Spreekt tegen kinderen
zoals het past..*
Kinderen zijn immers geen
grote mensen
AANDACHT!
mm a
EN OMSTREKEN.
Verschijnt de Donderdag en Zondag van iedere week.
UUKLLEN: Kerkstraat 9, Aalst - Telef.nr. 24.114 P.C. nr. 881.72 - 12 Jaar=> 1 25 fr 't N
VOLKSE OPVOEDKUNDE
(Familiale Kronijk voor Opvoeding en Onderwijs.)
uKINDERTAAL... KINDERLIJKE TAAL.
SLEUTEL VAN T KINDERHART
ZE WAS ZIEK....
ZE KON NIET SPREKEN...
In een van zijn menigvuldige werken
vertelt de kinderpsycholog George
Kent, dat een bewaarschoolonderwijze
res, een onderwijzeres uit de kindertuin,
ziek was. Zij bed aan keelontsteking
en wel zodanig dat het haar volstrekt
onmogelijk was tegen haar kleuters te
praten I
Wat nu gedaan Hoe zou die klas
sedag verlopen Wat zouden de kind
jes wel doen nu hun onderwijzeres niet
spreken, niet vertellen kon
Zij bekende het zelf ronduit nadien:
die dag was een revelatie in haar car
rière, een deT best-geslaagde klasseda-
gen
De kleintjes hadden rap beet dat hun
Juffrouw niet spreken kon, doch door
een aanmoedigend gebaar had zij hun
de toelating gegeven te werken»
Kleine Jef had al de bouwblokskens
opgeëst en was een groot huis aan t
zeer veel gevallen maar al te weinig be
leefd op school.
WERKENDE KINDEREN,
GELUKKIGE KINDEREN
Indien wij allen die met het ondei
wijs en de opvoeding van de kinderen
belast zijn, deze gouden stelregel vast
in het hoofd zouden spijkeren en toe
passen in de praktijk wat zou 't school
leven voor veel kinderen aangenamer
wezen en meer renderend
Een werkend kind is een gelukkii
kind en een werkend kind ontwikkelt
zich physisch, intellectueel en moreel
Het zou voor veel kinderen een waar
geluk wezen indien tal van ouders af
en toe eens een flinke keelontsteking
hadden en daardoor in de onmogelijk
heid wezen zouden immer maar te «ge
bieden» of te «verbieden I»
De ouders, meer nog dan de kinde-
n, zouden moeten in zeer veel geval
len kunnen zwijgen
Dat betekent hoegenaamd niet dat
bouwen, met garage en stallingen I Een de gepaste taal, hot gepaste woord uit
mooie hoge toren kwam er ook nog het onderwijs en uit de opvoeding der
bij en... hij vertelde alles aan de aan
dachtig luisterende en aanmoedigende
juffrouw
De meisjes zaten in groepjes stil ne
der en waren parels aan 't rijgen. Zij
maakten een kunstwerk... en ze zouden
het aan de Juffrouw geven omdat zij
«zo bfcciaf» was I
En kijk daar verder daar waren er
aan het tekenen op 't bord: Alles en
nog wat Modernisme en impressionis
me van het reinste allooi 1
En verstond de juffrouw soms niet
wat al die krabbels te betekenen hadden
dan legden de kinderen, met een over
vloed van woorden het yit.
In één woord, gans de dag werd aan
genaam gevuld door het zelfstandig
werken der leerlingen onder de aan
moedigende leiding van hun zwijgende
onderwijzeres.
HET GROTE-MENSEN WOORD...
LATIJN VOOR HET KIND
Wij, grote mensen praten al maar
door tegen onze kinderen, niet wetend
dat wij veel, zeer veel in de woestijn
praten, omdat wij mot onze grote
mensen-woorden niet doordringen totl
het gemoed, tot de ziel van het kind.
't Is niet met sermoenen dat wij de
kleuters van 5 tot 6 jaar stil en braaf
zullen houden Ons sermoen vliegt
hun zó over het hoofd en... ze doen
voort zoals ze deden
Het woord, als het niet zeer juist ge
kozen is, is geen gangbaar materiaal
voor het kind Het kind heeft oneindig
meer aan de zaak dan aan. het woord
't Is door te handelen dat het kind zich
oefent en niet door te luisteren. Het is
dan ook een van de allergrootste ge
breken van de huidige school, dat ze te
veel «praat» De moderne school ver
wijt de oudo school van «praatschool»
en de ondervinding leert ons dat de
moderne school, de moderne klasse,
nog evenzeer een praatbarak is als ze
vroeger was I Onze onderwijzers en on
derwijzeressen geven veel te veel les (al
pratend) en onze kinderen zijn veel te
veel verplicht (schijnbaar) te luisteren
nnar al dat gepraat.
De enige goede oplossing korte,
zeer korte doch flinke lesjes waarbij de
kinderen zich interesseren en lange oe
feningen werkstonden waarbij het
kind bewijzen zal dat het verstaan heeft
wat de meester uitgelegd heeft Het
«doen» moet zeer verre boven het «luis
teren» staan in al onze scholen en klas
sen I
Het kind is een en al actie... buiten
<de school. En deze levensregel wordt in
kinderen moet gebannen worden, neen,
absoluut neen, maar dat betekent
dat het woord van de volwassenen im
mer zodanig moet gekozen worden dat
het recht naar het verstand, naar het
hart en derhalve naar de wil van het
kind gaat. En zó te spreken met het
kind is een hele kunst
DOE HET ZO... MAAR NIET ZO
Kleine Jan wil zijn melk niet uitdrin
ken.
Indien gij uw melk niet uitdrinkt,
kripgt ge geen koek, zegt moeder
Ik wil wel een koek, zegt kleine Jan...
Neen, zegt moeder, eerst zult gij
melk drinken en dan zult gij koek eten!
Jantje pruilt... en weent., maar drinkt
geen melk
Moeder had eenvoudig moeten zeg
gen zeker krijgt ge uw koekje, doch
drink nu eens eerst vlug uw melk uit..!
En, de zaak was opgelost
Indien gij vriandelijk en lief aan een
kindje zegt wees nu eens zacht en
maak geen gerucht. Moeke is wat ziek..
Dan wint gij in de meeste gevallen meer
dan met zelf lawaai te maken al roe
pend en tierend: Wat een lawaaimaker
zijt gij Maar ik kan ook roepen, hoor,
en harder dan gij En zwijgen zult gij
en.... klets, daar komt het onzacht op
de broek van de kleine man terecht die
een huilconcert inzet van belang. Wie
is de oorzaak van al dat lawaai
Pas op met de vragen die gij aan de
kinderen stelt
Zeer dikwijls zijn zij een verkeerde
tactiek van opvoedkundig standpunt
uit gezien. Indien gij aan een kindje
vraagt wilt gij uw handen gaan was
sen zal dat kind in zeer veel geval
len aan uw vraag, die een bevel is, geen
gevolg geven. Maar als gij op een toon
waaruit een vriendelijk gebod klinkt
zegt «Was uw handen vooraleer aan
tafel te komen», dat zal het kind wel
licht eerst wat tegenprutetlen maar...
het zal eindigen met te gehoorzamen
ooraleer aan tafel te komen.
Allemaal zaken die wij zelf moeten
aanvoelen Daarbij wel wetend dat elk
kind een vraagteken is en dat er geen
twee gelijke zijn Dit toch staat vast
men voedt geen kind op met straffen
en beloningen.
Het is normaal dat een kind al eens
een fout besaat; dat Ket .vergeet,, te
sohoonamen... het heeft zoveel te ont
dekken. zoveel zaken op te lossen...
waarvan wii toch zo weinig verstaan 1
Daarom leren wij onze kinderen
kennen en passen wij o„s opvocdings-
en onderwijsstelsel er bij aan 1
OPVOEDER.
Kortelings zullen de burelen en drukkerij overgebracht worden
naar de ST. JORISSTRAAT, 25, (rechtover het Groen Kruis).
Alle drukwerken zullen er uitgevoerd worden op de allerlaat
ste nieuwe machines.
VERHOGING VAN
BELASTINGEN WAS
NIET NODIG
NORMALE INKOMSTEN STEGEN
MET VISR MILLIARD
BEGROTING 1956 ZOU
OVERSCHOT MOETEN LATEN.
Met veel triomfkreten heeft de rege
ling aangekondigd dat de begroting
voor 1956 in evenwicht zal zijn op het
bedrag, dat iets lager zal liggen dan
voor 1955.
Wie iets of wat ingewijd is in de be
grotingstechniek, zoekt tevergeefs naar
het «sukses» dat de regering daarmede
meent bereikt te hebben. Sinds 1830
worden zowat alle begrotingen in eve
wicht ingediend, wat niet wil zegg
dat zij in evenwicht blijven. Het
meer dan eens voorgekomen - dat e
regering de uitgaven kunstmatig bene
den of juist gelijk met de voorziene
komsten houdt, door sommige uitgas
eenvoudig te vergeten, wel wetend dat
die in de loop van het jaar toch zullen
gedaaji worden. Dan is het aan de na
komende regering om de schulden te
betalen, wat de C.V.P. bij de machts
overname in 1950 ook heeft mogen
doen en zij misschien in de toekomst
ook zal voor hebben.
Het feit dat de begroting lichtjes la-
glr zal zijn dan die voor 1953, die rond
de 1 00 milliard kwam, is helemaal geen
sukses voor de regering. Men vergete
immers niet dat wij in een periode van
hoogkonjunktuur liggen, zodat een ge
zonde begroting tha^s een overschot
zou moeten laten, wat niet het geval is.
BELASTINGSVERHOGING
WAS NIET NODIG.
Zo gezien is de begrotingspolitiek
van de huidige regering geen sukses,
wel een gevaar voor de toekomst. In
tijden van hoogkonjunktuur heeft de
staat meer inkomsten dan anders, ook
zonder de belastingsvoet daarom te
verhogen. Men denke maar aan de om-
tbelasting, die in tijden van voor
spoed veel meer oplevert, omdat er ook
meer zaken worden gedaan.
Voor de zeven eerste maanden van
dit jaar werd voor 2 milliard 340 mil-
lioen meer geïnd dan voor de zeven
eerste maanden van '54. Daarbij komen
de voorafbetalingen voor de bedrijfs
belasting. die van 2,1 milliard in 1954
stegen tot 2.6 milliard in 1955.
Hierdoor komt het dat minister Lie-
baert over niet minder dan 4 milliard
meer beschikt, dan hij verwacht had.
Bij deze cijfers werd geen rekening ge
houden met de verhoging van de belas
tingsvoet. Men vraagt zich af waarom
die er eigenlijk nodig was, aangezien de
schatkist zonder dat al 4 milliard mee
kreeg.
Waarom betalen wij 400 millioen in
gevolge de verhoging van dc taks op
geslacht vee Waarom 2,3 milliard
door de verhoging van de omzetbelas
ting
Niet omdat dat geld er nodig was
om de begroting 1955 in evenwicht te
houden. Dit was immers in evenwicht,
nietwaar mijnheer de minister En dc
inkomsten uit de niet verhoogde be
lastingen overtroffen de oorspronke
lijke ramingen met 4 milliard. Waarom
dan wel OMDAT DE REGERING
VEEL MEER GELD UITGEEFT DAN
ZIJ OFFICIEEL WIL TOEGEVEN.
Dat is de enige uitleg, die aanvaard
baar. is.
BUITENGEWONE BEGROTING
MOET DALEN
Maar de meeropbrengst en de nieu
we belastingen ziin er nu eenmaal.
Goed, maar dan zou de regering, als
haar rekeningen zuiver zijn, van die
verhoogde inkomsten normaal gespro
ken gebruik moeten maken om de bui
tengewone begroting te verlichten. Op
die begroting worden dc investeringsuit
gaven gezet, die door leningen en uit
zonderlijke inkomsten dienen gedekt.
De regering heeft er vorig jaar ook ge
wone uitgaven od geplaatst, kwestie
ys»n de gewone begroting kunstmatig
in evenwicht te houden. De gewone uit
gaven, zoals de tewerkstelling van werk
lozen (I milliard fr.de premies voor
woningbouw (483 millioen), de onder
houdswerken (718 millioen) moeten
voor 1956 terug naar de gewone be
groting, gezien daar normaal gespro
ken, een overschot moet zijn.
De buitengewone begroting moet,
zoals het in een hoogkonjunktuur nor
maal is, tot een minimum worden her
leid. De aktiviteit van de prive-sektor,
voomamejijk de bouwbedrijvigheid, is
immers zodanig dat geen speciale actie
vanwege de overheidsinstanties gevergd
Zordag 2 October 1955
in deze sektor speciaal te ageren,
zien spanningen op de markt. De objek-
ten die toch uitgevoerd worden, dienen
zeer selektief gekozen, in funktie van de
ekoijomische infrastruktuur van het land
bvb. de infrastruktuur van de struktu
reel zwakke gewesten.
Het overschot van de gewone begro
ting kan eventueel ter financiering var.
deze uitgaven worden aangewend, zo
als de CVP het in de jaren van de Ko
reaboom heeft gedaan. Dat is misschien
te veel gevraagd van de huidige rege
ring, die niet denkt aan de dag var
morgen en de inkomsten van de tijde
lijke hoogkonjunktuur laat verloren
gaan.
MOEILIJKHEDEN
Nummer 79
BIJ DE OPSTELLERS
IN OFFICIËLE DIENSTEN
Vanwege opstellers in officiële
diensten komen klachten aangaande dt
moeilijkheden die zij doormaken. Zi.
schrijven onder meer
Het blijkt uit de verslagen van het
Vast Wervingssekretariaat voor h:
Rijkspersoneel, dat een groeiende leem
te zich voordoet in de kategorie der op
stellers, zowel in de Staatsdiensten ah
in de parastateinstellingen, de provin
cie- en gemeentediensten.
Waar zijn de oorzaken daarvan tt
zoeken Wij menen o.m. in volgende
toestanden
1De grote eisen die gesteld worden
om als oDstellej in aanmerking te ko
men, bij gebeurlijke examens.
2. D; jaarwedde der kategorie op
stellers staat o.i. niet in verhouding met
de vereiste studiën en werkzaamheden.
3. De bevordering naar een hoger,
graad is niet aanmoedigend genoeg, on
een opsteller aan te zetten tot het exa
:n van onderbureelhoofd.
4. Omdat het slagen in het examer
slechts een weddeverhoging geeft var
3,600 fr. zonder moer, zolang de pro
motie tot onderbureelhoofd hangena
blijft.
3. Oude agenten die slaagden in he,
examen van onderbureelhoofd voor
het in voeige treden van de statuten var.
het Rijkspersoneel, hebben zonder d«
promotie eenzelfde jaarwedde, als de
werkelijke in functie zijnde onderbu
reelhoofden, terwijl de jongere die ir
eenzelfde examen van onderbureel
hoofd slagen, slechts een weddeverho-
gjng van 3.600 fr. ontvangen zolang zij
niet in functie worden benoemd.
6. De jaarwedde van een onderbu
reelhoofd ligt b.v. veel lager dan van
een hoofdverplager en een onderwijzer
Ook de ziekenverplegers hebben een
hogere wedde dan de opstellers en dc
keuropstellers, terwijl de vereiste stu
diën dezer twee laatstgenoemden hogei
liggen.
Hier dient niet gezocht naar de oor
zaak ervan, want het is gebleken dat ei
in het verplegend personeel der Rijks
gestichten een grote leemte heerste
waaraan verholpen werd met een hoge
jaarwedde toe te kennen om alzo be
tere aanwerving u kunnen bekomen
Dit geldt eveneens voor de Opvoe
ders
0-> syndikaal gebied kwam men to
nog toe tot geen bevredigende resulto
wordt. Het zou zelfs onvoorzichtig zijn aantal effektief uit te breiden,
voudige arbeiders, die een kleine
no: c.e funktie waarnëmen dan het ambi
oor zij aangewezen zijn, ontvan
gen zonder examen, ook eenzelfde ver
voeging van 3.600 fr. zowel aJs de op
steiler die een examen moet aflegger
Va" ld om d. bijwedd
ran 3.600 fr. te bekomen.
Waarom toch dat verschil
Het wordt tijd, dat de bevoegde in
stanties gaan inzien, dat de ontevreden
herd der opstellers in de staats-, pro
vincie- en gemeentediensten reden van
bestaan heeft en dat de nodigs schik
kingen getroffen worden om aan de
ongerijmdheden een einde te stellen.
°Oo
LENING lot WEDEROPBOUW
tweede groep
Bij de 347e trekking van de tweede
groep der lening voor Wederopbouw
viel een lot van één millioen op obli
gatie 183 van de reeks 3710 en een lot
van 300.000 fr. op de obligatie 436
van de reeks 6222.
De andere obligaties van deze reek
sen zijn terugbetaalbaar met 1.000 fr.
hoge budgetaire lasten op aan de Schat
kist. Maar de verwezenlijking ervan zou
op lange termijn kunnen geschieden.
Een eerste etappe zou er in bestaan het
huidige beurzenstelsel, in bedrag en 4
H. M.
BIJ DE AANVANG VAN HET
AKADEMISCH JAAR
DE DEMOKRATISERING
VAN HET HOGER
ONDERWIJS
Binnenkort zullen de universiteiten
hun ooorten openen en zal de stu
dent opnieuw meester worden van
sommige stadjes of bepaalde stadswij
ken. Na lange verslagen over plechtige
openingszittingen gaan we in de dag-
Dladen weer regelmatig een artikeltje
vinden aver een of andere studenten
grap, een gevechtje met de politie of
-en studentikoze betoging.
Voor ve|en zijn deze krantenberich
ten het enige kontakt met de studenten
wereld, Zij stellen zich de student voor
als een rijkeluiskind djit gedurende het
grootste gedeelte van het jaar niets an
jers doet dan kaartspelen, bier drinken,
grappen uithalen en studentenliederen
oralleo. om dan tijdens de «blok» dag
-•n nacht te studeren, veel zwarte koffie
te gebruiken en met schrik naar het ek-
samen te gaan.
Het aantal studenten dat zich het
hierboven beschreven leventje kan per
mitteren slinkt zienderogen. Gebrdc
aan geld en zwaardere studieprogram
ma s zijn hiervan de oorzaak. We zou
den hier kunnen spreken over een eer
ste demokratisering van het hoger on
derwijs, was daar niet het feit dat zelfs
rewone studentenleven, zonder
clubs en bals, slechts is weggelegd voor
meerbemiddelden.
Het aantal universiteitsstudenten die
uit bescheiden middens voortkomen
maakt immers een abnormaal laag per
centage uit, zowel in België als in de
andere Wast Europese landen. De sta
tistische gegevens die we daaromtrent
bezitten tonen aan dat slechts 5% der
tudenten uit arbeiderskringen komen,
uit landbouwmiddens.
Deze toestand is sociaal ongezond.
Een arbeiderszoon die de bekwaamheid
oezit om een universitair diploma te be
halen maar wiens ouders niet de geld
middelen hebben orn hem in de geie-
h:ad te stellen die studiën te onder
nemen, zal gans zijn leven een werk
moeten doen dat niet overeenstemt met
rijn kapaciteiten. Deze pijnlijke toe-
tand komt trouwens niet alleen voor
11 arbeiderskringen maar treft men
eveneens veelvuldig aan bij lagere be
dienden, ambachtslui, landbouwers en
niddenstanders.
Gedurende de laatste jaren werd er
wel iets gedaan om aan minderbemid-
delden gelegenheid te geven de Univer
heit te bezoeken maar deze verwezen
lijkingen blijven fragmentair en onvol
doende.
zün vooreerst de studiebeurzen
Zij zijn onvoldoende én door hun aan-
al ér. door hun bedrag. Nochtans wer
den reeds heel wat begaafde jonge lie
den door hen in zekere mate geholpen.
Het jobsysteem en leningen zijn maar
ïoodoplossingen die zelden tot een be-
redigend resultaat leiden.
Van een werkelijke demokratisering
ran t hoger onderwijs kan men slechts
rewagen indien er een uitgebreid stel
led van studietoelagen in het leven
wordt geroepen, Over de konkrete ver-
wezunlijking van deze studietoelagen
werd reeds heel wat geredetwist.
We kunnen echter gTosso rnodo twee
hoofdoroepen van deze direkte steun
onderscheiden. Beide systemen hebben
hun zwakke of gevaarlijke zijden zoals
staatsinmenging. overproduktie van
universitaire diploma's en beperking
van de zelfstandigheid van dc student.
Een eerste groep wil aan elke stu-
Jent, die aan bepaalde kriteria van bc-
waamheid voldoet, ongeacht zijn ver
mogentoestand, een studiebeurs toeken
nen welke zijn totale studie en onder
houdskosten dekt. Enkel de bekwaam
heid is dus maatgevend en die wordt
gemeten door een speciaal ingangseksa-
men; voor de daaropvolgende jaren
Wordt als voorwaarde het slagen in het
jaarlijks overgangseksamen gesteld
Sommigen willen dat ingangseksa-
men een verplichtend maar geen uit
sluitend karakter geven. M.a.w. ieder
een moet het eksamen ondergaan. Wie
daarin slaagt, krijgt rocht op een stu
dievergoeding. wie niet slaagt mag ver
der de hogeschool bezoeken, doch op
-ïgen kosten.
Een tweede groep personaliseert de
toelagen naargelang en in de mate van
eenieders behoeften. Indien een stu
dent de bekwaamheid heeft wordt hem
het recht op een rechtens niet-teTugvor-
derfcare studietoelage erkend, in ver
houding tot zijn behoeften.
Bejdc systemen leggen natuurlij^