3iniaturen RIJKSPERSONEEL RECHTZETTING DOOR KABINET VAN EERSTE MINISTER T'"? /r -.V "UiJ* HOE WORDT EEN ROMAN GESCHREVEN Het ligt in mijn bedoeling en reeks bijdragen over dit onderwerp te schrijven. Ik voel rrij deswege niet ver plicht deze cyclus in regelmatig tempo vol te houden. Hel onregelmatig ver schijnen der artikelen over dit thema levert ook het voordeel op dat wij in onze kroniek te gepaste tijde nog de aandacht kunnen vragen voor cultuur aangelegenheid, die anders hun actueel karakter zouden kunnen inboeten. En bovendien brengt de regelmaat van artikelen dit nadeel dat de aandacht van de lezers licht verslapt of in het ergste geval dat de verveling de lec" tuur onmogelijk maakt. Al voer ik ter geruststelling van allen onmiddellijk in dat hier geen schoolse tractaten zul len gegeven worden,' dat ik er in de laatste plaats aan denk aan literatuur wetenschap te doen en dat ook niet het loutertechnisch aspect van de ro" man zal worden belicht. Zoiets moet reeds de lezer geruststellen. Ik wens hier verder niet volgens een be* paalde strakke lijn te werken; integen deel, de verschillende artikelen zul len los en zeer schematisch worden op gevat, zodat hier alles wat naar strak heid en wetenschap zweemt behoed zaam zal .worden geweerd. Tenslotte wil ik er nog voor waar schuwen dat ik niet het inzicht koester een cursus te geven voor romanciers in spe, die aan de hand de richtlijnen en raadgevingen na afzienbare tijd in staat zijn een respectabele roman aan elkaar te timmeren. Weliswaar zou zulks zeer interessant heten. (In Amerika b. v. bestaan scholen, waar door zeer be' kwame Ieraars als professor G. P. Ba ker cursussen gegeven worden in de techniek van het schrijven van toneel. Zulks verklaart de grote opgang die de laatste jaren in de Verenigde Staten inzake het torteel werd geboekt.) Maar ik geloof niet dat er tussen de muren van de oude stad genoeg mensen wo nen die daarvoor aanleg hebben, zodat ik mij dan ook niet genoopt voel voor de luttelen deze artikelen bijeen te schrijven. Misschien zullen velen na lezing van deze bijdragen een beter begrip krijgen van wat eigenlijk een roman is, hoe die wordt uitgewerkt en zo meer. Want of schoon ik mij niet op het terrein van de literatuurwetenschap ga wagen dient gezegd dat. het doel dezer wetenschap toch is het opnemingsvermogen en het begrip voor litteraire zaken te ontwik- een fuga beter zal verstaan dan een to taal oningewijde, zal een literair ge vormde beter een literair werk begrij pen dan een andere. Trouwens houdt de literatuurweten schap zich bezig met o.-m. het ontleden van het kunstwerk, dat een eigen zin en inhoud heeft, het kunstwerk gezien als expressie van de schepper, de au teur als prototype van de scheppende geest, enz. Dit alles bij elkaar moet middelen .aan de hand doen om tot een vollediger inzicht te komen van het kunstweck /op zichzelf. Tussen haakjes gezegd «ren verwarre allerminst litera tuurwetenschap met literatuurgeschie denis. Al, werden beide meer dan eens verward, zij hebben toch elk een apart terrein. i Wat de literatuurwetenschap moet zijn voor.de universitair, dit zou deze greep artikelen moeten betekenen voor onze lezers. Tiet zal dus een klein peri- pathetisch onderricht worden, aange naam en boeiend opgevat. Dit onderricht zou dus moeten leiden tot een ontdekking van de wezenlijke schoonheid, die zich in een kunstwerk openbaart. Een roman heeft een archi tectonisch uitzicht. Hij heeft bepaalde lijnen, bepaalde indelingen en bij dit alles denkt men willekeurig aan een kathedraal, die in haar monumentali teit geheel imponeert en terzelfdertijd binnenin een weelde van schoonheid bergt. De romanschrijver moet werken als een bouwmeester, die volgens een vooraf opgemaakt plan een gebouw optrekt. Het ligt dus ver van hem luk raak en instinctief zijn roman bijeen te schrijven. Bedachtzaamheid, waak zaamheid en tucht zijn de schone deugden, die hem bij zijn moeizaam opzet moeten bijstaan. Weliswaar wer ken de moderne schrijvers niet meer volgens een streng afgelijnd plan. Wal schap b. v. ging uit reactie tegen de brave Hendrikken literatuur een kort verhaal schrijven; hij bleef er aan wer ken, dag en nacht, tot het tenslotte en buiten zijn verwachting om tot een hele roman was uitgegroeid. Maar ééns aan het werk houdt de schrijver zich zorg vuldig in acht dat hij de maat en de zin voor de proporties niet verliest, m.a.w. zijn schrijverschap zal hem de wet van de juiste maat dicteren, zodat hij schept aan een welingedeeld en maatvol werk Zo zijn wij toch heel ver verwijderd geraakt van de vroegere naturalisten, die vóór zij een letter op het papier gezet hadden minitieus en tot in de minste puntjes een ontwerp van het feitelijk gegeven hadden gemaakt. De moderne schrijver weet vooraf wea^o ver hii het in zijn werk zal hebben hij heeft reeds de karakters van zijn personages in de geest; maar dan, bij het schrijven begint de een of andere figuur haar eigen leven te leiden en de schrijver volgt dit leven op de voet. hij bespiedt het zoals een detective die ergens in een hinderlaag ligt en de han delingen van de verdachte met veel aandacht gadeslaat. Zo komt het dat de schrijver in zijn werk gebeurtenissen, tribulaties en andere incidenten inlast, waar hij vooraf nooit aan gedacht heeft Schrijven is ook een groeien, een orga nisch groeien zal ik zeggen. In dit op zicht bestaat er geen verschil tussen het zich ontwikkelend en tot uiting komende talent van een auteur en het groeien van een plant, een dier of een mens. De scheppende aandrift van de schrijver geeft alles definitieve gestalte en ,vorm. ken, maar wie wat ingewijd is in die zaken zal het met mij eens zijn dat het proza moeilijker is dan de poezië. Het zou ons alvast te ver leiden die oorza ken daarvoor op te speuren. Men zou moeten vertrekken met de behalen wat poezië en wat proza is.LI schreef Shel ley the distinction between poets and prose wiiters is al vulgar error toch blijft er een wezenlijk verschil bestaan. Een verschil omdat poezië andere hoe danigheden eist dan het proza en om gekeerd. Het is jaren geleden dat Raymond Her reman, de bekende Vlaamse dich ter, mij eens het volgende verklaarde Ik ben er totnogtoe niet in gelukt een roman te schrijven. Ik heb stof genoeg, daar ligt het hem niet aan, maar het schrijven zelf daar ondervind ik de meeste moeilijkheid mee. Ik ben nu ja' ren bezig en het is mij nog niet gelukt een eindpunt te zetten achter mijn ro man. En in dezelfde zin liet zich eens Jan Vercammen uit die beslist één van onze beste dichters is, die een poëtisch taalt je hanteert die velen hem benijden, maar de zaken niet in hun prozaïsche nuchterheid kan zeggen. Ik doe hier niemand tekort. De ver' diensten van een dichter moeten alles zins NIET onderdoen voor deze van een prozaïst. Verre van daar En ook: is een gedicht van amper twaalf regels minder schoon dan een zwaarlijvige roman Zeker niet omdat men voor een roman over heel wat meer adem moet beschikken dan voor een gedicht. Een sport over de honderd meter kan heel wat boeiender zijn dan een saaie loopkocrs over dertig kilometer, om nu maar eens een sportbeeld te gebruiken. Het komt niet op lengte en afstand aan. Alleen daar komt het op aan heeft de dichter of de prozaschrijver ons iets geo penbaard van het Fven, van de wereld Dat maakt zijn gedicht of prozawerk beminneliik en belang rijk. Over alle andere bagatellen doen wij het zwijgen toe. JOACHIM TUÏLHOFF. DE U ÜTRETALING VAN HET Naar aanleiding van bepaalde me delingen in de pers, waaruit kan wor den afgeleid dat het rijkspersoneel niet tri dig wordt betaald, werd door het kabinet van de Eerste minister vol gende rechtzetting gedaan. UI l y V KJl Sé* a 1 g wi i g met wegneemt dat de schrijver bij in tuïtie weet hoe zijn roman formeel dient uitgeschreven. Hij werkt onder een niet onder woorden te brengen wetmatigheid. Voorzeker bestaan er tal van afwijkingen op dit punt, maar wij zullen ons vasthouden aan de klas sieke formule en dus bij onze exolora_ tie als voorbeeld nemen een werk dat in het teken staat van de klassieke formule. Maar vooraf wil ik nog dit zeggen. Een bekend Amerikaans dramaturg schreef eens dat er op honderd zes mensen konden gevonden worden die bekwaam zijn een roman te schrijven en slechts één die met goed gevolg een toneelstuk zou kunnen maken. Wel, in dezelfde verhouding zuilen er mensen zijn die een goed gedicht of gedichten kunnen schrijven en één die bekwaam is een roman te componeren. Hoe pa radoxaal het voor vele ook moge klin" ^^Onderhet^jÉbs££rsonee].r zijn er tij- "3eT?)5emTTeïïSi^veoenoemde leden. DE STAND DER WERKLOOSHEID Tijdens de week van 20 tot 26 De cember 1953 werden er per dag ge middeld 158.189 ten volle arbeidsge schikte volledig werklozen gekontro leerd, onder wie 104.612 mannen en 53.5 77 vrouwen. Tegenover de vorige week wordt een vermeerdering waargenomen van 5.378 ten volle arbeidsgeschikte volle dig werklozen. Er werden 15.091 volledtg werklo zen (11.506 mannen en 3.585 vrou wen) gekontroleerd die wegens een zieke en afneming van hun licha melijke geschiktheid gedeeltelijk ar beidsgeschikt» zijn, alsmede 44.954 volledig werklozen (29.950 mannen en 15.004 vrouwen), die voorname lijk wegens hun leeftijd als moeilijk te plaatsen» worden beschouwd. Verder werden er tijdens dezelfde week wegens toevallige of tussenpo zende onderbreking van het werk per dag gemiddeld 77.737 (48.282 voor de mannen en 29.505 voor de vrou wen), dagen van niet tewerkstelling opgetekend. Tegenover de vorige week wordt een vermeerdering waargenomen van 1 8.870 dagen. Het ongunstige verloop van de werk loosheid gedurende de beschouwde week is te wijten aan de invloed van het jaareinde, tijdens welk talrijke on dernemingen tijdelijk het werk onder breken. oOo BIJDRAGEN RIJKSDIENST VOOR MAATSCHAPPELIJKE ZEKERHEID PERCENTAGE GEWIJZIGD PENSIOENKAARTEN DER WERKLIEDEN AFGESCHAFT. De wet van 29 December 1953 (Staatsblad van 31 December 1953) betreffende het pensioen der arbeiders, wijzigt het percentage der bijdragen bestemd tot het financieren van die sector der maatschappelijke zekerheid. Daarenboven schaft ze de pensioen kaarten der werklieden af. Hieruit volgt dat vanaf de eerste loonuitkering in de maand Januari 1954 het geheel der bijdragen, welke de werkgevers voor hun werklieden stor ten bij de R. M. Z. als volgt te bereke nen zijn 1. Werknemersaandeel, bij elke loon uitkering afgehouden door de werkge ver a) 4,5 t.h. van het tot de loongrens beperkt brutoloon. b) 4 t.h. van het onbegrensd bruto- De tijdelijke leden worden evenals de gesalariseerden uit de particuliere sec tor na het verstrijken van de termijn, dus op het einde van de maand, be taald. De definitieve personeelsleden worden vooraf nl. op de 1 ste dag van de maand, waarop hun bezoldiging slaat uitbetaald. Aldus komt het, dat het tijdeiiik personeel op 31 De cember betaald is geworden voor De cember 1953 en het definitief perso neel op 1 Januari 1954. In sommige diensten echter werd voor het vast personeel de bezoldiging aan het einde van de maand vereffend voor de daaropvolgende maand. Die manier van handelen is onre gelmatig en heeft aanleiding gegeven tot opmerkingen, daar geen credieten van een nieuw dienstjaar mogen be nut worden voor het verstrijken van het vorige jaar. STORTINGEN VOOR HET OUDERDOMSPENSIOEN NIEUWE REGELING VAN 1 JANUARI AF Ten gevolge van de nieuwe wette lijke bepalingen betreffende het arbei derspensioen, wordt de storting van bijdragen bij de Iijfrentekas, voor de loontrekkenden die onderworpen zijn aan de maatschappelijke zekerheid, van I Januari 1954 opgeheven. Voor diezelfde personen, die ver plicht verzekerden dus, moeten er geen lijfrentezegels meer gekleefd wor dsn op de stortingskaarten. Al de kaarten waarop reeds zegels gekleefd zijn, moeten op de postkanto ren of bij de Iijfrentekas afgegeven worden tussen 8 Januari en 15 Februa ri 1954, samen met de borderellen mod. 2 A, bij uitzondering in dubbel op te maken. De kaarten van de personen die in December aangesloten werden, zullen op afzonderlijke staten worden opge- omen. Deze van de in de loop van de rndere maanden geboren aangeslotenen zullen per geboortemaand geklasseerd en in deze orde op de staten ingeschre ven worden. N?ast de gebruikelijke aanduidingen (neem en adres van de werkgevers) zal op de borderellen en on het vak A van de kaarten, in de linker bovenhoek, het aansluitingsnummer van de werk' gevers bii de R.M.Z. vermeld worden. Over de bestemming van de niet' gebruikte kaarten en liifrentezegels zullen naderhand onderrichtingen ver strekt worden. Tot nog toe werd geen enkele wijzi ging aangebracht, noch aan de wijze van storting, noch aan het bedrag van de bii dragen van het huispersoneel knechten, werkvrouwen, enz.) Zij moeten dus, zoals voorheen, zegels op hun stortingskaarten kleven en deze aan de Tifrentekas overmaken. Voor de kaarten van vrij verzeker den werd geen enkele wijziging inge voerd. De grensarbeiders doen verder, zo als voorheen, stortingen als vrij verze kerden. Zii zorgen er voor dat hun hoedanigheid van grensarbeider op het vak A van hun stortingskaart vermeld zij. oOo loon. 2. Werlcgeversaandeel a) 1 1 t.h. van het tot de loongrens beperkt brutoloon; b) 10,5 t.h. van het onbegrensd bru toloon. Niets is gewijzigd in velband met de bediendenbij dragen. De aangifteformulieren, welke in verband met het 4de kwartaal 1953 gezonden werden aan de werkgevers en door dezen uiterlijk tegen 31 Januari 1954 moeten teruggestuurd worden aan de R.M.Z. zullen ingevuld worden zoals voorheen. De formulieren voor de latere kwartalen zullen derwijze opgesteld worden dat rekening wordt gehouden met de hoger aangegeven nieuwe bijdragevoeten en met de af schaffing der pensioenkaarten, ten ge volge waarvan geen met de waarde der rentezegels overeenkomend bedrag meer zal hoeven afgetrokken te wor den van de werkliedenbij dragen. DE GEVAARLIJKE BAAN De jongste statistieken brengen ons nogmaals het treurig bewijs dat het verkeer op de baan allerminst veiliger wordt. Gedurende het tweede kwartaal van 1953, waarvan nu de statistieken worden bekendgemaakt, werden 25 duizend 529 verkeersongevallen geno teerd tegen 21.5 71 in de overeenstem mende periode van 1952. Tiidens het eerste halfjaar van 1953 dienden 48.040 verkeersongevallen be treurd tegen 43.397 gedurende de over eenstemmende periode van 195 2.Er is dus een gevoelige verhoging. Gedu ende deze eerste zes maanden van 1953, bedroeg het aantal slachtof fers 1' .37 tegen 11.419 voor het eerste halfjaar van 1952. Er zijn nochtans minder «gedoden ter plaatse». Gedurende de eerste helft van 1953 bedroeg dit aantal nl. 272 tegen 309 in de overeenstemmende periode van 1952. Er zijn echter meer zwaargekwetsten nl. 2.283 tegen 1.987 gedurende de eerste zes maanden van 1952. WEIFELENDE LIEFDE DOOR S,Y L V I A S A R K Geautoriseerde vertaling van D. L. Uyt den Bogaard. 19de Vervólg. Toni kort zich ieder woord van haar brief herinneren. Het was zo moeilijk geweest, óm het allemaal goed te schrijven, dat ze zelfs toen ze de brief al ge'post had zich nog had af vraagd, of ze het er niet te dik boven op gelegd had. Ongeveer terzelfdertijd zat Michael de brief van Toni voor de derde keer te lezen. Wat, vroeg hij zich af, van in deze brief stónd was waarheid en welk deel moest' men tot de intrigues van Toni Ertel rekenen Hij maakte zich geen illusies over haar en wist heel goed, dat ze indruk op hem had gemaakt. Maar hij was er zeker van, dat hij in het geheel niet van haar hield. Ze had hem eerder betoverd en hoe wel hij-'slechts weinig ervaring had van vrouwen, voelde hij nu een verlangen in zich, om haar te onderwerpen aan zijn wil. Michael legde de brief pein zend op tafel. De laatste dagen was zijn onrust ge groeid dat verlangen om uit Bally murren weg te gaan en alles in de steek te laten. En waarom als hij ging zou hij niet nacr Londen gaan? Londen was een onbekende stad voor Michael even vreemd als Athene of Istanboel. Nu had hij zijn kans en bovendien kreeg hij een gelegenheid om de onge rustheid, die Toni's brief in hem had gewekt over Mollie, te sussen. Ze was een slimme vos, en hij onderschatte haar niet als intriguante. Maar toch bleef de mogelijkheid, dat Mollie hem werkelijk nodig had. Bij die gedachte begon Michael's hart sneller te kloppen. Mollie verkeer de misschien wel in gevaar. Neen, neen, die gedachte was natuurlijk onzinnig Neen, Mollie kon niets overkomen. Mollie mocht niets overkomen. Met een beslist gebaar trok Michael zijn boeken naar zich toe. Morgen zou hij Bill Collins gaan opzoeken en een en ander met hem bespreken. Hij kon de leiding van de boerderij wel een tijdje aan Bill overlaten. Michael's potlood vloog over het Dapier, maar terwijl hij werkte had hij het gevoel, dat een vreemde last van zijn schouders was gewenteld. Eindelijk kon hi1' iets doen handelend optre den. Ook al zou hii zich hals over kop in een nieuwe wereld storten, hij zou nu tenminste kunnen vechten en over winnen of verliezen. Dit is mijn eigen schuld, dacht Michael,, Toni of geen Toni. HOOFSTUK VIII EEN taxi hield stil voor het huis aan Regent's Park en Michael stapte uit. Mollie zat met Mevrouw Erte thee te drinken in de salon en het was onge woon stil in het grote huis. Giles was uitgegaan, om een paar zaken af te han delen. Toni was naar de kapper en er was geen visite. Toen er gebeld werd, glimlachte Anna Ertel. zodat haar klei ne oo«"' s biina onzichtbaar werden in haar dikke gelaat. Ik geloof, zei ze, dat dit een ver rassing voor jou is, Mollie. Voor mij Ja. Wacht maar tot Margret heeft opengedaan. Mollie bedwong haar ongeduld. De verrassing zou natuurlijk bestaan uit Giles of bloemen van hem of een boodschap. Mollie had nimmer gedacht dat ze zoveel van hem zou kunnen hou den. En vreemd genoeg had het de laatste dagen toch geleken, alsof zij mijlen ver van elkaar verwijderd wa ren. Er waren altijd andere mensen aanwezig, die op een van hen beiden beslag legden en het was niet alrijd ge' makkelijk. Giles alleen te spreken te krijgen. Maar als ze dan eindelijk eens samen waren, was Giles onuitsprekelijk aardig voor haar. Dit zijn tamelijk drukke dagen, lieveling, had hij gezegd, maar het is nu wel gebleken, hoe goed onze levens bii elkaar passen. Je weet je zo goed aan te passen, iedereen is op je gesteld, je bent werkeliik een groot succes. Ik begrijo niet. hoe je dat kunt zeggen, Giles, had Mollie gezegd. Ik gedraag me hier toch zeker net zo als in BalHmurren Dat bevalt me juist zo in je, lieveling. Wat was hii aardig en wat zou het heerliik ziin. als Giles nu onverwachts was teruggekomen. Er was geen visite en eindelijk zouden ze eens een paar uurties samen kunnen zijn. want Anna F.r^el zou zich natuurlijk tactvol terug trekken. In de hal klonk het geluid van een mannenstem en toen werd de deur van de sHon «-eooend. M'c^ael stond od de drempel. Miinheer Clonev, zei Margret, het dienstmeisje, en keek bewonderend naar Michael op.. Michael Mollie staarde Michael aan, alsof hij een geestverschijning was. Ze bleef hem aankijken, toen hij de ka mer door liep en zich over Anna Ertel heenboog om haar hand te kussen. An na deed haar best om uit haar stoel overeind te komen. Bent u Michael Vrienden van Toni zijn altijd welkom en ik weet, dat u ook een vriend van Mollie bent. Mol lie, kind, hier is je verrassing. Michael liet Anna's hand los. Vaag kwam de gedachce bij haar op Mi chael gedraagt zich volmaakt en hij ziet er goed uit. Zijn manieren zijn gracieus en dat is me nooit opgevallen, hoewel ik hem toch al zolang ken. Hardop zei ze Wat een heerlijke ver rassing. Het is prettig je weer eens te zien. Michael Mollie stak hem haar hand toe, die Michael in zijn beide handen vatte. Je ziet er heel goed uit. Mollie. Wist je werkelijk niets van mijn komst af Werkelijk niet. Toni wilde je verrassen, zei An na. Ze had het me allemaal verteld. Ga zitten, Michael, en drink een kop thee. Ik ben blij, dat je vindt, dat Mol lie er zo goed uit ziet. Ze amuseert zich geloof ik. Iedere dag bloemen, vertelde Anna. en ze gaat naar feestjes en ik weet niet wat nog meer. Ze heeft bij iedereen succes. ledereen houdt van Mollie, zei Michael zacht. Michael, je zegt altijd zulke aar dige dingen tegen me. Hoe is het in Ballvmurren En heb je Tim nog ge* sproken Oh, en wie verzorgt Rossiter nu voor ie Het deed haar goed, Michael daar te zien zitten, alsof hij nimmer een ande re omgeving had gekend. Mollie was trots op hem. Ballymurren is net als altijd, zei Michael, hoewel de zomer op zijn eind loopt. Ik moest je de groeten doen van Tim en Mary en Mary zei, dat je 's avonds niet te laat moest opblijven want dan zou je je frisse teint spoedig kwijt zijn. Ik heb de zorg voor Rossiter aan Bill Collins overgelaten en hij was zo blij als een hond met twee staarten. Anna zorgde dat Michael thee kreeg en terwijl ze gezellig zaten te praten, kwam Toni eensklaps op haar onstui mige manier binnenvallen. Ze bleef even op de drempel staan, haar hoed in de hand, haar haren onbe rispelijk in de krul, aangezien ze van de kapper kwam. Toen snelde ze de kamer in. Michael Wanneer ben je geko men Was het een verrassing voor je, toen je hem zag, Mollie Ik zou hem nooit hierheen gekregen hebben, als jij «iet als lokmiddel had kunnen dienen 1 Toni lachte. Ik meende dat hij een paar dagen vacantie nodig had en we, daar is hij dan Het schijnt, dat ik zelf niet veel te vertellen had in die kwestie, zei Michael glimlachend. Maar het was een goed idee van je, Toni. Nu ik Rossiter even in de steek gelaten heb, voel ik pas dat ik de laatste tijd veel te honk vast geworden was. Daarin zullen we spoedig veran dering brengen, beloofde Toni. Ze kon een licht gevoel van triomf over bet feit, dat Michael nu werkelijk in leven de lijven voor haar stond, niet onder drukken. Jimmy, daarvan was ze over tuigd, zou zijn handen in elkaar slaan van verbazing, als hij Michael zag en ze kon nauwelijks het ogenblik afwach ten dat ze hen met elkaar jn cont$c|

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Gazet van Aalst | 1954 | | pagina 2