DE WINDROOS STADSNIEUWS t °o° - RUBRIEK VOOR KUNST- EN GEESTESLEVEN KRUIMELS OP TAFEL. HET ZEGEL DER WAARACHTIGHEID. De ergste vijand van de literatuur is de literatuur of de neiging om zelfs de sim pelste dingen in een halo van geheimzin nigheid, plechtigheid of bizarrerie te van gen. In die zucht om te pontifiëren wil men de literatuur als een religie boven het le ven verheffen en het ritueel van het woord hoogprijzen. Men offert te veel aan de lite ratuur, men wil het te goed doen en zulks ten koste van de natuurlijkheid, de waar achtigheid en de spontaneïteit; soms gelijkt de literatuur op een werkplaats, waar vals munters aan het werk zijn. Het is niet moeilijk te begrijpen waarom het talent van de Aalsterse schrijver L.-P. Boon door sommigen zo hoog wordt gekwo- teerd precies door zijn ontwapenende los heid, zijn directheid en door de manier waarop hij, naar het voorbeeld van Ame rikaanse auteurs als een Hemingway, over zijn personages vertelt en hij met een be weeglijkheid en een op-de-tak-springerij het leven maalt; zo wist hij, die naar het oordeel van een Hollands recensent niet eens kan schrijven, in het oog van de aan dacht te kruipen. Het valt hier buiten mijn kraam uit te kiemen of dit talent naar zijn werkelijke waarde werd gemeten, maar het is alleszins interessant vast te stellen dat de lof die B. werd toegezwaaid groten deels terugslaat op eigenschappen, die in de Nederlandse letterkunde vrij schaars vertegenwoordigd zijn. Het zeldzame wordt, zowel in de literatuur als elders, als een verdienste aangemerkt. JACHT NAAR ORIGINALITEIT Een traditionalist wordt tegenwoordig met een brave burgerman gelijkgesteld en die vergelijking gaat in pejoratieve zin. Braafheid wordt niet langer als een deugd erkend; men gaat er prat op het tegendeel te zijn. Zoals ik nog onlangs tijdens een gesprek naar voren bracht wilde een Léau- taud, die in het burgerleven wellicht een nauwgezet bureaucraatje was, zich waar schijnlijk op zijn bureaucratische buig zaamheid wreken en zich als schrijver heel anders voordoen nogal tegendraads, bru taal, uitdagend. Als schrijver is het moge lijk hetgeen men in de samenleving moet breidelen en verkroppen eens lustig uit te vieren; gewoonlijk eindigt men als een er barmelijk «poseur»! Degenen die zich van de traditionalisten isoleren, n.l. de experi mentelen, staan voor velen in een schonere glans. Er bestaat een tendentie om enkel de producten, die in het teken staan van de oorspronkelijkheid, met de énig leefbare kunst te vereenzelvigen. Wie in het spoor ploegt van een Lucebert of een Vinken oog wordt terstond als een rasecht artiest erkend. In het burleske en het bizarre lo pen er ongetwijfeld vele paden maar niet te min blijve de atonalen even blinde imi tators en dringt zich de conclusie op dat elk experiment, zodra dit eens beproefd is, zijn oorsronkelijke glans verliest. Trou wens, het oorspronkelijke ligt niet in een richting maar in de mens. Het is voorzeker het goed recht van de jongeren in het geweer te komen tegen de traditie; beroofd van het blinkende wapen van haar opstandigheid zou de jeugd niet langer zichzelf zijn; elke jeugd onderneemt een pelgrimage, werpt zich desnoods op als een muiterbende op het fregatschip der ou deren, maar de vlag die ze in top voert en laat klapperen in de storm moet het waard zijn de tocht te wagen. HET BRAAMBOS DER STREKKINGEN. Sinds jaren gaat de roep op dat de kunst nog weinig bindingen heeft met het leven. Alleen de realisten konden de band tussen kunst en leven bewaren. Zodra er enig ex- ©©©«©©©©«©o©©©©©©©© Hij schreeuwde iets. De bus Hij was de bus kwijt Bommen en granaten Onze kleren Walter, op het trekpad, stond te molen wieken als bezeten. Naakt als een gescho ren poedel, blinkend als een pekelharing. Maar volslagen gek geworden, gewoon van ontzetting. Ook Frank gilde het uit, hapte zoveel water dat hij schier verdronk. Vooruit brieste ik. In een ommezien was ik op den oever. Ginds de bus Nog was ze niet verloren. Daar dreef ze, kalm, vredig, te midden van de Leie, zacht jes dobberend op het van de zon glanzende water. Stroomafwaarts, in de richting van de brug, in de richting van... Als de bliksem er achter We vlogen. Plons plons We doken als eenden, kliefden den stroom als stormboten en Walter had ze weer te pakken. We zuchtten van verlichting. Zo'n last van ons hart 't Had bitter weinig gescheeld, of we mochten zonder broek de wijde wereld in, bromde Walter opgelucht. Wat hadden we ten duivel dan uitgespookt Bah, zoals onze olifant daar Kanonnier Devos viel bijkons terug de Leie in van het lachen. Gelijk Frank ook kwam aangerend periment op het spel staat, verwijdert men zich van het leven. Niet enkel degenen die verdwaald zijn in het braambos der (vorm) experimenten en nog nauwelijks de stem horen van de mens, maar ook zij die al te zeer de idee willen dienen, verliezen het vaste contact met het leven. De geënga geerde literatuur en ik denk hier in 't bi zonder aan de buitenlandse romankunst met problematische uitslag hoe diepzin nig hier ook getast wordt naar de zin en het doel van het leven, en hoe zeer ik mij soms kan verenigen met de beschouwingen die er worden gemaakt vervalst toch in een of ander opzicht het leven en het beeld van de mens. Mens en leven worden dienstbaar ge maakt aan 'n idee en bijwijlen behendig het opzet van de schrijver ook zij, de mens als een schaakfiguur over het bord van het leven bewogen wordt. Ik weet het maar al te goed en iedere dag bijna bevestigt mij hoe scherp de auteurs getuigen van onze tijd, waarin verschillende ideeën (ideolo gieën soms) tegen elkaar opbotsen. Maar het is onweerlegbaar dat een idee-verblin ding een verminking inhoudt van de volle dige mens. In elke tijd heerst een zekere mode. Pas wanneer die mode in onbruik raakt, ziet men er de gebreken en fouten van in. Wel iswaar is elke kunst kind van haar tijd en zou het dwaas zijn te beweren dat een schrijver voor de eeuwigheid schrijft op die lange weg blijven weinig standbeelden overeind maar toch moet elke kunst de kans maken een vonk buiten haar tijd te slaan. Alleen de literatuur geschreven met het abc van de eenvoud maakt die kans Er bestaat niets menselij kers dan eenvoud. Het is soms verbazend hoe dichter men de mens nadert met banale woorden dan met veel schemerige bespiegelingen. En ook de wijsheid verkiest te wonen in de schelp van de eenvoud. Het is alleen een teken van onvolwassenheid als men zich in duis ter gezwans verliest. DE BIJEN VAN ARISTEUS Ik stel mij voor hoe bijtend vervelend het moet zijn zich godganse dag met lite ratuur bezig te houden. Een mens heeft een taak nodig in het leven een taak buiten de literatuur. In de 4e zang van zijn Georgica verhaalt Vergilius hoe de bijen van Aristeus ver dwaalden en van honger omkwamen. Ter ere van Orfeus offerde hij een stier. Uit de ingewanden van het offerdier stegen roe keloze zwermen op. Hij kreeg er meer dan hij ooit bezeten had. Met de geest gebeurt het net op eendere wijze. Eens tot scheppen in staat stijgt boven de offerste en van de dag een wolk van inspiratie op, een von kende, gonzende wolk. Ook als de schrijver sociaal in de gemeenschap ingeschakeld is, begrijpt hij zijn literaire bedrijvigheid als een menselijke boodschap. BINNENWAARTSE TOCHT Iedere schrijver zoekt voortdurend zich zelf en het contact met zijn evenmens. Hoe angstvallig hij ook afstand schept jegens zijn personages,toch leeft in ieder van hen 'n zeker aspect van zijn persoonlijkheid. Voor iedere mens schittert het prisma van ver schillende levens; wanneer iemand ton slot te gegroeid is tot een bepaalde persoonlijk heid is zulks te wijten aan de omstandig heden, het milieu, zijn wil. Hoe héél anders kon het echter verlopen Welke kleinighe den hebben zijn ware koers niet bepaald En met de verschillende figuren, die de schrijver boetseert, schept hij de levens die hij niet geleefd heeft maar die, elk apart, toch bereikbaar waren. Zo zingt in vele figuren het heiwee naar het wezen dat hij kon geweest zijn; hoe sterker dit heim wee in hem opstaat, hoe vaster, hoe feller en hoe overtuigender de figuur zal oprij zen. De schrijver is de vriend van zijn figu ren en hij gaat met hen op reis een reis, waarvan hij nooit weet waar die heenleidt literatuur bleefd hij als een groot, een geestelijk avontuur. DE TAAK Toen Faulkner in 1950 de Nobelprijs in ontvangst nam, sprak hij een rede uit, warin hij zei Hij (de mens) is onsterfe lijk, niet alleen omdat hij het enig schepsel is met 'n niet tot zwijgen te brengen stem, maar omdat hij een ziel bezit, en een geest die in staat is tot medelijden, tot opoffering en tot lijden. Het is de taak van de dichter, van de schrijver, over die dingen te schrij ven. Bij een G. Greene voelt men hoe hij over al zijn figuren een mantel van heilig medelijden werpt en hij op eendere wijze de taak van de schrijver verstaat. De werken van alle schrijvers zouden een zang van medelijden, een zang van liefde moeten zijn, een weg van vriend schap, een weg van begrijpen. Indien dit waar zou zijn, zou men, zelfs waar de naam van God nooit word uitgesproken, in iedere plooi van het hart, Zijn stille aanwezigheid raden. Ik zou haast durven zeggen dat de auteur op die wijze het damast weeft van 's men sen geluk. Maar hoe fragiel zijn de draden van ons geluk Alleszins houdt hij de il lusie op van dit geluk. En is het niet veel als men zijn aardse dag met de bloemen der illusie kan omtooien ooo INTERNATIONAAL FOLKLORISTISCH FESTIVAL DIT JAAR IN MARKELO. In de Nederlandse gemeente Markelo, ge legen in een zeer schilderachtige omgeving in de provincie Overijssel, zal op 31 au gustus van dit jaar een groot Internatio naal Folkloristisch Festival plaats vinden, waartoe talrijke buitenlandrse en ook eni ge Belgische groepen uitgenodigd zijn. De leiding berust bij de Nederlandse Federa tie van Folkloristische Verenigingen. Markelo heeft in de wereld der folklore een internationale faam, dewelke het dankt aan zijn unieke groep volksdansers. Men verwacht op 31 augustus ongeveer 300 deel nemers, hetgeen een zeer groot aantal is. Aan het grote folkloristische feest dat in 1955 in Pretoria in Zuid-Afrika plaats vond, namen slechts 125 personen (zeven buitenlandse groepen) deel. De uitvoerin gen en demonstraties werden toen door bij na 90.000 toeschouwers bijgewoond. oOo Ministerie van Landbouw LANDBOUYVCOMICE AALST. Geacht lY^delid. Wij hebben de eer V uit te nodigen tot de tweede vergadering op zondag, 24 febr., te 14 uur, in de Hugo Lefèvrezaal van het Stadhuis, Grote Markt, te Aalst. Dagorde 1. Inleidend woord door de nieuwe voorzit ter Dr. Veearts Van der Schueren. 2. De bemesting op nieuwe wegen door de heer Ponnet, landbouwkundig ingenieur. 3. Filmen a) de bodemkaart van België met be schouwingen door de Rijkslandbouw- kundige de heer Vermeulen. b) varkens voeding. Wij rekenen vast op de tegenwoordigheid val al onze leden. Namens het Bestuur, De secretaris, De voorzitter, A. Roelandt. Dr. Veearts V. d. Schueren Op maandag 4 maart a.s. brengen de le den van het Cornice een bezoek aan de meststoffabrieken «Bataille» jte Bascecles, die gepaard gaat met een ontvangst. Wie meegaat laat zich ogenblikkelijk in schrijven bij de voorzitter of secretaris. Laatste inschrijvingen worden aanvaard op zondag 24 februari, na onze vergade ring. Prijs: 50 F. Op Terjoden ontvingen de leden, meer dan 25 jaar aangesloten bij het A.C.V. het ereteken van hulde en erkentelijkheid hun opgespeld door E. H. Pastoor Sabot. Men bemerkt de hh. Huyghebaert G., De Knibber C., De Moor K., De Putter L., Eeckhoudt J., Mertens A., Mertens Alf., Van Bossuyt C., Van den Briessche V., Van den Spiegel B., alsmede Kamiel Bonner, propagandist A.C. V. en Jan Couck, van de C. M. (Cliché «Het Volk») Men verzoekt ons het overlijden te mel den van DE HEER PETRUS VAN LIERDE, Weduwnaar van Mevrouw MARIA VAN WESEMAEL, geboren te Aalst, de 23 mei 1879 en aldaar godvruchtig overleden de 8 februari 1957, Versterkt door de HH. Sakramenten en Pauselijke Zegen. De plechtige Lijkdienst, gevolgd door de teraardebestelling, heeft plaats gehad dins dag 12 februari 1957, te 9 uur in de paro chiale kerk van St. Jozef, te Aalst. De Nadienst van Barmhartigheid zal plaats hebben, woesdag 27 februari 1957, te 8 uur in dezelfde kerk. Rouwhuis Gentsesteenweg, 16, Aalst. Vrienden en kennissen, die bij vergetel heid geen doodsbericht zouden ontvangen hebben, worden vriendelijk verzocht dit als dusdanig te willen aanzien. Berg. Arijs en Z. Tel. 211-.47. Men verzoekt ons het overlijden te mel den van het ENGELTJE GEORGES-CELESTINE-RAYMOND VERSPEET zoontje van Mijnheer RAYMOND en van Mevrouw Hilda VAN YPERZELE, geboren te Aalst, de 31 augustus 1955 en aldaar aan de liefde zijner ouders ontrukt de 11 februari 1957. De Engelmis, gevolgd door de teraarde bestelling, heeft plaats gehad, woendag 13 februari 1957, te 9 uur, in de Dekenale kerk van St. Martinus. Rouwhuis St. Kamielstraat, 38/2, Aalst. Vrienden en kennissen, die bij vergetel heid geen doodsbericht, mochten ontvan gen hebben, worden verzocht dit als dus danig te willen aanzien. Begr. A&js m Z. '**L. 21-1.4.7. 9©©©©©©©©©©©C Op het vieze stuk zeildoek dat onze dik huid, zedig als 'n Vestaalse maagd, voor zijn malse boerenbillen hield, stond er bo vendien te lezen FABRICATION BELGE GARANTI PURE. In blokletters Als 't u belieft, wie zou het dan niet uit- gieren Blij als zondagskinderen schoten we op nieuw onze nu o zo dierbaar geworden plunje aan. Alleen het hemd en de panta lon van Frank waren volledig doorweekt. Ze roken daarenboven erg onfrisch. Onze beroemde Gouden Rivier bestaat helaas niet uit eau de Cologne. Soldaat Frank Meersonne was hoege naamd niet in zijn nopjes. Hij speelde da nig op zijn pootje. Hij zei En moest ik me nu daarom uitkleden? Wat verschil had het nu gegeven indien ik als een christen mens in zijn fantasiebroek was .overgezwommen Geen natuurlijk, dat snapten we thans ook. Maar bezat de snuiter dan geen grein tje gevoel voor humor Nee, dat had hij niet. Geen snars begreep hij van het drollige van den toestand. Doch met dit alles waren we ook gefopt. Met ie mand die er uitzag als een pas geredde drenkeling, konden we onmogelijk de straat op. Om geen achterdocht te wekken, bleef er ons niets anders over dan te wachten tot Frank weer droog was. GENEESKUNDIGE ZONDAGDIEN ST. Bij AFWEZIGHEID v.an de huisdok-ter kan men zich voor DRINGENDE GEVAL LEN wenden ZONDAG 17 FEBRUARI 1957 Dr L. DAELMAN, VELDSTRAAT, 13. Tel. 240.78. ZON DAGDIENST DER APOTHEKEN. IS ALLEEN OPEN ZONDAG 17 FEBRUARI 1957 van 9 tot 12 en van 14 tot 18 u. 1b de week, voor DRINGENDE GEVAL LEN en DIENST NA 7 uur 's avaaéi De APOTEEK van M. HERDEWIJN, PONTSTRAAT, 72. De Apotheken der stad zijn geéureaét de WEEK open van 8,30 tot 12 uur en van 1-3,30 tot 19 uur. DIOCESANE ZIEKENBEDEVAART NAAR O. L. VROUW VAN LOURDES. GROTE FILM- EN VOORDRACHTAVOND OVER LA SALETTE EN LOURDES ten voordele van het WERK VAN DE ZIEKEN, zaal van het St. Jozefscollege Dinsdag 26 februari, te 19,30 uur. Deelname in de onkosten 20 fr. oOe VRIENDEN VAN LOURDES. AALST. Zondag 10 februari ging de jaarlijkse al gemene vergadering door in de ruime zaal van Sint Martinuskring. We mochten ons in een grote opkomst verheugen. Onder grote spanning werden de reisbeurzen ver loot. Ziehier de lijst van de winnaars 0063 Mevr. Alice Appelmans, Kattestraat, Okegem. 1045 Mej. Maria Boelaert, Steenweg op Gent, Aalst. 1117 Mevr. Wellens, Schoolstraat, 19» Aalst. 0135 Mr. Jozef Van den Broeck, Diepe- straat, Aalst. 1130 Mr. De Smet, Kerkhoflaan, 69, Aalst. 0679 Mevr. Mertens, Ledebaan, ^J.18, Aalst. 0664 Mevr. Julia Dierickx, Korte Linden- straat, 33, Aalst. 0781 Mr. Paul De Haeck, Gustaaf Pape*- straat, 43, Aalst. 0732 Mr. Willy De Swaef, Naarstigheid straat, 63, Aalst. 0632 Mr. Van der Meren, Welvaartstraat 29, Aalst. 0772 Mr. Pierre Slagmulder, St. Job straat, 58, Aalst. 0362 Mevr. Haerens, Diepestraat, Aalst. 1292 Mr. Jozef De Winter, Diepestraat, Aalst. 0187 Mevr. Gustaaf Van den Bremt, Gus taaf Papestraat, 6, Aalst. 1325 Mevr. Van Herreweghe, Geraards- bergsestraat, 90, Aalst. 0008 Mr. August Verleysen, Kwalestraat, Nieu werker ken. Mej. Denise Van Vaerenbergh, ijveraar ster. Een zieke van ijveraarster Mej. Sidonie De Cock. >©GO©©G©OC©©O©eOA©©O©O©©0©OO©9OO doden, daar, aan de schoone oevers van de stille Leie, rolden we den dikken Frank heen en weer. Over het gras. In de zon. Aldus droogde hij heel wat vlugger op. En toen kwam de laatste etappe, de eindmars. Dwars door de beemden bereikten we het geboortestadje van Peter Benoit. Zonder op- noch omkijken kruisten we, in bedacht- zamen spoed, de enige hoofdstraat, en ge raakten zonder verdere wederwaardighe den de spoorbaan over. Het vrije veld lag weer vóór ons. Noodgedwongen namen Frank en ik hier afscheid van onzen trouwen strijdmakker. Het herbergje, waar we het vaarwel be klonken, heette «In de Opgeruimde Armoe de De slanke loop van een Brits anti- tankkanon gluurde onheilspellend door 'n gat in den muur. De kastelein was niet te best geluimd. Begrijpelijk. In gans zijn huis was nog één enkel heel drinkglas te vinden. En hetgeen hij uit drie verschil lende vaten bij elkaar getapt kreeg, was amper voldoende om onzen grootsten dorst te lessen. Krijgvoeren is metterdaad een heet bedrijf, het maakt de keel droog «Wel mogelijk,» kreunde de waard «maar verdorie, waarom moet ik dat op MIJN rekening "brengen Ook juist. Hallo, sprak de drukkersgast Walter Devos met een harde stem, tot den vol genden oorlog. Houdt u taai 'n Tikje triestig nu, zo met ons beidjes '©©©©©©©©©©«©•©©©GGGG©© Ten einde in alle fatsoen onzen, tijd tealleen, togen Frank en ik verder. Langs binnenwegen, over het land. De zon brand de. Er lag een stroohoed op den hoek van een akker. De boer was druk in de weer aan 't dichtwerpen van vele granaattrech ters op zijn bietenveld. De stroohoed paste me uitstekend. De eigenaar trok er zich niemendal van aan. Om zo'n beuzeling keek hij nog niet eenmaal van zijn arbeid op. Ten grieve van Frank vond ik een helm maar de domoor liep liever blootshoofds. Hij was minder bang voor 'n zonnesteek dan hij geweest was voor de kogels. 't Sloeg net klokke drie toen we ons dorp binnenrukten. Ons hart maakte een kuiten flikker. We waren eindelijk veilig. Meersonne wou me even meetronen naar zijn vaders hoeve. Blijkbaar verwachtte hij een uitbrander van zijn oudeheer. Om dat hij het vaderland niet had weten te redden. Maar had ik niet reeds genoeg voor den dikken broeder gedaan Nog n kwartiertje en ook ik was onder dak. Als dat was de vraag ons lieve, goede huis nog een dak rijk was. God zij geprezen, het had nog een dak. Vergeleken bij het postgebouw, had het er zelfs schitterend afgebracht. De postmeester riep Kijk, is dat Frans Devuyst niet En hij verloor zijn bezinning, deed me spontaan een kleine karrevracht sigaretten cadeau. Nu spijt het hem natuurlijk. Zo is de mens geschapen. Hier is het uit, dames en heren, de rest is u bekend. Twee geslagen uren was ik vóór Wij wensen onze winnende leden van harte geluk en een vrome bedevaart. Alle inlichtingen omtrent het Werk «De Vrienden van Lourdes» kunnen verkregen worden bij de Bestuurder E. P. Othmar, Vicaris van het Capucijnenkloostet en bij Mej. Sidonie De Cock, Pieter Couckestraat, 2, Aalst. i©©©©©©9©©©®©©©©©©©«©©©©©©©©©©®< u terug thuis, levend en gezond. Ik had mijn oorlog beëindigd, mijn soldatenplicht volbracht... 8. BIEFSTUKS VOOR DEN KANUNNIK. Fifien is reeds stillekens naar haar schooltje vertrokken wanneer Frans zijn sigarettenpeukje in den asbak mikt. Hij glimlacht tevreden. Zijn verhaal ge noot een tamelijk succes, 't Is den eersten keer dat hij zijn avontuur in één trek heeft verteld. Tot nog toe was het steeds bij fragmenten gebleven.Het paard had een zweepslag nodig gehad om van stal te gaan. Echt hij is een paard, hij heeft alle gebre ken van een paard, van een goed paard, wel te verstaan. Ge moet het kennen: zijn aard, zijn streken, zijn kuren. Maar als ge het kent, och, een kind zou het bij den teugel kunnen leiden. Wel, Greetje, besluit hij, heb ik nu mijn kameraden in den steek gelaten Zus geeft thans volmondig toe dat ze zich vergist had. Maar Jos Opsomer is geen idioot, vent. Niet meer dan gij. Verveelt haalt Frans de schouders op Goed. Trouw er dan mee. Elsje schiet in een lach Hij moet het haar toch eerst vragen, vindt ze logisch. Blozend, echt een jong meisje, vlucht zus met het serveerblad het schotelhuis in. 'T VERVOLQT,

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Gazet van Aalst | 1957 | | pagina 3