omen
DE VERLEGGING
VAN DE
MILITAIRE DIENSTPLICHT
HET WETSONTWERP VAN DE
REGERING
De tekst van het wetsontwerp be
treffende de samenstelling van bepaal
de militielichtingen en de duur van de
actieve dienst werd gisteren rondge
deeld. Het ontwerp werd vorige week
door kolonel De Greef in de Kamer
ter tafel ga'.egd en zal spoedig door
de commissie onderzocht worden. Men
voorziet dat het binnen een paar we
ken in openbare vergadering zal be
handeld worden.
We geven hieronder de memorie
van toelichting der regering en de tekst
van het ontwerp.
MEMORIE VAN TOELICHTING
Bij het.;vaststellen van de leemten
van de huidig beschikbare militaire
midddien om een werkelijke veilig
heid te verwezenlijken, hebben de
Machten die het Pact van Brussel en
het Atlantisch Pact ondertekenden, na
gemeen overleg, een plan van "militaire
uitbreiding pp korte termijn
werkt, hetwelk een vermeerderim
de dekkingseenheden-. bestendig sa
mengesteld uit volledig opgeleide ef
fectieven voorziet. -
In ons militieleger leidt dit doelein
de hoofdzakelijk tot de verlenging van
de militaire diensttijd. Na technische
studie van het vraagstuk is de militaire
overheid tot het besluit gekomen twee
jaar dienst té moeten invoeren en in 4
jaar, 5 klassen op te roepen.
Mocht het internationaal klimaat
verbeteren, hetgeen de Regering wenst
en waartoe zij zich in de mate van het
mogelijke inspant, dan zou de dienst
tijd kunnen verkort worden. Daarom
machtigt het wetsontwerp de minister
van Landsverdediging de miliciens tus
sen de 1 2e en de 24e maand dienst met
onbepaald verlof te sturen. Om tech
nische redenen zaïl deze bepaling bij
hel einde van de 18e maand op de
klasse 1950 toegepast worden.
De Regering geeft zich volkomen
rekenschap van de omvang der opof
fering welke zij aan de Natie vraagt.
Zij is er echter van overtuigd dat het
land die opoffering gewillig zal aan
vaarden omdat ze, in de huidige om
standigheden, de prijs is van het be
houd van de vrede.
TEKST VAN HET ONTWERP.
ARTIKEL 1In afwijking van
de wet op de militie, de werving en de
dienstverplichtingen samengeordend
bij het koninklijk besluit van 15 Fe
bruari 1937, en gewijzigd bij de wet
ten van 20 Augustus 1947 en van 21
Augustus 1948, is de minister van Bin
nenlandse Zaken gemachtigd, in ov<
eenstemming met de minister v
Landsverdediging, de samenstelling te
bepalen van de militielichtingen voor
de vorming van de klassen van 1952
tot en met 1955, met inbegrip van een
zeker aantail ingeschrevenen voor di
volgende lichting, derwijze dat vanaf
de lichting 1956 al de miliciens onder
militaire verplichtingen zullen vallen
van af 1 Januari van het jaai waarin ze
de leeftijd van 1 9 jaar bereiken.
Alle bepalingen betreffende de mi
litie zijn toepasselijk op de miliciens,
die aldus in een lichting zijn begrepen,
alsof zij het jaar te voren waren gebo
ren.
ISarel
De
auwer
Schets uit het Smokkelaarsleven.
door <T. LEROY.
(NADRUK VERBODEN).
1 7de Vervolg.
Nu spreekt ge ten minste nog
lijk een mensch spreken moet, zei
Djoos, die ook bedaarder werd ik g~
iBeyer Top halen, en seffens zijn w
bij u.
Goed zei Karei, terwijl hij de
beurs opraapte.
Ko riep hij, breng rap een kan
'bier en glazen. Dat zijn ten minste i
mannen; maar de andere zijn maar
het ophangen waard.
Toen Djoos en Beyer binnenkwamen
stonden bier en glazen gereed, en Ka
rei was al bezig met het geld te tellen
op de tafel.
Zet u, jongens, zet u, en drinkt
een lekker glas bier: gij hebt het ver
diend. Waren 't al kerels gelijk gij,
'k ware schatrijk; maar, die andere
vier zijn waarlijk te dom om hooi te
eten. Gij hebt het zeker al vernomen?
Alles is mislukt, en 't is mij veel dui
zenden frank schade. Ware het niet
van ulieden, 'k was glad ten onder. Al
wat ik met blauwen gewonnen heb, is
bijna al verloren. Dit geld is mijn
hoop; daarmee zal ik zelf eens de kans
wagen; de mantel of de maal, alles of
niets. Ik wil mijn fortuin in korten tijd
herstellen en maken dat de Fransche
kemmiezen mij niet langer voor den
gek houden. Nu zegevieren ze, en 'k
bijt mijn lippen ten bloede; maar bin-
ART. 2 1 Artikel 52, b, van
de voornoemde wet wordt vervangen
door de volgende bepaling
b) De duur van de actieve dienst
is op twee jaar bepaald. Nochtans is
de minister van' Landsverdediging ge
machtigd de klassen met onbepaald
verlof te sturentussen de twaalfde en
de vier en twintigste maand dienst
2. De bepalingen van de vorige
graaf zullen voor de eerste maal
op de miliciens van de kiasse 1950
>rden toegepast.
ART. 3. De solectieverrichtingen
betreffende de miliciens van de klasse
1952 zullen op 1 Juli 1951 kunnen
aanvangen, met het oog op defini
tieve oproeping onder de wapens van
deze miliciens vanaf 1 October aanst.
N.v.d.R.) Zoals men weet werd
reeds besloten dat al de militairen der
klasse 1950 18 maanden zulléri doen.)
DE VRIJSTELLING
VAN DIENSTPLICHTIGEN
VOORWAARDEN
VOOR DE JAARKLASSE 1951
Het ministerie van Landsverdedi
ging heeft de voorwaarden tot vrijstel
ling vai^v.Je dienstplichtigen dér jaar
klasse 1 95 1 bekendgemaakt.
Worden ontheven van actieve dienst
de dienstplichtigen 1951, geschikt be
vonden voor de dienst
1Behorende tot een familie, die
meer dan vijf kinderen in leven telt
voor zover een breeder niet. van een
dergelijk voordeel genoten heeft, of
ontslagen werd van cl.enst, overeen
komstig artikel 4 (5-6-7) van de be
sluitwet dd. 25-6-46;
2. Wier gezin ten minste drie zoons
aan het leger geleverd heeft (of ge-
lij kgestelden bij toepassing van b. w.
van 27-2-47).
Met een broederdienst wordt ge
lijkgesteld het feit dat de vader, moe
der, broeder of zuster van de dienst
plichtige, die
a) als militair of verzetslid gedood
werden tijdens de krijgsverrichtingen
of gestorven zijn ingevolge hetzij ver
wondingen veroorzaakt door de vij
and, hetzij ziekten opgedaan of ver
ergerd in en door de militaire dienst,
tijdens de oorlog of in het verzet;
b) als krijgsgevangene, politieke ge
vangene of weggevoerde gestorven
zijn tijdens of ingevolge hun interne
ring of hun wegvoering;
c) wegens hun vaderlandslievende
houding door partijgangers of hand
langers van de vijand werden ver
moord
d) door de vijand werden terecht
gesteld;
e) als politieke gevangene een ge
vangenschap van minstens zes maan
den hebben ondergaan.
Bovenvermelde voorwaarden moe
ten of moesten verwezenlijkt zijn tus
sen 1 April en li Augustus 1950.
Betrokken dienstplichtigen, worden
verzocht voor alle aanvullende onder
richtingen, zich tot de werfbureau's te
richten.
De dienstplichtigen die de voor
waarden, bepaald in 1 en 2 hierboven,
vervullen en die op 1 December 1950
geen kennisgeving van de toekenning
van ontheffing van actieve dienst zou
den ontvangen hebben, zullen indien
zij hun recht willen beschermen, een
vraag onder aangetekende omslag
moeten richten naar het werfbureau
van hun rechtsgebied vóór 16 Decem
ber 1950.
SPIJSKAART
VOOR DE GANSE WEEK
ZONDAG Garnaal croquetjes
erwtensoep gestoofde ka'fpoulet in
rijstkrans -r fruit.
MAANDAG gebraden worst
spruitjes gekookte aaidappelen
vanillepudding.
DINSDAG Gekookte stokvis
mosterdsaus gekookte aardappelen
karnemelkpap.
WOENSDAG Biefstuk sla van
wit'ioof gebakken aardappelen
fruit.
DONDERDAG Gebakken spek
rode kool gekookte aardappelen
griesmeelpudding.
VRIJDAG Mpsselen frites
Rijst met appelmoes.
ZATERDAG Kop Bouillon
Bouillie met zure eiersaus -gekookte
aardappelen.
VOOR DE LEKKERBEKKEN.
GESTOOFDE POULET IN RIJST
KRANS BENODIGD 300 gr.
kalfspoulet zonder been, Zz k water
100 gr. kalfsgehakt; 5 gr. zout, ui,
wortei, peterselie, foelie, 55 gr. boter
35 gr. bloemt Zl dl. melk; citroen
sap; fijne pepei, 2/z dl. rijst.
BEREIDING Het poulet wassen,
met kruiden in ongeveer 20 gram bo
ter smoren. (5 min), het water en he!
zout toevoegen en het vlees laten gaar
stoven (20 a 25'min.De bouillon ze
ven; van bloem, boter en 4 dl. van de
bouillon saus koken, dit afmaken met
enige druppels citroensap, de melk en
fijne peper, hel poulet en de afzonder
lijke gaar gekookte balletjes gehakt er
door menger^.
De rijstrand, die ongeveer 1
met koudwater gevuld heeft gestaan,
op een schotel zeiten, vullen met de
gaar gekookte rijst; deze stevig aan
diukken, met de steel van een vork of
lepel rondom losmaken, keren op een
verwarmde sphotel en vullen met de
ragout. De rijstrand kan gegarneerd
worden met -.takjes peterselie en part
jes hardgekookte eieren.
GEKOOKTE STOKVIiS. BE
NODIGD 400 gr. stokvis water
zout.
BEREIDING Week de vis gedu
rende minstens 24 uur in koud water,
maak;, hem, schoon, was hem, maak
niet te stijye; rollen van en bind die
met een t0U^'tjo dicht. Kook dé stok
vis ih ruinF*^ And. water met zout
gaar (ongeveer 1 uur) maar zorg, dat
het water tegen de kook aan blijft.
Neem er darï de touwtjes af en geef
de vis met' rfiosterdsaus.
GEPOFTE1 KASTANJES. BE
NODIGD 1 kg. kastanjes 40
boter.
BEREIDING Was de kastanjes af,
droog ze en'kruis ze diep in. Maak de
boter bruin in een ijzeren potje, doe er
de kastanjes in en braad ze op een ta
melijk warm vuur, af en toe roerende,
tot ze gaar zijn, d.w.z. tot de schil
len open springen (25 a 30 min). Dien
ze met boter.
In plaats van in een ijzeren potje
kan men de kastanjes ook in de hete
as poffen of in de oven.
KEUKEN-GEHEIMEN.
Het is nu eenmaal onmogelijk goed
werk te leveren zonder behoorlijk ge
reedschap. Dit geldt voor al'e vakken,
nenkort zal ik fooien en feesten, en
zullen zij van spijt en kwaadheid
barsten; dat beloof ik u. En spreekt er
aan niemand van: ik betrouwe u: ik
weet dat gij kunt zwijgen.
Karei, zei Djoos, die tegensla
gen, doen zij niet peinzen dat er onder
ens een verrader schuilt, die alles
overdraagt aan de kommiezen
Ik heb het ook al-gepeinsd; maar
wie zou die lafaard zijn Wie O!
was ik daar zeker van, *k verscheurde
hem met mijn tanden; maar als ik alles
we! overdenk, hoe zou het mogelijk
zijn Nauwelijks heb ik hun mijn
plannen kenbaar gemaakt, of ze moe
ten er van door, elk naar zijn post
en ook, ze winnen veel meer geld met
blauwen dan de kommiezen hun zou
den kunnen geven.
Dat is. waar, als zij het onder hun
vieren zouden moeten deelen; maar
,!s er maar een verarder is, dan trekt
hij voorzeker een grooter som voor
zulk een belangrijke vangst.
Al de duivels uit de hel: 't is
lar Waar zijn mijn zinnen Die
afgrijselijke tegenslag maakt mij waar
lijk onnoozel... ja, daar moet een ver
ader zijn; maar wie Dat is de zaak!
Wie Wie is die lage booswicht
Weet gij het, spreekt ik zal u rijkelijk
beloonen.
'k Weet het niet; maar alles doet
denken dat er verraad in 't spel is...
Maar, zei Beyer Top, «waarom
hebben de kommiezen ons niet ge
stekt Als er en verrader is, dan wa
ren de kommiezen ingelicht over ons
lijk over de vier andere. Weet gij
wat ik denk Dat de kommiezen hoe1
langer hoe slimmer worden, cn dat ze
ook voor de huisvrouw. Zij die de
maaltijden gereed maakt, moet dus
kunnen beschikken over volgend on
ontbeerlijk keukengerief.
I Waterketel.
1 Soepketel (4 a 6 liter).
1 serie van 5 of 6 kookpannen,
liefst van verschillende grootten.
1 Melkkoker.
2 sauspannen.
,1 braadpan, braadslee en koekepan.
2 frituutpotten (een voor frites en
gebak, de andere voor visgerechten.
I Draaizeef (passe-vite) met 2 of
3 verschillende bodems.
1 paardenharen zeef.
1 vergiet, waarvan de voet zo gelast
is dal ze niet af kan roesten.
1lepelrek met soeplepel, sauslepel,
schuimspaan, vleesvork en platte schep
voor pannekoeken en gebakken vis om
te draaien.
3 of 4 keukenlepels en vorken van
door en door vlekvrij metaal of ver
tind ijzer.
2 houten lepels.
2 metalen sauskloppers.
1 vleesmes en houten vleesplank.
1 groentenhakker met hakbord.
1 pureeknijper.
1 citroenuitknijper of vruchtenpers.
2 pudding en taartvormen.
2 vuurvaste of pyrex ovenschotels,
enige soufflépotjes en timbaalvormp-
jes.
1 deegrol, deeg en roomspuitje.
1 inhoudsmaat (gegradueerd).
Verder nog blikopener, kurkentrek
ker, aardappelschilmesje, rasp en aar
dappelstamper.
Het kleine keukengereedschap is
zeer uitgebreid, en bovendien komen
er steeds meer nieuwigheidjes op dit
gebied. We hebben ons dus slechts tol
het bizonderste beperkt.
Het spreekt vanzelf dat bovenstaan
de lijst nog aangevuld kan worden met
een vleesmclen, snijbonenmolentje.
wiïdpan, au bain-marie pan, stomer
enz. Deze voorwerpen zijn natuurlijk
zeer practisch doch niet noodzakelijk
HUISHOUDELIJKE WENKEN.
Het kastje onder de gootsteen is
altijd vochtig, daarom verdient het
aanbeveling er alleen flessen, kannen
en zeep in te bewaren en geen soda,
zand of zout, daar deze het vocht op
nemen en minder geschikt /worden
voor het gebruik.
Bij het schoonmakenvan spie
gels en het glaswerk van platen en
schilderijtjes, moeten we spons en
zeem liever niet gebruiken, want de
ervaring leert ons, dat ze. bij die bezig
heid meer kwaad dan goed doen. Een
druppel water namelijk die verzeild
raakt achter het glas van een tekening
of plaat, kan heel wat onheil stichten.
Het is dus veel verstandiger deze voor
werpen af te wrijven met een zacht
doekje waarop een weinig blauwsel-
poeder is gestrooid. Als het blauwsel
niet meer op het glas blijft kleven is dit
volkomen helder.
Bewerkt koper kan men, als het
gepoetst is, nog eens nawrijven met
een doekje, gedoopt in benzine. Het
resultaat is verrassend.
Voor het indampen van strijk
goed gebruiken we lauwwarm water.
Dit verdeelt zich niet alleen sneller en
gelijkmatiger dan koud water, maar
kost wat kost u willen grijpen, en om
niet te missen, alles verdenken cn on
derzoeken waarop zij vroeger nooit
zouden gepeinsd hebben. Alhier is er
voor ons niets meer te verrichten
moeten langs Komen en Wervik uit
zien: aldaar zijn ze zoo op hun hoede
niet, terwijl ze alhier alles tegenhou
den en doorzoeken, tot boomen en
doodkisten toe. Wie den duivel zou er
ooit zijn neus - daarin gestoken heb
ben Maar zij verdenken alles.
't Is ook mogelijk zei Karei,
zuchtend.
- Wie verduiveld zou er zoo dom
zijn uw ondergang te bewerken? Trou
wens, uw ondergang is de onze. Als
wij'voor u niets meer te blauwen heb
ben, dan blijft er ons niets anders meer
te doen dan bij de boeren de schuren
uit te dorschen. Ten andere, 'k kan 't
over mijn hart niet krijgen dat er een
van ons zoo dom of boos zou zijn.
En Tisten Mathys zei Djoos,
zou hij het niet doen om zich op Ka-
1 te wreken, omdat hij weggezonden
werd
Ja zeker, zei Beyer; maar hoe
zou Tislen onze plannen kennen Hij
is op onze bijeenkomsten niet, en ie
dereen van ons moet zwijgen lijk ver
moord. Ten andere, 'k ken niemand
die met Tisten bevriend is.
Ik ook niet, Beyer; maar dat
zijn zaken die- nauwkeurig dienen on
derzocht.
En alzoo koutten Djoos en Beyer
nog lang voort, onder het ledigen van
menige kan bier, en 't was wel mid
dernacht toen- ze huiswaarts trokken,
met elk een voile beurs stukken van
vijf frank, debelooning van hun reis,
dit laatste kan ook vlekken veroorza
ken, daar het door het strijkgoed niet
wordt opgezogen, maar op de plaals
waar het neerkomt blijft zitten.
Verbleekte cretonnen gordijnen
met een lichte ondergrond kan men
weer opknappen door zc goed te was
sen en na te spoelen in water dat een
Weinig poedervormig aluin bevat.
Hierdoor zullen de kleuren weer boven
komen en opfrissen.
Men kan de gordijnen na het wassen
ook in een kleurenbad zetten, dat
twee delen gele en een deel helbruine
kleurstof bevat. De gordijnen worden
dan zacht goudbruin gekleurd, waar
door ook het oorspronkelijk patroon
weer beter tot zijn recht zal komen.
ONS WEKELIJKS PRAATJE.
WAT MEN IN HET KOUDE
JAARGETIJDE WETEN MOET.
DOELMATIGE KLEDING EEN
EERSTE VEREISTE
In het koude en regenachtige jaar
getijde worden wij er ons in bezonde-
re mate van bewust, hoe zeer onze li
chamelijke gezondheid van onze kle
ding afhangt. Zolang de temperatuur
van de huid ongeveer 32 graden be
draagt heeft men een behaaglijk ge
voel en de doelmatigheid van de kle
ding is afhankelijk van de voorwaar
de dat zij de huid op deze tempera
tuur kan houden.
Men zou kunnen zeggen dat onze
kleding het klimaat is waarin wij le
ven. Wanneer men een stukje kleren-
stof onder een microscoop bekijkt, dan
ziet men een bijna ondoordringbaar
woud van grote en kleine vezels. Dit
vezelbos moet nu het menselijk li
chaam op de 32 graden warmte hou
den, die voor de meeste mensen de
grens vormen voor hun behaaglijk-
heidsgevoel. Daar ons lichaam deze
temperatuur zowel in de winter als in
de zomer nodig heeft moeten wij on
ze kleding natuurlijk vervaardigen
naar de eisen van de weergesteldheid.
Wij moeten verhinderen dat in de win
ter koude in de huid dringt en het mo
gelijk maken dat in de zomer de door
het lichaam afgegeven warmte zo snel
mogelijk naar buiten komt.
Het gevoel van de lichaamswarmte
trachten wij in het koude jaargetijde
door meerdere boven elkander liggen
de lagen stof, dus door boven en on-
derkledercn te vèrkrijgen.. Doch on
danks dit: is echter dq stof. niet alleen
de warmteveroorzaker. De warmte
wordt hoofdzakelijk vastgehouden
door de tussen de kleren opgesloten
lucht, in de tweede, plaats door de stof
zelf. Weliswaar wordt deze lucht door
de stof ten zeerste beïnvloed. Dat on
ze kleding ons verwarmt komt hier
door, dat zij een slechte warmtegeleid-
ster is, reeds daardoor geeft zij het li
chaam de aangename huidwarmte. Nu
is ons klerenklimaat echter bijna altijd
droger dan de kameratmosfeer en in
het zevelwoud van de stof is het «wind
stil», want de lucht tussen huid en kle
ding, die koolzuur en waterdamp be
vat, beweegt zich slechts langzaam.Een
zekere matige beweging van deze kle-
derlucht is voor onze warmtebehaag-
lijkheid noodzakelijk.
Voor alles moet verhinderd worden
dat de kleding vochtig of nat raakt en
daardoor de ruimte tussen huid en
en mét hun maag vol van Kareis schui
mend bier.
Karei had niet veel gezegd; hij had
gestadig geluisters en alles bij zichzelf
overlegd en overwogen. Iedereen in
huis was in rust en sliep, uitgenomen
Karei, die nog altijd in zijn zetel zat te
peinzen en te droomen.
Eindelijk staat hij op, besloten en
vastberaden
Ik zal weldra weten of er verraad
onder schuilt of niet. Ik zal liet spel
maar wagen, c!e mantel of de maal.
Niemand zal ik iets zeggen, niemand
zal ik verwittigen: 't is besloten. Ik zal
jukken of de duivel houdt de kaars,
't Is nacht en iedereen slaapt eer
het morgen is en dag, zal ik weg zijn
en verdwenen, en niemand zal weten
ïr. Sofie zal wel wat ongerust en
angstig zijn, maar wat scheelt mij dat.
Tut, tut, tut Mijn fortuin hersteld
dat gaat vooruit en voor alles.
Daarop steekt hij zorgvuldig zijn
;eld weg, trekt zijn groote waterlaar
zen aan, neemt zijn zwaarsten stok en
verlaat zoo stil mogelijk zijn huis.
Alles is stil en rustig in de straten;
;een mensch te zien, en 't is donker
ijk in de hel.
Karei trekt zijn muts zoo diep mo
gelijk, zet den kraag van zijn vest op
door niemand herkend te zijn, en
stapt moedig cn dapper de straat op,
Poperingewaarts.
t. WAS reeds drie dagen dat Karei
verdwenen was, en niemand wist waar,
Sofie, zijn vrouw verkeerde in onbe-
chrijfelijken angst zij peinsde, ge
lijk het natuurlijk gaat, het ergste van
al; zij dacht dat Karei zich ergens om
den hals gebracht had, ze weende cn
bad heele dagen. Haar kinders, rond
om haar geknield, weenden en baden
met hun moeder; 't was een schouw
spel om de ongevoeligste harten te
breken.
Mijnheer Pastoor van Roesbrugge,
[Sofie's biechtvader en raadsman,
j trachtte haar te troosten en op te beu-
I ren, maar te vergeefs, 't was. verloren
moeite Sofie was niet te troosten.Och
j God riep zij gedurig, heb toch mede-
iljden met zijn arme ziel! Barmharitg-
;heid! In zulken staat sterven, en dan
nog door zelfmoord... En nochtans,
vroeger was hü zoo braaf, zoo god
vruchtig. Och wees hem toch gena
dig om 't dierbaar lijden en den dood
van uw eenigen Zoon Jezus-Christus.
Och kinders toch, bidt, bidt voor va
der
En 't was al bidden en weenen dat
men daar hoorde en zag.
ledereen, die in huis ging, weende
en bad mee; want allen hadden Sofie
die goede vrouw, zoo lief, en hadden
deernis met haar lot. Daar werd in 't
dorp en in 't omliggende van niets an-
dres gesproken dat van Karei Veldes
verdwijning en van Sofies droefheid.
Niemand twijfelde er nog aan. Karei
was door die tegenslagen zinneloos ge
worden en wanhopend en hij lag er
gens in de vaart of in de eene of ande
re beek. Geheel de streek werd door
kruist en doorlopen, alle beken en
putten doorzocht, de vaart gedregd
maar Karei Velde was nergens te vin
den.
Den derden dag *s avonds rond zes
uur als het rijtuig, dat de reizigers van
Poperiny» op Roesbrugge en omstre-