DE "WINDROOS STADSNIEUWS RUBRIEK VOOR KUNST- EN GEESTESLEVEN PATER VAN DER MEER DE WALCHEREN kent thans de aarde; hij ademt haar zware geuren in. Hij leeft met de mensen mee. We zaten voor eenmaal wat onwennig in En dat alles heeft hij ingezien als door de zetels van het Paleis voor schone kuns- God aangeraakt. Overal ontdekt hij de ten te Brussel voor dat de hulde aan de voetsporen van de almachtige 75-jarige begon: Met een programma in de Eens heeft hij het gezien als het aesthe- hand hadden we weldra de gelegenheid tisch-mooie. Ik was onwetend, een stuk heid om te mijmeren over de haast aseeti- vee». Zijn leven was een tocht naar al wat sche figuur die ons op de voorpagina scheen toe te spreken over de onoverbrug- gelijke geheimen waarvan hij meer dan ooit, het instrument geworden was. En stilaan, naarmate het uur van zijn «plech tige intrede» naderde, werd de houding van het publiek gekarakteriseerd door dat gene wat een groot gezin gelukkig maakt: de goede geest. Het zou ons geenszins ver wonderd hebben, moest daar ineens voor aan Léon Bloy voor ons gestaan hebben, groetend en geestdriftig, Le Désespéré onder de arm. Er waren onder het publiek vele franssprekenden; op een zijbalkon snaterde een hollandse kloosterzuster haar ingetogenheid kwijt; de langharige rederij ker verbroederde er met de evenwichtige klassieker,en toch was er onder dit blij moedig gezelschap geen zweem van snobis me. Allen waren uitsluitend gekomen om Pieter te huldigen. De grote geestelijke familie die hij buiten eigen wil en weten vormde kreeg hier reële gestalet, als wilde God deze Kristus-Koning-viering 1955 ac centueren met de lof die zou gebruikt wor den aan de glimlachende monnik die eer tijds als een volbloed socialist hetzelfde Brussel binnenstormde, met het inzicht de wereld om te keren. Toen hij, klein en ma ger, in de zij ingang verscheen brachten zijn «geliefde kinderen» hem zwijgend en rechtstaand hulde. Hij stond er midden de reeks indrukwekkende personaliteiten eerst wat onwennig, hij, de levenslange ge vangene van God. Maar hij doorbrak zelf met zijn schalkse glimlach het «plechtige» van deze geplande viering en toen Emiel Van Hemeldonck als feestredenaar op een opvallend-eenvoudige toon hem toesprak, waren wij niet langer in «Het Paleis voor Schone Kunsten». Diezelfde avond wilde ik nog een aanvang maken met een herlezen van zijn werken. Maar een grotere genade belette me zulks te doen. Zó zou Pieter het althans beschouwd hebben, want wat wij geneigd zijn te noemen «zijn levensfilm», is tenslotte genadewerk geweest. v Het doet wel eigenaardig aan, iemand als theologant te horen spreken over vrouw en kinderen. Vreemd is het nochtans niet. Hij was vroeger een pure heiden die niets afwist van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest. God bestond niet voor hem; alleen de stoffelijke wereld nam zijn geest in he- slag. De «razernij der Goddelijke Liefde» die zich over de mensen uitstort was hem onbekend. Nu staat diezelfde man voor ons als een monnik. Nu pas heeft hij een nieuw begrijpen, een nieuw zijn ontvangen van de levensgang. Nu heeft hij de ware zin van leven en geluk ontdekt, en niet al leen van ZIJN leven, ook voor het leven van al zijn bekenden en vrienden voor hij verantwoordelijk is. Ik heb dat geluk niet verdiend zegt hij dan haast smekend, alsof wij zouden denken dat per soonlijk inzicht Goddelijke genade dwingt. Hij heeft inderdaad dat geluk niet verdiend. Hij heeft een nieuwe ervaring gekregen van wat hij altijd verlangd heeft. Hij staat nu op de rand van de hemel en hij kijkt naar de aarde. Hij kent de pijn van de vergankelijkheid. In hem brandt de groot en schoon was, maar wat zijn ogen konden zien, zijn zinnen konden tasten, zijn hart en geest konden grijpen. «O, die aarde, die smachtende aarde; stormen van geluk en van hartbloedend lijden heb ik van haar ontvangen. Deze ontvankelijkheid vo'or het wonder ■an zijn leven en 't verlangen naar onver gankelijk geluk, heeft hem gebracht bij God. En nog wel langs de heldere liefde an een vrouw, een zeer jonge vrouw. Toen hij haar leerde kennen zegde ze hem «Ik verlang een grote liefde, Pieter... En sindsdien werden ze beiden geleid door een machtige en zeer tedere hand. Langs hun liefde hebben ze die hand gegrepen, sinds die hand zijn vrouw greep, houdt hij die hand vast. Is het zo te verwonderen dat hij de aarde liefheeft Dat de pracht van de aarde hem overrompelde En toch leeft hij in God. In God leeft hij als in een witte wolk, maar in hem is er geen twee spalt tussen God en aarde. Hij begrijpt n volkomen de gelijkenis van de aarde met God, waarschijnlijk omdat hij met arge loze ogen van een kind die godsliefde in kijkt. «Ik weet nu, dat ik die aarde, die wrede planeet, zal meedragen, de eeuwig heid in. Hij «begint nu ook iets te begrijpen van de liefde van God, voor Zijn schepselen. De echtelijke liefde is er een vonk van. God gebruikt ze om Zijn Liefde te leren kennen. Pieter van der Meer heeft een tijd de liefde gezocht achter de sterren. Hij werd er echter voorgoed door aangegrepen wanneer hij op het Belfort te Brugge, op een schone lentedag van het jaar 1901, een mooi meisje ontmoette. Christine was een vlaams meisje met grote blauwe ogen 2n een helm van korenblond haar. Alles veranderde voor hem; de schepping kreeg een andere glans. Hij had de liefde ont dekt, een ontdekten dat zou verlengd wor den tot in de eeuwigheid. Hij voelde zich geraakt tot in de wortels van zijn leven. Dergelijke Liefde moest uitmonden in God... Want in hun liefde vergaten die twee jon ge mensen nooit de anderen; het lot van de gemeenschap was hun pijn, hun vreug de, hun leven. Aan zulke liefde greep God zich vast; Hij schonk hun Pieterke en dit eerste kindje zou hij gebruiken om op hun drieën beslag te leggen. «Ik geloof nu, o zo vast, dat alle menselijke liefde tenslotte uitmonden wil in God. Alle liefde voor kin deren, de liefde voor vrienden en mede mensen mondt ten langen laatste uit God. Want die liefde is oneindig en kan geen beperking of maat verdragen. Liefde wil alles, liefde wil God Bij hem gebeurde dus aanvankelijk alles zonder God. Christiene en Pieter hebben veel uren van angst beleefd. Zij zochten de zin van het leven. Veel scheen hen zo zin loos. Pieterke leerde in die tijd naast le zen en schrijven, ook zijn ouders liefheb ben. Hoe kon de liefde van zo'n kind zin- lops zijn als de ouderlijke liefde zelfs het niet was Al die liefde en al het kwaad moeten een bestendige betekenis krijgen, een hogere zin. Hoevele mensen die voor existentialis ten versleten worden zien diezelfde dingen teugelloze behoefte aan de onvergankelijk- aueen ais een wild een zinloos spel van heid, omdat liefde eeuwigheid wil. Hij komische krachten. Van deze grauwe le~ wroeging. De zware fluisterstem van den priester is indrukwekkend en de stilte in de kerk, wijl ze penitentie bidt, is heilig. Haar burggraaf zoekt afleiding in de club en aan de roullette. Gelukkig voor hem het leven met zijn aangetrouwde familie ware anders een hel, verstaat hij zich beter met Roger, zo goed zelfs dat, wanneer de champagne de nare gedachten verdrijf,zij elkaar «clier frère» noen geven om niets. Van het leven moet ge ne men wat het geven kan, in stede van u in 'n antiek kasteel te laten verdorren. Een mens is maar eens jong. Later zal de tijd komen om een waardige baron of burg graaf te worden. Monsieur Roger heeft dezelfde gedach ten en zegt Ge moet Liliane maar laten pruiien. Ze komt vanzelf .tot inkeer. De zoon van den baron zou beter min der aan plezier denken en meer aan zijn zieken. Dat is de strenge kritiek en beoor deling van het volk. Iedereen regelt zijn le ven wel naar eigen goeddunken, doch de jonge baron had dan maar advokaat of iets dergelijks moeten worden, 'n beroep waar geen mensenlevens bij op het spel staan 'n Dokter moet hart hebben voor zijn pa tiënten. Ware het niet om zijn vader, de jonge baron zou zelfs niet meer bezien worden. Wat moet 'n mens doen, wanneer er onverwachts bij nacht iemand ziek Wordt Voor de clientele van dokter Bru- vensopvatting bleef Pieter van der Meer gespaard door de eeuwige liefdesgericht heid van zijn vrouw. Christiene was ge doopt en haar ouders waren brave mensen. Haar moeder was in de katholieke kerk gedoopt, haar vader niet. Hoewel ze anti klerikaal waren een Godsverschijnsel bij de liberde families uit Brussel waren ze niet anti-katholiek. Chistiene werd bekoord door het aan trekkelijke van de godsdienst doopsel, plechtige kommunie, geestelijke afzonde ring; ze droomde er zelfs van, religieuse te worden. Haar familiaal midden verzette zich hiertegen; ze leefde in een salon-socia- lisme, schilderde en zag weldra hoe het geloofleven vervangen werd door allerlei kunstuitingen, o.a. door de poëzie. Zo ver loor ze haar geloof. Toch bleef er in haar iets van over. «God •ilde haar gebruiken om mij te vangen», heet het bij Pieter van der Meer. Ze moest de moeder worden die haar lichamelijke en geestelijke kinderen het leven zou geven en haar man zou optillen naar God. schrijver ziet daarom in de geloofsafval van het jongemeisje, een Felix culpa». In hun verlangen naar schoonheid en ware broederlijkheid, gepaard met de ontken ning van de katolieke kerk, ontdekte God toch de honger naar Hem omdat God met eerbied en aandacht de verlangens en de dromen van de mens volgt. In zijn jeugd werken zocht Pieter van der Meer naar het waarom der dingen. Twee woorden springen hierin telkens vooruit hït le ven» en «de liefde», 't Zijn de sleutelwoor den van die werken. Ze vertolken de hun kering naar meer liefde, naar meeer leven: zijn vrouw heeft hem die woorden leren kennen. Ze wisten beiden toen nog niet dat ze in feite verlangden naar Diegenen die gezegd had «Ik ben het leven, Ik ben de Liefde.» Door het moederzijn van Christie ne en door haar vrouw zijn werd hun ge nade gegeven bij die woorden stil te staan, niet verder meer te dwalen. Later hebben ze die Goddelijke woorden mogen begrij pen. Toen ze te Brussel woonden, gingen ze uit loutere nieuwsgierigheid enkele da gen doorbrengen in de Trappisten-abdij te Westmalie. Daar kwamen ze voor 't eerst in aanraking met de liturgie van de kato lieke kerk. Die liturgie trof hen diep. Ze hadden te voren wel de katedralen van Brugge, Gent, Mechelen, Antwerpen be zocht en ook deze van Frankrijk waren lie- ■e bekenden; maar deze kantwerken van steen hadden voor hen geen sterkere bete kenis dan de realisatie van een schone ge meenschappelijke droom.Het bezoek aan de abdij echter, was als de openbaring van de ziel van het katolicisml: de serene ont vangst bij de monniken, de gewijde stilte en de nachtelijke gebeden en lofzangen hadden hen diep getroffen. Ze zochten verder en God leidde hen naar Italië, Venetië, Florentië, Padua, As- sisië, Rome. Overal bezochten zij kerken en woonden er de ochtendplechtigneden bij. Door het liturgische «spel» der ceremoniën begonnen ze iets te begrijpen van de diepe 1 het geloof. Pieterke, die zoveel hield van spel en beweging, zat daar onbe grijpelijk naast zijn ouders te luisteren en te kijken. Hij was buitengewoon ingeto gen en volgde met wondergrote ogen de diensten. Te Rome werden ze uitgenodigd een pontifikale hoogmis bij te wonen in St. Pietersbasiliek. De Heilige Pius droeg het H. Misoffer op. Hier werden de ouders andermaal getroffen door zwijgzaamheid van hun kind. In België weergekeerd zullen de indrukken van Pie terke aanleiding geven tot een pijnlijk ge sprek Moeder ik begrijp u niet en ik begrijp vader ook niet: in Italië kon er geen daj voorbij gaan of we gingen naar een kerk. Hier in Ukkel gaan we nooit Waarom niet Ik zou dat zo prettig vinden. Mijn vrouw», zegt Pieter Van der Mc-er, vertelde het mij 's avonds. We praatten over, we zochten: we moesten ons kind toch iets geven Zou het misschien niet goed zijn dat jk hem leerde bidden Ik denk wel dat ik mijn gebeden nog ken... Toen gebeurde het; een jonge heiden er. een jonge afvallige vrouw deden het uit liefde voor hun kind. «Wat er toen in God gebeurd moet zijn», zegt Pieter van der Meer, «begrijp ik nu enigszins beter. Ubi caritas et amor. Deus ibi est.» Het was een feilloze weg naar Zijn vaderhart. 'T VERVOLG'p. r0O0 Nooit werden onze vroede stedevade- ren» aldus hooide ik dezer dagen praten .<zo in 't nauw gebracht als bij 't bespreken van 't budget in de raad van onze stê. Hoe is 't Gods mogelijk dat ze dit jaar met een tekort van DERTIEN MILJOENTJES slui ten. Terwijl z'ons met d'hoogste belastin gen beladen. En 'k dacht hoe kan zoiets nog iemand wonder schijnen, wanneer ze dag-lijks voor nun ogen zien hoe 't linkse stadsbestuur verbrast, verkwist én vrienden én zich zei ven paait met 't geld van iedereen Debunne heeft die ramp voorzien heeft de boel in steek gelaten. Hij heeft zó flink geholpen om 't stadsbudget om zeep te brengen dat hij nu liefst het zalven aan een ander overlaat. De Stobbeleir repte geen woord van vij vertjes, gevelde bomen, riesling of cham pagne. Hij dacht waarschijnlijk aan de melk. Met iets in en de 41.000 frank die hij telken jare aan de stadskas wil ontnemen om z'n vriend plezier te doen. Cornelis die z'n doktersleest verliet om zich met wegen te bekommeren die klopte culpa» voor de slechte asfaltwegen waarmede hij de stad bedacht en beioofde zich te zullen beteren en een sterker slijt- vlak aan te laten brengen. De proef is niet gelukt. Wij hebben toch geleerd Lauwereys, dat geef ik toe, was de (pan toffel)-held; hij bracht onze burgerlijke stand op 't peil ter waarde onzer stê waakt intussen op 't ajuinenras opdat 't ge zond zou blijven. Gij hebt, gij kalolieken, een centrum dat heilzaam voor ons mensen is, met eigen geld betaald. Waarom, ik vraag het u, zou den wij dan niet hetzelfde doen met 't geld an iedereen 1 D'Haeseleer, de held die iedereen doet betalen om een heal klein hoopje kinderen naar z'n scholen te vervoeren, terwijl zij die 't gelag betalen tevoete gaan, terwijl zij een slop gedreven wanneer hij, schijn heilig weg, de schuld van zijn te groot bud get de C.V.P. nu aan wil wrijven. De Wolf die zei het klaar wat wij in '46 erven mochten van een links stadsbestuur duizend malen erger dan dat gij te erven kreeg. DIRK. 0O0 STATISTIEK DER VERKEERSONGEVALLEN WEEK VAN 23 TOT 29 APRIL TIEN DOODEN EN 88 ZWAAR GEWONDEN Tien doden, 88 ernstig en 505 lichtgewon den, dit is de balans van de 588 ongevallen, -an 23 tot 29 april op de wegen of de agglomeraties waar het toezicht op het verkeer door de rijkswacht wordt geoe fend zijn gebeurd. Gedurende het weekeinde waren bij 221 ongevallen, 2 doden en 49 ernstig gewon den te betreuren. De oorzaken van de dodelijke ongevallen zijn de volgende overmatige snelheid een dode; oordeelfouten of gebrek as aandacht bij de maneuvers vier; ve blindende verlichting één; klaarblijkelijke dronkenschap één; andere omstandighe den drie. De ongevallen worden per provincie ver deeld als volgt Brabant 88, West-Vlaan- deren, 55; Oost-Vlaanderen 87; Antwerpen 64; Limburg 48; Luik 83; Luxemburg 29 Henegouwen 86; Namen 48. GENEESKUNDIGE ZON DAGDIENST. Bij AFWEZIGHEID v.an de huisdokter .can men zich voor DRINGENDE GEVAL- ,EN wenden ZONDAG 6 MEI 1956 r. J. DE LOOF. CAPUCIENENLAAN, TEL. 233.00. ZONDAGDIENST DER APOTHEKEN. IS ALLEEN OPEN ZONDAG 6 MEI 1956 van 9 tot 12 en van 14 tot 18 u. In de week. voor DRINGENDE GEVAL LEN en DIENST NA 7 uur 's avonds APOTHEEK LAMBRECHT, HEILIG HARTLAAN, 10. De Apotheken der stad zijn gedurende e WEEK open van 3.30 tot 12 uur en van 13,30 tot 19 uur. os««i55®«®sceses6oes«e«9®s«oe»®' neel is dat niet erg. Ze hoeven slechts te bellen en het adres op te geven. Doch de andere «Stoor dokter de Laville maar eens in zijn slaap. Ge zult wat horen, ten minste als hij thuis is. Loopt ge dan dokter Bruneel halen, dan bekijkt de baron u met een blik die boekdelen spreekt.» Landuyt zou om die boekdelen maar weinig geven. Maar wat zal hij doen indien hij in onge nade bij den baron valt Er is tegenwoo: dig veel vraag naar land en onderkruipers die meer pacht willen betalen zijn cr ge noeg. Als hij uw land afneemt, dan zijt ge 't kwijt en vind er maar ander. Of nu dokter Bruneel of de Laville den zoon van Landuy meestert... Wat is er aan «vliegende tering» te genezen 't Is 'n ho peloos geval. De jongeman vermagert zien derogen en sterft. Soo, die hem in de kist legde, beweert dat de jonge Landuyt met kleren en al misschien maar veertig kilo meer woog." Niet om te geloven van een twintigjarige, die 'n paar maanden geleden er bijna tachtig haalde. Beleef zo iets als ouder, die al zijn verwachtingen op zijn zoon gesteld heeft, 't Is om er gek van te worden. Mismeesterd, zegt Landuyt. Zwijgt toch, antwoordt zijn zuster,die bij hem inwoont, verschrikt. En hij zwijgt, maar 's nachts rukt hij de haren uit het hoofd en 's morgens is het geen van zijn haarbos overblijft, spierwit. Zijn «boer» wordt weggedragen en hij gaat doodsbleek den stoet van familie en ken- KERK DER PATERS CAPUCIJNEN SINT JOB AALST. DINSDAG 8 MEI, VIERDE DEK NEGEN DINSDAG EN TER ERE VAN SINT ANTONIUS VAN PADUA Te 8 u., mis met zang en aanbevelingen. Te 6,30 u. paternoster, lof en sermoen ioor E. P. GERARD. 0O0 ERKENTELIJKHEID. Naar jaarlijkse gewoonte laat Erkente- ijkheid ter gelegenheid van 10 Mei volgen- ie H. Missen lezen voor de oorlogsslacht- jffers der beide oorlogen Sint Jozefskerk 10-5-56 7,30 u. Sint Martinuskerk 10-5-56 7 u. Immerzeeldreef 11-5-56 7 u. H. Hartkerk 10-5-56 7 u, O. L. Vr. Bijst. Mijlb. 20-5-56 8 u. nissen vooraf. In de kerk staat hij zonder te bewegen steeds naar hetzelfde punt te staren en wanneer hij ten ffer g- at, zou men zeggen dat 'n marmeren beeld begint te leven. Hij houdt het doodprentje in zijn en op zijn plaats leest hij zonder te begrij pen Vaarwel, vader. Dank voor de clniste- lijke opvoeding, die gij mij gegeven hebt. Dank voor uw voorbeelden en voor al het geluk, dat ik bij u gesmaakt heb. Wanneer de kist wordt neergelaten knarst Landuyt op de tanden. Hij laat zijn handen werktuiglijk drukken. Stom aan vaardt hij de deelneming van zijn dorps genoten. Hij gaat geknakt weg n beeld van sombere smart. Als Landuyt zijn verdriet niet kan uit wenen, dan is het goed mogelijk dat hij weldra naast zijn zoon komt liggen Doch hij weent niet. Zelfs de pastoor kan hem niet troosten en die kent er iets van. Zacht en vaderlijk spreekt hij Ik begrijp uw groot verdriet. Aan aard uw beproeving. Uw zoon in den he mel wil het zo. God schonk en God ont nam hem u, gezegend zij Zijn naam. Denkt ge dat ik de heilige man Job ben zegt hij afwezig. Probeer in zijn geest te denken. Be werk uw velden en tracht door den ar- arbeid te vergeten. Voor wie zou ik nog werken Het volk is nog wantrouwiger tegenover de kunde van Roger de Laville geworden. SOSSSO Aan vliegende tering is wel niet veel te doen, maar de zoon van René zou toch he mel en aarde bewogen hebben. En indien hij er van in de beginne bij ware geweest Wie weet De toestand is nu zo dat, indien Bruno i de schoenen van de Laville stond, hij reeds lang zijn praktijk had mogen opgeven en elders waar hij niet gekend is, ten herbeginnen. Dat is veel gezegd ov populariteit van beide dokters. De pachters van den baron hebben ge leerd hun tong zevenmaal te draaien alvo rens *hun gedachte te zeggen, doch iedereen pacht niet bij den almachtige en hun me ning komt hierop neer, «dat ze dat stuk va- drouille zouden moeten verbieden nog lan ger dokter te zijn. De praatjes staan niet zo erg in verband met den afgestorven Landuyt, doch met het gedrag van de La ville, die maar steeds denzelfden levensre gel volgt. De baron zelf merkt het Ge overdrijft nu toch wel een beetje Roger, z Wat wilt ge zeggen, vader Ge zoudt u toch wel 'n beetje moeten bekommeren om uw zieken. Denkt ge dat die boerenlijven zo inte ressant zijn? antwoordt hij spottend. Het is niet nodig mij op hetzelfde toontje aan te spreken als dat waarmee de mensen u beoordelen. Ik moet u eerlijk zeggen, dat die oor delen mij koud laten. In zijn hart is hij echter woedend. Dur- °o° ST. MARTINUSPAROCHIE. AALST. JAARLIJKSE NOVEEN IN DE ST. JOBKAI'EL VAN 10 tot 18 MEI. Nog enkele dagen en weer zullen honder den, ja duizenden hun stappen richten naar onze eeuwenoude St. Jobkapel; niet alleen uit alle hoeken van onze stad, maar ook uit zovele parochies van het Vlaamse land ko men jaarlijks ontelbare bedevaarders in Jie'eenvoudige maar stemmige kapel de H. Man Job vereren. Meer dan vijf eeuwen zijn generaties elkaar op de voet gevolgd om «buiten de keizerlijke stede van Aelst» dichtbij de Hoezebeek op de wijk van Re- jelsbrugghe, hulde te brengen aan de H. Man Job, die zich niet door het lijden liet verpletteren, maar door zijn godsvertrou wen over alle tegenspoed wist te triomfe- sn. Als wij de goede dagen uit Gods hand aanvaarden, waarom zouden wij de xwade van de hand wijzen «God gaf, Jod nam; zijn Naam zij gezegend». Dit iiepgodsdienstig ideaal, dat het leven van de H. Man Job heeft gericht, heeft onge- .wijfeld eeuwen lang een grote aantrek- ingskracht uitgeoefend op het vroom ge moed van ons vlaamse volk. Jaar in, jaar uit wordt onverpoosd deze kapel bezocht Joor velen die bidden om genezing van alle ;oort huidziekten, maar ook door zovelen rouw gedompeld komen smeken om offer- en levensmoed. Alle echte Aalstenaars kennen hun St. Jobkapel en ze worden er allen tijdens de ïoveen verwacht Op al de weekdagen der noveen H.H. Missen te 6,30 u. en te 7 u.; maandag 14 mei te 9 u., Plechtige Mis met sermoen, op- ;edragen voor al de overledenen der Con- rerie en van de St. Jobwijk. Men kan zich steeds laten inschrijven in de confré rie bij E. H. Houtman, Korte Zoutstraat, 47 of tijdens de noveen ook in de kapel Jaarlijkse bijdrage 10 Fr. voor gans het gezin. ©s •en die pummels hem beoordelen en waar halen ze dien durf vandaan Niet uit zich zelf, daarvoor zijn ze te bang voor zijn va der en diens macht. Ze worden opgestookt Joor dien zwarten Bohemer, die hem haat en hatelijk wil maken. Hij zal dien man denmaker het zwijgen opleggen. Toevallig op 'n donkeren avond Hoor eens, Bruneel, indien uw laster oortgaat, zal ik maatregelen treffen. Pardon U beneemt mijn tijd. De spottende glimlach en de kalme stem maken den jongen de Laville woedend. Eerroof Ge kent de betekenis van dit .voord, hoop ik Als er eer te roven is, dan wel. En nu gegroet. MijnheerDit is de tweede maal dat u mij beledigt. En indien u nog verder mijn tijd rooft dan vrees ik inderdaad voor een tweede en verbeterde editie van het incident op het kasteel. Bruno gaat heen zonder de Laville nog een blik te gunnen, 'n Sombere woede over- alt hem naargelang hij verder gaat. De zelfde opwindende machten als toen op het kasteel, maken zich van zijn ziel meester. De herfstavond is zacht, 't Is precies lente en het enige geluid is dat van den wind eeuwige muzikant, die zijn eentonig lied zingt in de kruinen van de bomen. In Bruno giert het geweld van den opstande ling, Vervloekte de Laville's Hoe kan il^ u 't best treffen 'T VgRYOLGT,

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Gazet van Aalst | 1956 | | pagina 3