DE "WINDROOS
STADSNIEUWS
RUBRIEK VOOR
KUNST- EN GEESTESLEVEN
PATER VAN DER MEER
DE WALCHEREN
kent thans de aarde; hij ademt haar zware
geuren in. Hij leeft met de mensen mee.
We zaten voor eenmaal wat onwennig in En dat alles heeft hij ingezien als door
de zetels van het Paleis voor schone kuns- God aangeraakt. Overal ontdekt hij de
ten te Brussel voor dat de hulde aan de voetsporen van de almachtige
75-jarige begon: Met een programma in de Eens heeft hij het gezien als het aesthe-
hand hadden we weldra de gelegenheid tisch-mooie. Ik was onwetend, een stuk
heid om te mijmeren over de haast aseeti- vee». Zijn leven was een tocht naar al wat
sche figuur die ons op de voorpagina
scheen toe te spreken over de onoverbrug-
gelijke geheimen waarvan hij meer dan
ooit, het instrument geworden was. En
stilaan, naarmate het uur van zijn «plech
tige intrede» naderde, werd de houding
van het publiek gekarakteriseerd door dat
gene wat een groot gezin gelukkig maakt:
de goede geest. Het zou ons geenszins ver
wonderd hebben, moest daar ineens voor
aan Léon Bloy voor ons gestaan hebben,
groetend en geestdriftig, Le Désespéré
onder de arm. Er waren onder het publiek
vele franssprekenden; op een zijbalkon
snaterde een hollandse kloosterzuster haar
ingetogenheid kwijt; de langharige rederij
ker verbroederde er met de evenwichtige
klassieker,en toch was er onder dit blij
moedig gezelschap geen zweem van snobis
me. Allen waren uitsluitend gekomen om
Pieter te huldigen. De grote geestelijke
familie die hij buiten eigen wil en weten
vormde kreeg hier reële gestalet, als wilde
God deze Kristus-Koning-viering 1955 ac
centueren met de lof die zou gebruikt wor
den aan de glimlachende monnik die eer
tijds als een volbloed socialist hetzelfde
Brussel binnenstormde, met het inzicht de
wereld om te keren. Toen hij, klein en ma
ger, in de zij ingang verscheen brachten
zijn «geliefde kinderen» hem zwijgend en
rechtstaand hulde. Hij stond er midden
de reeks indrukwekkende personaliteiten
eerst wat onwennig, hij, de levenslange ge
vangene van God. Maar hij doorbrak zelf
met zijn schalkse glimlach het «plechtige»
van deze geplande viering en toen Emiel
Van Hemeldonck als feestredenaar op een
opvallend-eenvoudige toon hem toesprak,
waren wij niet langer in «Het Paleis voor
Schone Kunsten». Diezelfde avond wilde ik
nog een aanvang maken met een herlezen
van zijn werken. Maar een grotere genade
belette me zulks te doen. Zó zou Pieter het
althans beschouwd hebben, want wat wij
geneigd zijn te noemen «zijn levensfilm», is
tenslotte genadewerk geweest.
v
Het doet wel eigenaardig aan, iemand
als theologant te horen spreken over vrouw
en kinderen. Vreemd is het nochtans niet.
Hij was vroeger een pure heiden die niets
afwist van de Vader, de Zoon en de Heilige
Geest. God bestond niet voor hem; alleen
de stoffelijke wereld nam zijn geest in he-
slag. De «razernij der Goddelijke Liefde»
die zich over de mensen uitstort was hem
onbekend. Nu staat diezelfde man voor
ons als een monnik. Nu pas heeft hij een
nieuw begrijpen, een nieuw zijn ontvangen
van de levensgang. Nu heeft hij de ware
zin van leven en geluk ontdekt, en niet al
leen van ZIJN leven, ook voor het leven
van al zijn bekenden en vrienden
voor hij verantwoordelijk is. Ik heb dat
geluk niet verdiend zegt hij dan haast
smekend, alsof wij zouden denken dat per
soonlijk inzicht Goddelijke genade
dwingt. Hij heeft inderdaad dat geluk niet
verdiend. Hij heeft een nieuwe ervaring
gekregen van wat hij altijd verlangd heeft.
Hij staat nu op de rand van de hemel en
hij kijkt naar de aarde. Hij kent de pijn
van de vergankelijkheid. In hem brandt de
groot en schoon was, maar wat zijn ogen
konden zien, zijn zinnen konden tasten,
zijn hart en geest konden grijpen. «O, die
aarde, die smachtende aarde; stormen van
geluk en van hartbloedend lijden heb ik
van haar ontvangen.
Deze ontvankelijkheid vo'or het wonder
■an zijn leven en 't verlangen naar onver
gankelijk geluk, heeft hem gebracht bij
God. En nog wel langs de heldere liefde
an een vrouw, een zeer jonge vrouw. Toen
hij haar leerde kennen zegde ze hem «Ik
verlang een grote liefde, Pieter... En
sindsdien werden ze beiden geleid door een
machtige en zeer tedere hand. Langs hun
liefde hebben ze die hand gegrepen,
sinds die hand zijn vrouw greep, houdt hij
die hand vast. Is het zo te verwonderen
dat hij de aarde liefheeft Dat de pracht
van de aarde hem overrompelde En toch
leeft hij in God. In God leeft hij als in een
witte wolk, maar in hem is er geen twee
spalt tussen God en aarde. Hij begrijpt n
volkomen de gelijkenis van de aarde met
God, waarschijnlijk omdat hij met arge
loze ogen van een kind die godsliefde in
kijkt. «Ik weet nu, dat ik die aarde, die
wrede planeet, zal meedragen, de eeuwig
heid in.
Hij «begint nu ook iets te begrijpen van
de liefde van God, voor Zijn schepselen.
De echtelijke liefde is er een vonk van.
God gebruikt ze om Zijn Liefde te leren
kennen. Pieter van der Meer heeft een tijd
de liefde gezocht achter de sterren. Hij
werd er echter voorgoed door aangegrepen
wanneer hij op het Belfort te Brugge, op
een schone lentedag van het jaar 1901,
een mooi meisje ontmoette. Christine was
een vlaams meisje met grote blauwe ogen
2n een helm van korenblond haar. Alles
veranderde voor hem; de schepping kreeg
een andere glans. Hij had de liefde ont
dekt, een ontdekten dat zou verlengd wor
den tot in de eeuwigheid. Hij voelde zich
geraakt tot in de wortels van zijn leven.
Dergelijke Liefde moest uitmonden in God...
Want in hun liefde vergaten die twee jon
ge mensen nooit de anderen; het lot van
de gemeenschap was hun pijn, hun vreug
de, hun leven. Aan zulke liefde greep God
zich vast; Hij schonk hun Pieterke en dit
eerste kindje zou hij gebruiken om op hun
drieën beslag te leggen. «Ik geloof nu, o zo
vast, dat alle menselijke liefde tenslotte
uitmonden wil in God. Alle liefde voor kin
deren, de liefde voor vrienden en mede
mensen mondt ten langen laatste uit
God. Want die liefde is oneindig en kan
geen beperking of maat verdragen. Liefde
wil alles, liefde wil God
Bij hem gebeurde dus aanvankelijk alles
zonder God. Christiene en Pieter hebben
veel uren van angst beleefd. Zij zochten de
zin van het leven. Veel scheen hen zo zin
loos. Pieterke leerde in die tijd naast le
zen en schrijven, ook zijn ouders liefheb
ben. Hoe kon de liefde van zo'n kind zin-
lops zijn als de ouderlijke liefde zelfs het
niet was
Al die liefde en al het kwaad moeten een
bestendige betekenis krijgen, een hogere
zin. Hoevele mensen die voor existentialis
ten versleten worden zien diezelfde dingen
teugelloze behoefte aan de onvergankelijk- aueen ais een wild een zinloos spel van
heid, omdat liefde eeuwigheid wil. Hij komische krachten. Van deze grauwe le~
wroeging.
De zware fluisterstem van den priester is
indrukwekkend en de stilte in de kerk, wijl
ze penitentie bidt, is heilig.
Haar burggraaf zoekt afleiding in de
club en aan de roullette. Gelukkig voor
hem het leven met zijn aangetrouwde
familie ware anders een hel, verstaat
hij zich beter met Roger, zo goed zelfs dat,
wanneer de champagne de nare gedachten
verdrijf,zij elkaar «clier frère» noen
geven om niets. Van het leven moet ge ne
men wat het geven kan, in stede van u in
'n antiek kasteel te laten verdorren. Een
mens is maar eens jong. Later zal de tijd
komen om een waardige baron of burg
graaf te worden.
Monsieur Roger heeft dezelfde gedach
ten en zegt
Ge moet Liliane maar laten pruiien.
Ze komt vanzelf .tot inkeer.
De zoon van den baron zou beter min
der aan plezier denken en meer aan zijn
zieken. Dat is de strenge kritiek en beoor
deling van het volk. Iedereen regelt zijn le
ven wel naar eigen goeddunken, doch de
jonge baron had dan maar advokaat of iets
dergelijks moeten worden, 'n beroep waar
geen mensenlevens bij op het spel staan
'n Dokter moet hart hebben voor zijn pa
tiënten. Ware het niet om zijn vader, de
jonge baron zou zelfs niet meer bezien
worden. Wat moet 'n mens doen, wanneer
er onverwachts bij nacht iemand ziek
Wordt Voor de clientele van dokter Bru-
vensopvatting bleef Pieter van der Meer
gespaard door de eeuwige liefdesgericht
heid van zijn vrouw. Christiene was ge
doopt en haar ouders waren brave mensen.
Haar moeder was in de katholieke kerk
gedoopt, haar vader niet. Hoewel ze anti
klerikaal waren een Godsverschijnsel
bij de liberde families uit Brussel waren
ze niet anti-katholiek.
Chistiene werd bekoord door het aan
trekkelijke van de godsdienst doopsel,
plechtige kommunie, geestelijke afzonde
ring; ze droomde er zelfs van, religieuse
te worden. Haar familiaal midden verzette
zich hiertegen; ze leefde in een salon-socia-
lisme, schilderde en zag weldra hoe het
geloofleven vervangen werd door allerlei
kunstuitingen, o.a. door de poëzie. Zo ver
loor ze haar geloof.
Toch bleef er in haar iets van over. «God
•ilde haar gebruiken om mij te vangen»,
heet het bij Pieter van der Meer. Ze moest
de moeder worden die haar lichamelijke en
geestelijke kinderen het leven zou geven
en haar man zou optillen naar God.
schrijver ziet daarom in de geloofsafval
van het jongemeisje, een Felix culpa». In
hun verlangen naar schoonheid en ware
broederlijkheid, gepaard met de ontken
ning van de katolieke kerk, ontdekte God
toch de honger naar Hem omdat God met
eerbied en aandacht de verlangens en de
dromen van de mens volgt. In zijn jeugd
werken zocht Pieter van der Meer naar
het waarom der dingen. Twee woorden
springen hierin telkens vooruit hït le
ven» en «de liefde», 't Zijn de sleutelwoor
den van die werken. Ze vertolken de hun
kering naar meer liefde, naar meeer leven:
zijn vrouw heeft hem die woorden leren
kennen. Ze wisten beiden toen nog niet dat
ze in feite verlangden naar Diegenen die
gezegd had «Ik ben het leven, Ik ben de
Liefde.» Door het moederzijn van Christie
ne en door haar vrouw zijn werd hun ge
nade gegeven bij die woorden stil te staan,
niet verder meer te dwalen. Later hebben
ze die Goddelijke woorden mogen begrij
pen. Toen ze te Brussel woonden, gingen
ze uit loutere nieuwsgierigheid enkele da
gen doorbrengen in de Trappisten-abdij te
Westmalie. Daar kwamen ze voor 't eerst
in aanraking met de liturgie van de kato
lieke kerk. Die liturgie trof hen diep. Ze
hadden te voren wel de katedralen van
Brugge, Gent, Mechelen, Antwerpen be
zocht en ook deze van Frankrijk waren lie-
■e bekenden; maar deze kantwerken van
steen hadden voor hen geen sterkere bete
kenis dan de realisatie van een schone ge
meenschappelijke droom.Het bezoek aan de
abdij echter, was als de openbaring van
de ziel van het katolicisml: de serene ont
vangst bij de monniken, de gewijde stilte
en de nachtelijke gebeden en lofzangen
hadden hen diep getroffen.
Ze zochten verder en God leidde hen
naar Italië, Venetië, Florentië, Padua, As-
sisië, Rome. Overal bezochten zij kerken en
woonden er de ochtendplechtigneden bij.
Door het liturgische «spel» der ceremoniën
begonnen ze iets te begrijpen van de diepe
1 het geloof. Pieterke, die zoveel
hield van spel en beweging, zat daar onbe
grijpelijk naast zijn ouders te luisteren en
te kijken. Hij was buitengewoon ingeto
gen en volgde met wondergrote ogen de
diensten. Te Rome werden ze uitgenodigd
een pontifikale hoogmis bij te wonen in
St. Pietersbasiliek. De Heilige Pius
droeg het H. Misoffer op. Hier werden de
ouders andermaal getroffen door
zwijgzaamheid van hun kind. In België
weergekeerd zullen de indrukken van Pie
terke aanleiding geven tot een pijnlijk ge
sprek
Moeder ik begrijp u niet en ik begrijp
vader ook niet: in Italië kon er geen daj
voorbij gaan of we gingen naar een kerk.
Hier in Ukkel gaan we nooit Waarom
niet Ik zou dat zo prettig vinden.
Mijn vrouw», zegt Pieter Van der Mc-er,
vertelde het mij 's avonds. We praatten
over, we zochten: we moesten ons kind
toch iets geven
Zou het misschien niet goed zijn dat
jk hem leerde bidden Ik denk wel dat ik
mijn gebeden nog ken...
Toen gebeurde het; een jonge heiden er.
een jonge afvallige vrouw deden het uit
liefde voor hun kind. «Wat er toen in God
gebeurd moet zijn», zegt Pieter van der
Meer, «begrijp ik nu enigszins beter. Ubi
caritas et amor. Deus ibi est.» Het was
een feilloze weg naar Zijn vaderhart.
'T VERVOLG'p.
r0O0
Nooit werden onze vroede stedevade-
ren» aldus hooide ik dezer dagen praten
.<zo in 't nauw gebracht als bij 't bespreken
van 't budget in de raad van onze stê. Hoe
is 't Gods mogelijk dat ze dit jaar met een
tekort van DERTIEN MILJOENTJES slui
ten. Terwijl z'ons met d'hoogste belastin
gen beladen.
En 'k dacht hoe kan zoiets nog iemand
wonder schijnen, wanneer ze dag-lijks voor
nun ogen zien hoe 't linkse stadsbestuur
verbrast, verkwist én vrienden én zich zei
ven paait met 't geld van iedereen
Debunne heeft die ramp voorzien
heeft de boel in steek gelaten. Hij heeft zó
flink geholpen om 't stadsbudget om zeep
te brengen dat hij nu liefst het zalven aan
een ander overlaat.
De Stobbeleir repte geen woord van vij
vertjes, gevelde bomen, riesling of cham
pagne. Hij dacht waarschijnlijk aan de
melk. Met iets in en de 41.000 frank die hij
telken jare aan de stadskas wil ontnemen
om z'n vriend plezier te doen.
Cornelis die z'n doktersleest verliet om
zich met wegen te bekommeren die klopte
culpa» voor de slechte asfaltwegen
waarmede hij de stad bedacht en beioofde
zich te zullen beteren en een sterker slijt-
vlak aan te laten brengen. De proef is niet
gelukt. Wij hebben toch geleerd
Lauwereys, dat geef ik toe, was de (pan
toffel)-held; hij bracht onze burgerlijke
stand op 't peil ter waarde onzer stê
waakt intussen op 't ajuinenras opdat 't ge
zond zou blijven.
Gij hebt, gij kalolieken, een centrum dat
heilzaam voor ons mensen is, met eigen
geld betaald. Waarom, ik vraag het u, zou
den wij dan niet hetzelfde doen met 't geld
an iedereen 1
D'Haeseleer, de held die iedereen doet
betalen om een heal klein hoopje kinderen
naar z'n scholen te vervoeren, terwijl zij
die 't gelag betalen tevoete gaan, terwijl zij
een slop gedreven wanneer hij, schijn
heilig weg, de schuld van zijn te groot bud
get de C.V.P. nu aan wil wrijven. De Wolf
die zei het klaar wat wij in '46 erven
mochten van een links stadsbestuur
duizend malen erger dan dat gij te erven
kreeg. DIRK.
0O0
STATISTIEK DER
VERKEERSONGEVALLEN
WEEK VAN 23 TOT 29 APRIL
TIEN DOODEN EN 88 ZWAAR
GEWONDEN
Tien doden, 88 ernstig en 505 lichtgewon
den, dit is de balans van de 588 ongevallen,
-an 23 tot 29 april op de wegen of
de agglomeraties waar het toezicht op het
verkeer door de rijkswacht wordt geoe
fend zijn gebeurd.
Gedurende het weekeinde waren bij 221
ongevallen, 2 doden en 49 ernstig gewon
den te betreuren.
De oorzaken van de dodelijke ongevallen
zijn de volgende overmatige snelheid
een dode; oordeelfouten of gebrek as
aandacht bij de maneuvers vier; ve
blindende verlichting één; klaarblijkelijke
dronkenschap één; andere omstandighe
den drie.
De ongevallen worden per provincie ver
deeld als volgt Brabant 88, West-Vlaan-
deren, 55; Oost-Vlaanderen 87; Antwerpen
64; Limburg 48; Luik 83; Luxemburg 29
Henegouwen 86; Namen 48.
GENEESKUNDIGE ZON DAGDIENST.
Bij AFWEZIGHEID v.an de huisdokter
.can men zich voor DRINGENDE GEVAL-
,EN wenden
ZONDAG 6 MEI 1956
r. J. DE LOOF. CAPUCIENENLAAN,
TEL. 233.00.
ZONDAGDIENST DER APOTHEKEN.
IS ALLEEN OPEN
ZONDAG 6 MEI 1956
van 9 tot 12 en van 14 tot 18 u.
In de week. voor DRINGENDE GEVAL
LEN en DIENST NA 7 uur 's avonds
APOTHEEK LAMBRECHT, HEILIG
HARTLAAN, 10.
De Apotheken der stad zijn gedurende
e WEEK open van 3.30 tot 12 uur en van
13,30 tot 19 uur.
os««i55®«®sceses6oes«e«9®s«oe»®'
neel is dat niet erg. Ze hoeven slechts te
bellen en het adres op te geven. Doch de
andere «Stoor dokter de Laville maar
eens in zijn slaap. Ge zult wat horen, ten
minste als hij thuis is. Loopt ge dan dokter
Bruneel halen, dan bekijkt de baron u met
een blik die boekdelen spreekt.» Landuyt
zou om die boekdelen maar weinig geven.
Maar wat zal hij doen indien hij in onge
nade bij den baron valt Er is tegenwoo:
dig veel vraag naar land en onderkruipers
die meer pacht willen betalen zijn cr ge
noeg. Als hij uw land afneemt, dan zijt ge
't kwijt en vind er maar ander.
Of nu dokter Bruneel of de Laville den
zoon van Landuy meestert... Wat is er aan
«vliegende tering» te genezen 't Is 'n ho
peloos geval. De jongeman vermagert zien
derogen en sterft. Soo, die hem in de kist
legde, beweert dat de jonge Landuyt met
kleren en al misschien maar veertig kilo
meer woog." Niet om te geloven van een
twintigjarige, die 'n paar maanden geleden
er bijna tachtig haalde. Beleef zo iets als
ouder, die al zijn verwachtingen op zijn
zoon gesteld heeft, 't Is om er gek van te
worden.
Mismeesterd, zegt Landuyt.
Zwijgt toch, antwoordt zijn zuster,die
bij hem inwoont, verschrikt.
En hij zwijgt, maar 's nachts rukt hij de
haren uit het hoofd en 's morgens is het
geen van zijn haarbos overblijft, spierwit.
Zijn «boer» wordt weggedragen en hij gaat
doodsbleek den stoet van familie en ken-
KERK DER PATERS CAPUCIJNEN
SINT JOB AALST.
DINSDAG 8 MEI, VIERDE DEK
NEGEN DINSDAG EN
TER ERE VAN
SINT ANTONIUS VAN PADUA
Te 8 u., mis met zang en aanbevelingen.
Te 6,30 u. paternoster, lof en sermoen
ioor E. P. GERARD.
0O0
ERKENTELIJKHEID.
Naar jaarlijkse gewoonte laat Erkente-
ijkheid ter gelegenheid van 10 Mei volgen-
ie H. Missen lezen voor de oorlogsslacht-
jffers der beide oorlogen
Sint Jozefskerk 10-5-56 7,30 u.
Sint Martinuskerk 10-5-56 7 u.
Immerzeeldreef 11-5-56 7 u.
H. Hartkerk 10-5-56 7 u,
O. L. Vr. Bijst. Mijlb. 20-5-56 8 u.
nissen vooraf. In de kerk staat hij zonder
te bewegen steeds naar hetzelfde punt te
staren en wanneer hij ten ffer g- at, zou
men zeggen dat 'n marmeren beeld begint
te leven. Hij houdt het doodprentje in zijn
en op zijn plaats leest hij zonder te begrij
pen
Vaarwel, vader. Dank voor de clniste-
lijke opvoeding, die gij mij gegeven hebt.
Dank voor uw voorbeelden en voor al het
geluk, dat ik bij u gesmaakt heb.
Wanneer de kist wordt neergelaten
knarst Landuyt op de tanden. Hij laat zijn
handen werktuiglijk drukken. Stom aan
vaardt hij de deelneming van zijn dorps
genoten. Hij gaat geknakt weg n beeld
van sombere smart.
Als Landuyt zijn verdriet niet kan uit
wenen, dan is het goed mogelijk dat hij
weldra naast zijn zoon komt liggen Doch
hij weent niet. Zelfs de pastoor kan hem
niet troosten en die kent er iets van. Zacht
en vaderlijk spreekt hij
Ik begrijp uw groot verdriet. Aan
aard uw beproeving. Uw zoon in den he
mel wil het zo. God schonk en God ont
nam hem u, gezegend zij Zijn naam.
Denkt ge dat ik de heilige man Job
ben zegt hij afwezig.
Probeer in zijn geest te denken. Be
werk uw velden en tracht door den ar-
arbeid te vergeten.
Voor wie zou ik nog werken
Het volk is nog wantrouwiger tegenover
de kunde van Roger de Laville geworden.
SOSSSO
Aan vliegende tering is wel niet veel te
doen, maar de zoon van René zou toch he
mel en aarde bewogen hebben. En indien
hij er van in de beginne bij ware geweest
Wie weet
De toestand is nu zo dat, indien Bruno i
de schoenen van de Laville stond, hij reeds
lang zijn praktijk had mogen opgeven en
elders waar hij niet gekend is,
ten herbeginnen. Dat is veel gezegd ov
populariteit van beide dokters.
De pachters van den baron hebben ge
leerd hun tong zevenmaal te draaien alvo
rens *hun gedachte te zeggen, doch iedereen
pacht niet bij den almachtige en hun me
ning komt hierop neer, «dat ze dat stuk va-
drouille zouden moeten verbieden nog lan
ger dokter te zijn. De praatjes staan niet
zo erg in verband met den afgestorven
Landuyt, doch met het gedrag van de La
ville, die maar steeds denzelfden levensre
gel volgt. De baron zelf merkt het
Ge overdrijft nu toch wel een beetje
Roger, z
Wat wilt ge zeggen, vader
Ge zoudt u toch wel 'n beetje moeten
bekommeren om uw zieken.
Denkt ge dat die boerenlijven zo inte
ressant zijn? antwoordt hij spottend.
Het is niet nodig mij op hetzelfde
toontje aan te spreken als dat waarmee de
mensen u beoordelen.
Ik moet u eerlijk zeggen, dat die oor
delen mij koud laten.
In zijn hart is hij echter woedend. Dur-
°o°
ST. MARTINUSPAROCHIE. AALST.
JAARLIJKSE NOVEEN IN DE
ST. JOBKAI'EL VAN 10 tot 18 MEI.
Nog enkele dagen en weer zullen honder
den, ja duizenden hun stappen richten naar
onze eeuwenoude St. Jobkapel; niet alleen
uit alle hoeken van onze stad, maar ook uit
zovele parochies van het Vlaamse land ko
men jaarlijks ontelbare bedevaarders in
Jie'eenvoudige maar stemmige kapel de H.
Man Job vereren. Meer dan vijf eeuwen
zijn generaties elkaar op de voet gevolgd
om «buiten de keizerlijke stede van Aelst»
dichtbij de Hoezebeek op de wijk van Re-
jelsbrugghe, hulde te brengen aan de H.
Man Job, die zich niet door het lijden liet
verpletteren, maar door zijn godsvertrou
wen over alle tegenspoed wist te triomfe-
sn. Als wij de goede dagen uit Gods
hand aanvaarden, waarom zouden wij de
xwade van de hand wijzen «God gaf,
Jod nam; zijn Naam zij gezegend». Dit
iiepgodsdienstig ideaal, dat het leven van
de H. Man Job heeft gericht, heeft onge-
.wijfeld eeuwen lang een grote aantrek-
ingskracht uitgeoefend op het vroom ge
moed van ons vlaamse volk. Jaar in, jaar
uit wordt onverpoosd deze kapel bezocht
Joor velen die bidden om genezing van alle
;oort huidziekten, maar ook door zovelen
rouw gedompeld komen smeken om
offer- en levensmoed.
Alle echte Aalstenaars kennen hun St.
Jobkapel en ze worden er allen tijdens de
ïoveen verwacht
Op al de weekdagen der noveen H.H.
Missen te 6,30 u. en te 7 u.; maandag 14
mei te 9 u., Plechtige Mis met sermoen, op-
;edragen voor al de overledenen der Con-
rerie en van de St. Jobwijk. Men kan
zich steeds laten inschrijven in de confré
rie bij E. H. Houtman, Korte Zoutstraat,
47 of tijdens de noveen ook in de kapel
Jaarlijkse bijdrage 10 Fr. voor gans het
gezin.
©s
•en die pummels hem beoordelen en waar
halen ze dien durf vandaan Niet uit zich
zelf, daarvoor zijn ze te bang voor zijn va
der en diens macht. Ze worden opgestookt
Joor dien zwarten Bohemer, die hem haat
en hatelijk wil maken. Hij zal dien man
denmaker het zwijgen opleggen.
Toevallig op 'n donkeren avond
Hoor eens, Bruneel, indien uw laster
oortgaat, zal ik maatregelen treffen.
Pardon U beneemt mijn tijd.
De spottende glimlach en de kalme stem
maken den jongen de Laville woedend.
Eerroof Ge kent de betekenis van dit
.voord, hoop ik
Als er eer te roven is, dan wel. En nu
gegroet.
MijnheerDit is de tweede maal dat
u mij beledigt.
En indien u nog verder mijn tijd rooft
dan vrees ik inderdaad voor een tweede en
verbeterde editie van het incident op het
kasteel.
Bruno gaat heen zonder de Laville nog
een blik te gunnen, 'n Sombere woede over-
alt hem naargelang hij verder gaat. De
zelfde opwindende machten als toen op het
kasteel, maken zich van zijn ziel meester.
De herfstavond is zacht, 't Is precies lente
en het enige geluid is dat van den wind
eeuwige muzikant, die zijn eentonig lied
zingt in de kruinen van de bomen. In
Bruno giert het geweld van den opstande
ling, Vervloekte de Laville's Hoe kan il^
u 't best treffen 'T VgRYOLGT,