de
en omstreken
¥erhoogde lasten en flagrante
staatsinmenging
nmmm
Huiswerk, geen Huiswerk,
of toch Huiswerk
swmmW'WM.mm
OBERMEW-BEtASTWet*
J
van aalst
VERSCHIJNT DE DONDERDAG EN ZONDAG VAN IEDERE WEEK.
Burelen St. JORISSTRAAT, 25, AALST. TEL. nr. 241.14 P. C. nr. 881,72 14' JAARGANG: 1,30 Fr het Nr.
ZONDAG 17 FEBRUARI 1957
VOLKSE OPVOEDKUNDE
(FAMILIALE KRONIJK VOOR OPVOEDING EN ONDERWIJS.)
NUMMER 14
(VERVOLG EN SLOT.)
«Op de lagere school is
KLASWERK hoofdzaak
In ons opvoedkundig praatje van voor
een paar weken hadden wij het over het
huiswerk waarmede veel onzer kinderen
geplaagd worden en ook hun ouders. Wij
stelden de vraag zoals ze hierboven gefor
muleerd is Huiswerk, geen huiswerk, of
toch huiswerk
Wij haalden er het Moielprogramma der
Lagere Scholen van 1922 bij, waarin voor
geschreven werd dat op de lagere schoool
KLASWERK hoofdzaak is Wij meldden
welke huistaken aan grote kinderen mag en
kan gegeven worden en wat er aan de
kleintjes «mag» gegeven worden als huis
werk. Wij wezen op het verschil in aard
van de huiswerken al naar gelang de school
door het kind bezocht, en omschreven om
standig de mening der ouders inzake huis
werk. Deze zijn zeer uiteenlopend en de
argumenten der ouders aangehaald voor of
tegen het huiswerk zijn al dan niet gemo
tiveerd.
Willen wij vandaag even verder praten,
of liever die inspekteur aan het woord la
ten op een ouder vergadering die wij bij
woonden en waar dit netelig onderwerp
besproken werd door deze bevoegde per- j
soon
We geven hem dan maar onmiddellijk
het woord.
Het gebeurt dat jonge kinderen, die
van huiswerk verschoond blijven, toch af
en toe een lesje te leren hebben. Terloops,
maar zeer nadrukkelijk, weze hier gewaar
schuwd tegen het te vroegtijdig lessenleren
thuis. Tot na het vierde leerjaar zou dit
altijd in de klasse moeten gedaan worden.
Het gaat hier immers om het stelselmatig
aanwennen van de juiste en de werkdadi-
ge memorisatie en andere leerprocédés.
Dit moet onder vakkundige leiding geschie
den. Laat men dit thuis doen, dan gaan de
ouders of andere goedwillige volwassenen
het kind «helpen», door hem zijn lesje voor
te kauwen en in te pompen op de overbe
kende, maar didaktisch verfoeilijke ma
nier waarop men een sijsje een wijsje
leert.
LEREN LEREN is de eigen en gans bi-
zondere opdracht van de lagere school. Die
taak mag ze nooit uit de handen geven, iaat
staan ze op de nek van de ouders schuiven.
Van het vijfde leerjaar af krijgt het
huiswerk een bizondere betekenis. Een aan
tal kinderen zal na de derde graad (na het
zesde leerjaar dus) het Middelbaar of het
Technisch Onderwijs vervoegen. Indien ze
niet in zekere maat geleerd hebben zelf
standig te studeren, hun aandacht op een
bepaalde leerstof te concentreren, en een
gegeven taak op een behoorlijk tempo
netjes af te werken, zijn deze kinderen ge
handicapt. Want dit zijn essentiële voor
waarden tot a good school start
Weliswaar moet deze onmisbare trai
ning in de klasse verlopen, onder de be
voegde en stimulerende leiding van de
meester. Immers het gaat hier om het zorg
vuldig en grondig vormen van goede
denk- en arbeidsgewoonten, het verwerven
van rationele en efficiënte werkmethodes,
het aankweken van zin voor nauwkeurig
heid, het opvoeren van het studietempo,
het oefenen in het vlug en juist gebruik
van naslagwerken. Daarbij is alleszins vak
kundige hulp vereist. Maar toch moet het
kind geleidelijk leren op eigen benen te
staan, persoonlijk werk te leveren, en tot
zelfcontrole bekwaam te worden. Een uit
stekend middel daartoe zijn goed voorbe
reide, verstandig gedoseerde huistaken.
Men bedenke echter dat alle oefening die
als huiswerk gegeven wordt zo bedacht-
dient gekozen, dat steeds 95 ten honderd
kansen bestaan ze door al de leerlingen
feilloos te zien uitvoeren. Telkens wanneer
een kind in de gelegenheid gebracht wordt
foutieve woorden of verkeerde redenerin
gen neer te schrijven, krijgt het niet alleen
een averechtse oefening, maar zijn ver
trouwen in zijn eigen kunnen wordt ge
schokt. Dit is erg. Want het zelfvertrouwen
in eigen kunnen is de veer die de latente
krachten in het kind opwekt, in beweging
brengt en voort stuwt.
ONZE MENING INZAKE
HUISWERKEN.
Voor 10 a 12-jarige kinderen is één a an
derhalf uur naschools werk per dag een
strikt maximum. Daarboven begint de nim
mer goed te praten afjakkering. Het kind
moet nog altijd tijd hebben om kind te zijn,
en het heeft een heilig recht op spel en
ontspanning. Terecht wordt door sommige
ouders geklaagd over de onmatige onrede
lijke eisen van de school inzake huistaken,
waardoor het gezinsleven verstoord en ver
gald wordt. Kan men het redelijk noemen,
wanneer een knaap van het zesde leerjaar
der lagere school of der voorbereidende af
deling van een middelbare school op één
avond af te werken krijgt drie reken-
vraagstukken op de evenredige verdelin
gen, een oefening van tien regels in het
leerboekje over uitgang t of d of dt, en de
alternatieve vervoeging van vijf Franse
werkwoorden in de présent, de imparfait
en de passé simple Mitsgaders, als les
sen vier katechismusvragen, een geschie
denisles en de hoofdtijden van de hogerver-
melde Franse werkwoorden Aangenomen
dat een knappe leerling voor dergelijk huis
werk anderhalf uur nodig heeft, en over de
lessen nog een half uur doet. Maar ze zijn
niet allemaal van het eerste water, en met
dergelijk systeem kunnen zelfs overvlie-
gers vleuggellam gemaakt worden.
Zowel met het oog op een vlugge en
nauwkeurige verbetering der werken, als
voor de kernnigheid van de oefening, dient
alle nutteloos omhaal geweerd. De opgave
van vraagstukken moet niet uit het leer
boekje overgeschreven worden, van een
taaloefening worden enkel de woorden
waarop de oefening slaat neergeschreven,
enz. Veel huistaken bevatten te veel «slak
ken»
BESLUIT.
Van het huiswerk, zoals van zovele as
pecten van het onder wijs werk, kan gezegd
worden dat het terzelfdertijd het beste
en het slechste is. Helemaal kan men de
huistaken niet missen, maar bij de aanwen
ding ervan moet het welbegrepen belang
van het kind steeds voorop staan. Ze moe
ten steeds een opvoedingsmiddel blijven,
en nooit worden een door overdreven pro
grammatische eisen opgelegde dwangar
beid.
OPVOEDER.
DE VAN HOORICK-KWESTIE.
Ge hebt het al gehoord van Bertje Van
Hoorick is zijn naam dat hij, na Debun-
ne en De Stobbele'ir, ook het kamp der
veel-besproken-Heren-van-d'Aj uinstee heeft
vervoegd.
Ook hij schijnt niet zeer fier te zijn over
de daad die hij heeft gesteld, want zijn ge
wezen vrienden knagen aan zijn eer en ver
konden openbaar dat hij 't gegeven woord
verbrak.
Z'n rode ster is nu verbleekt en hijzelf
ook, omdat hij weet dat hij geen betrou-
wenswaardig man meer is. 't Mandaat dat
hij bekleedt in de stederaad behoort de
kommunisten toe.
Dat heeft hijzelf alzo gewild, 't Kame
leon-bloed dat in zijn aderen vloeit be
schikt er anders over en geen krachten
zijn bestand voor d'afweer van wat in
't bloed zit.
De daad die hij heeft gesteld, ligt in de
lijn van wat hij was en is: 't kazakske is 't
reeds gewoon gekeerd te worden.
In 't verschiet ligt nu een uitgelezen
kans met karnaval dan zullen w' hem zien
als windmolen vermond, kruisen slaand in
alle kleuren en draaiend naar de wind.
DIRK.
ROOD EN BLAUW PLEEGT VERRAAD.
Tekst Tijl Vlaming.
ffcV
Melodie Kan gezongen worden op
Nu een lied der vlaamse zonen.
1. Vrienden kijkt uit uwe ogen,
Want de toestand is kritiek.
Gij zijt menigmaal bedrogen,
Door Van Acker en zijn kliek.
Nu wil hij een volmacht krijgen,
En zou willen dat we zwijgen,
En hem lijdzaam laten doen,
Om zijn schulden te voldoen.
2. Onder 't Masker van «geschenken»,
Die in feite «rechten» zijn.
Wil hij «minderen» gedenken.
Maar let op het is maar schijn.
Hoofdzaak is, alleen regeren,
't Parlement voorgoed negeren.
Iedereen in doekjes doen.
Want hij heeft veel geld vandoen.
3. Hij zou willen vrij beschikken,
Over 't geld dat binnenkomt.
't Indexcijfer ons doen slikken,
Ook 't creveren van 't plafond,
't Rijksfonds van zijn «kwaal» genezen.
Al de postjes toegewezen.
Prijzen lonen geblokkeerd.
't Kindergeld gesaboteerd.
4. Groter winsten, groter lasten,
Is een blijk van goed bestuur.
Maar daarom ons niet vergasten,
Op een Titodiktatuur.
Alles reg'len langs de wetten,
Zou Achiel willen beletten
Want hij voelt zich minder sterk
In het demokratisch werk.
HET VEELOMSTREDEN
BEDIENDENPENSIOEN.
Het lijkt wel in de sterren geschreven
dat al wat minister Troclet aanraakt of on
der zijn bevoegdheid heeft, naar de volko
men etatizatie moet gaan. De Senaat be
spreekt thans zijn ontwerp op de bedien
denpensioenen en ook in deze sektor wil
Troclet naar een flagrante staatsinmenging.
Wie slechts de pers van de huidige meer
derheidspartijen leest zal ongetwijfeld het
voorstel goedkeuren dat het pensioen aan
zienlijk verhoogt. Het kan inderdaad tot 75
t.h. van de gemiddelde wedde komen... in
het jaar 2.000. Wie slechts dat te lezen
krijgt zal de minister geestdriftig bedan
ken.
Maar de opwerpingen tegen het ontwerp
Troclet op de bediendenpensioenen zijn
echter fundamenteel en maken het volko
men onaanvaardbaar. Vier hoofdkenmer
ken van het voorstel wettigen de oppositie
van verenigingen als de Landelijke Bedien
dencentrale, het Verbond der Belgische
Nijverheid, de middenstandsorganisaties en
zelfs de liberale vakbond Vooreerst is er
een gedisproportioneerde verhoging van de
lasten, vervolgens brengt het ontwerp ge
weldige administratieve moeilijkheden met
zich, ten derde wordt het persoonlijk recht
van de bediende op zijn pensioen afge
schaft en tenslotte bestaat er een volledige
onzekerheid wat de Staat zal doen met de
reusachtige geldreserves die door de pen
sioenstorting aan de Staat worden toever
trouwd.
VERHOGING VAN HET PLAFOND
De verhoging van het plafond waarop de
sociale bijdragen worden geïnd schijnt een
van de geliefkoosde methodes te zijn van
de huidige regering om haar financiële
moeilijkheden in allerlei sektoren van de
R. M. Z. het hoofd te bieden. Zo voorziet
het beruchte ontwerp op de heffingen een
verhoging van het plafond yan 5.000 tot
6.000 fr. per maand. Dit zal de bediende of
arbeider die 6.000 F. per maand of meer
verdient, per jaar maar eventjes 960 F.
kosten.
Het ontwerp op de bediendenpensioenen
voorziet daarbij nog dat dit plafond voor
de pensioenen eerst op 96.000 F. (8.000 F.
Iper maand) zal gebracht worden en vanaf
januari 1960 op 120.000 F. (10.000 F. per
maand).
In de eerste faze betekent dit een globale
verhoging van de lasten van 800 miljoen, in
de tweede fase 1.100 miljoen, Ongeveer 3/5
van de nieuwe lasten worden door de werk
gevers betaald, 2/5 door de bediende zelf
Een van de Jongste propagandapane len van de C. V. JP* die zopas in de
hoofdstad werd en aangebracht.
die zijn loon in dezelfde mate zal zien ver
minderen.
PERSOONLIJK RECHT VAN DE
BEDIENDE
Over de administratieve moeilijkheden
die de werkgevers worden opgelegd om de
afhoudingen te berekenen zullen we slechts
zeggen dat ze zeer groot zijn en heel wat
formulieren en lijsten zullen noodzakelijk
maken om de talrijke uiteenlopende bere
keningen uit te voeren.
Veel erger is het dat het ontwerp elk
persoonlijk recht en bezit afschaft.
Inderdaad, tot nu toe had de bediende,
krachtens het stelsel van de individuele
kapitalizatie, een absoluut recht op pen
sioen in funktie van de betaalde bijdragen.
Indien hij op de ouderdom van zijn pen
sioen verder wenste te werken, dan mocht
hij toch zijn pensioen trekken.
Dit alles wordt door minister Troclet af
geschaft. De bediende heeft geen enkel in
dividueel recht meer. Hetgeen hij gedu
rende jaren heeft gestort is niet meer het
kapitaal dat zijn pensioen waarborgt. Dat
geld vormt, met al de andere bijdragen, een
pool waaruit geput wordt om het pensioen
te betalen aan degenen die de voorwaarden
vervullen
130 MILJARD IN DE HANDEN
VAN DE STAAT
De afschaffing van het persoonlijk recht
van de bedienden maakt het de Staat mo
gelijk de reserves voor andere doeleinden
aan te werven. Op het hoogste punt van de
kapitalisatie, nl. in het jaar 2.026 zal het
bediendenpensioen een reserve van 85 mil
jard tot stand brengen. Samen met de re
serves van het arbeiderspensioen is dat
ongeveer 130 miljard.
Het is voor iedereen duidelijk welk ge
vaar voor ons ekonomisch en financieel
stelsel zulke sommen in de handen van de
Staat vertegenwoordigen. Daarmee kan
men de Ziekte en Invaliditeit blijven voe
den, kan men beleggingen doen die de vrije
ekonomie geleidelijk zullen opslorpen enz...
Het voorstel van minister Troclet is dus
zuiver marxistisch gericht. Als Kardinaal
Van Roey in zijn Vastenbrief de marxis
tische inslag van de socialistische partij
aanklaagt en de katolieken ervoor waar
schuwt, wordt hij bespot door de partij -
pers. Maar de socialisten kunnen geen ont
werp indienen, geen koninklijk besluit pu
bliceren of op een of andere manier puilt
hun Marxistische opvatting en hun laïcize-
rende ideologie er uit.
-oOo-
BIJ DE C.V.P.-JONGEREN-AALST.
EEN GOEDE KARNAVAL
BEGINT MET EEN
REUZE
BAL.
Daarom op ZATERDAG 2 MAART 1957
naar het JONGEREN-BAL waar al^e leden i
verwacht worden.
Het gemaskerd rendez-vous zal zijn hoog
tepunt bereiken te 24 uur tijdens het défilé
der verkleden en de verkiezing van de
PRINS en PRINSES der JONGERKN. Die
datum moet ge zeker vrij houden, -want Ro-
zemarijntje verwacht U vanaf 2G' uur in
haar uiterst stemmig versierde salqns in. de
Katoiieke Kring, Grote Markt.
GEVLUCHTE TJECHISCHE
CIRKUSFAMILIE op de DOOL
Te Hoogstraten staan er momenteel en
kele woonwagens bij de dorpplaats. Zij
dragen in bonte letters de naam van de be
woners. Los Hermannos was eens een
prachtig cirkus in Tjechoslowakije, nu is
het dat schamele troepje woonwagens dat
daar bijeengereden staat. Vader Herman
nos liet zijn ganse bedrijf in de steek, zijn
leeuwen en zijn olifanten, zijn meer dan 50
rijpaarden, zijn cirkustent... Hij deed dat
niet uit vrije wil, hij deed het omdat hij er
toe gedwongen werd, toen de Russen hem
met zijn gezin het land deden ontvluchten.
Met alleen wat goede wil en zijn stiel
vaardigheid waagde hij een toernee in Oos
tenrijk. Het werd een mislukkig. In Duits
land werden met wat schamel, links en
rechts bijeengezocht materiaal vertoningen
gegeven. Met moeite werden de eindjes
aan mekaar geknoopt. Toen trok men naar
Nederland. Een direkteur van een dieren
tuin bezorgde tegen gunstvoorwaarden een
paar Indische buffels en enkele andere
dieren. Een half jaar lang doortrok de
groep het hele land en eindigde zijn toer
nee met een reeks opvoeringen ten bate
van de Hongaarse slachtoffers van de op
stand.
In de week voor Kerstmis trokken «Los
Hermannos» naar België. Het was steeds
zo geweest in de voorbije jaren: het werd
winter en dan kon niet meer worden opge
treden. Er is nog altijd geen cirkustent ge
vonden en voor openlucfrtuitvoeringen is het
weer te bar en te guur. En de weinige toe
schouwers willen wel genieten van het
schouwspel, maar keren hun rug wanneer
een kleine omhaling zuur verdiende ver
goeding voor zwaar werk aangekondigd
wordt... Dus moest er in zalen worden ge
werkt. Nu zijn er maar weinig uitbaters
die er erg op gesteld zijn in hun zaal Por
tugese stierengevechten te laten doorgaan.
Daarom moest ook het programma aange
past worden en dat kon wel, maar het no
dige materiaal ontbrak.
Daarom doen deze vluchtelingen een
dringend beroep op ieder wie hen helpen
kan. En velen kunnen dat Er liggen hier
of daar nog veel waardeloze spullen die
voor deze mensen daarentegen bijzonder
waardevol zijn, omdat zij ermee in de mo
gelijkheid worden gesteld zelfstandig in
hun levensonderhoud te voorzien.
Hier gaat een deel van hun verlangen-
lijst Een vijftal stoelen die op mekaar
kunnen worden geplaatst, een verhoog je zo
als leeuwentemmers ze gebruiken, 100 m.
scheepskabel, 200 m. koord van 30 mm.
dikte, een transformator voor de geluids
installatie van een auto (van 12 volt naar
220 volt wisselstroom), 100 m. elektrische
kabel, 4 schijnwerpers van 1000 watt, een
glijbaan, een schommel en een karoussel
(zoals op speelpleinen gebruikt) voor dres-
suurnummers met dieren,...
Wie een of meer van de hierboven ge
vraagde voorwerpen zelfs oude ter
beschikking heeft of verdere inlichtingen
wenst, gelieve zich in verbinding te stellen
met de BOND ZONDER NAAM, Lange
Clarenstraat, 24, Antwerpen (tel. 32.32.83JL