fljwn
Politiek
Overzicht
De
nieuwe
.uropese poging
Reisindrukken uit CONGO
DE G4ZET YSN AALST
EN OMSTREKEN
Burelen ST. JORISSTRAAT, 25, AALST.
VERSCHIJNT DE DONDERDAG EN ZONDAG VAN IEDERE WEEK.
TEL. nr. 241.14 P. C. nr.88i,72 13' JAARGANG. 1,50 Fr. het Nr. DONDERDAG 6 SEPTEMBER 1956
i
IS 1IET WAAR
Ik kwam weerom mijn vriend Snuiver
tegen.
Ge ziet er zo koleirig uit zei ik.
Zwijg, zei hij, er is reden toe.
Hoe, vroeg ik, wat is er nu weer aan
de hand
Och ,gij ziet gij zeker niet Gij hoort
gij zeker niet sprak hij bits.
Maar, is 't zo erg 'k Werd benieuwd.
Allez, toe jonk, hang de onnozelaar
niet uit... en hij kwam los.
Zondag onthullen ze het monument aan
de gesneuvelden en, dat is maar tijd.
Maar... en hij trok zijn ogen wijd open.
Gij zult ze daar weer zien paraderen met
de borst vooruit... ge weet wel die «grote»
patriotten die 't allemaal zo goed gingen
doen.
Ziet gij niet wie de stad bestuurt De
kleinste groep... zij zijn de baas, zij delen
de lakens uit en de socialisten zeggen niets;
de communisten weten van niets nu
trommelen ze geen volk bijeen, nu maken
ze geen kabaal.
Moesten er eens vijf C.V.P.-ers de stad
alleen besturen... er zou wat aanhangen
Als de C.V.P. de sterkste was, was 't al
niet naar hun zin... maar nu is 't goed..
Of weet gij dat niet meer... van die
boom op 't belfort. Mr. de Blaa nr 1 foto
grafeerde hem, sprak van doodsgevaar,
van schandaal. Die op de Graanmarkt wa
ren ook gevaarlijk z eker Als de zon
schijnt kunt gij daar op de banken niet zit
ten, want er is geen schaduw en als ze niet
schijnt is 't er te koud.
Vroeger ging hij alle vuilhoopjes foto
graferen. Nu staat 't gras en 't onkruid
manshoog... maar zijn toestel is zeker ka
pot
Vroeger eisten ze 25% vermindering van
de belastingen... nu schonken ze öns reeds
'n cadeau van... ik hoorde zeggen dat wij
binnen kort 600 opcentiemen zullen beko
men. De 350 van de C.V.P. waren hun te
veel 600 is 25% minder, zeker.
Ja, zei ik, maar die moet gij toch niet
betalen.
Hoe gij riep hij verontwaardigd. Ben
ik alleen. Tellen de andere mensen niet
Is een bestuur er om te pesten en te ver
kwisten... ze moeten rechtvaardig zijn
Ze hebben het, vroeger altijd gezegd dat ze
voor rechtvaardigheid waren.
Ja, zei ik milderend, maar men be
schuldigt nog al rap.
Rap riep hij Weel gij niet meer
van 't kabaal dat ze verleden jaar maakten
om, op een examen, een kandidaat te we
ren... nu moesten ze hem toch pakken
Maar beter, nu benoemen ze zelf op 't
stadhuis ga het vragen of 't niet waar
is iemand tot bureelhoofd die «niet ge
slaagd» is in zijn examen. Is dat «just»
Ja, zei ik, als 't waar is
Waar, zei hij en keek mij gloeiend
aan.
Waar... en er is nog meer waar.
Weet gij dat diezelfde candidaat, vriend
van onze d.d. burgervader, uit dankbaar
heid een televisie-toestel wil cadeau aan
zijn weldoener doen met geld uit de kas
van 't monument Vraag het aan de Va
derlandslievende verenigingen. Er werd
hun zelfs voorgesteld rond te gaan, op de
Kat, met lijsten voor in te schrijven... voor
dat televisietoestel, wel te verstaan
Neen, Snuiver, zei ik; daar geloof ik
niets van, gij laat u nog al wat op de
mouw spelden. Dat zou ons huidig stads-
hoofd niet aanvaarden. - Maar een mens,
die in de politiek staat wordt rap beklad.
de domme zei Snuiver. En die
dankbare kadee heeft zijn kinderen naar
de officiële school moeten sturen of zijt
gij een stommeling
En hij keerde mij de rug toe en stapte
het af.
Wij beleven rrue tijden Is d-at. nog een
leven Als 't waar is, is 't droef.
Als 't niet waar is is 't gemeen van dat
allemaal uit te vinden en uit te strooien
Maar waar rook is...
PIERLALA.
DE SUEZ-CRISIS.
President Nasser heeft Maandagmiddag
de vijflandencommissie onder voorzitter
schap van premier Menzies van Australië
in audiëntie ontvangen. -
Van de andere kant heeft het personeel
van de maatschappij van het Suez-kanaal
aan de Egyptische overheid latén weten dat
het zijn bedrijvigheid in Egypte niet einde
loos kan verlengen. Het gaf nochtans de
verzekering dat het zijn diensten niet zou
ontzeggen zolang de besprekingen lussen
Nasser en het comité duren.
Op deze manier hebben Engeland en
Frankrijk dus het middel in handen om het
Egypte onmogelijk te maken de doorvaart
van het kanaal te verzekeren, en ze zijn zo
in staat een conflict uit te lokken.
De maatregel waardoor aan Frankrijk de
toelating verleend wordt troepen te statio
neren op Cyprus, werdt terecht zeer becri-
tiseerd in de Engelse pers.
Provocante daden van de kant van Enge
land en Frankrijk blijken wel voldoende
aanwezig te zijn.
AMERIKA.
De V. S. A., het bij uitstek anti-kolona-
listisch land, heeft alle reden om zich niet
met de andere te gaan bemoeien op dit ge
bied.
In Indonesië heeft het zijn uiterste best
gedaan om de Nederlanders helpen buiten
te kegelen. Toen het bemerkte dat het
daardoor in de kaart gespeeld had van de
communisten, was het natuurlijk te laat;
het berouw kan enkel na de zonde komen.
De heren Amerikanen denken dat ze ge
roepen zijn om zogezegde scheve toestan
den recht te zetten, i.p.v. constructief werk
te verrichten.
En toch, men zou zeggen dat negers in
de V. S.A. zelf ongewenste personen zijn.
De oproer van de blanken in de stad Clin
ton en Tennessee, die als doel had aan 12
negers de toegang tot de public school te
ontzeggen, blijkt daar een nieuw bewijs
van te zijn.
Sedert 17 Mei 1954, dag waarop het
Amerikaanse Hoger Gerechtshof besliste
dat het rassenonderscheid op de openbare
Scholen onwettelijk is, is de houding van
veel blanken t.o.v. de zwarten er niet op
vooruit gegaan.
De democratische evenmin als de repu
blikeinse partij heeft zich over deze kwes
tie in resolute termen uitgelaten, zodat de
negers van deze kant niet de hulp mogen
verwachten, waarop ze gehoopt hadden. Me
dunkt, dat de Amerikanen eerst vóór hun
eigen deur moeten vagen, eer ze zich het
recht zouden mogen aanmatigen lichtvaar
dige oordelen over andere landen ten beste
te geven.
oQo
NOG GEEN DEFINITIEVE
REGELING DER SPELLING
VOOR HET NIEUWE
SCHOOLJAAR
De minister van Openbaar Onderwijs
heeft aan alle hoofden van instellingen van
onderwijs en de opvoedkundige en adminis
tratieve diensten het volgend rondschrijven
gezonden
Bij de ministeriële omzendbrief nr. 146.6-
963 van 18 Oktober 1955 werd voorgeschre
ven dat inzake toepassing van de woorden
lijst van de Nederlandse taal het school
jaar 1955-56 als een overgangsperiode
diende te worden beschouwd, en dat, in af
wachting van verdere onderrichtingen in
zake de bastaardwoorden, de voorkeurspel
ling zou onderwezen worden.
Wij hadden ons voorgenomen tegen 1
September 1956 aan de scholen een defini
tieve regeling van de spelling te laten ge
worden. Een gemengde Nederlands-Belgi
sche onderwijscommissie werd belast met
een onderzoek van de schrijfwijze van de
bastaardwoorden. Deze commissie heeft
thans een interim-rapport ingediend, waar
in zij te kennen geeft dat zij eensgezind
streeft naar een systeem van eenvoudige
regels, die de schrijfwijze van de bastaard
woorden vastlegt, natuurlijk binnen de
perken door de woordenlijst bepaald. Even
wel is het niet mogelijk gebleken met dat
werk vóór 1 September klaar te komen.
Aan de andere kant wordt het eindrapport
van die onderwijscommissie vóór het be
gin van het volgende kalenderjaar in het
vooruitzicht gesteld.
Derhalve is het niet opportuun thans de
finitieve spellingsonderrichtingen aan de
scholen te verstrekken. Bovengenoemde
omzendbrief van 18 Oktober 1955 blijft dus
voorlopig van kracht.
TRIOMF VAN DE VOLHARDING
De Europese ekenomische integratie, als
sluitstuk van een werkelijk verenigd Euro
pa, betekent een idee en een objektief, die
sinds het einde van de tweede wereldoor
log, bijna voortdurend op de voorpagina
van de aktualiteit hebben gestaan. Zodanig
dat de publieke en zelfs de leidende politie
ke opinie er op zekere ogenblikken ver
moeid van leek, zoals dat het geval was
nadat in 1954 het Franse parlement de Eu
ropese defensie-gemeenschap verworpen
had.
Enkel reeds de Europese ekonomische
eenmaking stelt uitzonderlijk moeilijke
technische problemen, maar die problemen
zijn oplosbaar, indien de wil aanwezig is
om het doel te bereiken, indien het geloof
bestaat in de uiteindelijke waarde en grote
voordelen van het doel.
De Europese eenmaking is een objectief,
of beter een ideaal van een formaat, waar
bij de woorden passen van de vader van
de Nederlandse onafhankelijkheid «Point
n'est besoin d'espérer nour entreprendre,
ni de réussir pour persévérer».
De klaarste geesten hebben trouwens van
bij de aanvang beseft dat de ekonomische
eenmaking, en a fortiori de ekonomische
en politieke eenmaking een werk van lange
duur was, waax-bij volharding en taaiheid
nog belangrijker zijn dan de deskundigheid
die nodig is om aangepaste wegen van ge
leidelijkheid te vinden.
Na de politieke mislukking, die in de
voornoemde stemming van het Franse par
lement tegen, de «m'MCCWM. integratie, haar
uitdrukking vond, is het een bizondere ver
dienste geweest van de Beneluxlanden, een
nieuwe poging tot ekonomische integratie
van de zes landen van het kleine Europa
(Benelux, Frankrijk, Italië, Duitsland) in
het leven te roepen. Deze poging heeft men
enigszins verkeerdelijk de «rélance euro-
péenne» genoemd,-wat schijnt te implice
ren dat er tevoren een mislukking is ge
weest. Op ekonomisch gebied is dat niet hel
geval geweest noch de O.E.K.S. (Organi-
itie voor Europese Ekonomische samen
werking), noch de E.G.K.S. (Europese Ge
meenschap voor Kolen en Staal) mogen
,ls mislukt beschouwd worden. Maar ze
kunnen niet volledig slagen zolang ze geïso
leerde eilanden van integratie blijven.
Er was volharding en geloof nodig van
wege de Benelux-regeringen om tijdens de
konferentie van Missina op 1 juni 1955
aan de andere E.G.K.S.-partners konkrete
voorstellen te doen voor nieuwe integratie
pogingen. Met een zekere bescheidenheid
werden vier plannen voorgelegd: het schep
pen van een gemeenschappelijke markt,
van een atoomgemeenschap; het doorvoe
ren van een integratie in het gebied van de
elektriciteit en van het transport.
Slechts uitzonderlijk begaafde optimis
ten konden te Messina voorspellen dat in
mei 1956, te Venetië, op basis van een door
de experten uitgewerkt rapport, de zes re
geringen zich principieel akkoord stelden
r de gemeenschappelijke markt en de
atoomgemeenschap, realisaties die in de op-
atting van vijf der zes landen (Frankrijk
uitgezonderd) noodzakelijk gebonden zijn.
De principes, die aan de basis liggen van
het projekt van de gemeenschappelijke
markt, zijn eenvoudig en tevens scherp
zinnig de te volgen processus zal geleide
lijk zijn, gelijktijdig in de diverse gebie
den, en niet omkeerbaar. Dit laatste bete
kent dat de parlementen en regeringen
niet op hun stappen kunnen terugkeren.
Wie mee doet moet bereid zijn de schepen
achter zich te verbranden.
Volgens deze processus zouden de inner
lijke tolgrenzen tussen de zes landen in een
aantal etappes over twaalf jaar, en hoogs
tens over 15 jaar volledig moeten afgebro
ken zijn.
Dit grandiose en tevens realistische plan
kan nog dit jaar gekonkretiseerd worden
in een ontwerp-verdrag, terwijl de Atoom
gemeenschap voorwerp wordt van een
tweede verdrag. Het is een wijze en nood
zakelijke politiek vanwege België die twee
verdragen als praktisch onafscheidbaar te
beschouwen i. d.
VERVOLG VAN ONS INTERVIEW VlET OUD-MINISTER MOYERSOEN.
Onze twee eerste artikels betroffen de
militaire instellingen in Congo en de ont
wikkeling van de missies.
Hebt U ons niets te vertellen over de po
litiek van de huidige regering in Congo
Eilaas, ik kan daar niets goeds over zeg
gen. Ik heb natuurlijk getracht een juist
beeld van de huidige toestand te verwerven
en heb dan ook veel mensen daarover on
dervraagd.
Ik meen dat ik de toestand als volgt mag
samenvatten
De sterkte van het Belgisch regiem in
Congo bestond essentieel uil twee dingen
a) de blanken waren het eens. Er be
stond geen discriminatie op gebied van po
litieke aanhankelijkheid.
b) Kerk en Staat werkten samen.
Deze samenwerking, waarbij men nog
het aandeel van de grote industriemaat
schappijen moet voegen, heeft grootse din
gen teweeggebracht.
De politiek van Minister Buisseret hceit
dat allemaal gebroken. Hij heeft zich bij de
aanvang van zijn regering aangediend, ol
zich laten aandienen als de man die een
einde ging stellen aan een regiem dat
«achterlijk» was en de inlanders bele.te tol
hun volledige ontplooing te komen. Iivj was
«de bevrijder».
Die bevrijding moest hoofdzakelijk ko
men van de invoering van het tekenonder
wijs in Congo.
Ik heb herhaalde malen horen bev estigen
door de kerkelijke gezagdragers dat zij zich
niet wensen te verzetten tegen het vesti
gen van het staatsonderwijs. En ze beken
nen volgaarne dat de concurrentie die
daaruit ontstaan is, nuttig was om een ver
betering van het christelijk onderwijs te
bevorderen.
De wijze echter waarop die invoering is
geschied en de maatregelen die werden ge
troffen om de ontwikkeling van het staats
onderwijs in de hand te werken zijn hele
maal verkeerd geweest.
Het hoofdopzet schijnt geweest te zijn
het staatsonderwijs zo spoedig mogelijk ge
lijk te stellen met het vrij onderwijs.'Daar
voor het vrij onderwijs, tijdelijk althans, in
zijn ontwikkeling te stuiten om aan het of
ficieel onderwijs toe te laten de achter
stand in te halen.
De eerste negatieve daad van de minis
ter was dan ook een circulaire, waarbij de
bepalingen van de overeenkomst, die ge
sloten was geweest tussen Congo en de
missies, op schandelijke wijze werden mis
kend.
Dit vergrijp verwekte in Congo een grote
opschudding en niet het minst bij de in
landse bevolking die op de hoogte werd ge-
bx-acht van het conflict door de pers, en
tenslotte ook door de verklaringen die ge
daan werden in de kerken en kapellen door
de missionarissen.
Ten gevolge van het zeer beslist optreden
van de apostolise vicarissen die besloten
hadden al hunne scholen te sluiten, moest
de Minister zijn betwiste omzendbrief in
trekken.
Doch daarmede was de gezagcrisis inge
treden. Voor het eerst tot hun verbazing
stelden de zwarten vast dat er verdeeld
heid heerste tussen de blanken. Er waren
dus goede een slechte blanken.
Anderzijds hebben de verklaringen "van
den Minister en zijn agressieve houding
de ijverzucht van tal van ondergeschikten
geprikkeld. De belemmeringen die het vrij
onderwijs thans zo zeer in zijn ontwikke
ling hinderen zijn nu hoofdzakelijk van
administratieven aard De aanvragen van
subsides worden geboycot, dossiers worden
niet doorgestuurd of verloren, men meet
maanden, jaren wachten eer men een be
slissing bekomt.
De ijverzucht voor het tekenonderwijs
heeft zich ook op een zeer ongelukkige
wijze geuit. De staatsschool en het lekenon-
derwijs werden voorgesteld aan de zwarten
als het onderwijs dat hun eindelijk de
gelijkheid met de blanken zou verzekeren.
De zwarten gaan zeer vlug in hun «de-
j ducties. In Luluaburg zegden sommigen
We konden de blanken al buiten zetten,
I indien we sinds lang het lekenonderwijs
I hadden gehad.
Meteen werd het prestige en de faam van
het missieonderwijs aangetast, zonder dat
daarom de waarde ende goede naam van
het officieel onderwijs was verzekerd.
Want het lekenonderwijs kwam weldra
te voorschijn als een onderwijs zonder
God. Een opvatting die volledig ontsnapt
aan het begrip van een inboorling, die, hij
weze christen of niet, behoefte heeft aan
geloof in een Opperwezen. Deze opvatting
schaadt nu reeds aan het officieel onder
wijs.
Voegen wij hierbij dat we hier staan
voor een geimproviseerd onderwijs met
onvoorbereide leerkrachten, die de taai niet
Kennen noch de mentaliteit van de leerlin
gen, en veel ontgoochelingen tegemoet lo
pen.
Dit onderwijs kost ook schrikelijk duur.
Inmiddels gaat de strijd voort. Na de in
cidenten betreffende het verplicht maken
van openbare aanbestedingen bij het bou
wen van vrije scholen is de verdeling der
subsidies voor het bouwen van onderwijs
instellingen een geschilpunt geworden dat
niet opgelost geraakt, wegens de moedwil
van de medewerkers van Minister Buisse
ret.
Deze twisten ontsnappen niet aan de ken
nis en de aandacht der zwarten.
Ik heb dikwijls gevraagd of het wel no
dig en wenselijk was dat de inboorlingen
op de hoogte van dit alles zouden worden
gebracht. Het antwoord was dat inlanders
de dagbladen lezen, ook Belgische dagbla
den, dat zij daarover palaberen en dat het
dikwijls nodig is van gezagswoge op te tre
den om de ware toedracht der zaken uit
een te zetten.
Bij het beoordelen van al deze gebeurte
nissen mag men niet de waarschuwing uit
het oog verliezen van Oud-Minister De-
quae «De Missionarissen zijn de blanken
die gekomen zijn om iets te geven; wanneer
men hun prestige zal hebben jpeergehaaid,
zal het gauw gedaan zijn met het prestige
van de andere blanken, die alleen komen
om hun brood te verdienen.
Een kerkelijke hoogwaardigheidsbekle
der, met grote ervaring zei me «De Kerk
kan zich herstellen van het kwaad dat
I thans geschiedt; België niet.
De gezagcrisis tast immers niet alleen de
traditionele samenwerking tussen Kerk en
Staat aan. Het 'is het gezag zeif dat onder-
'mijnd wordt in de persoon van de Gouver
neur Generaal en van het bestuur.
I De ijverzucht heeft de rangen zelf van
de administratie aangevreten.
Die ijverzucht wordt beloond door be
noemingen een bevorderingen, die vaak in
strijd zijn met de rechtvaardigheid en ze
ker met de gevestigde regels.
Tal van beslissingen worden te Brussel
genomen zonder dat de Gouverneur Gene
raal zijn advies heeft gegeven, vaak zelf
vooraleer hij den bundel heeft gezien.
Stellig is de Minister alleen verantwoox--
delijk voor het beleid in Congo tegenover
het Belgisch Parlement, maar het is ander-
derzijds ook waar dat de werkelijke verant
woordelijke in Congo de Gouverneur Ge
neraal is.
In geval van grote moeilijkheden zal hij
de beslissingen moeten nemen.
't Is hij die de politiek op lange termijn
moet verzekeren.
't Is hij die de menselijke kontakten
moet hebben met een klasse évolués die
stuurloos dreigt te worden, indien zij niet
beheerst wordt door een sterk gezag dat de
noden inziet en een klare kijk heeft op de
politieke evolutie.
Een nauwe samenwerking tussen Minis
ter en Gouverneur Generaal is dus onont
beerlijk. Die verhoudingen moeten in de
eerste plaats door wederzijdse loyauteit
worden beheerst.
Dit is jammer genoeg niet het geval van
wege de Minister, die zich laat inlichten en
voorlichten door- en zich steunt op onder
geschikte ambtenaren.
De huidige verhoudingen ontsnappen
niet aan de aandacht der zwarten.
Er wordt gefluisterd «U moet U niet tot
de Gouverneur Generaal wenden Hij
heeft niets te zeggen 't is te Brussel dat
alles wordt beslist...
De uitnodiging van Minister Buisseret
tot de klerken om te Brussel over hun loon-
statuut te komen discussieren, over het
hoofd heen van den Gouverneur, is een
rampzalige daad geweest.
I De inboorlingen hebben mij zelf gezegd
1 hoezeer die doenwijze het gezag van de
Gouverneur ondermijnde.
Wat pijnlijk en verbijsterend is, in deze
politiek, is dat alles langs de kleine kant
wordt aangevat. Het is dwergenwerk, daar
waar staatsmansbeleid meer dan ooit nodig
is. WORDT VOORTGEZET,