EEN EN
ANDER.
PIERLALA
EN OMSTREKEN. Verschijnt den Donderdag en Zondag van iedere week.
BURELEN: Kerkstraat 9, Aalst Telef. nr. 24.114 P. C. nr. 881.72 8* Jaarg. 1,25 fr. het Nr. Zondag 29 Juli 1951
Nummer G(5
VOLKSE OPVOEDKUNDE
(Familiale Kronijk voor
T IS NU VACANTIETIJD...
't Is nu vacantietijd. Rijsttijd. We
Vnl'.en dan heden in ons wekelijks op
voedkundig praatje het onze vriende
lijke lezers en lezeressen niet al te las
tig maken met opvöedkundige proble
men van allerhande aard te bespreken.
We willen graag antwoorden op een
paar vragen die ons gesteld zijn en ho
pen dat onze antwoorden voldoening
zullen schenken aan onze belangstel
lende lezers.
TOEKOMSTMOGELIJKHEDEN
VOOR JONGE MEISJES.
Eerst een vollediging, een aanvul
ling.
Een vriendelijke lezeres we ver
moeden dat het een lerares is
6chrijft ons Met genoegen hebben we
uw artikel over toekomstmogelijkhe
den voor meisjes gelezen. Doch wat het
huishoudkundig onderwijs betreft had
den we graag ook aangestipt gezien
1na lagere, 3 of 4 jaar middelbaar
LANDELIJK huishouden derwijt.
2. na 3e middelbare landelijk huis-
houdonderwijs, nog 5 jaar (van 15 tot
20 j.) voor LANDELIJKE HUIS-
HOUDREGENTES. Plaatsen in onder
wijs, nijverheid, sociale weiken.
3. na 3e middelbaar LANDELIJK
huishoudonderwijs, nog 3 jaar studie
(van 15 tot 18 j.) voor het bekomen
van het diploma voor analyste of la
borante. Plaatsen in laboratoria ge
hecht aan de universiteit en andere.
Daarmee is dat ook weeral gedaan
en kunnen we zeggen dat we het abso
luut niet euvel hebben opgenomen.
Wij danken zelf voor de belangstelling
en aanvaarden met evenveel dank haar
dank vooi onze gewaardeerde zoals
zij dat schrijft publiciteit...
NAAR DE BEWAARSCHOOL
OF... NIET
Een moeder vraagt ons Wat ge
daan met onze oudste jongen Hij is
drie jaar oud geworden sedert Mei j.l.
Er is ook een meisje dat daar op volgt.
En nu kondigt zich nummer drie aan.
Kunt u mij raad geven Mijn man is er
tegen dat ik ons jongetje nu reeds naar
de bewaarschool zend.
Laten we eerst zeggen, beste moe
der. gezien de geest van de vroegere
bewaarschool en de ingevoerde hervor
mingen van het kleuteronderwijs, wij
niet meer akkoord gaan met de aloude
benaming bewaarschool, alhoewel
zulks nor- immer de officiële benaming
is. Een school voor kleuters van 3 tot
6 jaar zou men best geen «school» noe
men maar een kleutertehuis of als ge
dan toch wilt een kleuterschool.
We gaan vandaag de zaak niet op
lossen. Ze is waard dat er een volledige
kronijk wordt aan besteed. Dit toch
kunnen we u zeggen, nu Teeds.
We begrijpen de_. schrik van uw
echtgenoot zijn jongentje nu reeds
school te laten lopen... Amper drie jaau
oud We begrijpen ook uw vraag
wat met onze jongen gedaan U staat
voor de boeg twee springlevende
kleuters... die alles overhoop zetten, en
dat hoeft zo, dat 19 hun werk... maar
*t brengt moeder de vrouw zeer veel
werk mede. en daarbij nummer drie
die zich aankondigt
Er is voor en er is tegen, nu uw kind
reeds naar de kindertuin (dat is de
wezenlijk goede benaming) te zenden.
Dit is nochtans zeker
We mogen de oude bewaarschool'
niet meer vergelijken met de jonge
frisse kindertuin 't is er zeer veel op
verbeterd En... een paar klassen van
de kindertuin doormaken vooraleer
naar de lagere school te gaan vinden
wij niet alleen aan te raden maar nood
zakelijk
In een volgende kronijk meer daar
over.
WANNEER WORDT MUN KIND
LEERPLICHTIG
Deze vraag wordt ons onder vol
gende vorm gesteld
LENING tot WEDEROPBOUW
2de SCHUF.
Bij de 129ste trekking van de 2de
schijf van de Lening tot Wederop
bouw. werden toegewezen
Een lot van 1 millioen aan obligatie
nT. 377. reeks nr. 5568 en een lot van
500.000 fr. aan obligatie nr. 545, reeks
nr. 35 71.
De andere obligaties van deze reek-
■•en zijn uitkeerbaar aan 1 000 fr.
Opvoeding en Onderwijs.)
Mijn jongentje is geboren op 31 De
cember 1945. Is niet van de sterkste
Bleef veel afwezig uit de kindertuin om
gezondheidsredenen. Nu wordt me ge
zegd dat dit kind, dat nog geen zes
jaar oud is, leerplichtig wordt bij de
aanvang van het eerstkomend school
jaar, zijnde begin September 1951. Is
zulks waar 7
Ziehier wat de wet zegt De leer
plicht vangt aan in de loop van het
jaar dat het kind zes jaar oud wordt.
Uw kindje, geboren zijnde op 31 De
cember 1945, wordt zes jaar oud op
31 December 1951. Het kind is leer
plichtig van bij de aanvang van het
schooljaar 1951-1952, dus met Sep
tember aanstaande. Uw kindje zal dus
leerplichtig wezen als het nog geen zes
jaar oud is, maar het zal, over acht
jaar, niet meer leerplichtig wezen, als
het nog geen veertien jaar oud zal we-
zen.
Aan de andere kant wordt een kind,
geboren op 1 Januari 1945, dat dus
reeds zes jaar oud is sedert 1 Januari
laatstgeleden, slechts nu leerplichtig na
deze grote vacantie, met September
aanstaande, zijnde aanvang van het
schooljaar 1951-1952. Dat kind is zes
jaar en acht maanden oud vooraleer
het leerplichtig wezen zal en het zal
eveneens acht jaar leerplichtig blijven,
wat betekent dat het reeds van 1 Ja
nuari 14 jaar oud zal zijn geworden en
toch nog leerplichtig zal blijven tot op
het einde van het schooljaar.
UITWISSELING VAN LEERLINGEN
Tegenwoodig is het het gebruik dat
veel ötudenten en studentinnen, gedu
rende het zomerverlof, een paar weken
of (meer gaan doorbrengen in het bui
tenland om aldus in de gelegenheid te
wezen ter plaatse de vreemde taal te
spreken en aldus een meer actieve ken
nis van de taal op te doen.
Wat denkt U daarvan, vraagt ons
een vader die twee groot-wordende
jongens heeft, een van 15 en een van
1 7 jaar
Ziehier onze mening. Het is een feit
dat de uitdagen van het tweede taal
onderricht over 't algemeen verre be
neden peil staan. De huidige jonge ge
neratie kan niet meer behoorlijk t
Frans spreken (om nu maar die taal te
noemen) niettegenstaande op school
regelmatig en door bevoegde ;eraars en
leraresien het onderwijs in het Frans
wordt verstrekt. Oorzaken daarvan
Allerhande Een der hoofdoorzaken,
zoniet de hoofdoorzaak gebiek aan
mogelijkheden om de vreemde taal te
„spreken». Op school worden volgen
de uitslagen bereikt lezen, vertalen,
verstaan... doch in geen geval spre
ken Dat is een waarheid als een koe.
Een middel is dan de uitwisseling
van studenten. Hoe geschiedt die 7
Ziehier wat wij hebben meegemaakt
In een lyceum te Parijs komen regel
matig studenten uit het middelbaar
onderwijs, onder leiding en bewaking
van hun professoren, naar Frankrijk,
om de gelegenheid te krijgen Frans te
horen spreken... en zelfs te spreken. Zij
worden gelogeerd, samen met hun pro
fessors, m de school, eten er en verblij
ven er. Er worden bezoeken gebracht
aan allerhande wetenwaardigheden.
Uitslagen 7 Zo opgevat zullen ze
niet al te fameus wezen. Neen
Hierom 7 De leerlingen (bv. Vla
mingen) blijven immer in groep onder
mekaar... ze spreken onder mekaar
Nedelands of Vlaams of Vloms... Ze
horen af en toe Frans doch ze spreken
het niet genoeg.
Het middel Uitwisseling van stu
denten geschiedt best van familie tot
familie. Het kind komt in een milieu
waar het geen andere taal hoort spre
ken dan de vreemde. Het moet zich
wel aanpassen en van de passieve ken
nis, opgedaan op school, komt het al
dus gemakkelijker tot de actieve kerv-
nis van detail, het spreken er van.
OPVOEDER.
WERKLOOSHEID DAALT
Tijdens de week van 15 tot 21 Juli
zijn per dag gemiddeld 142.860 volle
dig werklozen evenals 56.880 gedeelte
lijk en toevallig werkozen of in het ge
heel 199.740 werklozen gecontroleerd.
Tegenover de vorige week wordt
een vermindering waargenomen van
1410 volledig werklozen en van 301
gedeeltelijk en toevallig werklozen.
DE RONDE VAN FRANKRIJK VAN
UIT FRANKRUK DOOR ONZE
CORRESPONDENT TER PLAATSE.
(Frankrijk 26-7-51).
Op het ogenblik dat onze lezers de
ze regels onder ogen knjgen is de ron
de van Frankrijk bezig ten einde te
lopen.
Op 23 dezer schreef ik dat de ronde
volgen weinig om het lijf heeft wanneer
men aan geen halsbrekerij doen wil.
Een etape volgen was dan ook vol
doende.
De volgende rit dm maar een paar
uur voor de renners vertrokken om ze
na 150 km. koers als een gewoon spec-
tateur te zien voorbij fietsen.
Wanneer men langs het parcours
staat tussen de fransmans is het zeer
interressant die mensen hun bemerkin
gen te beluisteren.
Het is opvallend hoe de jonge
sportliefhebbers de belgische renners
onopgemerkt laten voorbij rijden. De
enige belg die men hoort vernoemen
is Stanneken Ockeis. Nu en dan hoort
men «Voila Ockers Dit komt voor
zeker omdat Stanneman in de vijf eer
ste geklasseerd staat en omdat hij zich
drie jaar te reke deed opmerken.
Mensen van 35 jaar en ouder, zij die
de glansperiode en de overmacht onzer
landgenoten meegeleefd hebben, die
schijnen nog altijd de Belgen te vre
zen want vanaf het ogenblik dat ze een
belgische trui zien verschijnen dan
hoort men Voila un Beige... encore
un... voila cinq Beiges ensemble
Het suite? der Belgen is dus te dan
ken aan Ockers en aan de vroegere
Maesen, Vervaeckes, Rebrys. en De-
muysers.
Na de aankomst is het ook zeer in
terressant een bejaarde franse journa
list in gesprek te knjgen en om die on-
dervindingrijke reporter te horen zeg
gen wat hij in zijn gazet nooit geschre
ven heeft en nooit schrijven zal.
Onder ons mag ik wel een en ander
verklappen wat die '-ij vertelde
1. De ronde is r.iëj meer zo lastig als
vroeger.
2. De huidige renners zouden wel
licht zo veel moed en uithoudingsver
mogen niet meer hebben dan ten tijde
der zeer lange en zeer lastige ritten.
Bij die lange en lastige ritten kwam
dan nog het min perfecte materiaal en
de minder gooje wegen.
3. De Belgen waren de laatste jaren
de mindere omdat ze te weinig gehard
waren tegen het zwaardere werk, oor-
zake de gemakkelijke koersen in eigen
land; het gemakkelijk geld verdienen
en ook wel bij gebrek aan ploeggeest.
4. Ockers is een mogelijke winnaar
op voorwaarde dat hij vóór de beigrit-
ten een 15 tal minuten vóór de grote
favori's kan geklasseerd staan en dan
op de hulp van een paar ploegmaten
kan rekenen.
5. Wanneer de jonge De Hertog
zich verzorgt wordt hij een echt ronde-
man.
6. Om de ronde te winnen is het niet
voldoende één of twee maal een bij
zonder goede rit te rijden. Alleen regel
matige renners die 24 ritten lang hun
man staan zijn geschikt voor de ronde.
7. Renners die een paar keeT een be
vlieging krijgen en s anderendaags ve
le minuten achterstand oplopen kunnen
weinig in de ronde komen doen. Gezien
het ploegstelsel bestaat zijn er enkelen
die op knechtschap zijn aangewezen.
Wanneer nu een helper een zotte toer
heeft uitgehaald en toch geen kopman
wonJen kan dan kan die aangeduidde
kopman de volgende etape op die ren
ner zijn hulp niet rekenen.
Toen deze franse reporter mij dit
vertelde dacht ik natuurljik aan Ba yens
Hem zijn gedacht vragend over Bayens
gaf hij mij lachend de volgende verzen
te horen
(i Un bon grimpeur
Un grand blageur
Un trés grand buveur.
Van de grove en onbeschofte taal
die Bayens langs de micro de wereld in
zond heeft deze reporter heel wijselijk
gezwegen, of... misschien heeft hij dat
vlaams van Iddergem niet verstaan.
Gelukkig voor ons.
Sedert de terechtzetting en de af
keuring door Hubert Van de Vyver van
deze onbeschoftheid is Hubert gewel
dig in mijn achting gestegen.
Voor de laensen uit de Denderstreek
is het 9pijtig dat zo iets moest gebeu
ren door een streekgenoot. Wij kunnen
maar de prestige onzer Denderstreek
redden door openlijk de taal van Bay
ens te veroordelen. Dit weze voor eens
en altijd gezegd en laat ons hopen dat
Bayens in de toekomst zijn grove mis-
De ware sociale vooruitgang.
DE ESSENTIELE ROL VAN
DE PRODUCTIVITEIT
In een Brussels avondblad verscheen
voor enige dagen een artikel van dhr
Eli Baussart over de productiviteit en
arbeidsregime.
Wat aan voornoemd artikel kan ver
weten worden is niet de bekommernis
om de economische feiten te zien op
hun pschologische, hun menselijke
achtergrond. Dat ligt integendeel en
gelukkig in de lijn van het economisch
denken der laatste decennia. De econo
mische doctrines werden meer en meer
gahiumani.eerd. De mens, die slechts
een productiefactor was zonder meer
in de klassieke liberale opvattingen, is
thans het centrum geworden van de
moderne economische theorieën.
Dhr Baussart schiet in zijn artikel
wel tekort doordat zijn projectie van
de economische gegevens op een so
ciale achtergrond niet gebeurt op een
objectieve wetenschappelijke manier,
rekening houdend met de feitelijke
ervaringen, maar op een bijna senti
mentele wijze, waarbij niet bewezen
veronder-tellingen een soort dogmati
sche rol spelen. Dat soort geprefabri-
seerd denken is voor de werkelijke so
ciale vooruitgang wellicht gevaarlijker
dan een afstand? conservatisme.
Het betoog van het artikel komt in
feite hierop neer dat het zeer kortzich
tig is te geloven dat een verhoging
van de productiviteit, zelfs in een ge
humaniseerd kader, het sociaal pro
bleem zou oplos-en en dat het belang
rijker is de structuurele hervorming
van ons sociaal en economische regime
door te voeren.
We geven graag toe dat de twee
moeten samen gaan en dat geen enkel
sociaal- economisch regime zich kan
onttrekken aan de noodzaak van de
evolutie Maar in tegenstelling met wat
dhr Baussart meent, bewijzen de fei
ten dat de verhoging van de producti
viteit voor de werkelijke sociale voor
uitgang assentiëler is dan de structuur
hervormingen.
Het voorbeeld
Frankrijk-Verenigde Staten
De beste illustratie daarvan wordt
zeker geleverd door de vergelijking van
de levensstandaaAj) van ne Amerikaan
se en de Franse arbeider. Feit is zeker
dat wat de Westerse wereld betreft de
sociale structuurhervormingen in Frank
rijk het verst en in de Verenigde Sta
ten het minst sterk zijn doorgedreven.
De productiviteit in de Verenigde Sta
ten u. echter grosso modo driemaal
hoger dan in Frankrijk en de levens
standaard van de Franse arbeider is
omgekeerd ook ongeveer driemaal la
ger dan die van de Amerikaanse.
Dat bewijst trouwens dat de Ameri
kaanse arbeidersorganisaties, zonder
zich al te veel te bekommeren om
structuurhervormingen, er in gelukt
zijn ten voordele van de werknemers
een loonniveau te bekomen dat onge
veer de productiviteitsverhoudingert
weergeeft. Dat is wel zeer sprekend in
tegenstelling met de bewering als zou
de arbeider niet proportionneel genie
ten van de verhoging van de producti
viteit zoals de h. Baussart voorhoudt
Wij geloven dat de syndicale bewegin
gen in alle Westerse landen beschikken
over de feitelijke en psychologische
middelen om de arbeideT het loon te
verzekeren, waarop zijn productiviteit
hem recht geeft. Ligt daar trouwens
niet één van de gezondste en economi
sche verantwoorde objectieven van de
ze actie.
In ieder geval zal men geen arbei
der ter wereld overtuigen dat de Fran-
sii* herstelle door wat voornamer te
zijn, zichzelf, zijn supporters en de
sport ten goede.
N. I. R- Brussel mogen wij geluk
wensen omdat men bij de wederuityn-
ding der iadk>-reportage het incident
Bayens heeft doodgezwegen.
Voila hoe men in Frankrijk over de
ronde spreekt en hoe men er de Bel
gen in het algemeen en enkelen in t
bijzonder beoordeelt.
De verjongingskuur onzer belgische
ploeg wordt door ingewijden over het
algemeen goedgekeurd en velen bewe
ren dat er in de toekomst met de Bel
gen zal moeten rekening gehouden wor
den.
Vele» ook vtrnden het jammer dat
Impanis ontbrak. Dit jaar zou hij won-
dergoed de belgische ploeg vervolle
digd hebben.
PIERLALA-
se werknemer, die leeft te midden van
structuurhervoimingen. zich gelukkiger
acht dan zijn Amerikaan *- kameraad.
Totnogtoe lijkt het er toch niet naar
dat een immigratie van Amerikaan, v
arbeiders in Frankrijk te vrezen is.
Het Belgisch voorbeeld
Een ander sprekend voorbeeld voer
deze thesis vinden we in een artikel,
voor enige dagen in La Cité gepubli
ceerd door ProL Yves Urbaiit, die wel
niet van gemis aan sociale zin kan ver
dacht worden. Wat de ontwikkeling
van de Belgische economie betreft,
wijst Prof. Urbain erop dat de regerin
gen van Leopold I en Leopold II kun
nen beschouwd worden als de periode
van de industriële expansie, terwijl die
van Koning Albert en Koning Leopo'd
III eerder bestempeld kunnen worden
als het tijdperk van de organisatie der
sociale betrekkingen.
De koopkracht van de lonen in Bel
gië is verviervoudigd, aldus Prof. Ur
bain. tussen 1844 en 1950. Zij is ver
dubbeld tussen 1844 en 1909. en
eveneens tussen 1909 en 1950. Maar
als we nader toekijken, aldus de Leu
vense hoogleraar is het tussen 1865 en
1934 dat de vooruitgang het belang
rijkst is geweest. Het lijdt geen twij
fel dat de vertraging van de industriële
expansie zijn invloed begint uit te oefe
nen op de bezoldiging en de tewerkstel
ling van de arbeider?, en dat de loutere
aanpassing van de sociale betrekkingen
niet meer de resultaten kan geven die
ze destijds bezorgd heeft.
Het besluit van Prof. Urbain kan ook
het onze zijn de historische ervaring
onderlijnt de noodzakelijkheid voor
België van de vernieuwing van zijn
economische basis en van een actieve
medewerking van de arbeiders aan de
ze inspanning.
En we kunnen er aan toevoegen dat,
indien de structuurhervormingen, die
geleidelijk in België gerealiseerd wor
den de synthese verwezenlijken van een
verhoging van de productiviteit, ge
baseerd op een verbetering van de- so-
tiaic be-trekkingen. zij effectief zulle»
bijdragen tot de ware vooruitgang van
ons land. Het is echter een gevaarlijke
illusie het sociale van het economische
te willen losmaken. J*
OPVOERING VAN
LANDBOUWPRODUCTIE EN
DALING VAN KOSTPRIJS
De minister van Landbouw heeft in
de ministerraad een mededeling gedaan
van de maatregelen, die hij denkt te
treffen, ten einde de landbouwproduc
tie op te voeren en een daling van de
kostprijs te bevorderen, in het kader
van 's lands economie. Deze maatrege
len slaan hoofdzakelijk op
I De strijd tegen de vee-tubcrcu-
Iose en de bruxellose
2Het algemeen makenvan de
kunstmatige bevruchting van het aan
trichomiasis lijdend vee.
3) Het vulgariseren van het gebruik
van keurzaden en het scheuren van on
vruchtbare weiden.
4) De verbetering van de oogst en
het bewaren van de melk, alsmede het
leveren van kwaliteitsmelk aan onder
wijsinrichtingen en ziekenhuizen.
5) De verbetering van de tuinbouw-
productie en de bestrijding van de
plantenziekten.
6) Hulpverlening aan de coöperaties
De Minister heeft verzocht om een
voorschot van de schatkist, ten einde
voorschoten te kunnen verlenen aan de
coöperaties, o.m. om land bouwmate
rieel aan te kopen.
NIEUWE POSTWAARDEN
Volgende nieuwe post waard en wer-
edn uitgegeven.
1. Twee nieuwe postzegels van Bel-
gisch-Kongo, de eerste van 1.50 fr.
met de beeltenis van kardinaal Lavige-
rie, de tweede van 3 fr. met de beelte
nis van baron Dhams.
Deze twee zegels volledigen de
reeks bestrijding van de slavenhan
del die in 1947 werd uitgegeven.
2. Vier gewone postkaarten van Bet-
gisch-Kongo alsmede 4 gewone post
kaarten van Roeand a-Oeroendi enke
le postkaarten van 1 fT. 20 en 2 fr. 40
en dubbele postkaarten van I fr. 20 en
2 fr. 40 pkis 2 fr 40.
Deze postwaarden worden te koop
gesteld aan de winketten van het post
kantoor van Brussel I van heden af Zij
kunnen eveneens worden besteld bij
middel van storting of overschrijving
op po9tcheckrekening nr. 556.30 geo
pend op naam van de rekenpKchtige
der 4c afdeling, Brussel I