DE WINDROOS
STADSNIEUWS
t
°o°
-
RUBRIEK VOOR
KUNST- EN GEESTESLEVEN
KRUIMELS OP TAFEL.
HET ZEGEL DER WAARACHTIGHEID.
De ergste vijand van de literatuur is de
literatuur of de neiging om zelfs de sim
pelste dingen in een halo van geheimzin
nigheid, plechtigheid of bizarrerie te van
gen. In die zucht om te pontifiëren wil men
de literatuur als een religie boven het le
ven verheffen en het ritueel van het woord
hoogprijzen. Men offert te veel aan de lite
ratuur, men wil het te goed doen en zulks
ten koste van de natuurlijkheid, de waar
achtigheid en de spontaneïteit; soms gelijkt
de literatuur op een werkplaats, waar vals
munters aan het werk zijn.
Het is niet moeilijk te begrijpen waarom
het talent van de Aalsterse schrijver L.-P.
Boon door sommigen zo hoog wordt gekwo-
teerd precies door zijn ontwapenende los
heid, zijn directheid en door de manier
waarop hij, naar het voorbeeld van Ame
rikaanse auteurs als een Hemingway, over
zijn personages vertelt en hij met een be
weeglijkheid en een op-de-tak-springerij
het leven maalt; zo wist hij, die naar het
oordeel van een Hollands recensent niet
eens kan schrijven, in het oog van de aan
dacht te kruipen. Het valt hier buiten mijn
kraam uit te kiemen of dit talent naar zijn
werkelijke waarde werd gemeten, maar
het is alleszins interessant vast te stellen
dat de lof die B. werd toegezwaaid groten
deels terugslaat op eigenschappen, die in
de Nederlandse letterkunde vrij schaars
vertegenwoordigd zijn. Het zeldzame wordt,
zowel in de literatuur als elders, als een
verdienste aangemerkt.
JACHT NAAR ORIGINALITEIT
Een traditionalist wordt tegenwoordig
met een brave burgerman gelijkgesteld en
die vergelijking gaat in pejoratieve zin.
Braafheid wordt niet langer als een deugd
erkend; men gaat er prat op het tegendeel
te zijn. Zoals ik nog onlangs tijdens een
gesprek naar voren bracht wilde een Léau-
taud, die in het burgerleven wellicht een
nauwgezet bureaucraatje was, zich waar
schijnlijk op zijn bureaucratische buig
zaamheid wreken en zich als schrijver heel
anders voordoen nogal tegendraads, bru
taal, uitdagend. Als schrijver is het moge
lijk hetgeen men in de samenleving moet
breidelen en verkroppen eens lustig uit te
vieren; gewoonlijk eindigt men als een er
barmelijk «poseur»! Degenen die zich van
de traditionalisten isoleren, n.l. de experi
mentelen, staan voor velen in een schonere
glans. Er bestaat een tendentie om enkel de
producten, die in het teken staan van de
oorspronkelijkheid, met de énig leefbare
kunst te vereenzelvigen. Wie in het spoor
ploegt van een Lucebert of een Vinken
oog wordt terstond als een rasecht artiest
erkend. In het burleske en het bizarre lo
pen er ongetwijfeld vele paden maar niet
te min blijve de atonalen even blinde imi
tators en dringt zich de conclusie op dat
elk experiment, zodra dit eens beproefd is,
zijn oorsronkelijke glans verliest. Trou
wens, het oorspronkelijke ligt niet in een
richting maar in de mens.
Het is voorzeker het goed recht van de
jongeren in het geweer te komen tegen de
traditie; beroofd van het blinkende wapen
van haar opstandigheid zou de jeugd niet
langer zichzelf zijn; elke jeugd onderneemt
een pelgrimage, werpt zich desnoods op als
een muiterbende op het fregatschip der ou
deren, maar de vlag die ze in top voert en
laat klapperen in de storm moet het waard
zijn de tocht te wagen.
HET BRAAMBOS DER STREKKINGEN.
Sinds jaren gaat de roep op dat de kunst
nog weinig bindingen heeft met het leven.
Alleen de realisten konden de band tussen
kunst en leven bewaren. Zodra er enig ex-
©©©«©©©©«©o©©©©©©©©
Hij schreeuwde iets.
De bus
Hij was de bus kwijt
Bommen en granaten Onze kleren
Walter, op het trekpad, stond te molen
wieken als bezeten. Naakt als een gescho
ren poedel, blinkend als een pekelharing.
Maar volslagen gek geworden, gewoon van
ontzetting.
Ook Frank gilde het uit, hapte zoveel
water dat hij schier verdronk.
Vooruit brieste ik.
In een ommezien was ik op den oever.
Ginds de bus
Nog was ze niet verloren. Daar dreef ze,
kalm, vredig, te midden van de Leie, zacht
jes dobberend op het van de zon glanzende
water. Stroomafwaarts, in de richting van
de brug, in de richting van...
Als de bliksem er achter
We vlogen.
Plons plons
We doken als eenden, kliefden den
stroom als stormboten en Walter had ze
weer te pakken.
We zuchtten van verlichting. Zo'n last
van ons hart
't Had bitter weinig gescheeld, of we
mochten zonder broek de wijde wereld in,
bromde Walter opgelucht. Wat hadden
we ten duivel dan uitgespookt
Bah, zoals onze olifant daar
Kanonnier Devos viel bijkons terug de
Leie in van het lachen.
Gelijk Frank ook kwam aangerend
periment op het spel staat, verwijdert men
zich van het leven. Niet enkel degenen die
verdwaald zijn in het braambos der (vorm)
experimenten en nog nauwelijks de stem
horen van de mens, maar ook zij die al te
zeer de idee willen dienen, verliezen het
vaste contact met het leven. De geënga
geerde literatuur en ik denk hier in 't bi
zonder aan de buitenlandse romankunst
met problematische uitslag hoe diepzin
nig hier ook getast wordt naar de zin en
het doel van het leven, en hoe zeer ik mij
soms kan verenigen met de beschouwingen
die er worden gemaakt vervalst toch in
een of ander opzicht het leven en het beeld
van de mens.
Mens en leven worden dienstbaar ge
maakt aan 'n idee en bijwijlen behendig het
opzet van de schrijver ook zij, de mens als
een schaakfiguur over het bord van het
leven bewogen wordt. Ik weet het maar al
te goed en iedere dag bijna bevestigt mij
hoe scherp de auteurs getuigen van onze
tijd, waarin verschillende ideeën (ideolo
gieën soms) tegen elkaar opbotsen. Maar
het is onweerlegbaar dat een idee-verblin
ding een verminking inhoudt van de volle
dige mens.
In elke tijd heerst een zekere mode. Pas
wanneer die mode in onbruik raakt, ziet
men er de gebreken en fouten van in. Wel
iswaar is elke kunst kind van haar tijd en
zou het dwaas zijn te beweren dat een
schrijver voor de eeuwigheid schrijft op
die lange weg blijven weinig standbeelden
overeind maar toch moet elke kunst de
kans maken een vonk buiten haar tijd te
slaan. Alleen de literatuur geschreven met
het abc van de eenvoud maakt die kans
Er bestaat niets menselij kers dan eenvoud.
Het is soms verbazend hoe dichter men de
mens nadert met banale woorden dan met
veel schemerige bespiegelingen. En ook de
wijsheid verkiest te wonen in de schelp
van de eenvoud. Het is alleen een teken
van onvolwassenheid als men zich in duis
ter gezwans verliest.
DE BIJEN VAN ARISTEUS
Ik stel mij voor hoe bijtend vervelend
het moet zijn zich godganse dag met lite
ratuur bezig te houden. Een mens heeft
een taak nodig in het leven een taak
buiten de literatuur.
In de 4e zang van zijn Georgica verhaalt
Vergilius hoe de bijen van Aristeus ver
dwaalden en van honger omkwamen. Ter
ere van Orfeus offerde hij een stier. Uit de
ingewanden van het offerdier stegen roe
keloze zwermen op. Hij kreeg er meer dan
hij ooit bezeten had. Met de geest gebeurt
het net op eendere wijze. Eens tot scheppen
in staat stijgt boven de offerste en van de
dag een wolk van inspiratie op, een von
kende, gonzende wolk. Ook als de schrijver
sociaal in de gemeenschap ingeschakeld is,
begrijpt hij zijn literaire bedrijvigheid als
een menselijke boodschap.
BINNENWAARTSE TOCHT
Iedere schrijver zoekt voortdurend zich
zelf en het contact met zijn evenmens. Hoe
angstvallig hij ook afstand schept jegens
zijn personages,toch leeft in ieder van hen 'n
zeker aspect van zijn persoonlijkheid. Voor
iedere mens schittert het prisma van ver
schillende levens; wanneer iemand ton slot
te gegroeid is tot een bepaalde persoonlijk
heid is zulks te wijten aan de omstandig
heden, het milieu, zijn wil. Hoe héél anders
kon het echter verlopen Welke kleinighe
den hebben zijn ware koers niet bepaald
En met de verschillende figuren, die de
schrijver boetseert, schept hij de levens
die hij niet geleefd heeft maar die, elk
apart, toch bereikbaar waren. Zo zingt in
vele figuren het heiwee naar het wezen dat
hij kon geweest zijn; hoe sterker dit heim
wee in hem opstaat, hoe vaster, hoe feller
en hoe overtuigender de figuur zal oprij
zen.
De schrijver is de vriend van zijn figu
ren en hij gaat met hen op reis een
reis, waarvan hij nooit weet waar die
heenleidt literatuur bleefd hij als een
groot, een geestelijk avontuur.
DE TAAK
Toen Faulkner in 1950 de Nobelprijs in
ontvangst nam, sprak hij een rede uit,
warin hij zei Hij (de mens) is onsterfe
lijk, niet alleen omdat hij het enig schepsel
is met 'n niet tot zwijgen te brengen stem,
maar omdat hij een ziel bezit, en een geest
die in staat is tot medelijden, tot opoffering
en tot lijden. Het is de taak van de dichter,
van de schrijver, over die dingen te schrij
ven.
Bij een G. Greene voelt men hoe hij
over al zijn figuren een mantel van heilig
medelijden werpt en hij op eendere wijze
de taak van de schrijver verstaat.
De werken van alle schrijvers zouden
een zang van medelijden, een zang van
liefde moeten zijn, een weg van vriend
schap, een weg van begrijpen. Indien dit
waar zou zijn, zou men, zelfs waar de naam
van God nooit word uitgesproken, in iedere
plooi van het hart, Zijn stille aanwezigheid
raden.
Ik zou haast durven zeggen dat de auteur
op die wijze het damast weeft van 's men
sen geluk. Maar hoe fragiel zijn de draden
van ons geluk Alleszins houdt hij de il
lusie op van dit geluk. En is het niet veel
als men zijn aardse dag met de bloemen
der illusie kan omtooien
ooo
INTERNATIONAAL
FOLKLORISTISCH FESTIVAL
DIT JAAR IN MARKELO.
In de Nederlandse gemeente Markelo, ge
legen in een zeer schilderachtige omgeving
in de provincie Overijssel, zal op 31 au
gustus van dit jaar een groot Internatio
naal Folkloristisch Festival plaats vinden,
waartoe talrijke buitenlandrse en ook eni
ge Belgische groepen uitgenodigd zijn. De
leiding berust bij de Nederlandse Federa
tie van Folkloristische Verenigingen.
Markelo heeft in de wereld der folklore
een internationale faam, dewelke het dankt
aan zijn unieke groep volksdansers. Men
verwacht op 31 augustus ongeveer 300 deel
nemers, hetgeen een zeer groot aantal is.
Aan het grote folkloristische feest dat in
1955 in Pretoria in Zuid-Afrika plaats
vond, namen slechts 125 personen (zeven
buitenlandse groepen) deel. De uitvoerin
gen en demonstraties werden toen door bij
na 90.000 toeschouwers bijgewoond.
oOo
Ministerie van Landbouw
LANDBOUYVCOMICE AALST.
Geacht lY^delid.
Wij hebben de eer V uit te nodigen tot
de tweede vergadering op zondag, 24 febr.,
te 14 uur, in de Hugo Lefèvrezaal van het
Stadhuis, Grote Markt, te Aalst.
Dagorde
1. Inleidend woord door de nieuwe voorzit
ter Dr. Veearts Van der Schueren.
2. De bemesting op nieuwe wegen door de
heer Ponnet, landbouwkundig ingenieur.
3. Filmen
a) de bodemkaart van België met be
schouwingen door de Rijkslandbouw-
kundige de heer Vermeulen.
b) varkens voeding.
Wij rekenen vast op de tegenwoordigheid
val al onze leden.
Namens het Bestuur,
De secretaris, De voorzitter,
A. Roelandt. Dr. Veearts V. d. Schueren
Op maandag 4 maart a.s. brengen de le
den van het Cornice een bezoek aan de
meststoffabrieken «Bataille» jte Bascecles,
die gepaard gaat met een ontvangst.
Wie meegaat laat zich ogenblikkelijk in
schrijven bij de voorzitter of secretaris.
Laatste inschrijvingen worden aanvaard
op zondag 24 februari, na onze vergade
ring. Prijs: 50 F.
Op Terjoden ontvingen de leden, meer dan 25 jaar aangesloten bij het A.C.V.
het ereteken van hulde en erkentelijkheid hun opgespeld door E. H. Pastoor
Sabot. Men bemerkt de hh. Huyghebaert G., De Knibber C., De Moor K., De
Putter L., Eeckhoudt J., Mertens A., Mertens Alf., Van Bossuyt C., Van den
Briessche V., Van den Spiegel B., alsmede Kamiel Bonner, propagandist A.C.
V. en Jan Couck, van de C. M. (Cliché «Het Volk»)
Men verzoekt ons het overlijden te mel
den van
DE HEER
PETRUS VAN LIERDE,
Weduwnaar van Mevrouw
MARIA VAN WESEMAEL,
geboren te Aalst, de 23 mei 1879 en aldaar
godvruchtig overleden de 8 februari 1957,
Versterkt door de HH. Sakramenten en
Pauselijke Zegen.
De plechtige Lijkdienst, gevolgd door de
teraardebestelling, heeft plaats gehad dins
dag 12 februari 1957, te 9 uur in de paro
chiale kerk van St. Jozef, te Aalst.
De Nadienst van Barmhartigheid zal
plaats hebben, woesdag 27 februari 1957,
te 8 uur in dezelfde kerk.
Rouwhuis Gentsesteenweg, 16, Aalst.
Vrienden en kennissen, die bij vergetel
heid geen doodsbericht zouden ontvangen
hebben, worden vriendelijk verzocht dit als
dusdanig te willen aanzien.
Berg. Arijs en Z. Tel. 211-.47.
Men verzoekt ons het overlijden te mel
den van het
ENGELTJE
GEORGES-CELESTINE-RAYMOND
VERSPEET
zoontje van Mijnheer RAYMOND
en van Mevrouw Hilda VAN YPERZELE,
geboren te Aalst, de 31 augustus 1955 en
aldaar aan de liefde zijner ouders ontrukt
de 11 februari 1957.
De Engelmis, gevolgd door de teraarde
bestelling, heeft plaats gehad, woendag 13
februari 1957, te 9 uur, in de Dekenale
kerk van St. Martinus.
Rouwhuis St. Kamielstraat, 38/2, Aalst.
Vrienden en kennissen, die bij vergetel
heid geen doodsbericht, mochten ontvan
gen hebben, worden verzocht dit als dus
danig te willen aanzien.
Begr. A&js m Z. '**L. 21-1.4.7.
9©©©©©©©©©©©C
Op het vieze stuk zeildoek dat onze dik
huid, zedig als 'n Vestaalse maagd, voor
zijn malse boerenbillen hield, stond er bo
vendien te lezen FABRICATION BELGE
GARANTI PURE.
In blokletters
Als 't u belieft, wie zou het dan niet uit-
gieren
Blij als zondagskinderen schoten we op
nieuw onze nu o zo dierbaar geworden
plunje aan. Alleen het hemd en de panta
lon van Frank waren volledig doorweekt.
Ze roken daarenboven erg onfrisch. Onze
beroemde Gouden Rivier bestaat helaas
niet uit eau de Cologne.
Soldaat Frank Meersonne was hoege
naamd niet in zijn nopjes. Hij speelde da
nig op zijn pootje.
Hij zei
En moest ik me nu daarom uitkleden?
Wat verschil had het nu gegeven indien ik
als een christen mens in zijn fantasiebroek
was .overgezwommen
Geen natuurlijk, dat snapten we thans
ook. Maar bezat de snuiter dan geen grein
tje gevoel voor humor
Nee, dat had hij niet. Geen snars begreep
hij van het drollige van den toestand. Doch
met dit alles waren we ook gefopt. Met ie
mand die er uitzag als een pas geredde
drenkeling, konden we onmogelijk de straat
op. Om geen achterdocht te wekken, bleef
er ons niets anders over dan te wachten tot
Frank weer droog was.
GENEESKUNDIGE ZONDAGDIEN ST.
Bij AFWEZIGHEID v.an de huisdok-ter
kan men zich voor DRINGENDE GEVAL
LEN wenden
ZONDAG 17 FEBRUARI 1957
Dr L. DAELMAN, VELDSTRAAT, 13.
Tel. 240.78.
ZON DAGDIENST DER APOTHEKEN.
IS ALLEEN OPEN
ZONDAG 17 FEBRUARI 1957
van 9 tot 12 en van 14 tot 18 u.
1b de week, voor DRINGENDE GEVAL
LEN en DIENST NA 7 uur 's avaaéi
De APOTEEK van M. HERDEWIJN,
PONTSTRAAT, 72.
De Apotheken der stad zijn geéureaét
de WEEK open van 8,30 tot 12 uur en van
1-3,30 tot 19 uur.
DIOCESANE ZIEKENBEDEVAART
NAAR O. L. VROUW VAN LOURDES.
GROTE FILM- EN VOORDRACHTAVOND
OVER LA SALETTE EN LOURDES
ten voordele van het
WERK VAN DE ZIEKEN,
zaal van het St. Jozefscollege
Dinsdag 26 februari, te 19,30 uur.
Deelname in de onkosten 20 fr.
oOe
VRIENDEN VAN LOURDES. AALST.
Zondag 10 februari ging de jaarlijkse al
gemene vergadering door in de ruime zaal
van Sint Martinuskring. We mochten ons
in een grote opkomst verheugen. Onder
grote spanning werden de reisbeurzen ver
loot. Ziehier de lijst van de winnaars
0063 Mevr. Alice Appelmans, Kattestraat,
Okegem.
1045 Mej. Maria Boelaert, Steenweg op
Gent, Aalst.
1117 Mevr. Wellens, Schoolstraat, 19»
Aalst.
0135 Mr. Jozef Van den Broeck, Diepe-
straat, Aalst.
1130 Mr. De Smet, Kerkhoflaan, 69,
Aalst.
0679 Mevr. Mertens, Ledebaan, ^J.18,
Aalst.
0664 Mevr. Julia Dierickx, Korte Linden-
straat, 33, Aalst.
0781 Mr. Paul De Haeck, Gustaaf Pape*-
straat, 43, Aalst.
0732 Mr. Willy De Swaef, Naarstigheid
straat, 63, Aalst.
0632 Mr. Van der Meren, Welvaartstraat
29, Aalst.
0772 Mr. Pierre Slagmulder, St. Job
straat, 58, Aalst.
0362 Mevr. Haerens, Diepestraat, Aalst.
1292 Mr. Jozef De Winter, Diepestraat,
Aalst.
0187 Mevr. Gustaaf Van den Bremt, Gus
taaf Papestraat, 6, Aalst.
1325 Mevr. Van Herreweghe, Geraards-
bergsestraat, 90, Aalst.
0008 Mr. August Verleysen, Kwalestraat,
Nieu werker ken.
Mej. Denise Van Vaerenbergh, ijveraar
ster.
Een zieke van ijveraarster Mej. Sidonie
De Cock.
>©GO©©G©OC©©O©eOA©©O©O©©0©OO©9OO
doden, daar, aan de schoone oevers van de
stille Leie, rolden we den dikken Frank
heen en weer. Over het gras. In de zon.
Aldus droogde hij heel wat vlugger op.
En toen kwam de laatste etappe, de
eindmars.
Dwars door de beemden bereikten we het
geboortestadje van Peter Benoit. Zonder
op- noch omkijken kruisten we, in bedacht-
zamen spoed, de enige hoofdstraat, en ge
raakten zonder verdere wederwaardighe
den de spoorbaan over.
Het vrije veld lag weer vóór ons.
Noodgedwongen namen Frank en ik hier
afscheid van onzen trouwen strijdmakker.
Het herbergje, waar we het vaarwel be
klonken, heette «In de Opgeruimde Armoe
de De slanke loop van een Brits anti-
tankkanon gluurde onheilspellend door 'n
gat in den muur. De kastelein was niet te
best geluimd. Begrijpelijk. In gans zijn
huis was nog één enkel heel drinkglas te
vinden. En hetgeen hij uit drie verschil
lende vaten bij elkaar getapt kreeg, was
amper voldoende om onzen grootsten dorst
te lessen. Krijgvoeren is metterdaad een
heet bedrijf, het maakt de keel droog
«Wel mogelijk,» kreunde de waard
«maar verdorie, waarom moet ik dat op
MIJN rekening "brengen Ook juist.
Hallo, sprak de drukkersgast Walter
Devos met een harde stem, tot den vol
genden oorlog. Houdt u taai
'n Tikje triestig nu, zo met ons beidjes
'©©©©©©©©©©«©•©©©GGGG©©
Ten einde in alle fatsoen onzen, tijd tealleen, togen Frank en ik verder. Langs
binnenwegen, over het land. De zon brand
de. Er lag een stroohoed op den hoek van
een akker. De boer was druk in de weer
aan 't dichtwerpen van vele granaattrech
ters op zijn bietenveld. De stroohoed paste
me uitstekend. De eigenaar trok er zich
niemendal van aan. Om zo'n beuzeling
keek hij nog niet eenmaal van zijn arbeid
op. Ten grieve van Frank vond ik een helm
maar de domoor liep liever blootshoofds.
Hij was minder bang voor 'n zonnesteek
dan hij geweest was voor de kogels.
't Sloeg net klokke drie toen we ons dorp
binnenrukten. Ons hart maakte een kuiten
flikker. We waren eindelijk veilig.
Meersonne wou me even meetronen naar
zijn vaders hoeve. Blijkbaar verwachtte
hij een uitbrander van zijn oudeheer. Om
dat hij het vaderland niet had weten te
redden. Maar had ik niet reeds genoeg voor
den dikken broeder gedaan
Nog n kwartiertje en ook ik was onder
dak. Als dat was de vraag ons lieve,
goede huis nog een dak rijk was.
God zij geprezen, het had nog een dak.
Vergeleken bij het postgebouw, had het er
zelfs schitterend afgebracht.
De postmeester riep
Kijk, is dat Frans Devuyst niet
En hij verloor zijn bezinning, deed me
spontaan een kleine karrevracht sigaretten
cadeau. Nu spijt het hem natuurlijk. Zo is
de mens geschapen.
Hier is het uit, dames en heren, de rest is
u bekend. Twee geslagen uren was ik vóór
Wij wensen onze winnende leden van
harte geluk en een vrome bedevaart.
Alle inlichtingen omtrent het Werk «De
Vrienden van Lourdes» kunnen verkregen
worden bij de Bestuurder E. P. Othmar,
Vicaris van het Capucijnenkloostet en bij
Mej. Sidonie De Cock, Pieter Couckestraat,
2, Aalst.
i©©©©©©9©©©®©©©©©©©«©©©©©©©©©©®<
u terug thuis, levend en gezond. Ik had
mijn oorlog beëindigd, mijn soldatenplicht
volbracht...
8.
BIEFSTUKS VOOR DEN KANUNNIK.
Fifien is reeds stillekens naar haar
schooltje vertrokken wanneer Frans zijn
sigarettenpeukje in den asbak mikt.
Hij glimlacht tevreden. Zijn verhaal ge
noot een tamelijk succes, 't Is den eersten
keer dat hij zijn avontuur in één trek
heeft verteld. Tot nog toe was het steeds
bij fragmenten gebleven.Het paard had een
zweepslag nodig gehad om van stal te gaan.
Echt hij is een paard, hij heeft alle gebre
ken van een paard, van een goed paard,
wel te verstaan. Ge moet het kennen: zijn
aard, zijn streken, zijn kuren. Maar als ge
het kent, och, een kind zou het bij den
teugel kunnen leiden.
Wel, Greetje, besluit hij, heb ik nu
mijn kameraden in den steek gelaten
Zus geeft thans volmondig toe dat ze zich
vergist had.
Maar Jos Opsomer is geen idioot,
vent. Niet meer dan gij.
Verveelt haalt Frans de schouders op
Goed. Trouw er dan mee.
Elsje schiet in een lach
Hij moet het haar toch eerst vragen,
vindt ze logisch.
Blozend, echt een jong meisje, vlucht
zus met het serveerblad het schotelhuis in.
'T VERVOLQT,