j}. óau puffel. Zondag 9 September 1894 5 centiemen het nummer P* Jaar JN° 47. Katholieke kiesvereeniging Redevoering VAN M. WOESTE rtfec Spe. Mee Metu. ABONNEMENTSPRIJS Dit Blad verschijnt den Zondag- van iedere week. Een abonnement kost 2,50 inschrijving op alle TIJDSTIPPEN VAN HET JAAR. MeN ABONNEERT ZICH BLJ DEN UITGEVER, WAAR BRIEFWISSELINGEN MOETEN GE- TEEKEND EN VRACHTVRIJ TOEGEZONDEN WORDEN. DRUKKER UITGEVER GENTSCHESTRAAT. N° 149. AELST. ANNONCENPRIJS Per drukregel 10 centiemen 28 Bladz., 0.25 cent. Dikwijls herhaalde, bij accoord. Alles ten bü- reele gedrukt, wordt kosteloos geplaatst. Voor de ANNONCEN BUITEN DE PROVINCIE, ZICH TE WENDEN Agence de Publtcité, R. d. l. Madeleine, Bruxellcs. Aelst, Zondag 9 September 1894: van het ARRONDISSEMENT AALST. VERGADERING DER HEEREN AEGEVEERD1GDEN. Vèrledon Zolldag heeft alhier, iu de groote zaai van onzen Kath. Werkmans- kring, de algemeen.' vergadering plaats, gehad der afgeveerdigden van. ons Arron dissement. Het dagorde was: Definitieve aanduiding van twee kandidaten voör den Senaat en vier voor de Kamer. De zitting wordt ten 3 ure geopend, on der het voorzitterschap van don heer DE VOS, provinciaal-raadslid; burgemees ter van Erpe. Sottegem, HerzeK Ninove, Geerardshergemen Aalst zijn talrijk ver tegenwoordigd; er zijn weinig of geene af wezigheden. Aan het hureel_ bemerken wij de heereu Liénart, A au t reckeip, V an Vvambeke, Do Vos, De Saedeleer, Woeste, en Gheeraerdts. M. VAN WAMBEKE, het woord beko men hebbende, deelt mee dat den heer Karei Verbmgghen geen nieuw mandaat meer aanvaard. Hij stelt dus voor den achtbaren ontslaggever te bedanken voor de talrijke diensten welke hij gedurende meer dan 20jarenaan het Arrondissement, heeft, bewezen. (Langdurige loej). M. VERBRUGGHEN bedankt met ont roerde stem het kiezerskorps, wiens ver trouwen hij sinds 23 jaren mocht genieten. Hij doet, een beroep op de talrijke Verga dering. om hun vertrouwen te blijven schenken aan de uittredende senators en representanten, die de vernieuwing van hun mandaat verlangen. De alomgeachte spreker sloot met de woorden t zijn zij, mijne oude collegae der Kamer, hier te genwoordig, die gij bedanken moet, mij niet 1 (Langdurige toejuichingen). M. VAN WAMBEKE, houdt eene wel doordachte redevoering, waarin hij terug blikt tot 1804, toen de liberalen aan het bewind waren. Hij weerlegt op schitteren de wijze de verwijlen on snoode lasterin gen, die sedert e'enige maanden tegen de Grondwettelijke Behoudsgezinde Vereeni- ging worden ingebracht. Indien zij herko zen worden, dan zullen zij vragenmaatre gelen tot bescherming van den landhouw afschaffing der belasting op den tabak, invoerrechten op de boter, de margarine en andere nijverheidsproducten vermin- BTJRGEK Aalslersche Geschiedenis uil TfTüTZER KAREL's TUD. dering der grondlasten trapsgewijze in richting van een vrijwilligersleger, enz. De Werklieden zullen voor hunne belan gen in ons altijd een krachtige steun vin den; daar, waar de gelegenheid zich aan biedt, zullen wij hem uit hart en ziol ter zijde staan, beschermen en verdedigen. (Langdurige en geestdriftige toejuichingen). M. LIÉNART, sluit zich ten volle aan bij het programma van vorigen redenaar en'verklaart verders dafc hij zijne belofte,' twee jaren geleden gedaan, gehouden heeft. De achtbare senator wijdt uit. over, de herziening der Grondwet, dringt ten sterkste aan op de eendracht, die er moet heerschen tussehen de nieuwe en oude ka* tholioke kiezers en verzekert, ten slotte, zijne dappere medewerking aan de redding en den vooruitgang van den Landbouw- en Werkmansstand(Toejuichingen). M. VAN VRËÖKEJff, drukt liet verlangen uit. zijn mandaat te hernieuwen, en hij denkt liet waardig te zijn gebleven, wan neer hij terugblikt op de lange reeks van J iren dat het Kiezerskorps hem naar den Senaat zond. M. Van Vreckem denkt de hervorming van ons belastingstelsel hoogst noodzake lijk hij herinnert dat,hij op die hervor ming in den Senaat meermaals aangedron gen heeft. Hij wijstop de oneerlijke aan vallen, waarvan onze achtbare Gekoze nen, en inzonderheid, M. Woeste, het slachtoffer zijn. Zoo zijn er lieden die rond strooien, datM. Woeste liet Vlaamsch on machtig is, maar de kliukendste logen straffing dezer valsche beweering, zal wel deze zijn, dat M. Woeste zijne redevoering in onze Moedertaal zal houden. (Ongeloof lijke uitboezemingen van geestdrift; dave rend handgeklapgeroepLeve Woeste M. Van Vreckem bewijst hoe krachtda dig M. De Saedeleer met het Katholiek Ministerie meêgewrocht heeft om menige voordeelen voor landbouw en nijverheid te verwezenlijken. De redenaar eiudigt met eenc warme aanwakkering tot eensgezind heid en eendracht. Toejuichingen Als de groote leider van het katholie ke leger rechtstaat, wordt er hem eene zoo luidruchtige hulde gebracht, moeilijk om beschrijvende zaal dreunt onder de luidruchtigste toejuichingen en allerhande heilgeroepen. Eindelijk, wanneer de stilte eenigszins hernomen is, geeft den heer Woeste, met klare stem, lezing van de volgende, aan spraak, welke onophoudend door toej ui- Naar het groot werk van Petrus Van Nuffel. 27 Hij doorkruiste de straten der stad. Onderweg» hoorde hij onophoudend de gebeurtenis van den poeldemer en de we duwe Stuyvers vertellenhoe wreed dat de brave jongeling aan zijne dood gekomen was hoe gelukkig de laatste ontsnapt was. Hier hoorde Schutter zeggen dat Lange Pepin door den boschwachter van Lede doodgeschoten werd; daar verzekerde men dat de metser, vallende, zich met zijn ei gen wapen onvrijwillig: van het leven be roofde. Zoo zong ieder vogelken zijn deun tje, en elk was stellig overtuigd van liet- gene hij zegde. llij, do oude nachtwaker, hij alleen, buiten de leden der bende zelve, kende al de dramatische bijzonderheden dezer akelige gebeurtenis. Ondauks dit, zou hij zich wel gewacht hebben, eene dier ge sprekken te onderbreken en te wijzigen, integendeel, wanneer een welbekende hem ondervroeg, en hem om zijne schrander heid hemelhoog verhief, dan haalde hij ontkennend de schouders up. Zonder naar zijne woning nog te gaan en er zijne vrouw vaarwel te wenschen, besloot hij, toch niet wetende wat doen, eens naar Lede te gaan, om er Lieven, overigens een hem ouden vriend, te gaan opzoeken. Pas had hij de oude Gravenstad verla ten en nog zag hij achter den rug de ge- kauteelde torens der Nieuwstraatpoort in den nevel zich oplossen, wanneer hij vóór hem, Lieven, zijn vriend, ontwaarde; deze was een go or le tap vooruit, maar hij voor derde weinig. Weldra had Bastiaan hem dan ook in gehaald en de twee oude vrienden druk ten elkander hartstochtelijk de hand. Waarheen, door zulk stikkend weêr? vroeg de boschwachter. Naar Lede, kamaraad! Weet ge 't chingeii onderbroken werd. Wij drukken ze hier iu haar geheel over Mijnheer en, 't Is meer dan twintig jaren dat ik de eer heb het Arrondissement Aelst te ver tegenwoordigen. Gedurende deze twintig jaren, heb ik immer do zedelijke en stoffe lijke belangen van het Arrondissement en tevens de algemeene belangen van de ka tholieke zaak verdedigd. Gij weet wel dat ik altijd op de bres sta, en dat ik in mijn politiek leven, noch moeite, noch arbeid spare. Ik ben 2eer dankbaar aan het Arrondis sement Aelst voor zijne lange getrouwheid en ik peis dat ik van hem niet onwaardig geweest ben. Nogtans eeuige personen die gisteren* onbekend waren en wier diensten tot nu geheim gebleven zijn, hebben tegen mij den oorlog verklaard zij bekampen mij op de laagste en oneerlijkste wijze en werpen naar mij valsche geruchten; zij willen mij ne eer en mijne reputatie ontnemen; zij beleedigen mijzij lasteren mij. Waarom? Om mijn plaats te bekleeden. Zij zeggen dat ik een joodsche afstam meling ben. Dat is valschmijne voorou ders waren geene joden. Overigens wat geldt zulke klacht? Zij zeggen dat ik een waal hen. Dat is niet. waar; ik ben van Brussel, en mijn hart is het hart van een Vlaniing. Daaren boven de Walen zijn Belgen ook, en alle Belgen zijn broeders. Zij zeggen dat ik onze taalbelangen be streden heb. Dat is een leugen. Ik heb al tijd de gelijkheid van de twee talen, van de Vlamingen en van de Walen verdedigd. Maar ik heb ook de vrijheid van het on derwijs niet willen opofferen. Zij zeggen dat ik een volkshater ben, dat ik vijandig ben aan eene sociale wet geving tot, verbetering van het lot van de arbeiders. Mijne daden, mijne reden, mijn leven verklaren zich tegen dezen laster. Ik bemin het volkik zoek zijn lot te verbe teren: maar ik ben onder zijne vleiers niet ik ben onder de vleiers van nie mand ik zal het nooit zijn. Ik heb de eerste, op de dagorde van de Federatie der Katholieke Kringen, te Ver- viers de verbetering van het lot der arbei ders geplaatst. Ik heb ook drie groote wet ten gevraagdeen wet op het werk van de kinders en meisjeseen wet op de veree- nigingen der werkliedeneen wet op de ongevallen iu de nijverheid. Een van deze wetten werd gestemdde anderen zullen gestemd worden. Ik heb ook twee wetten op het huwelijk gemaakt. Zij schrijven in plakkaten op de muren groot nieuws al? Zeker, dat den aanslag te Erpe mis lukt is. Men kan hetzelfde over Oordegem niet zeggen Neen, sprak de openhartige Lieven 't is oprecht jammer... Maar ook die laffe Aelstenaar heeft zijn schelmstuk geboet. Bast, hier is niemand, de heirdebaan is gansch verlaten, niemand kan ons dus af luisteren. Wie zoudt gij denken de moor denaar van Pcpin te zijn Spreek stil, de boomen hebben soms ooren. Geen noodVerdenkt gij iemand Ik, neen, fluisterde Schutter, maar te Aelst verdenkt men Lieven Vercruysse, den boschwachter van Lede... Mij kreet Lieven palstilstaande spreekt gij ernst Volkomen, vriend, doch laat ons hier niet blijven staan... Onderwege wil ik u alles vertellen, op voorwaarde noch tans dat alles onder ons blijve. Gij kent Vercruysse. Terwijl men nu verder den weg vervolg de ontlaste Bastiaan zijn hart van tal ge heimen die er reeds zoolang in de diepste der steden en dorpen, dat ik de letterzet ters van mijn blad UUnion elf ceutiemen min per uur dan de audere bazen betaal. Dat is nóg eene valschheid. De Union is mijn blad niet. Ik heb daar geen bevel te gevenik heb aan de letter/etters geen elf centiemen min per uur betaald, aange zien ik aan hen niets betaal. Mijnheeren, ik zal in de toekomst zijn, zotfals ik in het verledeue geweest ben, in dien de kiezers mij met een nieuw man daat vereeren Ik zal altijd onze school belangen en on ze godsdienstige intresten verdedigen, 011 ik zal de gelijkheid t.usschen de vrije en officieele scholen vervolgen. Ik zal altijd voor de volksbelangen zorg dragenmaar, indien ik de rechten des volks ondersteun, zal ik ook zijne plichten niet vergeten. Ik zal de belangen van den landbouw verdedigen, en ik wensch dat de toeko mende Kamers hem voldoening zullen ge ven, namelijk aangaande de boter en de margarine. Het zijn de liberalen die ons in de on mogelijkheid gesteld hebben de rechten op de boter, de margarine, het meel en de ha ver te stemmen. Wij denken dat de grondlasten moeten verminderd en de tabakswet afgeschaft worden. Wij zijn de aanhangers van Je verande ring van de miliciewet:. Wij gelooven dat de diensttijd te lang is, en wij zullen on derzoeken of er geen middel is hem te ver korten. Wij vragen ook dertig franken, of ten minste twintig, maandelijks, voor de jongens die bij den troep zijn. Een dagblad vraagt mij het evenredig stelsel niet meer te bevechten. Dezen die mij dat dragen, meenen zonder twijfel dat ik geen geweten heb. Zij gelooven dat ik teen polichinel zal zijn. Neen, nooit. Ik heb in de Kamer bewezen dat dit stelsel zeer gevaarlijk was, en men heeft mij niets beslissend geantwoord. Het is niet waar dat alle de Bisschop pen, de overgroote meerderheid der gees telijkheid, al de werklieden, alle de koog leeraars van Leuven voor het evenredig stelsel zijn. Wat mij aangaat, ik wil niet dat het katholiek volk door socialisten en radikalen vertegenwoordigd wordt; ik wil niet dat zij zich overal kunnen instel len. Men verheft mijnheer Beernaert tegen mij. M. Beernaert is zeker talentvol, en wij zijn beiden van dezelfde partij, maai bij heeft ons den tram van Ninove gewei gerd; hij wil de landbouw niet begunsti gen hij wil de tabakswet niet veranderen; hoeken trouw verborgen waren. Toen hij geëindigd had, sprak de verblufte bosch wachter Er blijft mij nog een enkel raadsel, en dit is, hoe en waar gij dit alles zijt ter wete gekomen Slechts met een weinig behendig heid, verders eenig kopergeld en wat be dreigingen 't is alles lachte de hanueken- uit. Schutter, gij moet uw plicht doen Het gerecht verwittigen Zoohaast moge lijk Vandaag nog, Lieven. Doch geene overhaasting; ik zou willen de vogels op hunnen nest grijpen, en hiertoe moet ik weten of de binders wel inderdaad heden nacht in hunne kroeg zullen vergaderen. Dan, beste vriend, zullen wij handelen Uw plan zal lukken, het moet! Ah ik zie de verwenschte booswichten reeds ter groote Markt, onder dat hoog mackieu dat men galg noemtEr zal dien dag veel volk te Aelst zijn, en Lieven Vercruysse zal deelnemen aan de algemeene vreugd Ja, juichte Bastiaan op zijne beurt, ja, dat zal een schoonc dag ziju! Hij zal de bekrooning zijn des strammen ouderlings

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Gazet van Aalst | 1894 | | pagina 1