3iniaturen
RIJKSPERSONEEL
RECHTZETTING DOOR KABINET
VAN EERSTE MINISTER
T'"? /r -.V "UiJ*
HOE WORDT EEN ROMAN
GESCHREVEN
Het ligt in mijn bedoeling en reeks
bijdragen over dit onderwerp te
schrijven. Ik voel rrij deswege niet ver
plicht deze cyclus in regelmatig tempo
vol te houden. Hel onregelmatig ver
schijnen der artikelen over dit thema
levert ook het voordeel op dat wij in
onze kroniek te gepaste tijde nog de
aandacht kunnen vragen voor cultuur
aangelegenheid, die anders hun actueel
karakter zouden kunnen inboeten. En
bovendien brengt de regelmaat van
artikelen dit nadeel dat de aandacht
van de lezers licht verslapt of in het
ergste geval dat de verveling de lec"
tuur onmogelijk maakt. Al voer ik ter
geruststelling van allen onmiddellijk
in dat hier geen schoolse tractaten zul
len gegeven worden,' dat ik er in de
laatste plaats aan denk aan literatuur
wetenschap te doen en dat ook niet
het loutertechnisch aspect van de ro"
man zal worden belicht. Zoiets moet
reeds de lezer geruststellen. Ik wens
hier verder niet volgens een be*
paalde strakke lijn te werken; integen
deel, de verschillende artikelen zul
len los en zeer schematisch worden op
gevat, zodat hier alles wat naar strak
heid en wetenschap zweemt behoed
zaam zal .worden geweerd.
Tenslotte wil ik er nog voor waar
schuwen dat ik niet het inzicht koester
een cursus te geven voor romanciers in
spe, die aan de hand de richtlijnen en
raadgevingen na afzienbare tijd in staat
zijn een respectabele roman aan elkaar
te timmeren. Weliswaar zou zulks zeer
interessant heten. (In Amerika b. v.
bestaan scholen, waar door zeer be'
kwame Ieraars als professor G. P. Ba
ker cursussen gegeven worden in de
techniek van het schrijven van toneel.
Zulks verklaart de grote opgang die de
laatste jaren in de Verenigde Staten
inzake het torteel werd geboekt.) Maar
ik geloof niet dat er tussen de muren
van de oude stad genoeg mensen wo
nen die daarvoor aanleg hebben, zodat
ik mij dan ook niet genoopt voel voor
de luttelen deze artikelen bijeen te
schrijven.
Misschien zullen velen na lezing van
deze bijdragen een beter begrip krijgen
van wat eigenlijk een roman is, hoe die
wordt uitgewerkt en zo meer. Want of
schoon ik mij niet op het terrein van de
literatuurwetenschap ga wagen dient
gezegd dat. het doel dezer wetenschap
toch is het opnemingsvermogen en het
begrip voor litteraire zaken te ontwik-
een fuga beter zal verstaan dan een to
taal oningewijde, zal een literair ge
vormde beter een literair werk begrij
pen dan een andere.
Trouwens houdt de literatuurweten
schap zich bezig met o.-m. het ontleden
van het kunstwerk, dat een eigen zin
en inhoud heeft, het kunstwerk gezien
als expressie van de schepper, de au
teur als prototype van de scheppende
geest, enz. Dit alles bij elkaar moet
middelen .aan de hand doen om tot een
vollediger inzicht te komen van het
kunstweck /op zichzelf. Tussen haakjes
gezegd «ren verwarre allerminst litera
tuurwetenschap met literatuurgeschie
denis. Al, werden beide meer dan eens
verward, zij hebben toch elk een apart
terrein. i
Wat de literatuurwetenschap moet
zijn voor.de universitair, dit zou deze
greep artikelen moeten betekenen voor
onze lezers. Tiet zal dus een klein peri-
pathetisch onderricht worden, aange
naam en boeiend opgevat.
Dit onderricht zou dus moeten leiden
tot een ontdekking van de wezenlijke
schoonheid, die zich in een kunstwerk
openbaart. Een roman heeft een archi
tectonisch uitzicht. Hij heeft bepaalde
lijnen, bepaalde indelingen en bij dit
alles denkt men willekeurig aan een
kathedraal, die in haar monumentali
teit geheel imponeert en terzelfdertijd
binnenin een weelde van schoonheid
bergt. De romanschrijver moet werken
als een bouwmeester, die volgens een
vooraf opgemaakt plan een gebouw
optrekt. Het ligt dus ver van hem luk
raak en instinctief zijn roman bijeen
te schrijven. Bedachtzaamheid, waak
zaamheid en tucht zijn de schone
deugden, die hem bij zijn moeizaam
opzet moeten bijstaan. Weliswaar wer
ken de moderne schrijvers niet meer
volgens een streng afgelijnd plan. Wal
schap b. v. ging uit reactie tegen de
brave Hendrikken literatuur een kort
verhaal schrijven; hij bleef er aan wer
ken, dag en nacht, tot het tenslotte en
buiten zijn verwachting om tot een hele
roman was uitgegroeid. Maar ééns aan
het werk houdt de schrijver zich zorg
vuldig in acht dat hij de maat en de zin
voor de proporties niet verliest, m.a.w.
zijn schrijverschap zal hem de wet van
de juiste maat dicteren, zodat hij schept
aan een welingedeeld en maatvol werk
Zo zijn wij toch heel ver verwijderd
geraakt van de vroegere naturalisten,
die vóór zij een letter op het papier
gezet hadden minitieus en tot in de
minste puntjes een ontwerp van het
feitelijk gegeven hadden gemaakt. De
moderne schrijver weet vooraf wea^o
ver hii het in zijn werk zal hebben
hij heeft reeds de karakters van zijn
personages in de geest; maar dan, bij
het schrijven begint de een of andere
figuur haar eigen leven te leiden en de
schrijver volgt dit leven op de voet.
hij bespiedt het zoals een detective die
ergens in een hinderlaag ligt en de han
delingen van de verdachte met veel
aandacht gadeslaat. Zo komt het dat de
schrijver in zijn werk gebeurtenissen,
tribulaties en andere incidenten inlast,
waar hij vooraf nooit aan gedacht heeft
Schrijven is ook een groeien, een orga
nisch groeien zal ik zeggen. In dit op
zicht bestaat er geen verschil tussen
het zich ontwikkelend en tot uiting
komende talent van een auteur en het
groeien van een plant, een dier of een
mens. De scheppende aandrift van de
schrijver geeft alles definitieve gestalte
en ,vorm.
ken, maar wie wat ingewijd is in die
zaken zal het met mij eens zijn dat het
proza moeilijker is dan de poezië. Het
zou ons alvast te ver leiden die oorza
ken daarvoor op te speuren. Men zou
moeten vertrekken met de behalen wat
poezië en wat proza is.LI schreef Shel
ley the distinction between poets and
prose wiiters is al vulgar error toch
blijft er een wezenlijk verschil bestaan.
Een verschil omdat poezië andere hoe
danigheden eist dan het proza en om
gekeerd.
Het is jaren geleden dat Raymond
Her reman, de bekende Vlaamse dich
ter, mij eens het volgende verklaarde
Ik ben er totnogtoe niet in gelukt een
roman te schrijven. Ik heb stof genoeg,
daar ligt het hem niet aan, maar het
schrijven zelf daar ondervind ik de
meeste moeilijkheid mee. Ik ben nu ja'
ren bezig en het is mij nog niet gelukt
een eindpunt te zetten achter mijn ro
man.
En in dezelfde zin liet zich eens Jan
Vercammen uit die beslist één van onze
beste dichters is, die een poëtisch taalt
je hanteert die velen hem benijden,
maar de zaken niet in hun prozaïsche
nuchterheid kan zeggen.
Ik doe hier niemand tekort. De ver'
diensten van een dichter moeten alles
zins NIET onderdoen voor deze van
een prozaïst. Verre van daar En ook:
is een gedicht van amper twaalf regels
minder schoon dan een zwaarlijvige
roman Zeker niet omdat men voor
een roman over heel wat meer adem
moet beschikken dan voor een gedicht.
Een sport over de honderd meter kan
heel wat boeiender zijn dan een saaie
loopkocrs over dertig kilometer, om nu
maar eens een sportbeeld te gebruiken.
Het komt niet op lengte en afstand
aan. Alleen daar komt het op aan
heeft de dichter of de prozaschrijver
ons iets geo penbaard van het Fven,
van de wereld Dat maakt zijn gedicht
of prozawerk beminneliik en belang
rijk. Over alle andere bagatellen doen
wij het zwijgen toe.
JOACHIM TUÏLHOFF.
DE U ÜTRETALING VAN HET
Naar aanleiding van bepaalde me
delingen in de pers, waaruit kan wor
den afgeleid dat het rijkspersoneel
niet tri dig wordt betaald, werd door
het kabinet van de Eerste minister vol
gende rechtzetting gedaan.
UI l y V KJl
Sé*
a 1 g wi i g
met wegneemt dat de schrijver bij in
tuïtie weet hoe zijn roman formeel
dient uitgeschreven. Hij werkt onder
een niet onder woorden te brengen
wetmatigheid. Voorzeker bestaan er
tal van afwijkingen op dit punt, maar
wij zullen ons vasthouden aan de klas
sieke formule en dus bij onze exolora_
tie als voorbeeld nemen een werk dat
in het teken staat van de klassieke
formule.
Maar vooraf wil ik nog dit zeggen.
Een bekend Amerikaans dramaturg
schreef eens dat er op honderd zes
mensen konden gevonden worden die
bekwaam zijn een roman te schrijven
en slechts één die met goed gevolg een
toneelstuk zou kunnen maken. Wel, in
dezelfde verhouding zuilen er mensen
zijn die een goed gedicht of gedichten
kunnen schrijven en één die bekwaam
is een roman te componeren. Hoe pa
radoxaal het voor vele ook moge klin"
^^Onderhet^jÉbs££rsonee].r zijn er tij-
"3eT?)5emTTeïïSi^veoenoemde leden.
DE STAND
DER WERKLOOSHEID
Tijdens de week van 20 tot 26 De
cember 1953 werden er per dag ge
middeld 158.189 ten volle arbeidsge
schikte volledig werklozen gekontro
leerd, onder wie 104.612 mannen en
53.5 77 vrouwen.
Tegenover de vorige week wordt
een vermeerdering waargenomen van
5.378 ten volle arbeidsgeschikte volle
dig werklozen.
Er werden 15.091 volledtg werklo
zen (11.506 mannen en 3.585 vrou
wen) gekontroleerd die wegens een
zieke en afneming van hun licha
melijke geschiktheid gedeeltelijk ar
beidsgeschikt» zijn, alsmede 44.954
volledig werklozen (29.950 mannen
en 15.004 vrouwen), die voorname
lijk wegens hun leeftijd als moeilijk
te plaatsen» worden beschouwd.
Verder werden er tijdens dezelfde
week wegens toevallige of tussenpo
zende onderbreking van het werk per
dag gemiddeld 77.737 (48.282 voor
de mannen en 29.505 voor de vrou
wen), dagen van niet tewerkstelling
opgetekend.
Tegenover de vorige week wordt
een vermeerdering waargenomen van
1 8.870 dagen.
Het ongunstige verloop van de werk
loosheid gedurende de beschouwde
week is te wijten aan de invloed van
het jaareinde, tijdens welk talrijke on
dernemingen tijdelijk het werk onder
breken.
oOo
BIJDRAGEN RIJKSDIENST
VOOR MAATSCHAPPELIJKE
ZEKERHEID
PERCENTAGE GEWIJZIGD
PENSIOENKAARTEN DER
WERKLIEDEN AFGESCHAFT.
De wet van 29 December 1953
(Staatsblad van 31 December 1953)
betreffende het pensioen der arbeiders,
wijzigt het percentage der bijdragen
bestemd tot het financieren van die
sector der maatschappelijke zekerheid.
Daarenboven schaft ze de pensioen
kaarten der werklieden af.
Hieruit volgt dat vanaf de eerste
loonuitkering in de maand Januari 1954
het geheel der bijdragen, welke de
werkgevers voor hun werklieden stor
ten bij de R. M. Z. als volgt te bereke
nen zijn
1. Werknemersaandeel, bij elke loon
uitkering afgehouden door de werkge
ver
a) 4,5 t.h. van het tot de loongrens
beperkt brutoloon.
b) 4 t.h. van het onbegrensd bruto-
De tijdelijke leden worden evenals de
gesalariseerden uit de particuliere sec
tor na het verstrijken van de termijn,
dus op het einde van de maand, be
taald. De definitieve personeelsleden
worden vooraf nl. op de 1 ste dag van
de maand, waarop hun bezoldiging
slaat uitbetaald. Aldus komt het,
dat het tijdeiiik personeel op 31 De
cember betaald is geworden voor De
cember 1953 en het definitief perso
neel op 1 Januari 1954.
In sommige diensten echter werd
voor het vast personeel de bezoldiging
aan het einde van de maand vereffend
voor de daaropvolgende maand.
Die manier van handelen is onre
gelmatig en heeft aanleiding gegeven
tot opmerkingen, daar geen credieten
van een nieuw dienstjaar mogen be
nut worden voor het verstrijken van
het vorige jaar.
STORTINGEN VOOR HET
OUDERDOMSPENSIOEN
NIEUWE REGELING VAN
1 JANUARI AF
Ten gevolge van de nieuwe wette
lijke bepalingen betreffende het arbei
derspensioen, wordt de storting van
bijdragen bij de Iijfrentekas, voor de
loontrekkenden die onderworpen zijn
aan de maatschappelijke zekerheid, van
I Januari 1954 opgeheven.
Voor diezelfde personen, die ver
plicht verzekerden dus, moeten er
geen lijfrentezegels meer gekleefd wor
dsn op de stortingskaarten.
Al de kaarten waarop reeds zegels
gekleefd zijn, moeten op de postkanto
ren of bij de Iijfrentekas afgegeven
worden tussen 8 Januari en 15 Februa
ri 1954, samen met de borderellen
mod. 2 A, bij uitzondering in dubbel
op te maken.
De kaarten van de personen die in
December aangesloten werden, zullen
op afzonderlijke staten worden opge-
omen. Deze van de in de loop van de
rndere maanden geboren aangeslotenen
zullen per geboortemaand geklasseerd
en in deze orde op de staten ingeschre
ven worden.
N?ast de gebruikelijke aanduidingen
(neem en adres van de werkgevers)
zal op de borderellen en on het vak A
van de kaarten, in de linker bovenhoek,
het aansluitingsnummer van de werk'
gevers bii de R.M.Z. vermeld worden.
Over de bestemming van de niet'
gebruikte kaarten en liifrentezegels
zullen naderhand onderrichtingen ver
strekt worden.
Tot nog toe werd geen enkele wijzi
ging aangebracht, noch aan de wijze
van storting, noch aan het bedrag van
de bii dragen van het huispersoneel
knechten, werkvrouwen, enz.) Zij
moeten dus, zoals voorheen, zegels op
hun stortingskaarten kleven en deze aan
de Tifrentekas overmaken.
Voor de kaarten van vrij verzeker
den werd geen enkele wijziging inge
voerd.
De grensarbeiders doen verder, zo
als voorheen, stortingen als vrij verze
kerden. Zii zorgen er voor dat hun
hoedanigheid van grensarbeider op het
vak A van hun stortingskaart vermeld
zij.
oOo
loon.
2. Werlcgeversaandeel
a) 1 1 t.h. van het tot de loongrens
beperkt brutoloon;
b) 10,5 t.h. van het onbegrensd bru
toloon.
Niets is gewijzigd in velband met de
bediendenbij dragen.
De aangifteformulieren, welke in
verband met het 4de kwartaal 1953
gezonden werden aan de werkgevers en
door dezen uiterlijk tegen 31 Januari
1954 moeten teruggestuurd worden
aan de R.M.Z. zullen ingevuld worden
zoals voorheen. De formulieren voor
de latere kwartalen zullen derwijze
opgesteld worden dat rekening wordt
gehouden met de hoger aangegeven
nieuwe bijdragevoeten en met de af
schaffing der pensioenkaarten, ten ge
volge waarvan geen met de waarde der
rentezegels overeenkomend bedrag
meer zal hoeven afgetrokken te wor
den van de werkliedenbij dragen.
DE GEVAARLIJKE BAAN
De jongste statistieken brengen ons
nogmaals het treurig bewijs dat het
verkeer op de baan allerminst veiliger
wordt.
Gedurende het tweede kwartaal van
1953, waarvan nu de statistieken
worden bekendgemaakt, werden 25
duizend 529 verkeersongevallen geno
teerd tegen 21.5 71 in de overeenstem
mende periode van 1952.
Tiidens het eerste halfjaar van 1953
dienden 48.040 verkeersongevallen be
treurd tegen 43.397 gedurende de over
eenstemmende periode van 195 2.Er is
dus een gevoelige verhoging.
Gedu ende deze eerste zes maanden
van 1953, bedroeg het aantal slachtof
fers 1' .37 tegen 11.419 voor het
eerste halfjaar van 1952.
Er zijn nochtans minder «gedoden
ter plaatse». Gedurende de eerste helft
van 1953 bedroeg dit aantal nl. 272
tegen 309 in de overeenstemmende
periode van 1952.
Er zijn echter meer zwaargekwetsten
nl. 2.283 tegen 1.987 gedurende de
eerste zes maanden van 1952.
WEIFELENDE
LIEFDE
DOOR
S,Y L V I A S A R K
Geautoriseerde vertaling van
D. L. Uyt den Bogaard.
19de Vervólg.
Toni kort zich ieder woord van haar
brief herinneren. Het was zo moeilijk
geweest, óm het allemaal goed te
schrijven, dat ze zelfs toen ze de
brief al ge'post had zich nog had af
vraagd, of ze het er niet te dik boven
op gelegd had.
Ongeveer terzelfdertijd zat Michael
de brief van Toni voor de derde keer
te lezen. Wat, vroeg hij zich af, van in
deze brief stónd was waarheid en welk
deel moest' men tot de intrigues van
Toni Ertel rekenen
Hij maakte zich geen illusies over
haar en wist heel goed, dat ze indruk
op hem had gemaakt. Maar hij was er
zeker van, dat hij in het geheel niet van
haar hield.
Ze had hem eerder betoverd en hoe
wel hij-'slechts weinig ervaring had van
vrouwen, voelde hij nu een verlangen
in zich, om haar te onderwerpen aan
zijn wil. Michael legde de brief pein
zend op tafel.
De laatste dagen was zijn onrust ge
groeid dat verlangen om uit Bally
murren weg te gaan en alles in de
steek te laten. En waarom als hij
ging zou hij niet nacr Londen gaan?
Londen was een onbekende stad voor
Michael even vreemd als Athene
of Istanboel.
Nu had hij zijn kans en bovendien
kreeg hij een gelegenheid om de onge
rustheid, die Toni's brief in hem had
gewekt over Mollie, te sussen. Ze was
een slimme vos, en hij onderschatte
haar niet als intriguante. Maar toch
bleef de mogelijkheid, dat Mollie hem
werkelijk nodig had.
Bij die gedachte begon Michael's
hart sneller te kloppen. Mollie verkeer
de misschien wel in gevaar. Neen, neen,
die gedachte was natuurlijk onzinnig
Neen, Mollie kon niets overkomen.
Mollie mocht niets overkomen.
Met een beslist gebaar trok Michael
zijn boeken naar zich toe. Morgen zou
hij Bill Collins gaan opzoeken en een
en ander met hem bespreken.
Hij kon de leiding van de boerderij
wel een tijdje aan Bill overlaten.
Michael's potlood vloog over het
Dapier, maar terwijl hij werkte had hij
het gevoel, dat een vreemde last van
zijn schouders was gewenteld. Eindelijk
kon hi1' iets doen handelend optre
den. Ook al zou hii zich hals over kop
in een nieuwe wereld storten, hij zou nu
tenminste kunnen vechten en over
winnen of verliezen.
Dit is mijn eigen schuld, dacht
Michael,, Toni of geen Toni.
HOOFSTUK VIII
EEN taxi hield stil voor het huis aan
Regent's Park en Michael stapte uit.
Mollie zat met Mevrouw Erte thee te
drinken in de salon en het was onge
woon stil in het grote huis. Giles was
uitgegaan, om een paar zaken af te han
delen. Toni was naar de kapper en er
was geen visite. Toen er gebeld werd,
glimlachte Anna Ertel. zodat haar klei
ne oo«"' s biina onzichtbaar werden in
haar dikke gelaat.
Ik geloof, zei ze, dat dit een ver
rassing voor jou is, Mollie.
Voor mij
Ja. Wacht maar tot Margret heeft
opengedaan.
Mollie bedwong haar ongeduld.
De verrassing zou natuurlijk bestaan
uit Giles of bloemen van hem of een
boodschap. Mollie had nimmer gedacht
dat ze zoveel van hem zou kunnen hou
den. En vreemd genoeg had het de
laatste dagen toch geleken, alsof zij
mijlen ver van elkaar verwijderd wa
ren. Er waren altijd andere mensen
aanwezig, die op een van hen beiden
beslag legden en het was niet alrijd ge'
makkelijk. Giles alleen te spreken te
krijgen. Maar als ze dan eindelijk eens
samen waren, was Giles onuitsprekelijk
aardig voor haar.
Dit zijn tamelijk drukke dagen,
lieveling, had hij gezegd, maar het is
nu wel gebleken, hoe goed onze levens
bii elkaar passen. Je weet je zo goed
aan te passen, iedereen is op je gesteld,
je bent werkeliik een groot succes.
Ik begrijo niet. hoe je dat kunt
zeggen, Giles, had Mollie gezegd. Ik
gedraag me hier toch zeker net zo als
in BalHmurren
Dat bevalt me juist zo in je,
lieveling.
Wat was hii aardig en wat zou het
heerliik ziin. als Giles nu onverwachts
was teruggekomen. Er was geen visite
en eindelijk zouden ze eens een paar
uurties samen kunnen zijn. want Anna
F.r^el zou zich natuurlijk tactvol terug
trekken.
In de hal klonk het geluid van een
mannenstem en toen werd de deur van
de sHon «-eooend.
M'c^ael stond od de drempel.
Miinheer Clonev, zei Margret,
het dienstmeisje, en keek bewonderend
naar Michael op..
Michael Mollie staarde Michael
aan, alsof hij een geestverschijning was.
Ze bleef hem aankijken, toen hij de ka
mer door liep en zich over Anna Ertel
heenboog om haar hand te kussen. An
na deed haar best om uit haar stoel
overeind te komen.
Bent u Michael Vrienden van
Toni zijn altijd welkom en ik weet, dat
u ook een vriend van Mollie bent. Mol
lie, kind, hier is je verrassing.
Michael liet Anna's hand los. Vaag
kwam de gedachce bij haar op Mi
chael gedraagt zich volmaakt en hij
ziet er goed uit. Zijn manieren zijn
gracieus en dat is me nooit opgevallen,
hoewel ik hem toch al zolang ken.
Hardop zei ze Wat een heerlijke ver
rassing. Het is prettig je weer eens te
zien. Michael Mollie stak hem haar
hand toe, die Michael in zijn beide
handen vatte.
Je ziet er heel goed uit. Mollie.
Wist je werkelijk niets van mijn komst
af
Werkelijk niet.
Toni wilde je verrassen, zei An
na. Ze had het me allemaal verteld.
Ga zitten, Michael, en drink een kop
thee. Ik ben blij, dat je vindt, dat Mol
lie er zo goed uit ziet. Ze amuseert zich
geloof ik. Iedere dag bloemen, vertelde
Anna. en ze gaat naar feestjes en ik
weet niet wat nog meer. Ze heeft bij
iedereen succes.
ledereen houdt van Mollie, zei
Michael zacht.
Michael, je zegt altijd zulke aar
dige dingen tegen me. Hoe is het in
Ballvmurren En heb je Tim nog ge*
sproken Oh, en wie verzorgt Rossiter
nu voor ie
Het deed haar goed, Michael daar te
zien zitten, alsof hij nimmer een ande
re omgeving had gekend. Mollie was
trots op hem.
Ballymurren is net als altijd, zei
Michael, hoewel de zomer op zijn eind
loopt. Ik moest je de groeten doen
van Tim en Mary en Mary zei, dat je
's avonds niet te laat moest opblijven
want dan zou je je frisse teint spoedig
kwijt zijn. Ik heb de zorg voor Rossiter
aan Bill Collins overgelaten en hij was
zo blij als een hond met twee staarten.
Anna zorgde dat Michael thee kreeg
en terwijl ze gezellig zaten te praten,
kwam Toni eensklaps op haar onstui
mige manier binnenvallen.
Ze bleef even op de drempel staan,
haar hoed in de hand, haar haren onbe
rispelijk in de krul, aangezien ze van de
kapper kwam.
Toen snelde ze de kamer in.
Michael Wanneer ben je geko
men Was het een verrassing voor je,
toen je hem zag, Mollie Ik zou hem
nooit hierheen gekregen hebben, als jij
«iet als lokmiddel had kunnen dienen 1
Toni lachte. Ik meende dat hij een
paar dagen vacantie nodig had en
we, daar is hij dan
Het schijnt, dat ik zelf niet veel
te vertellen had in die kwestie, zei
Michael glimlachend. Maar het was een
goed idee van je, Toni. Nu ik Rossiter
even in de steek gelaten heb, voel ik
pas dat ik de laatste tijd veel te honk
vast geworden was.
Daarin zullen we spoedig veran
dering brengen, beloofde Toni. Ze kon
een licht gevoel van triomf over bet
feit, dat Michael nu werkelijk in leven
de lijven voor haar stond, niet onder
drukken. Jimmy, daarvan was ze over
tuigd, zou zijn handen in elkaar slaan
van verbazing, als hij Michael zag en
ze kon nauwelijks het ogenblik afwach
ten dat ze hen met elkaar jn cont$c|