en omstreken
j) sjusfitn
gwwra
Na de meeting massale optocht!
OUD-MINISTER MOYERSOEN
EEN ZALIGE HOOGDAG
Daverende
Een Aalsters oor h
op den Expo
hrnsug woora voor
ae verkiezingen
Aan onze lezers en lezeressen,
ZAAL «RINK» AALST
WOENSDAG A.S. 28 MEI TE 20 U.
van aalst
VERSCHIJNT DE DONDERDAG EN ZONDAG VAN IKnKBJ! WEEK.
ST. JORISSTRAAT, 25, AAI, ST. TEL. ai. 241.14 P. C. nr. 881.72 15» JAARGANG. 1,50 Fr. het Nr.
ZONDAG 25 MEI 1958
NUMMER 42
ONZE C.V.P. KANDIDATEN.
Ludovic Moyersoen werd te Aalst gebo
ren, uit een oud-Aalsterse familie, den le
augustus 1904.
Zijn vader, Minister van Staat Baron
Moyersoen ging hem voor in de politiek.
Van hem werd geschreven dat hij de groot
ste huizenbouwer was van het land. Hij is
inderdaad; de grondlegger van de huisves
tingspolitiek. In 1922 voerde hij als Minis
ter van Nijverheid en Arbeid het premie
stelsel tot bevordering van de huisbouw in.
Te Aalst als Voorzitter van de Maatschap
pij voor Goedkope woningen liet hij meer
dan duizend woningen voor arbeidersgezin
nen oprichten.
Ludovic Moyersoen deed zijn studies te
Aalst in het Sint-Jozefscollege en promo
veerde te Leuven tot Doctor in de Rechten
en Licenciaat in politieke en sociale weten
schappen.
Als lid van de «Witte Kaproenen» nam
hij actief deel aan de Vlaamse studenten
beweging. Te Leuven stichtte hij samen
met Dr. Hemeryckx, de Missiebond der
Vlaamse Studenten.
SOCIALE EN POLITIEKE ACTIVITEIT
Zeer vroeg nam hij deel aan de sociale
en politieke beweging.
Te Aalst richtte hij de Kaj ottersbeweging
in. Was jarenlang secretaris van de K.AJ".
en bleef steeds aan de K.A.J. gehecht.
In de politiek bekleedde hij geen mandaat
vóór 1946 maar hij nam deel aan de poli
tieke strijd van voor de oorlog, als mee-
tingist, vervolgens als secretaris van het
Arrondissementsbestuur van de Katolieke
partij en eindelijk als Vlaamse Secretaris
van de Katolieke Unie van België.
Tijdens die oorlog stichtte hij samen met
de betreurden heer Ronse, het «Werk voor
de Arbeiders in den Vreemden en hun Ge
zin». Duizenden pakjes werden door toe
doen van dat werk en met medewerking
van enkele gepensionneerden gezonden aan
onze arbeiders die verplicht waren in Duits
land te gaan werken.
Clandestien liet hij de werkweigeraars
finantieel ondersteunen.
't Was tijdens de bezettingstijd ook dat
hij zijn boek voltooide dat na de bevrijding
het licht zag over «Prosper Poullet en de
Politiek van zijn tijd
Nieuwe tijden eisten nieuwe politieke
vormen. Ludovic Moyersoen was bij de
ploeg die te Brussel de Christelijke Volks
partij na de bevrijding stichtte. Tot 1946
was hij lid van het Nationaal Comité.
IN HET PARLEMENT.
Samen met Alfred De Taye diende hij
het wetsvoorstel in op de bouwpremies, en
verdedigde het tegen de oppositie van de so
cialisten. Men weet dat die wet zegenrijke
resultaten voor ons arrondissement heeft
opgeleverd. Meer dan 7.000 premiën voor
een bedrag van over de 300 miljoen werden
in 't Aalsterse toegekend.
Op het familiale plan streed hij voor de
familiale aanpassing der belastingen, wel
ke in 1950 door Minister Van Houtte
werd verwezenlijkt.
Als plaatsvervangend lid van de Raad
van Europa pleitte hij te Straasburg voor
de rechten der Christelijke Kuituur tegen
Larock, die later Minister J
HiiiTf»nlanrlc-o- rzaKen.
MINISTERIELE LOOPBAAN.
In Augustus 1950 wordt hij door de Ko
ninklijke Prins Boudewijn tot Minister van
Justitie benoemd. Een zware taak. Hij nam
krachtdadig het vraagstuk van de gevolgen
der repressie in handen. Hij was de overtui
ging toegedaan dat de Staat na te recht ge
straft te hebben, mild moest zijn in de toe
passing van de straffen. Gedreven door ge
voelens van menselijkheid en wegens het
nationaal belang, nam hij de verantwoorde
lijkheid op zich in de 18 maanden geduren
de dewelke hij het Departement beheerde
meer dan 2700 veroordeelden in vrijheid te
stellen.
De wet van Februari 1952, die hij deed
stemmen, heeft samen met de wet van 1948
toegelaten aan meer dan 40.000 personen
die beroofd waren geweest van hunne
rechten, vap deze terug te verkrijgen. De
wet op de herziening van de tuchtstraffen
is ook zijn werk.
De wet op de handelshuurovereenkoms
ten die aan de handèlsdrijvende midden
stander een zo grote stabiliteit verzekerd
werd onder zijn ministerschap gestemd.
In Januari 1952 ging hij over naar het
Ministerie van Binnenlandse Zaken. Onder
zijn beleid werden de wedden van het ge
meentelijk personeel aanzienlijk verhoogd.
Hij dreef de administratieve deconcen
tratie door liet de grondwetsherziening
stemmen en verkreeg van de Senaat de
goedkeuring van zijn wetsontwerp dat de
taalkwestie, ter voldoening van de Vlamin
gen, regelt te Brussel en aan de taalgrens
gemeenten wetsontwerp dat zijn opvol
ger Piet Vermeylen weigerde te laten stem
men door de Kamer.
Hij stichtte bij de Raad van Staat de
«Centrale Commissie voor de Nederlandse
Rechtstaal en bestuurstaal in België
IN DE OPPOSITIE.
In de oppositie was oud-minister Moyer
soen niet minder actief. Hij interpelleerde
de Regering over de publicatie der valse
taaltellingen, over het ongelijk gedaan aan
onze missionarissen in Congo, over de cri
sis van het textielbedrijf in het arrondisse
ment Aalst en over de achteruitstelling der
Katolieke ambtenaren. Hij protesteerde
scherp tegen de discriminatie die Minister
Vermeylen invoerde iiizake de gemeentelij
ke bij wedden van de onderwijzers.
Volop stond hij in de strijd voor Vrijheid
en Democratie en stapte met ons vooraan
in de verboden betoging van 26 Maart 1955.
i Oud-Minister Moyersoen is lid van het
I Centraal Comité voor Land- en tuinbouw-
belangen.
Prins van de Aloude Rederijkerskamer
De Catharinisten
Ere-Vooritter van de KoninWijke Fan-
faar van 't Groen Kruis Kunst en Ver
maak
Voorzitter van Pax Christi
Voorzitter van de Ou der-Vereni gin g der
Dames van Maria.
«It's amazing, het is verbluffend» zei de
Amerikaan. Hij staat daar met zijn hoed in
zijn nek, het phototoestel op zijn buik ver
genoegd te grinniken, een vlammeken van
bewondering in zijn grijze ogen.
't Moet gezegd, «Vrolijk België», door de
Aalstenaars eensgezind «'t Aad Belgen» ge
doopt, heeft zich vanavond speciaal in 't
schoon gezet. De getaande geveltjes hebben
al hun ramen opengetrokken en met muziek
en gelach hobbelt 't licht over de kasseien.
En wat voor een kasseien Bultig, glad, on
gelijk, gelijk in den tijd bij ons op 't statie
plein
't Autoken 1900 van Tuure, ciie hot-dögs
verkoopt, staat er donkerblauw en koper
geel te glanzen als een vollemaanse zomer
hemel naast 't Karikol-karretje van Mie
Katoen.
De stamineekes zitten bomvol en van uit
't deurgat houdt de cafébaas, in «pitaleer»,
de grijze gespikkelde das breed over zijn
witgesteven hemd uitgespreid, de drukte in
't oog. «Met die jonge gasten den dag van
vandaag, hé» zegt hij.
De «jonge gasten» in kwestie zitten er
luid op los zingen en waggelen in maat
op de pikkels van de stoelen, van rechts
naar links, van links naar rechts. Eén is er
buiten op een lantaarnpaal gekropen en
zingt voor mijn lachende, maar niets-be-
grijpende Amerikaan van «overal waar de
meiskes zijn
Gedrumd, gestampt, gestoten, drijf ik
door straatjes en steegjes voorbij een
smakelijk programma van uithangborden
In den zoeten inval». «In de plezante sau
cisse». «In den boerenpens».
boven mij, niets dan
plezier dat naar uw &£^<^ïRda.tivreö. een
sterreken en in uw benen kriebelt als een
Aalsterse karnavalmarsch! Voor mij schuift
een aalstenaar voorbij, een glimlach tot
aan zijn oren. Hij houdt zijn blond Madam
meken stevig bij de hand. Ge zijt z'hier
anders op 2 minuten kwijt» zegt hij. En
daair hebt ge 't al Een lange sliert studen
ten komt toeterend en fluitend afgezwaaid
en sleurt mee al wat hen tussen de armen
valt Achteraan stapt de fanfare, blazend
en zwetend, met 't bierschuim nog in de
dikke snor. Mensen, wat een stemming
Om een beetje te bekomen ben ik dan
maar naar de paviljoenen afgezwaaid,
't Was er bijna rustig Voor een micro zong
iemand van «Stranger in Paradise». Maar
niet alleen de vreemdeling maar ook ik,
jong Aalstenaarke voel zo als iets van een
voorsmaak van 't paviljoen «van de rijst-
pap met de gouden lepels». Vóór de brede
ingangspoort met de glanzende vredesduif
spurten rozerode fonteinen rond een wappe
rende, rosse vlam. Zachtekes versmelt 't ro
zerood naar kristalblauw... lichtgroen.
teer-mauve. Naast mij daalt voorzichtig de
watertrap van zijn roze, blauwe en groene
treden. Achter mij als reusachtige, futuris
tische kerstboom gloeit 't Atonium, zijn
diepblauwe, gouddoorweven bollen over-
glinsterd met een schittering van honder
den pinkelende lichtjes.
En toen hoorde ik weer ons geliefd Aalst
ers opklinken. En deze keer, beste lezer,
spitste ik mijn aalsters oor niet voor niets
«Charel.zegt een Madammeken naar 't Ato-
mium wijzend, wat stelt dat nu voor
Ehwel, zegt Charel, die negen bollen dat
zijn de negen Belgische Provincies
Daar had zeker nog niemand aan ge
dacht 't OOR.
Een van de mooiste verhaaltjes die ik
ooit gelezen heb is wel La Chèvre de
Monsieur Seguin in het zo frisse boekje
Les Lettre de mon Moulin van Alphon-
se Daudet.
Tegenwoordig moet ik daar dikwijls aan
denken.
Aan een van zijn vrienden, schrijver zo
als hij, maar waarschijnlijk zonder veel
succes omwille van zijn onafhankelijke
geest, zegt Daudet.
Fais-toi, done, chroniqueur, imbécile
(word kroniekschrijver, stommeling) t.t.z.
stel u ter beschikking van het een of ander
blad om uw boterham te verdienen en, bo-
doelt hij, schrijf wat zij willen en vragen
en steek uw principes op zak.
Maar hij ziet, in zijn geest, het spottende,
onverzettelijke gelaat van zijn vriend Grin-
goire die schijnt te zeggen «Liever honger
lijden dan mijn principes op te geven en
te schrijven wat ik niet meen.
En Daudet zegt «Ah Tu ris, Gringoi-
re!» wacht, voegt hij er aan toe, ik zal u
een geschiedenisje vertellen van een wit,
mooi geitje, dat ook wilde vrij zijn en aan
geen banden wilde gelegd worden.
En dan volgt het zo frisse verhaal dat
eindigt met
et le loup la mangea.
(en de wolf at het op).
...^7^'rrpf ilr r»r\ frain mot aan Iron-
Hij had alle principes opgegeven en was
(om den boterham) lid geworden van de
B. S. P. (voor wie dat niet verstaat Belg.
Socialist. Plaatsingsbureel.)
Er zijn tegenwoordig Goddank toch nog
vele Gringoires, fier, onafhankelijk, sterk in
hun overtuiging.
Er zijn ook vele anderen die om den bo
terham, hun principes op zak steken, zich
aan banden laten leggen.
Er is maar één verschil (meen ik). En
dat is, naar mijn inzicht, dat het niet de
vrijheidsgezind en zijn zoals het geitje
die per slot van rekening... zullen opge-
ëten worden door de grove, brutale rode
wolf... maar dat het nu diegenen zijn die
zich zo gezegd om den boterham aan
banden laten leggen.
In ieder geval ik houd mij liever met
Gringoire en (zijn model) het geitje dan
met de wolf. En gij
Elk zijn goesting, natuurlijk. Maar ik
ben toch liever een vrije «vervolgde» dan
een verslaagde vervolger».
Er zal eens een tijd komen... Een ander
gedicht uit mijn kinderjaren komt mij in de
geest
Gods molen maakt langzaam,
maar zeker en vast...
ARGUS.
Iedereen zegt en schrijft dat deze verkie
zingen uuzonueiuijK oeiangrijK zijn en be-
sussena voor ae toekomst van net land.
Waarom
Wel, iioeralen en socialisten steken hei
met onaer stoeien oi oaniten üat nun voor
naamste Detracnung is .ae nuiaige Koaiiue-
regering voort te zetten.
Niet om de uiteenlopende belangen van
hun Kiezers te veraeaigen, maar om te stnj-
aen tegen wat ze noemen ae Kierntaie
neerscnappijen waarmee ze üe KrisieiijKe
gemeenscnap beaoeien.
DenKen we ons een ogenblik in, dat enke
le aagen na ae verKiezmgen, liberaien en
socialisten opnieuw een regering vormen.
Ze zullen zien alles gepermitteerd wanen.
Gai net KiezersKorps nun met net voile ver
trouwen, necmte ae meeraerneid van net
ïana naar goeaKeuring met aan ae gevoer-
ae politiek
zen jarenlange ondervinding neelt ons
nu geieera aat ue nnKsen zien voistreKt
met oeKonuneien om ae reenten van ae
minaerneid.
Voor benoemingen kwamen ae katoiieKen
met in aanmeriung, noe oeKwaam ze ook
war en-
De vrije scholen, die onderwijs verstrek-
ken aan een miljoen leerlingen, weraen ge-
piaaga, onrecntvaaraig Denanaelü en tot de
oeaeistai gebraent.
Administratieve plagerijen werden in de
weg gelegd van de vrije, meestal Katolieke
nospitaien, terwijl üe btaat ze op oneerlijKe
wijze concurrentie aanüeed.
De kxistftlüirp nröanioatiac louo/lVuMira.
bleven van iinanciele hulp verstoKen.
Een nieuwe linkse meerderneid zal deze
politiek tegen de KristeiijKe gemeenscnap
voortzetten en nog meer systematiscn door
voer en-
Welke verdedigingsmiddelen hebben wij
dan nog IndruKweKKende betogingen, zo
als die van 26 maart, 10 juli, 18 mei, laten
de linkse regering koud. Schreef niet een
liberale krant na de laatste betoging te
Brussel Al waren er 500.000 betogers ge
weest, dat zou nog niets veranderen aan
schoolpolitiek
Of zouden we een nieuwe linkse regering
moeten gaan bestrijden met opstootjes, rel
letjes en bedreigingen Of ons misschien
neerleggen bij het onrecht
Neen, neen en nog eens neen
Wij moeten zegevierend uit de verkiezin
gen komen. Meer dan tweehonderdduizend
betogers hebben nogmaals, in naam van de
meerderheid van de bevolking, vastbera
den hun, wil te kennen gegeven «Weg met
deze ongeluksregering
1 juni 1958, een datum in de Belgische
geschiedenis. Wij allen dragen een zware
verantwoordelij kheod. Wij moeten met al
le middelen waarover wij beschikken, die
partij in de regering helpen welke steeds
de belangen van alle burgers zonder onder
scheid heeft verdedigd. H.
CVP-
SPREKERS Wim VERLEYSEN, Voorzitter Vrijheid en Demokratie.
Oud-Minister VERBIST.
Gilbert CLAUS, pl. voorzitter der Christelijke Volkspartij,
i onder voorzitterschap van oud-minister L. Moyersoen.