CikcM
DE WINDROOS
STADSNIEUWS
TEN BATE VAN HET APOSTOLAAT ONDER
DE REiZENDEN.
GALA-VERTONING DOOR HET
RUBRIEK VOOR
KUNST- EN GEESTESLEVEN
VERVOLG.
ONS VERHAAL.
DUIVEN OP HET DAK.
de brief van Gustaaf.
Bij het einde van de brief sprong een
passage uit een boek mij in de geest. Het
was ongeveer zo
Dl jonge Augustinus zat in een scheeps-
kajuit en schreef een brief. Hij wist dat
dit zijn laatste brief was en dat het schip
naar het laatste continent voer. Voor de
eerste maal in zijn leven voelde hij dat het
goed was, dat hij door geen enkele band
van familie en vriendschap gebonden was,
behalve dan aan de liefde van een arm
meisje uit Pernambuco. Hij kende onbe
hoorlijk Portugees en toch schreef hij haar.
De koorts stak een kleine, bevende vlam
in z£jn onrustige hand. De vlam zou uit
sterven maar onzichtbaar voortbrenden.
in de letters, die daar schots en scheef als
vervallen huizenrijen stonden. In de on
macht van zijn woorden besefte hij dat
niemand dicht tot een ander nadert, dat de
betrekkingen tussen de mensen los en klein
zijn en alléén de dood de enige band is.
Waar had ik dit gelezen en hoe bestond
het dat die passus zo zuiver in mijn geest
te voorschijn geroepen werd Is het moge
lijk dat al wat wij eens gelezen hebben
zich in magische golvingen in onze ziel
voortplant en aan het vlies van het be
wustzijn trilt wanneer er zich bepaalde
omstandigheden rondom ons voordoen
Ik las een tweede maal de brief en ik
werd gebiologeerd door die woorden vol
droefenis, koorts, pijn en kwelling, die
woorden vol bittere gelatenheid en zelfbe
vrijding, met een wil tot zelfonthechting.
En dan die pijnlijke, ziekelijke wens ik
wil elke eigen drang en verlangen in mijn
ziel stikken, elke opzaai van de liefde stil
len en mijzelf vergeten. Niemand mag nog
een zier om mij geven, om dit zielige wrak.
Yvonne niet en niemand, niemand moet
zich om mij gelegen laten. Liefde is een
verboden ding voor zieke mensen.
Van de andere kant klaarde door zijn
brief een rustige overwogenheid waar hij
het had over het voorstel in verband met
Yvonne. Had hij niet de hoogst denkbare
moed gevonden afstand doen van de ge
liefde, die hem nog kon binden aan de
bróze uren en zonder wie elke minuut, elke
seconde, een marteling moest zijn. Maar de
dood in zijn majesteit en verblindende fel
heid leert in de laatste ogenblikken de uit
eindelijke wijsheid over het leven. Die
wijsheid had ook Augustinus ontdekt, had
den voorzeker nog anderen ontdekt en mis
schien ontdekt die iedereen, die afscheid
neemt.
Ik heb Gustaaf weergezien maar ik her
kende hem niet meer. Niet terwille van de
onmenselijke scherpte van zijn gelaat en
zijn handen. Maar terwille van de ont
hechting, die ironie over het leven die
speelde in zijn stem en zijn ogen. Het deed.
me pijn, dat we beiden reeds zo diep ge
scheiden waren; misschien zou het anders
worden na zijn dood.
Hij was rustig en in zijn ogen scheen de
koorts gedoofd. Hij kwam weer met zijn
voorstel aanzetten, hoe zeer ik ook ge
wenst had dat hij het zwijgen bewaarde.
Omdat ik hem niet wilde tegenspreken in
wat hij zijn laatste wilsbeschikking noem
de, beloofde ik Yvonne te huwen. Ik voelde
zijn hand, koud als gepolijst marmer.
Er rimpelde een glimlach over zijn ge
laat Ik zal Yvonne schrijven, ze moet
niet meer bij mij komen; het is beter dat
ze zich van nu aan reeds troost. Verwijde
ring is de beste troost.
Hij wachtte een poos, bekeek zijn han
den, die broos waren als sneeuw Ik heb
©9©0©©©0©0©©r;eC©SSSOCG9©«©QS96
reld lacht.
Meneer Porree zou ook graag op zo'n dag
begraven worden. Ik niet. Ik zou regen ver
kiezen een weemoedig ruisende regendag
in de lentedag in de lente. Maar ten slotte
heeft men niets te kiezen, men wordt be
graven om 't even welk weer het is, enkele
dagen na zijn dood. Soldaten soms nog voor
ze helemaal koud zijn. Hetgeen er toe leidt,
dat men naderhand de hele ceremonie weer
opnieuw moet beginnen. En vérité, il y a
beaucoup de choses dröles au monde...
Kopermuziek schalt over het plein.
Daar is de stoet
De dorpsfanfare blaast een treurmarsch,
stapt vooraan, in trage, slepende pas. De
rode wangen van den zwaarlijvlgen Juliaan
Vogel staan bol, heel zijn dappere ziel trilt
door zijn bugel.
Misdienaars volgen met het kruis in top,
dan de korte pastoor, zijn kapelaans, dan
de schrale koster. En eindelijk de baar, op
de schouders gedragen door zes jonge ke
rels, oudstrijders uit een nog niet beëin
digden oorlog. Ook Frans, mijn broer, is
drager. Over de kist ligt de Belgische drie
kleur. Jean Bening viel voor volk en land.
De mensen zwijnen. Een mus trippelt in
de straatgoot.
Meneer Porree stoot me tegen den elle
boog
Gevonden, murmelt hij.
Wat gevonden
De koster De koster heeft 'n blauwen
tichel vloer
de laatste dagen mijn gezicht eens in de
spiegel bekeken. Afschuwelijk is dit, niet
waar. En mijn handen dan. Mat en gelig.
Net of ik alle uren kaarsen draai om rond
een lijkkist te laten branden.
Gekscheer zo niet, Gustaaf, zei ik.
Hij lachte hard en uitdagend bijna. Zijn
huid stond gespannen over zijn beenderen.
Ik dacht aan zekere heidense ritten, die
voorschrijven bij een dode een kaars in een
doodshoofd te laten opbranden.
Duiven, vele duiven op het dak.
Drie dagen later werd ik uit het sana op
gebeld. Het bericht verwonderde mij niet;
ik was met zijn dood reeds lang vertrouwd.
Het was een septemberdag met milde zon
en met duiven, vele duiven op het dak van
het sana. Toen ik de dodenkamer verliet,
ontmoette ik in de gang Yvonne. Eigenaar
dig dat we elkaar hier moesten ontmoeten.
Net of Gustaaf daar zelf de hand in had. Ik
vond haar lief in haar stille droefheid en
om de trouw, waarmee ze hem omringd
had. Er spreidde zich in mij een gulp van
genegenheid open maar misschien werd die
opgewekt door medelijden.
Ik wachtte haar buiten en dacht aan de
belofte, die ik tegenover Gustaaf afgelegd
had. (Ergens sloeg een klokje mijn hart vol
vrede en geluk.) Was het wel het geschikte
ogenblik om daar nu over te beginnen
Maar de stem van Gustaaf was in mij; pra
mend bad die naar zijn wens te handelen.
Ik zag haar buiten komen. Fris in haar
crepen kleed. Er stonden geen tranen in
haar ogen; er was niets ongewoons aan haar
te merken. Of vergiste ik mij
Ik had nog' maar pas een brief van
hem gekregen, zei ze. Ik vond het wel aar
dig wat hij voorstelde. (Er kroop een fijn,
adderachtig lachje rond haar mond. Of ver
giste ik mij opnieuw Ik moest er stil
letjes om laghen. Dat zul je vast ook ge
daan hebben toen hij daarmee uitpakte.
Het was de eerste maal dat ze me recht
in de ogen keek.
Die gekke dingen héalt alleen iemand
in zijn hoofd die alle dagen koorts had, zei
ze. Afijn, ik ben tevreden dat alles voorbij
is. Zó kon het niet blijven duren.
Ze wachtte een poos, besluiteloos. Dan
zei ze
Ik had reeds lang met hem willen
breken. Het was toch nutteloos. En ik wist
het. Ik wist dat ik mijn tijd verspilde. De
dokter had het mij gezegd. Iedereen trou
wens. Maar wat doe je, wat zou een ander
in mijn plaats gedaan hebben Had ik hem
nog lief Niemand vergeet het geluk dat
men samen gevonden heeft, niemand ver
geet de dingen die men regelmatig terug
ziet en die de stem van het verleden bewa
ren, als alle dingen een stem en een ziel
hebben dan hadden ze zijn stem bewaard.
Het heden, Raf, het heden bestaat niet; al
leen het verleden en de herinnering. Daar
om was mijn heden nog de herinnering aan
een vroeger, gelukkig samenzijn. Maar in
zijn bijzijn voelde ik het soms anders. Dan
ondervond ik dat mijn liefde voor hem ge
krompen was tot medelijden en dat alleen
dat nog mij naar hem dreef, naar die ka
mer daar, zo wit, zo kaal en zo doods. En
medelijden is een bloem, die gauw ver
kwijnt. Ik leerde een andere man kennen.
We geraakten zelfs verloofd. En toch wou
ik nog niet met Gustaaf breken. We zou
den eerst trouwen wanneer Gustaaf...
Ik luisterde niet meer naar haar woor
den. Plotseling werd mijn oor gebonden
door het gekir van de duiven op het dak
van het sana. Het was een onverwacht aan
zwellend gekir.
Ja, Gustaaf, er zitten vele duiven,
liefgevlamde, kleurgedonsde en fiere koes
terend in de zon. Soms trippeltrappelen ze,
^US,©©©©©©©©©©©©©©©©©©©©©©©©©©©©
Meneer Porree glimlacht verheugd, maar
wordt dadelijk weer ernstig. Een doode
gaat voorbij. Hoed af
De klokken galmen uit den toren met
zware, getelde slagen, als muzikaal-bon-
zende aardklompen op een lijkkist.
Een auto toetert.
De lieden maken plaats.
Duitse offisieren. De remmen knarsen,
de wagen valt stil...
Andere auto's ratelen aan, grote wagens
vol soldaten. De eene auto na de andere
stopt. Over de gezichten van de feldgrau's
ligt die koude ernst, die aan onverschil
ligheid grenst, van mannen voor wie de
dood een alledaags verschijnsel geworden
is.
Een der officieren staat recht met een fo
totoestel in de hand. Zorgvuldig zoekt hij
de juiste belichting, werpt een laatsten blik
in onze richting en drukt af. Onder het nu
genomen kiekje zal hij later kunnen schrij
ven Zo begraven ze hun helden in Vlaan
deren. Doch misschien zal deze Duitser niet
het woord helden gebruiken...
De lijkstoet vervolgt zijn weg, de fanfare
blaast koperen klanken in den zonnigen
morgen.
Den hoed in de hand, vergezellen wij,me
neer Porree en ik, de talrijke schaar die
Jean Bening uitgeleide doet tot aan zijn
laatste rustplaats.
'n Half uurtje daarna is de plechtigheid
voltrokken.
Nog v«l« auto's zijn op het dorp aangeko-
met de blinkende en rusteloze halsen, maar
toch zijn ze rustig, onweerstaanbaar rustig.
Nu oegnjp ik je woorden tijdens mijn laat-
dte bezoek Ik luister graag naar het ge-
Koer der duiven, dan schijnt de tijd voor
mil weg te vloeien, droom ik mij op een
continent waar geen kommer en verdriet
oestaan.
Blijf wonen in dat gevoel, vriend,
slaap in de heldere stad van de dood, slaap,
slaap. Waar de geluiden van de wereld
verstild zijn en alleen nog een diep fluiste
ren bestaat, ligt je geluK. Een geluk, dat
door niemand aangetast, door niets ge
schonden werdt. Een schoon benijdens
waard geluk. Niet te breken door leugen en
verraad en menselijke tekorten. Je ogen
ogen liggen in dit zacht geluk gesloten en
in je moet alles nu licht zijn, engelachtig
licht.
Ik had het gevoel dat iemand ons be
spiedde. Ik keeK langs de gevel van het ge
bouw, langs de hoge vensters, langs glas en
steen en hout van pijn en van jaren ver
vloekte eenzaamheid. Er was niemand, he
lemaal niemand. En toch geloofde ik niet,
dat er niemand was. Er was, een on zicht
bare, beangstigende aanwezigheid. En daar
waren ook nog de duiven, die gratievol
wandelde in de roerloze septemberdag. Ze
zouden er morgen zijn en overmorgen. Al
tijd, altijd.
SLOT VOLGT.
0O0
LA SALETTE 1957
De La Salette-verschijning in het franse
Alpengebergte gebeurde op 19 september
1846. In 1946, bij het eerste eeuwfeest,
uitte Z. H. Paus Pius XII de wens dat dit
Maria-oord op een versterkte wijze als in
ternationaal bedevaartcentrum zou uit
groeien. Van 1946 ijverde dan ook het se-
kretariaat van het Maria-halfuurtje in de
radio-omroep o.l.v. W.E.P. Leopold O.C.D.
voor het jaarlijks inleggen van een of meer
bedevaarttochten naar dit oord. Voor 1957
worden voorzien twee treinreizen over 7
dagen, namelijk van 23 tot 29 juni en van
4 tot 10 augustus; drie autocarreizen over
9 dagen, respeküeveüjk van 5 tot 13 en van
19 tot 27 juli, van 23 tot 31 augustus. De
wenende, vermanende eri zegevierende Lie-
ve-Vrouw der La Salette-verschijning'
bracht binnen het groots kader van het Al
pengebergte, een boodschap die voor onze
beroerde tijd meer dan ooit aktueel is.
Vacantiegenoegens A.C.W. ijveren voor
taan samen mt het sekretariaat van het
Maria-halfuurtje voor het bevorderen van
deze bedevaartreis.
oüo
NIEUWE TRAMSTAKING
OP 28 JANUARI
VOORGESTELDE LOONSVERHOGING
IS BESCHAMEND
Het nationaal comité van het Christelijk
Syndikaat van het Tntonpersoneel verga
derde Maandag in verband met de eisen
van het trampersoneel en deelt het volgen
de mede
«Het stelt met voldoening vast
Dat de stakingsaktie in de meeste de
len van het land flink werd opgevolgd.
Dat deze aktie de verantwoordelijke
instanties verplicht heeft hun houding van
voor 1 januari te laten varen en zich ern
stig' met het probleem van de trammannen
bezig te houden.
Het laakt de houding' van het kabinet
van de minister van Verkeerswezen, van
de Belgische Centrale en van de patroons
die de vertegenwoordigers van onze orga
nisatie willen weren uit de gevoerde be
sprekingen.
Moest het werkelijkheid worden dat een
loonsverhoging van 3.5 th. zou toegestaan
worden als herwaardering van de funktie
van tramman, dan verklaart het nationaal
comité dat een dergelijk voorstel bescha
mend en vernederend is.
Het nationaal comité verklaart zijn
standpunt te handhaven en aangezien geen
ernstige voorstellen gedaan werden beslist
het nationaal comité een nieuwe stakings
datum te bepalen en dit vanaf Maandag 28
januari 1957
I©©©©©©©©©©®©©©©©©©©©©©©©©©©©©©!
men. Met zware en lichte kanonnen. Een
ganse afdeling veldgeschut, 't Zijn de ver
wachte gasten.
Soldaten lopen rond, beladen met geweer
en ransel, op zoek naar het hun toegewe
zen kwartier.
Laag over de daken der huizen heen-
scherend, brommen drie vliegtuigen.
Messerschmidt, zegt meneer Porree
vakkundig.
Dus, tot in den namiddag
Jawel, Stefaan. En smakelijk, hoor
Sedert het oorlog is, klinkt het «smake
lijk» jovialer dan vroeger. Galgenhumor
Ironie
Elsje opent de deur
Hij is er al, fluistert ze veelbeteke
nend.
Er staat een koffer in de gang. Op den
koffer ligt een grijze overjas en een revol
vertas.
Een tamelijk beleefde, nog jonge snui
ter, beweert moeder, we hebben het' dit
maal goed getroffen.
Het middageten is klaar. We wachten
slechts op den heer des huizes om aan te
schuiven. Frans is uitgenodigd op het
doodenmaal in «De Zwaan
Onze baas is iemand die het bier bemint.
In de buurt bestaan er ongeveer dertien
herbergen. Hij kent ze allemaal. Een stam
café houdt hij er niet op na. Dat zou niet
strooken met zijn levensfilosofie Laat
eenieder wat hebben 't Is ook taktiek.
waar hem ergens uitgehaald als ge hem
Men verzoekt ons het overlijden te mel
den van
MIJNHEER
BENEDICTUS ROUSSEAU,
echtgenoot van Mevrouw
PHILIPPINE DE MOL
Oudstrijder 40-45.
Krijgsgevangene en burgerlijk
weggevoerde,
geboren te Aalst, de 12 maart 1905 en al
daar godvruchtig overleden de 11 januari
1957, versterkt door de H.H. Sacramenten
der stervenden en Pauselijke Zegen.
De plechtige lijkdienst gevolgd van de
teraardebestelling, heeft plaats gehad op
dinsdag', 15 januari 1957, te 9 uur, in de
dekenale kerk van St. Martinus.
Rouwhuis Diepestraat, 13, Aalst.
Vrienden en kennissen, die bij vergetel
heid geen doodsbericht, mochten ontvan
gen hebben, worden verzocht dit als dus
danig' te willen aanzien.
B&gv. Arijs <&n Z. Tui. 211.47.
IN HET CAPUCIJNENKLOOSTER TE AALST, St. Job,
Op ZATERDAG 26 en ZONDAG 27 JANUARI
Firma Ultrabutane verwarmt met branders
het cirkus.
GENEESKUNDIGE ZONDAGDIENST.
Bij AFWEZIGHEID van de huisdokter
kan men zich voor DRINGENDE GEVAL
LEN wenden
ZONDAG 20 JANUARI 1957
Dr. G. GOUBERT, KONINGIN ASTRID-
PARK. Tel. 212.56.
ÜQO
ZONDAGDIENST DER APOTHEKEN.
IS ALLEEN OPEN
ZONDAG 20 JANUARI 1957
van 9 tot 12 en van 14 tot 18 u
In de week, voor DRINGENDE GEVAL
LEN en DIENST NA 7 uur 's avonds
APOTHEEK van M. C. HOUWEN, GENT
SE STEENWEG, 49 en 51.
De Apotheken der stad zijn gedurende
de WEEK open van 8,30 tot 12 uur en van
13,30 tot 19 uur.
DE OVERSTEN DER WEESHUIZEN
vragen U beleefd hen volgende te bezorgen.
1.) de sluitetiketten der Vim-dozen (ron
de kartonnetjes);
2.) de bovenste etiketten (met de vermel
ding Druk op de S en scheur af So-
leil») van de gewone en de dubbele Soleil-
dozen.
De N. V. Lever Frères te Brussel, fabri
kanten van voormelde produkten, betalen
aan liefdadigheidswerken (waaronder de
Weeshuizen private personen kunnen er
niet van genieten) in ruil van bovenver
melde etiketten, een vergoeding.
De etiketten mogen in de brievenbus van
het Jongensweeshuis, 17 Kattestraat, Aalst,
bezorgd worden tot 10 februari 1957.
Dank bij voorbaat.
Namens de Weeshuizen,
Eerw. Broeder Julianus M., Overste.
nodig hebt Probeer het altijd zit hij in
de dertiende herberg
Eindelijk verschijnt hij op 't toneel.
Weet ge 't al, is zijn eerste woord,
dat er zondag een trein met krijgsgevange
nen in Antwerpen aankomt
Ja, beaamt Greta, 'k wist het reeds
sinds gisteren.
Naar het blijkt zou de apoteker Jos
Opsomer er ditmaal ook bij zijn. Waarom
hebt ge daar niets over gezegd
'k Was het vergeten.
Zo. Waarom wordt ge nu opeens zo
rood informeert Elsje, de schalk.
Ben ik rood schrikt Greta, in den
spiegel kijkend, doodonschuldig.
Het arme ding Ze kan niet liegen. Ze
kleurt altijd als ze met spek schiet.
Fifien meesmuilt verstandhoudend, gooit
het gesprek onmiddellijk over een anderen
boeg. Het paard van boer Tommeleyn is in
de weide op een verborgen landmijn gelo
pen, een trapgranaat of zo iets, en in de
lucht gevlogen. Toen het terug den beganen
grond bereikte, had het opgehouden te le
ven. Met dit alles zal er overmorgen don
derdag paardenbiefstuk te bekomen zijn
zonder zegeltjes. Zo iets noemt men, indien
ik de plank niet mis sla, een geluk bij een
ongeluk.
Pas hebben vader en ik, na het middag
maal, den brand in de pijp gebracht, wan
neer er bescheiden geklopt wordt.
De dames Greta, Fifien en Elsje, nemen
vlug de gepaste houding aan.
GEMEENTERAAD.
Donderdag 17 januari 1957, te 20 uur, ten
stadhuize, gewone zittingszaal, openbare
zitting van de gemeenteraad.
DAGORDE
1. Goedkeuring van het proces-verbaal
van de gemeenteraadszitting van 28 de
cember 1956;
2. Proces-verbaal van nazicht van de kas
van het stedelijk bedrijf voor waterbede-
ling over het vierde kwartaal 1956;
3. Invordering langs gerechtelijke weg
van stedelijke verhaalbelastingen;
4. Wijziging van het reglement-statuut
voor het stedelijk bediendenpersoneel;
5. Aanwerving in der minne van een ei
gendom in de Vrijheidstraat, alhier, nodig
voor de verwezenlijking van een nieuw
brandweerarsenaal;
6. Verkoop door de commissie van de
openbare onderstand, alhier, aan het ge
meentebestuur van Schellebelle, van grond
nodig' voor de uitvoering van verbeterings-
werken aan buurtweg nr. 2, te ScheiJebel-
le; advisering;
7. Oprichten van nieuwe meisjesschool
met vierde graad en iröbel-afdeiing in de
alhier; overgave en overname;
8. Wegenis-, riool- en beplantingswer-
ken in de wijk «Dr. André Goffaertsstraat»
alhier; overave en overname;
9. Inrichten van elektrische instalatie
in het minatuur-verkeersplein van het
stadspark, alhier goedkeuring van het
lastenboek;
OQO-
PRO PETRI SEDE AALST.
Bericht aan leden en sympathisanten
Donderdag 17 dezer, te 19,30 u. in het lo
kaal St. Lieven, Priester Daensplein,
FAMILIEAVOND
waarin de Heer Lemli zijn prachtige dia
positieven van de reis naar Rome zal pro
jecteren. Men kome op tijd.
Van de Perre en De Paepe.
oO«
CONGREGATIE O.L.VR. BOODSCHAP
Molenstraat.
PRACHTIGE FILMVERTONING
Op zondag 27 januari 1957, te 5 uur, in
de zaal van Sint Jozef college
HET GROOTSTE SCHOUWSPEL
TER WERELD
(The geatest show on earth)
Technicolor. Regie Cecil De Mille, met
Betty Hutton - Cornel Wilde - James Ste
wart - Gloria Grahame.
Film over het harde leven der Cirkusmen-
sen Adembenemende nummers. De
grootste film van de grootste regisseur
ter wereld.
Inkomprijs 15 fr.
oOo
CENTRUM VOOR GODSDIENSTIGE
BEZINNING
Derde Cyclus DE UITERSTEN.
Telkens 's vrijdags te 20 uur in de confe
rentiezaal van het St. Jozef college, Pont
straat, 13 Aalst.
18 januari, 1957 HET VAGEVUUR, de
loutering. E. P. Prof. Dr. P. Fransen, s.j.,
Leuven.
©©©©©®©©©©®<©3©Ö©S
Herein
Een Duits onderofficier, blootshoofd, in
kraaknette tuniek, staat in de deuropening.
Hii klikt de hakken samen, brengt den fas-
cistischen groet. Correct stelt hij zich voor:
Heinz Folgmann, Oberfeldwebel.
We buigen, even hoffelijk, even netjes.
Dat de kennismaking ons aangenaam is,
kunnen we hem helaas niet vertellen. Hij
vertegenwoordigt den Vijand. Als vijand
kunnen we hem misschien achten,
als vriend echter niet, niet zolang de oor
log duurt, niet zolang Duitsland hier met
het zwaard in de vuist regeert. Doch een
stoel kunnen we den kerel wel aanbieden.
Ga zitten, Herr Folgmann, zegt vader
tot den ongenoden gast.
En de Oberfeldwebel neemt plaats, met
om de lippen het glimlachje van iemand die
begrijpt.
Moeder heeft het dadelijk over den oor
log. Hoe lang duurt hij nog
Mit Weihnachten sind wir zu Hause,
knikt de soldaat overtuigd.
De uitermate beleefde huisheer twijfelt
een beetje. De Engelsen zijn net palingen,
verduiveld glad, taai, moeilijk om vangen.
Herr Folgmann lacht onbezorgd
We krijgen ze wel
Nu stelt Elsje vragen. De drie levensvra
gen van de Vrouw: Is hij getrouwd Hoe
oud is hij Wat is hij van beroep
Hij is beroepssoldaat, verpleger. Leeftijd:
drie-en-twintig jaar. Zijn echtgenote heet
Hilchen, één baby hebben ze al. 't Vervolgt,