Vt en omstreKen Soichira Honda, 77 E-Hrrr Nn<;^ zzzljz zxzz srs 5 bu, sr-■*-» - - jrr Je man die Aalst ontdekte Klein Logboek aan onze lezers NEG SPE, NEC METU c.o.o. DE GEEST VAN DE HEER VERVULT DE AARDE Oud-Minister MOVERSOEN verdedigt de rechten der Vlaamse jeugdorganisaties en waarschuwt tegen de federalisering van het budget van Nationale Kuituur REK0RDS ALLERHANDE OF DE WERELD WAARIN WIJ LEVEN Gazet van A met bijvoegsel 19e JAARGANG Nr. 43 Zaterdag 1 juni 1963 SCHOOLSTRAAT, 26, AALST 2 F HET NUMMER leb ijtig ielse de rerd. mid- 'deii ï'jise Me- slukt dat meu Van toen zat. niet post. tis. 0- dan heelt heelt mee 5t goed mge- bben moe- einig tenis. n de /roeg men door. IJKE fcfe uswfen Ttevis din naam aan gaf verdiend wet even in het daglicht te werden gesteld. Soichirt' Honda die naar verluidt bij de officiële inhuldiging van Honda m onze ke^rlijkestede op bezoek komt - vertoont veel gelijkenis met deze Amen- kaanse cap-aids of industry die bij het begin van deze eeuw met een weergaloos dynamisme en gedurfd initiatief reuzeindustrieen als het ware uit de g stampten. Het teven van deze Japanse industrieel zet zo letterlijk als figuurlijk Vlaamse gezegde Hoe een dubbetje rollen kan kracht bij. ZOON VAN EEN SMID ;tg"S^a"?e ondernemingen die evenwel niet altijd succesvol waren. HOE HET GROEIDE 1945 en de daaropvolgende jaren betekenden een gerlijke behoeften. de motoren waren afkomstig uit de overschotten van het U S A leger. Overheen ÏÏÏÏS ÏÏST 2=Kff£A Z veroveren. Momenteel beschikt Honda over 4 fabrieken, drie in Japan en een te Aalst. in 1961 werden in totaal wereldrecord betekende. In internat. naoorlogse Japan is hij bond als anti-nationaal werd beschouwd. SOCIAAL Op het sociale vlak toonde Honda zich van to den beginne een man^van^zijn UjdNodat hij steeds conflicten met werkneme s 7"^ de Honda. kapitaal van dit reuzebedrijf bedraagt 1 miljard familie, 30 aan het personeel en 55 beursaandelen. STRAATTELEX In de jaren voor de tweede wereldoorlog hoorde een Frans journalist vertellen over een politicus ergens in Normandie die ten gevolge van diverse tegenslagen radeloos was geworden en van wie men dan ook zei dat hij het hoofd had verloren. De journalist in kwestie schreef een spoedbericht dat op de eerste pagina van zijn krant verscheen onder titel: Man ont hoofd in Normandie... Wij herinneren aan deze klassieke anec dote omdat de laatste tijd ook in onze goede stede de straattelex de meest aangedikte een soms wel onverantwoorde lijke nieuwtjes doorseint in verband met de door het gerecht bevolen ontgiav-ingen. Op zichzelf reeds dramatisch genoeg voor de betrokken families, getuigt het van weinig kiesheid voedsel te geven aan de megst fantastische verhalen. Inmiddels ware het hoogst noodzakelijk indien men ten aanzien van het Stedelijk Hospitaal die hervormingen zou doorvoeren die van aard zijn het geschokte vertrou wen van de publieke opinie te herstellen. De vraag kan gesteld worden in hoeverre het in de huidige omstandigheden niet ge- i 1 raadzaam zou zijn het voorzitterschap van de C O O toe te vertrouwen aan een me dicus wijl de voorzittersfunctie een gezag vereist die niet iedereen, hoe achtenswaar dig en bezield met de beste bedoelingen, bezit. DE REBELLEN TE LEUVEN Over het feit dat behalve dg Waalse stu denten en de Waalse professoren inbegre pen deze van de medische fakulteit staken en dientengevolge in de Universitaire Zie kenhuizen momenteel vrijwel uitsluitend de Vlaamse Professoren ten dienste staan wordt er in de grote pers vrijwel niet gerept Geef toe dat die Waalse bourgoise pro fessoren zich tc Leuver. veel, heel veel mo gen veroorloven. Indien het Vlaamse medici zouden zijn die zich een dergelijke houding aanmatigden kan men zich voorstellen welk een gehuil er zou opgaan in de Franstalige pers. Thans zwijgt mgn als vermoord ook ten onzent over deze zeer humanistische Waalse professoren wier Waals nationalisme van een erger soort is dat dit van de meest extremistische Vlaamse dorpsdokter. Dat onder deze Waalse agitators ook de professor-gastheer van Prins Alexander be hoort is weeral een andere kwestie. In een van onze vorige artikels legden wij sterk de nadruk op de eenheid van de festa Paschalia (Witte Donderdag, Goe de Vrijdag en Pasen). Zowel als heilsge beurtenis als in de oude liturgische viering Vormden ze één geheel. Het Pinksterfeest is ons een gelegenheid om ook dc betekenis van deze viering te zien in aansluiting en als voltooiing van dit Paasfeest. Beide feesten horen nauw bij elkaar en ademen dan ook nu nog een zelfde vreugdebetoon. De Paasvreugde loop uit in het Pinksterfeest zoals de Verrijze nis van K'ristus in ons haar voltooiing vindt door de uitstortng van de Geest Gods. Wij zouden haast durven zeggen dat het Pinkstergebeuren Kristus' Verrijzenis in ons, in het Godsvolk, voltrekt. Zoals de Verrijzenis niet zo zeer moet gezien worden als de herbezieling van het dode lichaam, maar wel vooral als de pro- klamatie, als de in-krachtstelling van de verheerlijkte Kristus als Messias, zo bete kent de uitstorting van de H. Geest over het Godsvolk ook de in-kiacht-slelling van diegenen die met Kristus medegestorven en medeverrezen zijn (1). In die an moe ten wij ook het sakrament van het vormsel herwaarderen. Door ons doopsel werden we deelachtig aan Kristus' dood en verrijzenis, wat we dankbaar herdachten bij onze plechtige kommunie. Ook bij deze wedergeboorte uit water en de H. Geest is het de Geest die bevrucht, die leven geeft en heilig maakt. Ons vormsel is hiervan een bevestiging, het sterkt ons, het voedt ons, het voltooit wat bij het doopsel begonnen is, en dit te rug in analogie met het leven van Kristus. Zoals Kristus mens werd uit de Maagd Maria door dg kracht van de H. Geest, zo verwekt Hij ons bij het doopsel in de schoot van de maagdelijke Kerk tot kinderen van God en van die Kerk. Maar zoals die Geest t^rug optrad bij het doopsel van Jezus m de Jordaan om Hem te bevestigen m zijn taak, die nu als Messias begon, om Hem te sterken als de lijdende dienaar van Jah weh zo komt diezelfde Geest ook terug in ons leven bij ons vormsel om ons verder te heiligen, om ons te voeden en te ste*» ken in het goddelijk leven dat wij ontvin gen bij ons doopsel. Het maakt ons, die door ons doopsel met Kristus deelachtig werden aan het Kindschap Gods, nu ook door het Vormsel deelgenoten aan zi*n Mes- siasfunktie: ook wij moeten getuigen zijn voor het Rijk Gods. Wij moeten enkel oppassen in dit alles niet het wgrk te zien van Iemand, die los van Kristus zijn werk voortzet. De Vader, de Zoon en de H. Geest zijn één. Het is de Verrezen K'ristus die langs de Kerk en de sakramenten in ons werkt dodr zijn Geest. Hij die bij de Vader is zendt ons zijn staan voor deze werking van de Geest Geest. Mochten wij met dit Pinksterfeest open- Gods die de aarde vervult. Dan zullen wij werkelijk herschapen worden en het aan. schijn van de wereld vernieuwen: in vrede en liefde. F. T. (1) Tijdschrift voor liturgie, 47e jaar gang 1963 nr 3 blz. 162 en vv. Tijdens de bespreking van het budget van Nationale Opvoeding en Kuituur, heeft Oud-Minister Moyersoen een scherpe kritiek uitgesproken over HET GESPLITSTE BUDGET VAN KUNSTEN, LETTEREN, VOLKSOPLEIDING EN JEUGD Spreker wees op het feit dat budgetaire cijfers de uitdrukking zijn van een bepaalde politiek. Dit is zeker het geval met de cij fers van sectie 12 van het budget, waar de kredieten voorzien voor Kunsten, Letteren, Volksopleiding en Jeugd werden onderge bracht. Deze sectie wordt ingedeeld in drie sectoren A) Gemeenschappelijke Sector. B) Nederlandstalige Sector. C) Franstalige Sector. De aangevraagde kredieten bedragen res- pektievelijk 130, 158 miljoen, 151,941 mil joen en 151,941 miljoen. De Nederlandstalige sector en Franstalige sector worden dus met hetzelfde krediet bedacht en het is duidelijk dat deze ver deling op paritaire grondslag niet het re sultaat is van een toeval, maar principieel gewild is. De paritaire opvatting die hier gehuldigd wordt leidt een politiek in, waar tegen ik de Kamer en het land wens te waarschuwen. NADER ONDERZOEK VAN FÏOOFDSTÜKKEN EN ARTIKELS In bedoelde sectie 12 van de begroting zijn zeer verscheidene rubrieken onderge bracht, zoals uit het libellé zelve blijkt. Dat in de ene sector meer wordt besteed aan musea dan in de andere, mm aan mu ziekmaatschappijen en nog meer aan iets anders, baart a priori geen verwondering wanneer het moest blijken dat de behoeften inderdaad verschillend zouden zijn. Doch de ontleding van deze kredieten, brengt een toestand aan het licht, die ab- I normaal is en beslist onaanvaardbaar. Ik bedoel de kredieten die gevraagd wor- I den voor de JEUGD. I Tk heb ze zorgvuldig opgeteld zowel de I kredieten voorzien om de uitgaven van alge meen bestuur te dekken, als deze voorzien voor toelagen, werken en andere uitgaven en kom tot de vaststelling dat voor de Ne derlandstalige sector 17 518 ÜÜO 000 F is voorzien en voor de Franstalige sector 22 310 000 000 F, dus ongeveer 5 miljoen meer. De kredieten die voorzien zijn voor toe lagen voor jeugdbewegingen en jeugdtehui zen bedragen respectievelijk 11 200 000 000 en 11 060 000 000, dus ongeveer hetzelfde voor beide sectoren. ABNORMALE VERDELING Dit is toch absoluut abnormaal; niemand betwist dat de jeugd veel talrijker is in Vlaanderen dan in Wallonië. Zijn 60 der dienstplichtigen geen Ne- derlandstaligen Wanneer men de georganiseerde jeugd in acht neemt en 't is toch deze die de sub sidies zal gebruiken, dan is het verschil nog groter. Dan gaat men naar 65 langs Vlaamse kant en 35 langs Waalse kant. Ik weet dat alle jeugdbewegingen niet dezelfde kriteria aanleggen voor het tellen van hun ledw maar de verhoudingen zijn overal dezelfde. Bijvoorbeeld leden aan; de ABVV kadetten geven ongeveer 40 000 de FGTB kadetten 10 000; de mutualiteit der jonge arbeiders 45 000; la Mutualité des jeunes travailleurs 24 000 Het gaat derhalve niet op dat de Neder landstalige jeugd het moet stellen met een krediet dat geringer is dan de Franstalige jeugd en dat de subsidies voorzien voor jeugdbewegingen en jeugdtehuizen dezelfde zouden zijn van weerskanten ondanks het groot verschil in aantal. Reeds verleden jaar werd door Mr Eme- man tegen deze toestand geprotesteerd. Ik doe het thans op mijn beurt met de meeste beslistheid. Die verdeling strookt niet met de verdelende rechtvaardigheid. HOE KOMT MEN TOT DEZE WANTOESTAND Er is om deze wantoestand uit te leggen maar een verklaring Deze kredieten wer den niet vastgesteld in funktie van de be hoeften en volgens algemeen geldende kri teria. De som van deze kredieten is het resul taat van een zuivere rekenkundige operatie waarvan het vertrekpunt is dat in Sectie 12 van het budget voor kunsten, letteren en jeugd een gelijke som diende besteed aan de Nederlandstalige en aan de Franstalige sector. Van die som van 151 miljoen heelt men eerst afgetrokken wat nodig was voor de klassieke uitgaven musea, volksopleiding enz... En daar de musea blijkbaar talrijker zijn in Vlaanderen dan m Wallonië en de volksopleiding er meer ontwikkeld is bleef er des te minder over om aan de jeugd te besteden. Want bet blijkt aldus dat indien de kre dieten van de nederlandstalige jeugd niet in verhouding is met haar aantal, en zelfs hoe onbegrijpelijk ook minder be- dragen dao voor de franstaligen, dit alleen te wijten is aan de vooropgestelde stelling dat beide sectoren als dusdanig op voet van volledige gelijkheid dienden behandeld te worden. A priori werd een gelijk bedrag voor zien; de uitslag zelve veroordeelt deze the orie niemand zal immers ernstig kunnen be weren dat de verdeling der kredieten, zoals ze logisch uit het princiep voortvloeien, terzake aanvaardbaar zijn. Welnu, indien ik deze toestand aanklaag dan is het niet uitsluitend om dit verschil van enkele miljoenen in de kredieten der twee sectoren, dan is het vooral omwille van het beginsel zelf dat hier wordt gehuldigd. Staan we hier voor een onvermijdelijk gevolg van de zo genoemde culturele autonomie? Men heeft ons dit in alle geval nooit duidelijk gezegd. Ik geloof het niet. We aanvaarden niet dat culturele autonomie gelijk staat met federalisering, van onze instellingen, en van onze bud getten. Vervolg op blz. 2 Onder de titel Guinness Book of Records verscheen zopas een verzameling over mensen en dingen. Zij behoorde tot het sterke ras uit de Kaukasus. Op 7 november 1960 werd in Texas een man geopereerd. Hij heette James Bret, afkomstig uit Houston en was... 111 jaar Hl 3 maanden ou Het grootste aantal moorden werden in 1958 in Mexico gepleegd. Gemiddeld 42 tot 54 per dag. ben geslagen. v - Volgens medische ervaringen was de k leinste dwerg amper 40 cm. lang op 37 jarige leeftijd. De slechtste autogeleidster, (natuurlijk een vrouw) is dame Luelle Puett, 81 jaar efuR D^trS 97 maal liep zij eer, proces-verbaal op. De laatste maal naar aanleiding van een botsing met een politiewagen. Aalst. En dan bondig: Het dorp met de kortste naam ter wereld is Y. aan de Somme in Frankrijk. Het heeft 150 inwoners. De man met de langste snor is Maxoediya Din Hot gevaarte is ca. 2.5 m lang (N.v.r. Wij zagen inderdaad het «^geval op de foto.) De mensen met het grootste geduld: Raad oens de Vlamingen maar dat wij bekennen het ootmoedig, staat niet v crmeld in Guinness Book of Reco Maar het is op zijn minst even geloofwaardig als andere records. De Aalsterse pompiers traden eens te meer kordaat op bij hoevebrand te Oordegem. Zij slaagden er in, in weerwil van moeilijke omstandigheden, wa tertekort, het woonhuis te redden.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Gazet van Aalst | 1963 | | pagina 1