en omstreKen f CC m "DOPING IS NOODZAKELIJK. Veel te laat... Een zondaar biecht Mei-mozaïek 194-0 (2) Zeg Ajuinen, weet ge 't nog KLEIN LOGBOEK Kern '63 officieel stedelijke toneelgroep Verwondering op't stadhuis Partijen en verkiezingen 1 mei te Aalst m NEC SF Gazet van Aalst NEC IVIF.TU VERSCHIJNT TWEEMAAL PER WEEK 3 maandab. 62,50 F 6 maandab. 120,F Jaarabonnement 230,F KANTOOR SCHOOLSTRAAT 26, AALST Postrekening 881.72. Telefoon 241.14. 21ste JAARGANG Nr. 35 Zaterdag 1 mei 1965 2,50 F HET NUMMER Eén van de gelukkige verschijnselen in onze huidige samenleving is de mondig heid van de massa op velerlei fronten. De mens in de straat krijgt inzicht in vele problemen, de sportman krijgt de kans achter de schermen van de sport te kijken. Eén van die raagstukken, die de sportliefhebber dag na dag boeien is de doping. Uit nieuwsgierigheid alleszins, maar ook omdat hij de gewetenskwestie begrijpt, waarmee de renner momenteel worstelt. DE renner, die hier bedoeld wordt is niet de nieuweling, de liefhebber die fietsend slechts een appeltje voor de dorst wil plukken. Hij is de beroepsmens. Hij die werkt voor vrouw en kinderen. Hij die 's morgens niet op de trein zit met het werktasje. Neen de dwargarbeidejr van de weg, die vaak voor vele uren werk niet wordt beloond. WAAROM? bouwen?... Die renner wordt thans langs alle kanten bedreigd: de B.W.B. en het gerecht gaan hand in hand om hem te onderwerpen aan onderzoeken, urineproeven. vaak zelfs huis zoekingen, met het doel dopingsmiddelen te vinden. Terecht zeggen wij indien men vertrekt van het standpunt dat de gezond heid van die man moet beschermd worden. Terecht zeggen wij indien de illegale ver handeling van die produkten wil opgedoekt worden. Maar wat wanneer die man de risi co's wil lopen die aan het beroep zijn ver bonden. Wat indien hij weet en beseft wat hij «neemt»? Wat indien hij door een ge neesheer wordt geleid? Kan de beroepsmens hierin gebreideld worden? Wat indien de beroepsmens vraagt waar de controle huist in de studentenmiddens? Op de paarden wedrennen? Dieper moet hierin niet inge gaan worden. De toekomst zal uitwijzen of men het thans bij het rechte eind heeft. In elk geval mag het geen discriminatie wor den tussen «gelukkigen» en anderen, vooral wanneer men de actie aan de eindmeet laat beginnen. Wat met de renner nog steeds de be roepsmens die alleen premien zal naja gen en die na honderd kilometer uit koers verdwijnt, met veel geld, en veel (gebruik te (dopingsmiddelen? Hij zal aan de eind meet niet door onderzoekers ingepalmd wor den, wel de renners die in de eerste tien eindigden Is het dus niet nodig even nop aan de basis te werken, waarop men zal «IK WIST NIETS MEER» De «mondigheid» over doping is nu enke le maanden oud. Een renner goochelt met geneeskundige termen, beter nog dan de kwakzalver uit de vorige eeuw. Hij kent de reacties die de produkten in zijn lichaam veroorzaken op één minuut na. Dat is nieuw? Neen, nu pas ziet men klaar in het ganse probleem. Het kan hard klinken, maar wij hebben een «zondaar», ontmoet, een beroeps renner die sinds enkele jaren inactief is. Hij is prof geweest tot 1954, hij heeft de «vette» jaren gekend, na de oorlog, hij heeft, net ais zovelen, tijdens de oorlog fortuinen verspeeld omdat het koersen toen dode letter was. 1945. Vernieling overal. De renner in kwestie is een knap beroeps renner. Hij krijgt kansen in klassieke wed strijden. Hij dringt door tot de kring van de renners die de wielerwereld beheersen. «Het eerste wat ik moest doen was een voor raad wonderpillen aanleggen. Mijn sportdi recteur prees mij enkele produkten aan. Ik herinner het mij nog goed, het was in Pa rijs-Brussel. Over de grens moest er aange vallen worden. Ik mocht ééntje nemen. «Hij vertelt over zijn ontsnapping, die vele tientallen kilometers droeg. Hij had een goede ereplaats in het bereik» Op één van de vele bergen, voelde ik echter dat mijn krachten begaven. Ik slikte een tweede dragée binnen. Nog twintig kilometers wa ren er toen te rijden. Ik schetste in gedach ten de eindmeet en de brede weg in het door L. De Pelsmaeker bos. Opeens werden mijn benen zwaar als lood. Het schemerde voor de ogen. Ik dacht dat een derde «pilletje» toch niet veel kon schaden en gooide nog één achter de kiezen. Van dat ogenblik af weet ik niets meer. Een vriend van mij, E.J., die datzelfde jaar met onze Belgische ploeg naar de Ronde van Frankrijk ging, kwam naast mij rijden. Niet om mij te helpen. «Heb je niet wat «materiaal» te veel?» «Ik liet hem zelf in mijn truizakje graaien. Hij was gelukkig. Maar ik besefte zijn geluk niet meer. Enkele hpnderden meters verder zwijmelde ik in een gracht. Ik ontwaakte in een ziekenwagen, en biechte op tegenover geneesheren en verpleegsters. «Hij werd in enkele uren opgekikkerd, en keerde huis waarts met de voldoening dat zijn vriend in de eerste vijf was geëindigd, met «zijn» ma teriaal. NOOIT MEER «Dat avontuur heb ik nooit vergeten. In maanden heb ik het niet meer aangedurfd iets te «nemen». Maar in maanden heb ik ook geen cent verdiend. In het najaar was er een wedstrijd in mijn streek het Aal- sterse en daarin moest ik schitteren. Ik deed het voorzichtiger en was ook één van de besten in koers. Vele jaren heb ik daarna nog gekoerst. Met doping, want ik kende nu de dosis die mijn gestél kon dragen. De keren dat ik hel niet deed, reed ik voor Jan Klaas...» Dat is de taal van een man die enkele jaren gele den op onze wegen reed. In die periode die wij thans als verouderd bestempelen, maar die even ernstig en modern was als nu. Al leen weet men nu meer Zal men er dus ooit in slagen alles weg -te ruimen en voor iedereen dezelfde kan sen te scheppen? Zal men altijd een rechte lijn kunnen volgen, die nooit door iemands belangen loopt? Wij zeggen NEEN, want in de kringen van beroepsmensen zal men nooit thuis zijn omdat de problemen van de ren ner beroepsmens ook anders zijn. De vrees te werken zonder loon zal men nooit kunnenwegcijferen... Waar men gast langs Vlaamse wegen K'omt men U, Maria, legen... PINKSTEREN 1940 valt ditmaal samen met St. Jobkermis. Het belooft een mooi weekeinde te worden. Twee dagen vrijaf: zondag en maandag. (De vijf dagen week is een nog vage droom van durvende syndicalisten). In een populaire café aan de St. Jobstraat staat reeds donderdaags de Jazz-Band opgesteld. Mobilisatie of niet, het leven gaat door. STUDIE OVER PENDELVERKEER Een groots opgezet onderzoek over het pendelverkeer in Oost- en West- Vlaanderen moet vanzelfsprekend ook in eigen arron dissement belangstelling opwekken, waar nog steeds ca. 30.000 arbeiders en bedien den dagelijks naar Brussel heen en weer rei zen. Een desbettreffend onderzoek zal nu naar verluidt in opdracht van het Ministerie van Verkeerswezen uitgevoerd worden door een Brusselse instelling. Als we goed ingelicht zijn zou deze instel ling hoordzakelijk in handen zijn van frans sprekenden, lees nederlandsonkundigen, hoofdzakelijk technici van wie mag ver wacht worden dat zij kilweg cijfer statistie ken zullen voorleggen, zonder rekening te houden met het sociaal aspect van deze ty pische Oost-vlaamse kwaal. Er bestaat ge vaar dat gans de problematiek van het pen delverkeer dus vanuit een Brusselse optiek zal behandeld worden. ZETELAANPASSING TE AALST Omdat D. Poppe, de eerste directeur van het Nederlands toneelgezelschap te Gent, geen zwaargewicht is in de letterlijke bete kenis van het woord begaf de rugleuning van een zetel in de (voorlopige) stadsschouw burg niet helemaal, daarbij gesteund door een buurman op de volgende rij. Waarmede maar wil gezegd zijn dat een aanpassing ofte herstelling van ettelijke ze tels in het stadszaaltje dringend geboden is. In schouwburgaangelegenheden zijn de I Aalstenaars wel zeer geduldig maar toch NAAR EEN STEDELIJK MUZIEKKORPS? Ten stadhuize zou men een plan genegen zijn betreffende oprichting van een Aalsters muziekkorps, dat de muzikanten uit de di verse muziekverenigingen zou omvatten. Neven dit stedelijk muziekkorps zouden de bestaande verenigingen vanzelfsprekend hun specifiek karakter bewaren. PRAAT VOOR DE VAAK De PVV burgemeesters uit de Brusselse agglomeratie hebben zich gekant tegen wat zij noemen het taalsectarisme. Zij spraken de wil uit een samenleving tussen Vlamin gen en walen te willen bevorderen. De Brusselse agglomeratie, zeiden de he ren, moet gastvrij zijn voor alle Belgen. Inderdaad, en daarom is het noodzakelijk dat deze heren reeds hun eigen gemeentelij ke augiasstal kuisen van verwoede neder landsonkundigen die iedere Vlaming die zich op hun gemeentehuis aanbiedt, uit de hoogte bekijken. De enige Vlaming op de Brusselse PVV lijst, Mter De Winter zei dat hij met deze verklaring niets te zien had. Hij had alleen de tekst ervan in 't Nederlands vertaald. De vlaamse liberalen slaan wel een zielige figuur, en niet alleen te Brussel. In de Ju lius Hostekring te Ronse is het entousiasme ook al zoek. Vraag niet waarom Een bericht in een Vlaams liberale Krant waarin gewag wordt gemaakt van een voor nemen van Schepen Van Hoorick, Kern 'fi3 tot een officiële stadstoneelgroep om te vor men heeft ten stadhuize wel enige verwon dering verwekt. Op het kabinet van de Schepen van On derwijs en Kuituur ontkende men formeel het bestaan van oen dergelijk plan. Men wijst er op dat dergelijke zeer voorbarige geruchten eerder van aard zijn verwarring te stichten. (n.v.) POLITIEKE MEETINGS In het kanton Aalst wordt door de C.V.P. een tweetal massameetings belegd: Te Lede spreekt op 7 mei as \olksverte genwoordiger De Saeger, te Aalst op 17 mei P.W. Sege.'s, Minister van Landsverde diging. Te Erembodegem spreekt op 5 mei a.s. L. Moyersoen over «De andere partij en wij» en W Vcrleysen over «Realisaties op het provinciaal plan». De traditie getrouw gaat op 1 mei te Aalst de socialistische optocht door die ditmaal kennelijk in het teken van de as. verkiezin gen zal staan. Aan de vooravond van 1 mei, gaat in de stedelijke feesthalle een socia listisch meifeest door tijdens dewelke Volksvertegenwoordiger Van Hoorick het woord zal voeren. Toch Zaterdagmarkt De wekelijkse zaterdagmarkt zal op 1 mei normaal doorgaan. NU zondag en maandag opvoering door Groep Tijl van DE MAN MET DE PARAPLU in de St. Jozefskring In de vroege ochtend van vrijdag 10 mei weerklinken in de verte korte nijdige ont ploffingen. Er is vaag vliegtuig geronk. Hier en daar kijkt nog slaperig en nieuwsgierig een man of vrouw door het vensterraam van de verdieping. Het wordt weer stil, maar voor niet lang. Dra hernemen de ont ploffingen. Enkele politieagenten fietsen haastig langs de nog verlaten straten. Er is toch wat op til. Een van hen staat nerveus voor de deur van de woning van zijn broe der: «.Jef, 'k geloof dat 't er tegen zit. Ge wordt opgeroepen Algemene Mobilisatie Phase E». Om vijf uur staat de stad in rep en roer. Het is een ongewoon mooi weder. Hier en daar hoort men de monotone stem van de radiospeaker. De Duitsers hebben in de vroege ochtend de Belgische grens overschreden. Het leger biedt een sterke weerstand. Verschillenden vliegvelden en stations werden gebombardeerd. De bevol king wordt verzocht zich rustig te houden. Op het Stationsplein biedt dra een beeld van menselijk leed: schreiende vrouwen en nerveuze soldaten. De oorlogsfilm mei '40 is reeds begonnen Reeds enkele uren later, in de late namid dag rollen de Engelse militaire kolonnen langsheen de baan naar Brussel, fel toege juicht door dc bevolking. Er is plots paniek wanneer een drietal Duitse vliegtuigen voor het eerst brandbommen werpen. STUKA'S En dan. kwart voor zeven, verschijnen aan de Noord-Oostelijke gezichteinders glinsterende vliegtuigstippen. Het sonore motoren geronk wordt doordringerder. De sirenen gillen over de stad. Mensen lopen verschrikt de straten op, anderen gaan zich verschuilen in kelders of andere geïmpro viseerde «abri's» Alvorens de straten totaal ontruimd zijn scheurt doorheen de lucht het angstwek kende gegier van vlug na mekaar duikende Stuka's wier dodelijke ballast in een sner pend gefluit naar dc richting van de Den- deroevers wegdrijft. Aalst davert onder de inslaande bom men. De eerste oorlogsslachtoffers liggen reeds onder het instortende puin. DENDERFRONT En dan een week later reeds, staan de Duitse voorhoeden klaar voor de Dender. Op zaterdag 18 mei wordt zware artillerie op gesteld op de Boeckhoutberg. Niet alleen te Aalst zal de vernieling •aanzienlijk zijn, ook het centrum van Erem- iiodegem wordt zwaar geteisterd. De parochi ale kerk wordt vernield, nadat de toren ge ruime tijd als uitkijkpost voor de Engelsen heeft gediend. Van Dendermonde tot Aalst hebben de Ardeense Jagers zich opgesteld in verbin ding met de Britse troepen die de sector Ni- nove betrekken. De verdedigingstroepen werd opgedragen een Denderfront te vor men om de terugtrekkende eenheden de ge legenheid te geven hun posities achter de Sch/elde te betrekken, die in aansluiting met het Kanaal Gent-Terneuzen de komende verdedigingslinie tal vormen. Aalst is een verlaten stad Het merendeel van de leden van hel burgemeester en sche pencollege zijn naar veiliger oorden vertrok ken. Meer dan de helft van de bevolking is gevlucht, naar nabij gelegen dorpen of ver der op naar West-Vlaanderen, naar het ver onderstelde rustige Frankrijk. Tijdens korte maar hevige schermutseling en langsheen de Dender zijn aan beide zijde verliezen te betreuren, zoals het in laconieke legerberichten wordt medegedeeld. Te Erembodegem sneuvelen verschillende Tommies. Een van hen ligt zwaar getroffen aan de trap van de kerktoren. Hij zou het land van Wales niet meer terugzien. Het optreden van de Ardeense Jagers geeft aanleiding tot een eervolle vermelding op de Belgische Legerdagorders en in het algemeen verslag over het Denderfront. Het Aalstersc Brandweerkorps geeft in deze dramatische uren blijk van ware zelf verloochening. 's Zondags, nadat vertragingsaktie van het Belgische leger alhier virtueel is afgelo pen trekken de Ardeense Jagers zich terug in Westelijke richting. Enkele vooraanstaande burgers zullen de stad overgeven. Gelaten aanvaarden de Aal stenaars deze bittere lotswending. «HOOG BEZOEK» Men kent het verdere scenario. Alleen: Aalst zou op 3 juni 1940, enkele dagen na de kapitulatic nog een vluchtig bezoek krij gen van Adolf Hitler- de korporaal van 14-18 wou per sé de Kemmelberg terugzien. Een bezoek bij wijze van spreken, want integen deel met zijn Franse voorganger Napoleon, schonk Hitier amper aandacht aan de stad. Indrukwekkend bewaakt snorde zijn wagen over de Aalsterse Grote Markt. Zij vielen hier binnen, zei veel later de uitbater van het restaurant op de Kemmelberg... zij .vielen hier binnen in mijn restaurant, met twintig, dertig van kop tot teen gewapende lijfwachten die in alle hoeken speurden. Toen klom Hitier traag de tor°n op vanwaar uit hij een z«eht had op de Kemmelstreek. Hij kwam beneden en dronk niet. eens een pint bier. maar zei herhaaldelijk Ach so, wie schijn Clerck.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Gazet van Aalst | 1965 | | pagina 1