en omstreken Na de veroordeling van Mr De Stobbeleir Weg met de Beeldverhalen ...MAAR HOE Enkele Soldatenbelevenissen van aalst VERSCHIJNT DE DONDERDAG EN ZONDAG VAN IEDERE WEEK. Burelen St. JORISSTRAAT, 25, AALST. TEL. nr. 241.14 P. C. nr. 881,72 14» JAARGANG: 1,50 Fr. het N'r. ZONDAG 21 JULI 1957 NUMMER 59 VOLKSE OPVOEDKUNDE. (FAMILIALE KRONIJK VOOR OPVOEDING EN ONDERWIJS.) Zó luidt de titel van een zeer interessan te studie door de Hr. H. Van Tichelen, de gekende Conservator te Antwerpen, waar hij het heeft over de Beeldverhalen, de goe de en de slechte, en in hoeverre ze het «de gelijk» lezen bij onze kinderen bevorderen of... remmen. Doch laten we dhr Van Tichelen zelf aan het woord. TOCH KUNNEN BEELDVERHALEN OPBOUWEND VAN WAARDE ZIJN. Het is vooral in de milieu's die zich met de opvoeding der jeugd bezighouden, een internationale gewoonte geworden de mis prijzende kreet Weg met de beeldverha len te slaken. Daarbij vergeet men ech ter al te gemakkelijk het nodige distinguo te maken tussen wat in zulke verhalen, op z'n best dan genomen, opbouwend van waarde kan zijn en het vele andere, dat een ergerlijk misbruik van het genre, te vens tegenover de jeugd een misbruik van vertrouwen is en zo afbrekend mogelijk blijkt. Om dat toe lichten denken we even terug aan onze eigen, lang vergeten kleuterjaren, aan die van onze volwassen geworden kin deren en aan die van onze kleinkinderen te bestrijden, laat staan tot haar minimum te herleiden. WAT HIER MET DE KWAAL WORDT BEDOELD Het zijn verzinsels van futloos gedoe tot revolvergedreig en moordpartijtjes in regel, die hoofdzakelijk in prenten of in prenten- reeksen uitgedrukt worden; de zogenaamde leestekst er bij bestaat uit stom ophitsende zeepbel-uitroepen of uit een paar regels woorden, die als proza zo waardeloos mo gelijk zijn... en trouwens ternauwernood worden bekeken. De kinderwereld, de helemaal niet in smaak geschoolde kinderwereld, wordt rechtstreeks in haar drang naar prentjes- kijkerij en haar vervreemding van ernstige lektuur als zodanig uitgebuit tot het uiter ste... en zo worden, voor de jongeren spe ciaal en bij tienduizenden eksemplaren allerlei wekelijkse, schreeuwerige orgaan tjes in de handel gebracht en door die jon geren gekocht ook, met medeweten en meestal met medewerking der ouders. Dhr Van Tichelen gewaagt niet eens van de werkelijke misselijke druksels al is hij terdege bewust van hoeveel morele afbraak en schade daaraan verbonden kan zijn. De «Schund und Schmutz»-uitgevers, BRIEF van P ATE R CIP RIA A N uiiiiiiimiiiiiiuuumiMiiiimimnuniHiiimummmiiiiuiiiimmmiiMiiiiimmiiiimmiwiiiiiiHiumMiimHiiiiiMimimiuimit wiihii S. Boniface, Vrijdag 12 Juli 1957.Jj BESTE STADSGENOTEN, Reeds heel lang is het geleden dat ik van j mij iets horen liet. Het moet geleden zijn^ van verleden zomer, meen ik. Toch gaf ik^ er mij soms rekenschap van, dat het goed is= met mijn eigen Vlaamse volk in kontakt te= hebben in ons blad van blijven, want van uwe gebeden en offerss die jn beroep was gegaan tegen het vonnis van de boetstraffelijke rechtbank van hangt het welslagen van een missionarisroe-1 Brussel, in beroep opnieuw schuldig werd bevonden aan de hem ten laste gelegde ei- ping af. Ieder keer dat het mij in mijns ten, alhoewel het Hof zijn straf verminderde. apostolaat meevalt denk ik in het vader-1 vragen (ms hoe het staat met de administratieve toestand van M. De= goede ziel, voor mij geofferd en gebeden Stobbeleir Men weet dat na het eerste vonnis Mijnheer Gnstaaf schepen der stad! verleden zondag gemeld dat Schepen De Stobbeleir I De Aalstenaars eisen klaarheid in deze zaak. Zij kunnen niet blijven betalen voor| een Schepen die niets doet. zelfs, d.i. aan de typisch argeloze tijd toen uitheems_ bUjken inderdaad aan 'hun per. wij en zij stralend opgingen in het argeloze sprookje, het ritmisch vertellende rijm en het naiefste verhaaltje uit het volk... en het feestelijk vonden, daarna een en ander kleurig uitgebeeld te zien in suggestieve «mannekensbladen», op kleurige wandfrie- zen-reeksen en in allerlei prentenboeken, die. we later nooit meer zouden vergeten. We herinneren ons zelf hoe we allen, nog vóór die tijd, voor het eerst kennis maak ten met kartonnen of linnen bundeltjes, waarin slechts huiselijke voorwerpen, kin derspeelgoed, bekende dieren deze liefst in aktie voorkwamen, en daar reeds kleu- terig bewust van genoten, zo met onze op merkingsgave als met ons aangeboren stuk je verbeelding. Kortom, DE BEELDEN EN BEELDVERHALEN HADDEN VOOR ONS DIE TOEN NOG NIET LEZEN KONDEN EEN ONBETWISTBAAR VORMENDE WAARDE. En de ervaring heeft ons geleerd dat er heden, vooral heden, naast het goed kope bazaargoed, vele tientallen ILLUS TRERENDE BOEKJES, PRENTEN EN PLATEN voorhanden zijn, DIE EN KIN DERLIJK EN ARTISTIEK BEANTWOOR DEN AAN DE ERNSTIGE EISEN. BEELDVERHALELN DIE SOMS TOT BEELDROMANS SCHIJNEN UIT TE GROEIEN. Heel anders is het echter gesteld, zegt dhr. Van Tichelen, met de beeldverhalen die soms tot beeldromans blijken uit te groeien en zich richten tot het jonge pu bliek, dat wél met lezen vertrouwd is ge raakt. En dat heel anders rechtstreeks aanhakend bij het tekort aan ervaring en de gemakkelijke misleidbaarheid van die jongeren om van hun kortzichtige ouders niet te gewagen heeft thans internatio naal zulke verderfelijke en zelfs ontwrich tende proporties gekregen, dat de hoogste vertegenwoordigers van macht en gezag er vese roekeloosheid zegt dhr Van Tiche len geen schijn van grenzen te stellen; neen, ze beweren zelfs, door het opvallend strookje niet voor kinderen of alleen voor volwassenen het publiek te waar schuwen tegen mogelijk verderf, al is, naar ze best weten, juist dat strookje, voor een massa jongeren hét lukaas om het verboden gebied te betreden. VIJAND VAN HET BEELD ALS ZODANIG We zij, zegt dhr Van Tichelen, volstrekt geen vijand van het beeld als zodanig, in zover het voor de kleinsten nog het gedruk te woord moet vervangen; we zijn het even min voor de iets ouderen, de in lezen ge- oefenden, tegenover een aanvullende illus tratie in dienst van de verhalende of be schrijvende tekst. We vinden het zelfs geen schijn van bezwaar, dat een lange reeks van degelijk getekende prenten om hun verklarend en humoristisch kenschetsend karakter het verhalende woord vergezelt wat we best toelichten konden aan de hand b.v. van «Geheimen van de zee» (door Van Leeuwen, met platen van Bert Boutman). «De pruikenmaker en de prins» en, zijn té veel deeltjes ten spijt, «In de soete suiker bol» (beide door R. Van der Hulst, met zeer talrijke tekeningen van zijn zoon). En we denken er ook geen ogenblik aan, enig voorbehoud te maken tegenover de aparte platenalbums en platenatlassen, die op zich zelf een dokumentatie zijn, al vervult dit maal het woord er slechts een bijkomstigen verklarende rol. Het zal wel goed zijn, beste ouders, nu het vakantie is, de lektuur van onze kinde ren, zo grote als kleine, in 't oog te houden. Lezen en prentenkijken kan moreel opvoe dend doch ook moreel remmend werken Hier ook hebben wij, gedurende dit zomer- JACHTAVONTUREN AAN 'T FRONT. I. DE RATTENJACHT. 't Was een stikhete zomerdag van 't jaar '15. Reeds sedert verscheidene dagen hield deze broeierige warmte aan zonder dat er ook maar iets van verandering merkbaar was, Mens, dier en plant snakte naar wat verkoeling en regen. Wij lagen in «allerte» in een oude half vernielde hoeve in Sint Jacob-Kapelle. Een gans leger ratten huisde tussen de balken en latten van het pannendak en maakten het ons des nachts bijzonder lastig om ons brood en andere voorraad zonder grote schade te kunnen bewaren. Opeens kregen wij een hevige donder vlaag me tgrote regenval en tussen de pan nen zagen wij honderden rattenkoppen ver schijnen welke gulzig het nederdruppelend water van de pannen opzogen. Dit waren gewenste schietschijven voor ons piotten, momenteel zonder ander werk Seffens la gen wij achter de schuur in schietpositie en barste er een knetterend geweervuur los, bijna elk schot was raak en wij zagen on telbare bloedende rattenlichamen tussen de pannen bengelen, ontelbare andere vielen tussen de keuvelende en kaartende piotten naar binnen, 't Was een echt rattenbloed- bad Geen enkele jager had ooit zulk genot aan gelijk welke jacht beleefd DE WONDERBARE VISVANGST. radeloos tegenover staan en nergens een verlof, een gebiedende ouderplicht te ver- doorslaande maatregel treffen om de kwaal vullen OPVOEDER. bondag werd de nieuwe betonbaan gaande van Welle naar de wijk Broek op of ficiële wijze opengesteld voor het verkeer.Nadat de inwoners de burgemeester en het ganse gemeentebestuur hun dank hadden betuigd onder de vorm van een aantal bloemengarven knipte de h. De Dier het symbolisch lint door. On middellijk zette zich daarop een prachtige stoet in beweging, gevormd door de talrijke verenigingen der gemeente. Met St-Cecilia voorop ging het naar de wijk Broek alwaar het feest duurde tot in de late uurtjes. (Cliché «Het Volk») in het vader- land wordt er nu, door de ene of de ander. Vele mensen vragen ons Stobbeleir Men weet dat - -1, lis eebleven De socialisten en ook M. D'Haeseleer weigerden echter hem nog enige be En elke keer dat het me tegen slaat denk ik 's geweven, ue social.». in het vaderland denkt voor het ogenblik| diening toe te vertrouwen. niemand aan mij. Maar dan voel ik een| Wat gaat er nu gebeuren Nu dat de veroordeling definitief is. Zal M. De Stob stille stem (zou het misschien de stem van|beleir 2e)f ontsiag nemen of zal hij tot ontslag gedwongen worden. «Twei? maa" wéten d—en^g da| Voorals nog is nog niets uitgeiekt over de bedoelingen van de heersende partijen, ge bestaat Hoe kunnen de aalsterse men sen en zoveel andere vrienden aan u den ken, als ze nauwelijks uw bestaan vermoe den. Ik tracht dan, zoals iedere onboetvaar jjj dige zondaar die stem het zwijgen op te leggen. Maar het is al nutteloos. Die stem blijft spreken. Deze namiddag, juist na het noenmaal had ik het vegelijf voor een korte rustpe riode uitgestrekt, maar het stond geschre ven dat die rust mij zou geweigerd worden Daar was de stem weer en deze keer kon ik haar verwijten niet overstemmen Hoe zei de stem, ligt gij u hier in zalig genot rond te draaien terwijl ge aan de wereld wijst maakt dat ge een missionaris zijt die onvermoeid op de bres staat om het gelooi te verkondigen, 't Is in alle geval een ge makkelijke bres die ge nu tegen de aanval len van de boze verdedigen wilt. Ik ant woordde och 't is toch maar voor enkele minuutjes. Minuutjes, antwoordde de stem minuutjes, precies of er van minuutjes spraak kan zijn als er zovele mensen snak ken naar de waarheid* En ik dacht er aan hoe ik deze morgen nog in een missietijd schrift van de Witte Paters las hoe de mis sionarissen bezwijken onder de reuzenar beid 6 priesters voor 50.000 bekeerlingen. En, zei de stem, ge zijt ook bezweken maar 't is van iets anders als van blakende zie lenijver. Ik dacht bij mij zelf dat die stem een alla 't woord begint met een r maar hoe ik mezelf trachtte te overtuigen dat ik recht had op dat arm beetje rust, die r... liet niet af en 'k moest mijn bed uit. En nu zit ik hier voor mijn schrijfmachien en laat u allen weten dat ik nog leef en dat ik u nooit vergeten was. Ik wil u beloven, van u in de toekomst beter op de hoogte te houden van mijn leven en van mijn werk. Ik begin onmiddellijk we genieten hier in het begin van de meimaand van een tempe ratuurt je, dat een koning zou kunnen ver lokken om ook enige dagen in Canada te komen doorbrengen. De thermometer durft reeds tot 30 graden Celsius stijgen. We vra gen ons af wat het hier tijdens de zomer maanden zal zijn. Verleden jaar terwijl de belgen, die dappersten aller Galliërs aan 't zwemmen waren in hun eigen huizen (of toch bijna, volgens ik uit verschillende bronnen opdiepen kon) hadden we hier een zachte zomertemperatuur. Echt een fijn zo mert je, soms een regenvlaagsken, maar dat komt er nu toch best bij te pas. Het was geen kanadese zomer. Want dan zou het hier gedurende de hele zomer niet mogen regenen en de thermometea zou liefst 40 graden aanwijzen en op zeer warme dagen zelfs 45. Wel we genoten hier van een ge matigde temperatuur. En in die zin hebben we dus toch ook iets gewaar geworden van de kuren van moeder natuur, waaronder Europa verleden jaar zoveel te lijden had. Wel, we wensen u van hier uit een heerlij ke zomr en we zullen onze Kanadese zomer gaarne uitstaan, als het tot uwe verlichting iets bijdragen kan. Maar... maar... we kun nen het u alleen maar toewensen, verder reikt onze macht ook niet. Beste stadsgenoten, dit korte briefje wil dus een inleiding zijn op ee nreeks artikel tjes die ik u nu tegen het tempo van laat ons zeggen één per maand ga opsturen, om een beetje meer over het Kanadese le ven te vertellen. Father Cyprian VERHULST, Saired Heart Church 501, Plinquet street St. Boniface (Manitoba-Canada). oOo LENING TOT WEDEROPBOUW TWEEDE GROEP. Bij de 440e trekking van de Lening voor Wederopbouw, tweede groep, is een lot van 1 miljoen fr. gevallen op obligatie reeks 3955 nummer 109. Het was gedurende het najaar '15. De roep ging aan 't front dat de vierde Divisie spoorloos was verdwenen. Dit was enkel bedoeld uit spot omdat nooit iets over hen verscheen in het «Communiqué Beige». Zij zaten immers op de sekteur van Loo, een zeer kalme sektor waar zelden of nooit een schot viel en waar men op sommige plaat sen meer dan duizend meters door de over stroming van de vijand was verwijdert. Aan ons vijfde Divisie viel de eer te beurt en ook het groot genoegen haar terug te vinden. Wij gingen ze er inderdaad aflos sen en dit om ons van de geweldige verlie zen welke wij in Diksmuide hadden gele-1 den aan het fameus bruggehoofd, te herstel- j len en ons op verse krachten te brengen. Wij bezetten de plaats langsheen de Yper- lee tot aan de bryg van Loo. Het was zeer mistig gedurende dit najaar. Wij hadden er seffens wat opgevonden: ver mits de vijand ons nu niet kon zien zouden wij maar van op de parapet van onze loopgraven vissen; seffens had elke piot een geïmproviseerde vislijn. Er was echter een moeilijkheid: de vaart was zo boordevol kruid en lis gegroeid dat men geen enkel plekje schoon water vond om zijn angel te laten zakken. Dus moesten wij eerst dat kruid op de oever trekken. Wie schets onze verbazing toen wij in dit kruit zeer vele dikke palingen vonden Spoedig was de gehele compagnie aan de visvangst: het kruid werd met man en macht onder het la chend oog van onze «kapper» op de oever getrokken en voor de mist terug optrok, hadden wij verscheidene vaderlander- kens gevuld met dikke palingen. Onze keu kenpieten kwamen deze afhalen om ze voor ons te bereiden, 's Avonds at de gehele companie paling wel niet in 't groen maar het smaakte toch lekker LUIZEN EN VLOOIEN JACHT In de 10de Kompanie van het 21ste Li- De andere obligaties van die reeks zijnfnie waren vieze kwasten en onder dezen terugbetaalbaar tegen 1.000 fr. was Raskin, een echt brussels ketje, een der merkwaardigste. Oorlogsvrijwilliger sedert 1915, bekende hij steeds «volontair de gamelle» geworden te zijn omdat hij te huis niets meer te «bik ken» had. Hij bewees dit dan ook geregeld door zijn daden want men vond hem steeds aan de «bidon» met de woorden: voor mij en mijn «chef de file»; de chef de file was ook hij echter, zodat hij steeds voor twee man kreeg 't Moest zijn dat Raskin bijzonder zoet en begerig bloed had voor de luizen, want de ze hadden zeer grote voorliefde om bij hem te huizen. Hij mocht zich geregeld een paar maal in de maand laten uitstomen in het bad in Elsendal, niets was gekort; hij had onmiddelijk anderen en dan nog van alle soorten dikke en zeer dikke, met stre pen en zonder strepen maar allen zogen even strijdlustig zijn jong bloed uit Gedurig zag men de jongen ergens achter de loopgraven, toen ter tijd aan de ijzeren- weg in Ramskapelle, in zijn blote flikker zitten en steeds met woede tussen de nagels van zijn beide duimen de vette luizenlicha men verpulverend zodat het bloed hem op de borst spatte en hij dan steeds als met rode sproeten was bedekt. Eens dacht hij er iets te hebben op gevonden; hij had zich een grote houten hamer en een plank aange schaft; hij strekte zijn spullen hier op neer en begon bovenarms op de naden zijner klederen, waar de luizen steeds huisden, te kloppen dat horen en zien verging. Ze zullen er nu wel alles van weten en er allen aan zijn meende hij na een uur gehamer, maar eilaas voor hem, des anderen daags moest de jongen reeds de zelfde marteling onderstaan Wij waren de eerste Belgen welke de «Poilus» gingen aflossen in Boesinge. Over deze zeer gevaarlijke sektor deden allerlei verontrustende verhalen de ronde: men was slechts 10 meters van de vijand verwijdert op 't sas, er waren bijna geen verdedi gingslijnen, bommen en granatengevechten waren er dagelijkse kost. Het ergste had men ons echter verzwegen de vlooienmi- zerie De poilus welke steeds deze sektor had den bezet hadden zeer zeker aan propertijd een broertje dood. In de schuilplaatsen zo wel als in de rustplaatsen vond men overal rottend vuil stroo en wanneer een zonne straal daar op speelde zag men voorwaar de vlooien er hun satansdans op uitvoeren! Het was onzeggelijk wat daar aan vlooien krioelde Dit was er onze ergste vijand en het was bijna onmogelijk hen te grijpen Onze vriend Raskin was terug de grote martelaar Wij dachten dikwijls dat de jongen razend werd zo kon hij soms brullen en vloeken want hij leek soms een echte roodhuid door de talrijke vlooienbeten Het ergste van al was en dat maakte hem ra zend, dat hij de vlooien niet kon te pakken krijgen. Na enkele tijd had hij er toch wat op gevonden: hij nam wat konfituur op de vingers en kon zo de vlooien vangen. Wel dra besmeurde hij zich bijna volledig het lichaam met konfituur zodat de vlooien welke hem besprongen er aan plakten Nu kon hij ze grijpen en met het grootste ge noegen vermorzelen, dat was zijn zoetste wraak Na enkele tijd geraakten wij van die plaag verlost, deels met ontsmettingsmidde len en deels door dat wij alles uitbranden waar het maar mogelijk was. En waar er te branden was, daar was Raskin steeeds pri mus R. y.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Gazet van Aalst | 1957 | | pagina 1