MET DRIE DACTYLO'S
OP REIS/
Wat ieder Aalstenaar zou dienen
te weten nopens DIRK MARTENS
De grootste beroemdheid die
ooit in Aalst het lieht zag
sn
PIERLALA
EN OMSTREKEN Verschijnt den Donderdag en
Nummer 15 Zondag 19 Februari 1950
BURELEN Kerkstraat 9, Aal st Telef.nr 24.114 P.C. n'
Zondag van iedere week.
881.72 T Jaarg. 1,25 fr. 't Nr.
VOLKSE OPVOEDKUNDE
(Familiale Kronijk voor Opvoeding en Onderwijs-)
WIJ CITUEREN 'T GEVAL... I uurtje zijn we er vanaf, dachten, we,
ons eigen troostend, en we sloegen on-
*t Was een vermoeiende dag geweest.
Vroeg uit de veren, vroeg vertrekken.
We moesten een verre reis maken. Een
zakenman heeft soms wel lastige da
gen... Maar wie ook niet Och God,
we nemen het niet tragisch op...
In de late namiddag namen we de
trein in de hoofdstad om terug huis
waarts te keren -waar we, in een gezel
lig familiaal milieu, heropknapping
zouden vinden en de avond verder slij
ten bij vrouw en kinderen.
We waren goed op tijd aan de trefh
die voor onze aansluiting naar de stad
in de provincie te zorgen had. We
hadden derhalve de keuze om een ge
zellig hoekje te kiezen en we installeer
den ons... of we thuis waren
Stilaan liep het coupé vol...We dach
ten zo bij onsi zeiven hoeveel duizen
den en nog duizenden moeten, om den
brode, dagelijks van hun woonplaats,
van hun stad of dorpje, dat dikwijls
ver afgelegen is, naar de hoofdstad af
reizen en dezelfde dag terugreizen., en
dat jaar-in, jaar-uit Zo gans hun le
ven door... We beklagen ze... Dat
wordt gewoonte, zeggen ze Ja maar
De duivel is 't branden ook gewoon
Wie thuis, in eigen stad of gemeente
zijn brood kan verdienen is de beste,
zulke mening houden wij er op na
Denken we even aan het tijdverlies
Sleet in de klederen en... in het lijf
zonder te spreken van de talrijke ze
delijke gevaren die bizonder de jonk
heid beloeren bij die dagelijkse op- en
afreizen van de woonplaats naar het
werk Een noodzakelijk kwaad Wat
wilt ge er aan doen
Dat waren we zoal aan het overden
ken toen, 't signaal van vertrekken
werd gefloten en nog stormenderhand
drie jonge jufferkens het coupé bin
nenstapten en... zich bij mij zetten
één neven mij, de twee andere recht
over mij
Een zucht lieten we gedaan met
rustig ons dagblad te lezen, gedaan
met rustig het landschap te bewonde
ren, gedaan met de ogen even toe te
doen....
DE DRIE DACTYLO'S...
EVEN VOORSTELLEN
Nummer één een zwarte. Zwart
haar, zwarte wimpers, rode lipkens,
hagelwitte tanden, gepolijste nagels en
gekleed in frissche kleuren. Een 19-tal
jaren oud. Een frissche verschijning.
Een mooi meisje
Nummer twee Een blondine
Blauw-grijze vurige ogen. Blonde lok
ken. Gesc'himinkt gans 't aangezicht
door en op de wangen en lippen met
speciale stift. Haar ogen vurige kar
bonkelstenen. Ze schoten schichten...
Ze was in 't bleek gekleed. Blouse ge
assorteerd op rok. Nylon kousen en
daim-schoenen.Ze deed veel om mooi
er te zijn dan de zwarte, haar gezel
lin. Ze was het niet Ze bleek ons bij
na... uitdagend.
Nummer drie Chatain foncé.. Don
ker, donker bruin haar. Mooi gegolfd.
Donkere ogen die flikkerden en puur
den... Lange wimpers. Haar gezichtje
was één schilderij hoeveel tijd heeft
die wel nodig om aklaar» te zijn? Haar
handen... une merveilile!Nagels rood
gepolijst! Le res,te: a 1'avenant Een
lelijke die zich wou schoon maken
Een uitdagend iets met iets duivels-
pervers in haar blik en al haar gestes,
doen en, laten....
We waren wel ZIJ ook... Seffens*
waren ze aan 't gichelen Bijna te laat!
'n Geluk nog dat we nog een plaatse
hebben en wélk plaatsje Francois
n est pas ici Die belover: We heb
ben nu een ouwe vrijer! (Daarmee be
doelden ze mij Merci We wa
ren liever verloren dan gevonden...
Een geluk maar voor ons dat het ge
voel wederkerig was! Een oude vriend
van mij kwam even voorbij, bekeek
me, trok een paar ogen open als wou
hij zeggen Proficiat Gij hebt het ge
vonden t Schuim van 't coupé. Hij
kende ze wellicht die drie, lieve jonge
dame's' want hij deed later vernam
ik het dagelijks de reis met hen....
of liever vér van hen, doch in hetzelf
de coupé...
In Gods naam dan maar... Over een
ze krant open
REACTIES EN TEGENREACTIES-
BIJ DIE DRIE.
Wat we daar al te horen kregen
van achter ons gazet ...iets ver
schrikkelijks Is dat de jeugd God
dank dat mijn meisje geen dactylo is
en dagelijks de heen- en terugreis moet
doen... in die omstandigheden en in
dergelijk gezelschap Arme sukke
laars die zich daaraan laten vangen..Die
zullen me 't moderne vrouwke hebben,
hoor
Eerst was het een over en weer ge-
gichell en gelach, 'k wist eerst niet
waarom. Later meende ik te horen dat
het om mij was... Met zo'n charmeur
hadden ze nog nooit de reis gemaakt
Hij doet geen bek open en gunt hen
geen oogske hoe mooi ze ook er me
nen uit te zien Een ouwe grolpot
Juist mijn vader! Dat was 't slotwoord.
Nu werd er gepraat over hun werk!
Vandaag had de eerste niet veel ge
daan, daarom en daarom en daarbij
met al die controle op de duur zult
'ge moeten, uw vinger opsteken in 't bu
reel, juist zoals in de klasse op school,
om te vragen of ge even naar het W.
C. moogt gaan... En daar zult ge te
pointeren hebben hoeveel tijd gij er
blijft want... de W. C. is geen toiletka
mer, zegt de chef
We hebben 'nen chiken type, zegt
nummer twee. Ten minste tegen mij is
hij zo.. Maar kan dat ook anders Ik
kan hem bezien... dat zijn hart in zijn
lijf omkeert Algemeen gelach (on
der de drie) Quel beau male zucht
nummer twee., en haar ogen draaien
en draaien... en een diepe zucht ont
snapt haar borst
De onze is eenvoudig weg een ezel
zegt nummer drie We mogen doen al
wat we willen om in, zijn gunst komen
te staan. Rien a faire Die is van ijzer!
't Reglement 't Werk... Daar komt
anders niets uit, precies of wij daar
voor naar Brussel komen Blij maar
dat ik nog twaalf dagen verlof in 't
verschiet heb... twaalf dagen dat ik die
oude zageman, niet zien zal Ik kan
hem niet ruiken!... Monsieur le chef de
bureau
Van 't Werk kwam het op de mode
en van de mode op de gezellinnen. Die
werden er nogal doorgehaald De ene
was een preutse... de andere te hoo-
vaardig om met hen te doen en te la
ten, de derde vergat van waar ze voort
kwam... En zo ging het maar verder...
Tot dat ze aan de jongens kwamen
Wat ze daar over al maar dachten en
zeiden Mooie ogen, golvende haren,
diep zittende, lokkende ogen... en hebt
gij er reeds mee gedanst Heerlijk
Inoubliable! 'k Ril er nog van... 'k Heb
er nog deugd van....
Ze spraken ook van huis Mijn pa...
een ouwe grolpot... Die is zeker nooit
jong geweest Ons moeder een ouwe
trunt k Ga liever alleen uit dan met
hen... ge haalt er maar affronten van
Zo kletstpraatten ze maar door...
tot we ter bestemming waren God
dank
EN WIJ NU
ONZE INDRUKKEN...
1. 'k Beklaag al de jonge meisjes die
dagelijks de navette moeten doen van
huis naar de hoofdstad of naar waar
ook Goddank er zijn er goeie en er
zullen er altijd blijven... Doch 't ge
vaar is zó groot
2. Ouders denkt aan uw verantwoor
delijkheid Controleer met wie uw ei
gen kinderen dagelijks de reis maken
Gij zijt verantwoordelijk, voor een
groot deel althans... Doortastend in
grijpen als 't moet Met het mes er in!
3. Dactyloke's, lieve meisjes... Res-
pncteert uw eigen! Als de levensnood
zakelijkheden u dwingen dagelijks op
en af te reizen blijft mooi, rein, fier!
Laat u opmerken niet door uw futloze
prietpraat en al wat er bij 'hoort, maar
door uw eenvoud, uw ernst, uw jonge
reine levensvreugde
Denkt aan UW LEVENSTAAK
VROUW en MOEDER worden DIE
NEN
OPVOEDER.
(NadritV verboden.)
12 MAART
De strijd heeft uitgewoed rondom
de volksraadpleging.
Voor- en tegenstanders hebben alle
mogelijke argumenten uit hunnen ko
ker gehaald om hunne zienswijze te
zien zegevieren.
De voorstanders 'hebben den slag
gewonnen.
De grote en wroede mannen heb
ben er nu het bijltje bij neergelegd en
de uitspraak is aan, het volk.
Hoe zal 'het volk stemmen
Wanneer het volk naar niemand
luistert en wanneer elke mens afzon
derlijk zijn eigen overtuiging en zijn
persoonlijke gevoelens tegenover de
Koning en het Koningdom volgt dan
stemmen er NEGENTIG PROCENT
JA
De tien procent die «neen» stemmen
zijn mensen die ook vóór de oorlog,
moesten ze de gelegenheid gekregen
hebben, zouden «neen» gestemd heb
ben.
Vergeten we niet dat er, zoals in ie
der land, in België altijd mensen ge
weest zijn die tegen het Koningdom
waren.
Niemand, enkele uitzonderingen bui
ten kijk gelaten, binst de oorlog en on
middellijk na de bevrijding, dacht er
aan dat de Koning best zou doen aan
de troon te verzaken.
Wie thans antikoning-sgezind is vra-
ge zich in gemoede af hoe hij dat ge
worden is.
Rechtzinnigheids halve zal die moe
ten bekennen dat hij dat geworden is
dank ene verrassende anti-konings
campagne.
Heeft die campagne van hem een
overtuigd en bewust anti-koningsge
zinde gemaakt
Neen Hij is het maar geworden
omdat die anti-koningscampagne ge
voerd werd door zijn «politieke» vrien
den.
Zal de Koning NEGENTIG PRO
CENT der stemmig behalen
Neen Alhoewel dit een normale
uitslag zou zijn.
Waarom niet
Omdat te veel mensen er niet een
koningsstemming inzien maar vooral
een partijstemming.
De campagne tegen de Koning werd
immers in 't leven geroepen en ge
voerd door vooraanstaande politie
kers.
Moesten alle bestaande partijen een
oproep doen tot het kiezerscorps dat
ter gelegenheid der volksraadpleging
geen enkele kiezer mag denken tot de
ze of gene partij te behoren maar in
gemoede zijn persooonlijke gevoelens
ten overstaan van Koning Leopold
moet raadplegen en volgen dan ware
aan een schitterend resultaat ten voor
dele van de Koning in het minst te
twijfelen.
Zullen de partijen zulkdanige op
roep doen
Neen Alhoewel zulks heel normaal
zou zijn. Beweren niet ALLEN dat de
Koning BOVEN en BUITEN de par
tijen moeten staan
Het is dan ook met voldoennig dat
we, in dit blad van verleden Donder
dag, de oproep gelezen hebben uit
gaande van een Oudstrijder en een
Weerstander om alle partij- en me
ningsverschil te vergeten en aan te slui
ten bij den Bond der Koningsgezinde
Oudstrijders en Weerstanders.
Deze mensen geven ten minste blijk
van objectiviteit en bekijken het Ko-
ningsvraagstuk van uiteen gezond
standpunt.
Laat ons hopen* dat al dezen die
zich met de propagande der volks
raadpleging bezig houden een waardi
ge houding zouden aannemen en het
koningsvraagstuk steeds van, uit een ge
zond standpunt zullen belichten.
Op 1 2 Maart stemmen we niet als
politieker voor of tegen een partij,
maar we stemmen voor of tegen een
waardige Vorst, voor of tegen onze in
nerlijke overtuiging, voor of tegen de
toekomst van ons land en ons volk,
voor of tegen, het KONINGDOM
PIERLALA.
GROOT VERLOF VOOR
middelbaar, normaal
EN VAKONDERWIJS
De minister van Openbaar Onder
wijs heeft besloten, dat het groot ver
lof in het middelbaar, normaal en vak
onderwijs zoals vorig jaar zal begin
nen op 1 Juli en duren tot I Septem
ber.
-1450-I5S4)
3de Vervolg.
Doch dit zal hem kwalijk genomen
worden door het bestuur der hoge
school die hem steeds had gesteund.
Immers, Erasmus zelf werd verdacht
van soms met de Lutheranen te heulen,
alhoewel hij steeds zeer godvruchtig
leefde en later in de schoot der katho
lieke kerk zal sterven.
De gevolgen van het wantrouwen
bleven niet uit en in 1520 wordt Dirk
Martens, na een huiszoeking te zijnent
waarbij verdachte schriften worden
aangeslagen, duchtig door het bestuur
der Faculteit op de vingers getikt.
Om dit hoofdstuk af te sluiten ge
ven we hierbij enkele namen van ge
leerden waarmede Dirk Martens be
vriend was.
1Erasmus, door Feller de grootste
geleerde van zijn tijd genoemd. Hij is
de grote stuwkracht van het humanis
me geweest. Doch zijn vrijmoedigheid
heeft meer dan eens de indruk gege
ven dat hij de opkomende hervorming
in de hand heeft gewerkt zodat hij in
veel ogen verdacht bleef van, zoniet
openlijk maar toch bedekt tegen de
katholieke kerk te werken. Ook zullen
verschillende werken van hem uitein
delijk op de index worden geplaatst.
Hij was zozeer Dirk Martens genegen,
dat hij, bij het vernemen van dezes
dood terstond een grafschrift maakte,
waarin hij in enkele ontroerende re-
jels, de lof van zijn vriend neer
schreef.
2. Cornelius de Schrijver (Grapheus
of Scribonuis), geboren Aalstenaar, se
cretaris der stad Antwerpen.
3. Martin Dorp (Dorpius) Godge-
leerde-voorzitter van het H. Geestcol
lege. Deze is het die in 1 5 15 aan Eras
mus schrijft, dat hij, (Erasmus), geen
beter vriend dan Dirk Martens bezit.
Een andere maal schrijft hij aan Eras
mus, dat het is alsof Dirk Martens de
gave der talen heeft gekregen, lijk wel
eer de Apostelen.
4. Joost Badius, Belgisch drukker,
te Parijs gevestigd.Deze weigerde vlak
af zijn vriend Dirk door mededinging
te benadelen, al werden hem de
schoonste voorstellen gedaan.
5. Pieter Gillis (Petrus Aegidius),
griffier der stad Antwerpen die steeds
ten dienste was van Dirk Martens.
Adriaan Barland (Barlandus) Ie
raar in latijn, die met grote lof spreekt
over de werkzaamheid en durf van
Dirk Martens. Hij liet al zijn werken
door Dirk Martens drukken. Hij
schreef o. a. dat Dirk Martens zijn ge
boortestad voor eeuwig beroemd had
emaakt door de veelvuldigheid en
meerderwaardigheid zijner uitgaven.
7. Rutger Rescius van Maaseik. Was
te Leuven in het college der Drie Ta
len leraar in Grieks. Na het vertrek
van Martens in 1529 richt hij zelf een
drukkerij op. Stierf als leeraar en druk
ker.
Geeraard Geldenhauwer-kape-
laan van Karei V, die later naar het
protestantisme overging, naar Duits
land vluchtte en er in Ballingschap
stierf.
Dan hebben we nog Jan Paludanus,
Jan Uaevius, Niklaas van 's Hertogen-
bos, Pieter Curtius en nog vele ande
ren. Zelfs Paus Adriaan VI is met Mar
tens in betrekking geweest.
Dirk Martens drukte verder nog
werken, van Bartel Steinmetz of Lato-
mus, P. Liebaert, (Leopardus), Jan
van Spauteren of Despauterius (gebo
ren te Ninove) Agricola, Vivez, Tho
mas Morus, Von Hutten, Heobanus
Hessius, Jan Fischer, Murmelius, P. De
Corte, enz.
Als helpers en correctors stonden
Martens ter zijde Jan van Luxem
burg, Erasmus, Pieter Gillis (die in
1517 het eerste wetboek in Europa
opmaakte) Martin Dorpius, Geeraard
van Nymegem, Barlandus en Rutger
Rescius.
Dat Dirk Martens bij al deze men
sen een gekende en graag geziene fi-
guur was is ook nog eens een klinkend
bewijs dat hij veel meer was dan een
ervaren drukker.
DIRK MARTENS ALS MENS.
I Uit al het voorgaande is reeds ge
noegzaam gebleken dat Martens aan
het nageslacht een voorbeeld heeft ge-
I geven van taaie en onvermoeibare
(werkzaamheid; hardnekkig heeft de
man heel zijn leven gewroet om voor
uit te komen. Zonder verpozen heeft
hij gezocht om zich verder in zijn vak
te bekwamen en de anderen voorbij te
streven, hierbij steeds eerlijk en recht
vaardig blijvende. En dit zijn hoeda
nigheden die hij, zijn geheel leven lang
heeft behouden.
Uit zijn eigen schriften blijkt noch
tans dat hij het geld niet minachtte,
maar voor degelijk werk ook wenste
in verhouding goed betaald te worden;
dikwijls beklaagt hij er zich over dat
hij meer had verwacht van de op
brengst van zijn werk, zelfs beweert hij
dat hij zeer zuinig moet leven om de
twee eindjes van het jaar aaneen te
kunnen knopen... Doch, het is geble
ken dat hij ook graag naar de luimige
kant van het leven uitkeek en dat zijn
J gastvrijheid en edelmoedigheid soms
wat al te groot waren, om deze manier
j van leven vol te houden.
Hij zelf bekent dat hij absoluut niet
afkerig is van een goed glas wijn en
hij laat zijn eigen drukkersmerk met
wijngaardranken versieren, waaronder
I hij de volgende spreuk aanbrengt De
waarheid schuilt in de wijn. Op een an
dere plaats getuigt hij van zichzelf
«Met of zonder kan, ben ik een werk
zaam man». Marten Dorp noemt onze
drukker in een van zijn brieven De
vriend van Bacchus...
Dat is alles goed mogelijk alhoewel
men zich voor overdrijving moet hoe
den in het beoordelen van iemands
levenswijze. Wat we zeker onderstel
len is, dat Martens min of meer fortuin
heeft nagejaagd, reden waarom hij zo
dikwijls met zijn drukkerij verhuisde.
Misschien deed hij dit meest in de ge
dachte zijn winsten te kunnen vergro
ten en zocht hij naar plaatsen, waar,
naar zijn mening, het meest geld te
verdienen was.
Wat hem, benevens zijn werkzaam
heid, onder de beste karakters moet
doen rangschikken, is wel het feit dat
hij niets dan vrienden telde. En, trou
we vriendschap was hem heilig; wei
nigen immers zouden hebben gedaan
wat hij voor Erasmus deed, toen deze
van iedereen, de dokters incluis, was
verlaten, omdat men meende dat Eras
mus de pest had. Deze man is door
Martens als een eigen kind verzorgd
geworden, tot hij volledig was hersteld.
Martens is ook steeds een fiere
Aalstenaar gebleven en maak zich
meestal volgender wijze bekend
Theodorico Martino Alostensis Dirk
Martens van Aalst. We geloven ook
niet dat Martens werkelijk in bekrom
pen toestand zal hebben geleefd, zelfs
niet wanneer hij weinig werk had. Im
mers, als hij in Aalst terugkomt, gaat
hij op rust in het Wilhemietenklooster
dat hem ruime lokalen ter beschikking
stelde die de naam ontvingen van Mar-
tensbouw of Martenspand.
We kunnen bezwaarlijk aannemen
dat Martens deze vertrekken zal mo
gen gratis betrekken hebben en het
feit dat hij materiaal en boeken mede
bracht wijst er op, dat hij het niet no
dig had gehad iets te verkopen tenein
de in zijn onderhoudsgeld te voorzien.
Na zijn dood laat hij zelfs nog ver
schillende eigendommen na, zodat hij
wel als welstellend man zal zijn gestor
ven. In alle geval, of hij fortuin heeft
gemaakt of niet, Dirk Martens heeft
zijn geboortestad veel eer en roem be
zorgd en hij zal steeds tot voorbeeld
mogen worden gesteld aan het nage
slacht.
A. VAN DER HEYDEN.
Nadruk verboden. ('t Vervolgt.)
WIE IS VERANTWOORDELIJK VOOR DE
HETZE TEGEN DEN KONING
Drie soorten mensen hebben zich vooral ijverig aangesteld tegen den
Koning.
1. DE COMMUNISTEN die overal wanorde willen stichten en dus alle
profijt halen uit de tweedracht tussen de Belgen.
2. DE WAALSE SEPARATISTEN die zeer goed weten dat het Koning
dom en de Dynastie de stevigste band zijn tussen Vlamingen en Walen.
3. DE DESERTEURS VAN DE BURGERLIJKE PLICHT. Wij bedoelen
die socialisten die naar Engeland zijn gevlucht en hun ambt hebben laten ste
ken; die VOLKS "vertegenwoordigers, die NIET bij hun volk zijn gebleven
als het in ncod verkeerde en aan den Kening niet kunnen vergeven dat Hij
wel het lot van zijn volk HEEFT gedeerd.
De echte vaderlanders mogen dit niet vergeten.
Het volstaat te weten wie tegen denKoning werkt, om te erkennen wat de
vaderlandse plicht gebiedt 1
STEMT, JA I