis van wijlen President Car not heeft zondag plaats gehad. Van 's morgenus vroeg stroomde het iu de straten, langs waar do lijkstoet voorbij trok. In den omtrek van het Elyseum was het gedrang zoo groot dat een aantal vrouwen bewusteloos vielen en in naburige apothe ken werdén binnengebracht. De toeschouwers stondon op ladders. Men verdringt elkander voor eene plaats men vecht, verscheidene personen werden gekwetst; twee Kinderen bekomen erge wonden. I)e takken der hoornen worden ook tot zitplaatsen gekozen. Het was rond 8 ure als de dragers dei- kronen aankwamen; onmogelijk het getal kronen te'tellen. Om 9 ure zag men de afvaardigingen naderen, vervolgens dcvolksvertegcnwoor- digei# senators en ministers, eu eindelijk M. Casimir Périer, do nieuwe voorzitter der fransche republiek. Deze laatste werd in het Elyseum door M. Dupuy ontvangen, welke hem geleidde tot voor de doodkist. Na eenige stonden begeeft de nieuwe voorzitterder Republiek zich bij Mmo Carnot. Het is bij het verlaten der kamer van Mme Carnot uat M. Dupuy aan M. Casimir Périer het besluit berichte van den keizer van Duitschland, die genade kwam te ver- leenen aan twee Franschen, te Leipzig ver oordeeld. Dit nieuws werd spoedig in om loop gebracht en maakte diepen indruk op het oogenblik dat de stoet zich in beweging stelde. Na de godsdienstige plechtigheden voor de lij kopheh ting, werd de doodkist op den lijkwagen gebracht, waarachter de zonen en de bloedverwanten van den overledene op de eerste rangen stapten. Na de fami lieleden kwam aan het hoofd van een tal rijk gevolg de heer Casimir Périer. Toen het lijk bulten gebracht werd, los te men 101 kanonschoten; de toeschou- Helsche Verdoemenis! vloekte de kapitein, zijn mes trekkende; zeg op, laf fe schurk, waar het gebleven is, of ik vel u als een hond voor mijne voeten ncêr Ik zal het verloren hebben, kapitein! Verloren! briesebte Coucke, wijl zij ne oogen vlammen schoten eu men duide lijk het tandengekras hoorde,dieeen denk beeld gaf van den strijd die in zijn binnen ste woedde.... Verloren! Dat is erg, zeer erg! knikte baas Roels achter den herbergtoog. Vrienden! huilde de Burger, hebt gij ooit zoo iets durven denken Welhoc, wij schrijven onze namen, verblijf, wat meel is, ons beroep, op een stuk papier, en dit alles kan misschien reeds in de handen van het gerecht zijnAhPepin, Pepin, dat zult gij boeten Bedaar u, kapitein, ouderbrak Jaak; wat gedaan is, blijft gedaan. Zekerlijk, Pepin verdient eene duchtige les, tot boe ting zijner dwaasheid, maar daarmee we- ze het basta. Ja! kreet Coucke, ja er moet eene les zijn!... En van den eersten buit welke wij opdoen, krijgt gij niets ten deelVer-

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Gazet van Aalst | 1894 | | pagina 1